Slavernij in Nederland en het ondermijnen van de democratie door de overheid zelf ©
Gefabriceerd bewijs, succesvolle tegenwerking en de respectloze bejegening van overheidsdienaren jegens de gewone burgers.
Hop geeft u op onnavolgbare wijze inzicht in de jeugdzorg mentaliteit.
Hop moet bloeden (na strijd om afgifte contactjournaal gezinsvoogd aan ouders van kinderen) schrijft vervolgens de CHRISTELIJKE jeugdzorg advocaat met baantjes in de kerk en school.
Citaat: "De heer Hop was als voortrekker bezig het systeem lam te leggen. In eerste instantie werd in dit kader gebruik gemaakt van hinderlijke, maar wel legale middelen als het systematisch klagen
en het systematisch om informatie vragen " Bron Regel 21, 22 en 23 Pleitnotities advocaat jeugdzorg op de hoorzitting van het Hof van Discipline 150304.
Tien troonredes uit zeventiger jaren 1979, 1978, 1977, 1976, 1975, 1974, 1973, 1972, 1971, 1970 snel en gemakkelijk te bekijken op internet
(Troonrede 1979)
Leden van de Staten-Generaal, In de jaren tachtig, aan de vooravond waarvan
wij nu staan, zullen zich waarschijnlijk ingrijpende veranderingen voltrekken in
de internationale en de nationale samenleving. Het proces van internationale
arbeidsverdeling en verschuiving van produkties naar andere landen is in volle
gang. Ook ontwikkelingslanden raken in dit proces betrokken. Zij klimmen
daardoor op naar een minder ongunstige positie. Deze ontwikkeling is gewenst,
maar stelt een nieuwe uitdaging aan onze veerkracht en vindingrijkheid. Immers,
wij zouden toch al te maken krijgen met een slechts geringe economische groei.
Er zal veel minder te verdelen zijn dan in de uitbundige jaren zestig en zelfs
minder dan in het nabije verleden. Te meer dient zich dit vooruitzicht aan door
het snel schaarser en dus duurder worden van energie Onder die omstandigheden
zullen wij tevreden moeten zijn met de hoge welvaart die ons land al is ten deel
gevallen. De geringe toeneming die nog binnen het bereik ligt, zal vooral
besteed moeten worden voor het scheppen van betere inkomensverhoudingen. Zo is
er reden meer te betalen voor zwaar of onaangenaam werk en ook omgekeerd. Onze
welvaart bestaat niet alleen uit de particuliere inkomens, maar ook uit de
talrijke voorzieningen die de burgers van ons land van gemeenschapswege ten
dienste staan. Willen we de totaliteit van die voorzieningen en ook de
werkgelegenheid op peil houden, dan is matiging van de particuliere inkomens
noodzakelijk. Blijft die matiging uit, dan betalen de gemeenschapsvoorzieningen
het gelag ofwel de werkgelegenheid of misschien zelfs beide. In het komende
tijdvak valt er niet meer te ontkomen aan een keuze tussen enerzijds verhoging
van uitgaven als, bij voorbeeld, voor woningbouw en stadsvernieuwing, onderwijs
en milieu en anderzijds nog verdere verhoging van de particuliere consumptie. In
1980 zullen bijna tienduizend woningwetwoningen meer in het bouwprogramma worden
opgenomen dan in de meerjarencijfers was voorzien. Deze en andere inspanningen
leggen een zware last op de rijksbegroting. De belastingplannen voor het komende
jaar zijn echter zo ingericht dat de koopkracht van al degenen die van cen
bescheiden inkomen moeten leven wordt ontzien. Om die koopkracht te behouden is
geen reële loonsverhoging nodig. De regering stelt met bezorgdheid vast dat het
deel van de bevolking dat deelneemt aan het arbeidsbestel, steeds kleiner wordt.
Verdere maatregelen om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren zijn in
voorbereiding. Vermenselijking van de arbeidsomstandigheden zal bestaande
weerzin tegen het verrichten van beschikbare arbeid verminderen. Ook is het
nodig in ons stelsel van sociale zekerheid, met behoud van de wezenlijke
verworvenheden daarvan, correcties aan te brengen om te bewerkstelligen dat het
alleen werkt voor wie en voorzover het is bedoeld. De werkgelegenheid in de
marktsector staat onder zware druk. De drastische stijging van de energieprijzen
vormt een ernstige bedreiging. Nederland zal om een levensvatbare bedrijvigheid
te behouden een aantal produkties geleidelijk moeten opgeven en veel meer aan
innovatie moeten doen dan tot dusver. Binnenkort ontvangt U een daarop gericht
beleidsplan. De invoering van micro-electronica in industrie en dienstverlening
kan ingrijpende gevolgen krijgen. Een diepgaande bestudering daarvan is door het
kabinet op gang gebracht. Het kabinet heeft een omvangrijk arbeidsplaatsenplan
gemaakt. Bij de overheid zal een regeling voor vrijwillige vervroegde uittreding
worden ingevoerd. Buiten de marktsector zullen tien– tot vijftienduizend
arbeidsplaatsen voor werkzoekenden ter beschikking komen. De toeneming van het
energieverbruik moet door besparingen sterk worden getemperd. Dezer dagen krijgt
U het eerste deel van de nota Energiebeleid. Daarin worden verstrekkende
maatregelen aangekondigd. De aardgasprijzen moeten worden verhoogd. Verder moet
ons land minder afhankelijk worden van de invoer van olie. Dat vergt, naast
besparing, het benutten van andersoortige energie. De beslissing over het al dan
niet in ruimere mate toepassen van kernenergie in ons land, zal met de grootste
zorgvuldigheid worden voorbereid. De komende maatschappelijke discussie staat
hierbij centraal. Dat het gebruik van kernenergie huiver wekt komt mede doordat
ons land zo dicht bevolkt is. Dit stelt hoge eisen aan de zorg voor mens en
milieu en aan de inrichting van de ruimte. U hebt al nota’s ontvangen over de
Waddenzee, over de landelijke gebieden en over de toekomstige structuur van
verkeer en vervoer. Het kabinet acht duidelijkheid geboden over de toekomst van
de Markerwaard. Het zal zijn voorlopig oordeel hierover binnenkort formuleren.
Ook zal het kabinet in de komende maanden zijn oordeel kenbaar maken over de
toekomstige behoefte aan luchthavens in ons land. Landbouwgrond is schaars
geworden en de structuur van de bedrijven moet worden versterkt. Op til is de
indiening van een wetsontwerp dat, mede ter beteugeling van de prijzen, een
stelsel invoert van landbouwkundige toetsing bij overdracht van landbouwgronden.
In alle hoog geïndustrialiseerde landen wordt het leefmilieu bedreigt. Het moet
ons een deel van onze welvaart waard zijn, die bedreiging af te wenden.
Voorstellen voor nieuwe wetgeving omtrent milieugevaarlijke stoffen en
bodembescherming zullen het volgend jaar worden ingediend. Ons land is vol, ten
dele overvol. Dat wreckt zich ook in het wegverkeer. Het aantal slachtoffers van
verkeersongevallen daalt gelukkig, maar is nog onaanvaardbaar hoog. Het kabinet
zal U straks een Tweede Meerjarenplan Personenvervoer aanbieden dat voor het
eerste traject van de jaren tachtig onder meer aangeeft, wat er kan worden
gedaan ten behoeve van het openbaar vervoer en de wegenbouw. Intussen vindt het
opheffen van gevaarlijke knopen in het wegverkeer voortgang. In de Nederlandse
samenleving neemt het aantal mensen van vreemde taal en cultuur snel toe. Vooral
in de grote steden schept dat problemen. Het gaat om goede huisvesting voor
buitenlandse werknemens en vele anderen, om aangepast onderwijs en om blijvende
werkgelegenheid. Maar er is ook een geestelijke opgave: in het leven van alle
dag de verdraagzaamheid te betrachten die we anderen plegen voor te houden. De
rijksbegroting voor het komende jaar getuigt van de prioriteit die de regering
aan het beleid ten aanzien van de minderheden toekent. De maatschappij zo in te
richten dat een ieder een eerlijke kans op persoonlijke ontplooiing krijgt, is
overigens niet een taak die alleen betrekking heeft op mensen van vreemde
herkomst. In de jaren tachtig zal de vraag van vrouwen om een plaats in het
arbeidsbestel veel groter worden. Mede daarom wil het kabinet deeltijdarbeid
bevorderen. Het wil ook de mogelijkheden van opleiding en bijscholing verruimen.
Voorts zal het de weg effenen naar de oprichting van een open universiteit. Onze
wetgeving bevat nog een aantal bepalingen die onderscheid maken tussen mannen en
vrouwen en ook tussen gehuwden en ongehuwden. Tot het wegnemen van
ongerechtvaardigde verschillen zullen nadere initiatieven worden genomen. Ook
aan de achterstelling van het buiten het huwelijk geboren kind zal een einde
worden gemaakt. Recht doen aan de waardigheid van de mens houdt meer in dan zorg
dragen voor zijn welzijn. Daartoe is het ook nodig ieder in staat te stellen,
persoonlijke verantwoordelijkheid te dragen voor eigen welzijn en dat van
anderen. Het besef van die verantwoordelijkheid verschraalt wanneer te
gemakkelijk en uitsluitend de gemeenschap wordt aangewezen om in tekorten aan
welzijn te voorzien. Bij het dragen van persoonlijke verantwoordelijkheid horen
inspraak en medezeggenschap. De ontwikkeling daarvan zal zieh voortzetten,
vooral nu meer vorming en onderwijs steeds meer burgers gaan bereiken. Het
kabinet neemt in die ontwikkeling een actief aandeel. Zo zal in het komende
parlementaire jaar een aanvang worden gemaakt met decentralisatie van de
maatschappelijke dienstverlening. Ook zal het kabinet dan zijn standpunt bepalen
over het democratisch en doelmatig functioneren van gesubsidieerde instellingen.
Om haar groeiende taken naar behoren te kunnen vervullen heeft de overheid
steeds meer informatie nodig., De bewerking van de vele gegevens door computers
houdt gevaren in voor de persoonlijke levenssfeer van de burgers. Door middel
van nadere regels zal de wet die levenssfeer moeten veiligstellen. In onze
hoogst ingewikkelde samenleving raakt menige burger op zoek naar zijn recht het
spoor bijster. Onze wetgeving is weliswaar vrijgevig in het aanreiken van
middelen tot rechtsbescherming, ook tegen de overheid, maar de rechtzoekende
weet er vaak geen raad mce. Dat maakt de verlening van rechtshulp steeds
belangrijker. Een voorontwerp van wet daaromtrent is in aantocht. In grote delen
van de wereld ontberen mensen zelfs nog wat nodig is om in leven te kunnen
blijven. Dienstvaardigheid vooral jegens de armste landen behoort voorrang te
behouden, ook in de minder overvloedige jaren die voor ons liggen. Onlangs is
gebleken, hoezeer het lot van de vluchtelingen in Zuid-Oost-Azië ons allen
beroert. De regering biedt een helpende hand bij het lenigen van hun nood, door
mensen op te nemen in ons land en door het verstrekken van financiële hulp. De
onderlinge afhankelijkheid van de staten zal, zowel binnen Europa als
daarbuiten, bij voortduring toenemen. In de jaren tachtig zal de Europese
Gemeenschap door de toetreding van eerst Griekenland en later Portugal en Spanje
worden verruimd. Het thans rechtstreeks gekozen Europese Parlement behoort meer
zeggenschap te krijgen. Het aantal echte democratiedn in de wereld is klein. In
tal van landen vinden schendingen plaats van de rechten van de mens en is van
werkelijke vrijheid tot persoonlijke ontplooiing nauwelijks sprake. Ook uit ons
buitenlands beleid blijkt dat wij daarin niet willen berusten. Van vitale
betekenis is de zorg voor internationals vrede en veiligheid in het kader van
het Atlantisch Bondgenootschap en van de Verenigde Naties. Bij het nemen van
beslissingen over modernisering van tactische nucleaire wapens, waarvoor de
Alliantie binnen afzienbare tijd wordt geplaatst, zal het kabinet in zijn
streven de afhankelijkheid van kernwapens te verminderen, grote aandacht
schenken aan wapenbeheersing. Veel respect heeft de regering voor de
plichtsbetrachting waarmee onze militairen hun vredestaak in Libanon vervullen.
Over de mogelijkheden tot herziening van de verhoudingen tussen de Nederlandse
Antillen, de eilanden van de Nederlandse Antillen en Nederland zal de
Koninkrijkswerkgroep naar verwach– ting in het komende jaar rapport uitbrengen.
Ook zal in dat jaar de indiening van de reeks van wetsontwerpen tot herziening
van de Grondwet worden voltooid. Leden van de Staten-Generaal, Onder een
economisch ongunstig gesternte hervat U vandaag Uw werkzaamheden. Zware
beslissingen moeten worden genomen. De regering biedt U in de toelichtingen op
de heden in te dienen begroting een samenstel van plannen aan waarmee gepoogd
wordt het hoofd te bieden aan de problemen van nu en van de naderende toekomst.
Het is echter niet alleen de overheid die geroepen is om die problemen op te
lossen. Zij is daartoe alleen ook niet in staat. De burgers van ons land zullen
hiertoe ook moeten bijdragen. De regering vertrouwt erop dat het overleg met U,
de volksvertegenwoordiging, zal worden gevoerd in een geest van
verantwoordelijkheid en van saamhorigheid vooral met de zwaksten in ons eigen
land en over onze grenzen. Van Uw inzicht en volharding zal veel worden
gevraagd. Moge dat werk worden gedaan in het vertrouwen dat velen U wijsheid
toewensen en om zegen voor U bidden. Hiermee verklaar ik de zitting der
Staten-Generaal geopend.
1978
(Troonrede 1978)
Leden van de Staten-Generaal, Regering en volksvertegenwoordiging staan voor
ingrijpende beslissingen op economisch en sociaal gebied. Deze kunnen geen
uitstel meer lijden. De werkloosheid heeft heel veel mensen getroffen. Hun
aantal dreigt nog groter te worden. De Nota Bestek’ 81 toont de ernst van de
economische situatie en bevat een beleidsplan. Volgens sommigen is het te
drastisch, volgens anderen niet kordaat genoeg. De regering hoopt op cen
openhartige en onbevooroordeelde gedachtenwisseling over hetgeen ons allen nu te
doen staat. Het kabinet richt zijn beleid vooral op een duurzaam herstel van de
werkgelegenheid. Hiertoe moet de inflatie beteugeld worden en de groei van de
collectieve uitgaven gematigd, mede om ruimte te maken voor verbetering van de
rendementen van onze bedrijven. In samenspraak met U en met de organisaties van
werknemers en werkgevers wil het kabinet deze grote problemen aanpakken. Dat
overleg kan alleen met begrip voor elkaars verlangens en eerbiediging van
elkaars verantwoordelijkheden tot een goed einde worden gebracht. De regering
heeft de begroting zo opgesteld dat de gemeenschapsvoorzieningen op peil kunnen
blijven. Aanzienlijke bedragen zijn bovendien uitgetrokken om de arbeidsmarkt
beter te doen functioneren en om onze energiepositie in de toekomst te
versterken. Toch verandert de druk van belastingen en sociale premies, vrijwel
niet. Handhaving van de koopkracht voor het merendeel van de bevolking heeft een
belangrijke plaats in het beleid. Door een wijziging aan de voet van de tarieven
van de loon– en inkomstenbelasting krijgen de lagere inkomens bijzondere
aandacht. Ook overigens stelt de regering zich een rechtvaardige verdeling van
lasten ten doel. De omvang van de belastingmaatregelen wordt tot het uiterste
beperkt. Alleen de belasting op overdracht van onroerend goed wordt verhoogd en
de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting wordt aan de inflatie aangepast. Het
kabinet wil niet tornen aan de inflatiecorrectie in de loon– en
inkomstenbelasting. Met handhaving van extra bijdragen aan de sociale fondsen
zal het mogelijk zijn af te zien van verzwaring van de sociale premies.
Voorwaarde daartoe is dat de in Bestek ’81 aangekondigde voornemens op het
terrein van de sociale voorzieningen worden uitgevoerd. Met de voorstellen die U
heden bereiken gaat de regering tot de grens van een nog verantwoord te achten
financieringstekort. Komen er ernstige tegenvallers, dan zullen in 1979 nadere
beslissingen niet kunnen uitblijven. De stijging van de inkomens moet worden
gematigd, maar dat mag niet beperkt blijven tot enkele groepen. Spoedig zal de
regering de Sociaal-Economische Raad advies vragen over een raamwet voor een
samenhangend inkomensbeleid. Zij zal de Raad ook advies vragen over
mogelijkheden om meer invloed te krijgen op de inkomensontwikkeling in sectoren
die met gemeenschapsgelden worden gefinancierd. Dezer dagen wordt een commissie
ingesteld om een studie te maken van de ontwikkeling van het incidentele loon en
van de mogelijkheden tot beheersing daarvan. Binnenkort zult U het wetsontwerp
ontvangen over het collectieve deel van de vermogensaanwasdeling. Het
prijsbeleid blijft, ook wat de overheidstarieven betreft, gericht op bestrijding
van de inflatie. Om de inkomens van kleine zelfstandigen te beschermen tegen de
inflatie wil de regering de tijdelijke zelfstandigenaftrek in de
inkomstenbelasting ook in 1979 handhaven. De gehuwde vrouw die als zelfstandige
werkt of met haar echtgenoot meewerkt in het bedrijf zal in geval van
arbeidsongeschiktheid met ingang van 1 januari aanstaande aanspraak kunnen maken
op een uitkering. Op de arbeidsmarkt bestaan, ondanks omvangrijke werkloosheid,
ook tekorten. Dit stelt zware eisen aan het beleid. Uitbreiding van de
mogelijkheden tot scholing zal moeten bijdragen tot een doeltreffender
arbeidsbemiddeling. Ook door een betere verdeling van het beschikbare werk te
stimuleren wil het kabinet meer kansen geven aan hen die werk zoeken. Bestek ’81
laat ruimte voor een belangrijke uitbreiding van de werkgelegenheid bij de
overheid en in de met gemeenschapsgelden gefinancierde dienstverlening. In de
nabije toekomst zal ons land meer energie moeten invoeren dan het uitvoert en
dus afhankelijker worden van het buitenland. Om het daaraan verbonden risico te
beperken is het beleid gericht op zuiniger verbruik, op invoer van kolen en gas
en op ontwikkeling van nieuwe energiebronnen. Over de toepassing van kernenergie
zullen, na maatschappelijke discussie hierover, nadere beslissingen moeten
worden genomen. In de internationale arbeidsverdeling voltrekken zich
belangrijke veranderingen. Het in stand houden van bedrijven die geen
perspectief meer hebben zou die veranderingen miskennen. Daarom wil het kabinet
geleidelijk overgaan van steun aan zwakke bedrijven naar stimulering van
bedrijfstakken die zijn opgewassen tegen de internationale concurrentie. De
industrieel ontwikkelde landen staan voor de noodzaak zich toe te leggen op
technologisch hoogwaardige goederen en diensten. Allereerst ligt hier een taak
voor de ondernemingen zelf. Het kabinet rekent het evenwel tot zijn
verantwoordelijkheid ons bedrijfsleven daarbij te helpen. In het kader van het
wetenschapsbeleid worden onder meer voorstellen voorbereid om de in ons land
beschikbare mogelijkheden tot het verrichten van onderzoek beter aan te wenden.
De groei van de internationale handel is na de energiecrisis traag en
onregelmatig gebleven. In samenwerking met andere landen spant de regering zich
in om het daaruit voortspruitende gevaar van protectionisme af te wenden. De
versterking van het exportbeleid zal met dit streven in overeenstemming moeten
zijn. Gelukkig heeft het internationals overleg over een betere coördinatie van
het financiële en economische beleid aan betekenis gewonnen. Bijzondere aandacht
verdient de uitwerking van de besluiten van de Europese Raad in Bremen. Het
scheppen van een Europese zone van monetaire stabiliteit zal een bijdrage kunnen
leveren tot een evenwichtiger ontwikkeling van de wereldhandel. Het komende jaar
zal van groot belang zijn voor de Europese Gemeenschap. De rechtstreekse
verkiezingen voor het Europese Parlement zullen eindelijk een brug slaan tussen
de instellingen van de gemeenschappen en de burgers. De beoogde toetreding van
Griekenland, Spanje en Portugal maakt het nodig de besluitvaardigheid van deze
instellingen te vergroten. Ter versterking van de economische en monetaire
samenwerking zullen volgend jaar concrete besluiten moeten worden genomen. Dit
geldt evenzeer voor de totstandkoming van een Europees visserijbeleid dat ook
aan het belang van de Nederlandse vissers recht zal doen. Ter wille van vrede en
veiligheid zal de defensieinspanning zich blijven richten op de gezamenlijke
verdediging van het Noordatlantisch gebied. U worden plannen aangeboden om de
kwaliteit van de Nederlandse bijdrage in de komende tien jaren op peil te
houden. De regering blijft ijveren voor wapenbeheersing en ontspanning. In de
toelichting op de begroting wordt aan het benauwende vraagstuk van de
kernbewapening uitvoerige aandacht geschonken. De regering blijft zich inzetten
voor de eerbiediging van de rechten van de mens. Van het beleid dat zij hiertoe
voorstaat zal zij U binnenkort een uiteenzetting doen toekomen. Het nieuws, dat
ons gisteren bereikte over de uitkomst van de conferentie in Camp David, heeft
de hoop doen herleven op vrede in het zo zwaar beproefde Midden-Oosten. De
hulpverlening aan de Derde Wereld blijft voor ons land een taak van de hoogste
orde. Aan de ontwikkelingshulp wordt dan ook niet getornd. Maatregelen zijn
genomen om de hulp sneller en doeltreffender te kunnen geven, in het bijzonder
aan de armste landen en bevolkingsgroepen. Van niet minder betekenis dan de
hulpverlening zijn de betrekkingen tussen de arme en rijke landen op het gebied
van handel, investeringen en kapitaalverkeer. Over het door ons land en door de
Europese Gemeenschap te voeren beleid zullen U nota’s worden aangeboden. De
regering streeft naar de spoedige instelling van de werkgroep van deskundigen
die de toekomstige relaties tussen de Nederlandse Antillen, de eilanden van de
Nederlandse Antillen en Nederland zal onderzoeken. De regering werkt voort aan
een sluitend stelsel van wetgeving ter bescherming van het milieu. De Wet
algemene bepalingen milieuhygiëne zal worden uitgebouwd tot een kaderwet. In het
komend jaar zal U een ontwerp van Wet op de bodembescherming worden aangeboden.
Met wetgeving over milieugevaarlijke stoffen zal een begin worden gemaakt.
Vervuiling door bedrijven zal worden bestreden met behulp van een nieuw
programma voor financiële steunverlening. De verontreiniging van de Rijn blijft
zorgen baren. De regering stelt alles in het werk om het Zoutverdrag door alle
oeverstaten bekrachtigd te krijgen. Een Wet op de waterhuishouding is in
voorbereiding. De laatstejaren neemt het woningtekort toe, vooral in en nabij de
grote steden in het westen. Ondanks de omvangrijke financidle steun is de
woningproduktie vertraagd, onder meer door een tekort aan geschoolde
arbeidskrachten. Het kabinet zal binnen het kader van een weloverwogen
ruimtelijke ordening al het mogelijke doen om het hele woningbouwprogramma tot
uitvoering te brengen. Stadsvernieuwing is voor de bewoonbaarheid van onze
steden van grote waarde en raakt het welzijn van heel veel mensen. Dit blijft
dan ook een hoofdonderwerp van beleid. De regering zal een voorstel tot
wijziging van de Onteigeningswet bij U indienen en de toekenning van een
voorkeursrecht aan gemeenten bevorderen. In het belang van de ondernemers in de
landen tuinbouw beoogt zij een spoedige invoering van een landbouwkundige
toetsing van de overdracht van gronden. Vooral terwille van de
verkeersveiligheid zal het treffen van voorzieningen op punten waar het wegennet
regelmatig overbelast is, worden versneld. De beperking van de groei van de
rijksbegroting dwingt tot vertraging van de aanleg van wegen in gebieden waar
het verkeer geen stagnatie ondervindt.Op basis van het aan te bieden
Structuurschema Verkeer en Vervoer zal in dit zittingsjaar overleg met U kunnen
plaatsvinden over het verkeers– en vervoersbeleid op lange termijn. Aan de
wetsontwerpen Voorzieningen Gezondheidszorg en Tarieven Gezondheidszorg zal een
zodanige vorm worden gegeven, dat het samenspel tussen particulier initiatief en
overheid zo goed mogelijk kan verlopen. De kwaliteit van de opleidingen wordt
verbeterd en de opzet ervan wordt doelmatiger gemaakt. De regering hoopt op een
goed overleg met de Staten-Generaal over de ontwerp-Kaderwet specifiek welzijn,
waarin het streven naar decentralisatie gestalte krijgt. Zij zal de zienswijze
van de Harmonisatieraad Welzijnsbeleid vragen over harmonisatie van de wetgeving
op dit terrein. Wetsontwerpen tot verlaging van de leeftijd van meerderjarigheid
zullen U spoedig bereiken. Binnenkort worden wetsvoorstellen ingediend voor
verdergaande gelijkberechtiging van de vrouw in het familierecht en bij de
arbeid. Ook op het gebied van onderwijs en opleidingen worden voorstellen
voorbereid om haar meer mogelijkheden te bieden. De regering erkent hoe
belangrijk onderricht en vorming zijn voor het verminderen van maatschappelijke
achterstanden. Daarom zal ook het onderwijs aan anderstalige kinderen worden
verbeterd. Bij het kleuter– en lager onderwijs moet het opleiden van
leerkrachten worden aangepast aan de vermindering van het aantal leerlingen in
de komende jaren. Deeltijdarbeid zal ook hier worden bevorderd. In samenwerking
met de universiteiten en hogescholen is goede voortgang geboekt bij de planning
van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Voor het eerst sinds jaren zal
u weer een Algemeen Financieel Schema worden aangeboden, waarin de verwachte
taken en middelen van de instellingen voor de jaren 1980 tot en met 1983 zijn
beschreven. Te zorgen voor veiligheid voor de burgers is een hoofdtaak van de
regering. Om de politie in staat te stellen te voldoen aan het toenemend beroep
dat op haar wordt gedaan, zal in de komende jaren de sterkte van de korpsen
worden verhoogd en zullen hun organisatie en werkwijze worden verbeterd. Nadere
voorstellen tot hervorming van het binnenlands bestuur kunnen binnenkort worden
verwacht. De regering vertrouwt dat met de parlementaire behandeling van
wetsontwerpen tot grondwetsherziening in deze zittingsperiode goede voortgang
kan worden gemaakt. Leden van de Staten-Generaal, In het hart van de
regeringsverklaring stond het begrip verantwoordelijkheid. In het zicht van de
ernstige problemen waarvoor ons land staat doet de regering, opnieuw, cen beroep
op iedereen om als verantwoordelijke burgers versoberingen te aanvaarden en
matiging te betrachten. Het besef dat de economische positie van ons land
zorgwekkend is, leeft nog onvoldoende. Maar even belangrijk als de verbreiding
van dat besef is de bereidheid om te delen in de offers die nodig zijn, in het
bijzonder om ook op langere termijn werkgelegenheid veilig te stellen. De wereld
is echter groter dan Nederland en bij de noden die elders moeten worden gelenigd
vallen onze eigen zorgen bijna in het niet. De regering vertrouwt erop dat we,
in het bewustzijn daarvan, bereid zullen blijven ons te gedragen in
overeenstemming ook met die verantwoordelijkheid. In het nieuwe zittingsjaar zal
van regering en Staten-Generaal veel inspanning worden gevergd. Moge dat werk
worden gedaan in het vertrouwen dat velen U wijsheid toewensen en om zegen voor
u bidden. Hiermee open ik de nieuwe zitting van de Staten-Generaal.
1977
(Troonrede 1977)
In 1977 waren de verkiezingen op 25 mei en werd in september nog volop
gepoogd een tweede kabinet-Den Uyl te vormen. Minister-president Den Uyl liet
koningin Juliana toen zeggen: "De lange duur van de kabinetsformatie, na een
verkiezingsuitslag die door velen als duidelijk is ervaren, wekt onder de
huidige omstandigheden begrijpelijke bezorgdheid." Hiermee gaf de regering een
duidelijke 'tik op de vingers' van de CDA-fractie en haar fractievoorzitter Van
Agt die sinds 8 september 1977 geen minister meer was) over de trage gang van
zaken bij de formatie.
Leden der Staten-Generaal,
De lange duur van de kabinetsformatie, na een verkiezingsuitslag die toch
door velen als duidelijk is ervaren, wekt onder de huidige omstandigheden
begrijpelijke bezorgdheid. In afwachting van de totstandkoming van een nieuw
kabinet is het niet mogelijk U nieuwe plannen voor te leggen betreffende het in
de komende jaren te voeren beleid. Wel past een uiteenzetting van hetgeen het
demissionaire kabinet in het belang van het Koninkrijk thans noodzakelijk acht.
De regering beseft dat daarmede onzekerheden blijven bestaan omtrent tal van
vragen - over werk, inkomen en welzijn die bij de mensen leven. Na een
duidelijke opleving in 1976 vertoont de wereldeconomie opnieuw tekenen van
stagnatie. In verscheidene landen neemt de werkloosheid weer toe en wordt de
eerder verwachte economische groei, ondanks de afnemende inflatie, nict
verwezenlijkt. Onmiskenbaar ondervindt onze uitvoer daarvan de weerslag, hetgeen
nog wordt versterkt door de opgetreden waardestijging van onze munt. Ook in ons
land ontwikkelt de werkloosheid zich sedert enkele maanden weer ongunstig. Deze
nieuwe terugval is des te ernstiger omdat na de diepe inzinking in 1974 en 1975
het economisch herstel nog lang niet was voltooid. Het eerder ontwikkelde beleid
gericht op het overwinnen van structurele onevenwichtigheden in onze economie,
zal moeten worden voortgezet en versterkt. Maar zelfs dan blijven in de eerst
komende jaren de vooruitzichten somber voor velen die willen werken, maar
daartoe niet de kans krijgen. De bestrijding van de werkloosheid zal ons aller
inspanning en vindingrijkheid vergen. Op korte termijn rust voor het verdere
verloop van de wereldhandel een bijzondere verantwoordelijkheid op de landen met
een sterke betalingsbalans. Ook ons land zal belangrijke maatregelen moeten
nemen om de afzet te bevorderen. Anders zal het niet mogelijk zijn de
beschikbare produktiecapaciteit weer volledig te benutten, de investeringen aan
te wakkeren en de stijgende werkloosheid een halt toe te roepen. Onmisbaar
daarvoor is het beperkt houden van kostenstijgingen. Dit moet in de huidige
situatie ondersteund worden door verlichting van lasten en andere tijdelijke
maatregelen ter vergroting van de bestedingen, zonder daarbij de grenzen van een
verantwoord financieringstekort te overschrijden. In de begroting van uitgaven
en middelen voor 1978 is tegen deze achtergrond de structureel noodzakelijk te
achten verhoging van belastingen tot minder dan de helft teruggebracht. Gezien
zijn demissionaire karakter heeft het kabinet zich ervan onthouden nieuwe
plannen te ontwikkelen voor het in de komende jaren te voeren uitgavenbeleid en
zijn de beleidslijnen gevolgd die in de afgelopen jaren zijn getrokken.
Aansluiting is gezocht bij de vorig jaar gemaakte afspraken. Zo voorziet de
begroting weer in het besteden van 1 1/2 % van ons nationaal inkomen aan
ontwikkelingshulp. De toelichtingen op de U heden aan te bieden begroting voor
1978 beperken zich goeddeels tot een beschrijving van het tot op heden gevoerde
beleid. De regering volstaat thans met het voorstellen van enkele
belastingmaatregelen, waarvan de voorbereiding om redenen van technische aard
moeilijk langer kan worden uitgesteld. Tot die voorstellen behoort het
overbrengen van gas, olie en kolen, mede met het oog op een zuiniger
energieverbruik, van het lage naar het algemene BTW-tarief, evenals enige
verhoging van de belasting op sigaretten. De inflatiecorrectie op de tarieven
van de loon- en inkomstenbelasting wordt op 80% bepaald. Enkele eerder genomen
tijdelijke maatregelen in de sfeer van de belastingen, die ten doel hebben
lasten evenwichtig te verdelen en de economische activiteit te bevorderen,
zullen naar het oordeel van de regering ook volgend jaar van kracht kunnen
blijven. Ondanks de vooronderstelde terughoudendheid bij verhoging van inkomens
lijkt handhaving van de koopkracht van de modale werknemer niet onmogelijk met
behulp van nog te nemen belastingmaatregelen en door de stijging van sociale
premies tot het uiterste te beperken. De vandaag beschikbaar komende cijfers
over de ontwikkeling van de economie versterken de verwachting dat de
werkloosheid zal toenemen. Dit vergt op korte termijn een nieuw pakket van
stimuleringsmaatregelen. Over de samenstelling daarvan en over zijn uitwerking
op de inkomensverdeling zal intensief overleg met de vakbeweging en de
werkgeversorganisaties dienen plaats te vinden. In dit overleg zal met name ook
de vraag aan de orde moeten komen, hoe een kader en een vertrouwenssfeer kunnen
worden geschapen waarin afspraken over arbeidsplaatsen kunnen worden gemaakt.
Het is niet in de laatste plaats met het oog hierop dat spoedige totstandkoming
van een nieuw kabinet geboden is. De regering heeft de afgelopen maanden haar
standpunten moeten en willen bepalen in het internationale overleg. In het kader
van de wereldhandelsconferentic in Genève is zij opgekomen voor het behoud van
de vrijheid in de wereldhandel juist nu vele landen met economische problemen
hebben te kampen. Verder acht zij het van het grootste belang dat spoedig een
begin wordt gemaakt met het door de Amerikaanse president voorgestelde overleg
over de gevaren verbonden aan het gebruik van kernenergie in alle fasen tegen te
gaan. Het uitblijven van oplossingen in het zuiden van Afrika leidt tot steeds
grotere tegenstellingen. De onafhankelijkheid van Namibië, de totstandkoming van
een meerderheidsregering in Rhodesië en de toenemende spanningen in Zuid-Afrika
vragen snelle beslissingen om een einde te maken aan onaanvaardbare
discriminatie en om een uitbreiding van het geweld te voorkomen. Daarom acht de
regering besluitvorming van de Veiligheidsraad die ook economische
dwangmaatregelen omvat gerechtvaardigd. Tezamen met onder meer de partners in de
Europese politieke samenwerking zal Nederland zich inspannen voor een vruchtbare
Oost-West-dialoog tijdens het overleg in Belgrado inzake de toepassing van de
Slotakte van Helsinki. Daarbij zal het uitgangspunt moeten zijn dat alle
bepalingen van de Akte moeten worden gerespecteerd. De regering hoopt dat het
mogelijk zal zijn op deze grondslag te komen tot een ontspanning in de
verhoudingen tussen Oost en West, die kan bij dragen tot de zo bitter
noodzakelijke afremming van de bewapeningswedloop. Het karakter van de
economische moeilijkheden in de westerse wereld doet vermoeden, dat op langer
zicht aanpassingen van onze maatschappelijke structuur, nationaal en
internationaal, nodig zullen blijken. Terugkeer naar de snelle economische groei
van de achterliggende decennia ligt niet in de lijn der verwachtingen. Voor
grote aantallen van onze medeburgers lijkt deelneming in het arbeidsproces op de
vertrouwde wijzc niet te verwerkelijken. Gedachten over de verdeling van
beschikbaar werk zullen gestalte moeten krijgen. Voor een heroriëntering van
onze economische ontwikkeling op een zuinig omgaan met grondstoffen en energie
en op behoud en verbetering van het milieu zijn de afgelopen jaren belangrijke
aanzetten gegeven. Onverschillig of het nieuwe kabinet getrokken beleidslijnen
doortrekt, zullen op een breed terrein van onderwijs en welzijn, van
volksgezondheid en milieubeheer, van bestuur en rechtsbedeling ingrijpende
beslissingen genomen moeten worden. In de achter ons liggende periode zijn
immers op al deze terreinen veranderingen op gang gekomen, die om uitwerking en
voltooiing vragen. De regering is bezorgd over bepaalde ontwikkelingen binnen de
Zuidmolukse bevolkingsgroep en rondom de positie van deze groep in de
samenleving. Alleen met erkenning van de verantwoordelijkheid van de overheid en
van alle medeburgers, die zich hierbij betrokken weten, is het mogelijk te komen
tot verdieping en verbreding van het zo noodzakelijke contact. Laat er
wederzijdse verdraagzaamheid zijn en respect voor de beginselen van de
rechtsstaat. Een nota waarin lijnen voor het beleid op langere termijn worden
geschetst, zal U spoedig worden aangeboden. Leden der Staten-Generaal, Op tal
van gebieden zijn voorstellen bij U aanhangig. Over de afhandeling daarvan zal
in gemeen overleg moeten worden beslist. Vaststaat, dat veel inspanning van U
zal worden gevraagd. U zult ongetwijfeld een belangrijk wetgevend program te
behandelen krijgen, waarbij al Uw aandacht zal zijn vereist voor het nemen van
ernstige beslissingen om onze economische en maatschappelijke moeilijkheden het
hoofd te bieden. Gesteld tegenover zo grote en verantwoordelijke taken die ons
wachten, spreek ik de hoop uit dat wij allen tot de vervulling daarvan de kracht
zullen ontvangen. Hiermee verklaar ik de zitting der Staten-Generaal geopend.
1976
(Troonrede 21 september 1976)
Leden der Staten-Generaal, Ongetwijfeld gaan de gedachten nu terug naar de
moeilijke periode die achter ons ligt. Laten wij vandaag, in het besef van een
gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, vooral zien naar het vele wat ons te
doen staat. Er wachten het komende parlementaire jaar zware taken. Na de diepste
inzinking sinds 1945 heeft de economische ontwikkeling in de westerse wereld een
keer ten goede genomen. Het herstel komt echter slechts langzaam op gang. Het
inflatietempo is naar verhouding hoog gebleven en de werkloosheid is hardnekkig
van aard. Wat de regering voor ogen staat is werk voor iedereen in een
samenleving, waarin minder ongelijkheid heerst en ieder gelijke
ontplooiingsmogelijkheden heeft. Daarom is het beleid toegespitst op het behoud
van bestaande en het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen en op het terugdringen
van de inflatie. Alleen als dit gelukt, blijft het mogelijk om de collectieve
voorzieningen te waarborgen, met voorrang voor de zwaksten in de samenleving.
Dan ook kan uitzicht worden geboden op een bescheiden groei van de koopkracht
van de burgers in de komende jaren. Dit beleid vindt zijn weerslag in de
rijksbegroting 1977. De verzwaring van de druk van de collectieve lasten blijft
binnen de gestelde norm van 1% van het nationals inkomen. De regering stelt geen
verhoging van belastingtarieven voor. De vorig jaar ingevoerde tijdelijke
verlichting van sociale premies en van de loon– en inkomstenbelasting worden
blijvend. De inflatiecorrectie zal voor 8o% worden toegepast. Hogere bedragen
voor reiskosten zullen van de inkomstenbelasting mogen worden afgetrokken. De
bestaande regeling voor de zelfstandigenaftrek wordt volgend jaar gehandhaafd.
Met de jaarwisseling zal U het voorstel van wet bereiken ter uitwerking van het
aangekondigde nieuwe instrument voor een gerichte aanmoediging van
investeringen, dat per 1 april a.s. in werking moet treden. Om diezelfde
investeringen te bevorderen zullen meer gecoördineerde regelingen voor het
vergunningenbeleid ter hand worden genomen. Nieuwe inspanningen ten behoeve van
de werkgelegenheid vooral in de zwakkere regio’s zullen op gang worden gebracht.
Belangrijke bedragen blijven bestemd voor steun en begeleiding van individuele
bedrijven; daarbij zal meer aandacht gegeven worden aan structurele oplossingen.
Ter bestrijding van de werkloosheid onder jongeren onderzoekt de regering de
mogelijkheid tot het aanmoedigen van deelarbeid, alsmede het verruimen van de
mogelijkheid voor oudere werknemers om zich ten behoeve van de werkgelegenheid
van jongeren uit het arbeidsproces terug te trekken. In dit verband hecht de
regering grote betekenis aan de experimenten die in de onderwijssector zijn
begonnen. Dit najaar zal de regering bezien of aanvullende conjuncturele
maatregelen noodzakelijk zijn. De droogte van de afgelopen zomer heeft veel
landbouwbedrijven in moeilijkheden gebracht. Waar nodig zal de regering
maatregelen treffen om het agrarisch produktiepotentieel op een verantwoord peil
te houden. Een duurzaam herstel van de economische groei en van de
werkgelegenheid, onder handhaving van een verantwoord peil van de collectieve
voorzieningen komt in zicht, indien alle inkomensgroepen bereid zijn daartoe hun
bijdrage te leveren. De regering vertrouwt erop dat de sociale partners in
komend overleg daarvoor oog zullen hebben. De heden aan U aangeboden
macro-economische verkenning laat zien dat wanneer deze bereidheid aanwezig is,
gerekend mag worden op een beweging naar herstel van investeringen en
werkgelegenheid. Grote voorzichtigheid is geboden om te voorkomen, dat het
herstel weer in gevaar komt. Als wij die voorzichtigheid betrachten komt een
prijsstijging binnen ons bereik die lager is dan in enig jaar na 1970 haalbaar
is gebleken. Om dit te verwezenlijken kan in 1977 een strak prijsbeleid niet
worden gemist. Alleen een gezamenlijke krachtsinspanning zal het mogelijk maken
de opgaande lijn die zich voor onze welvaart in het komende jaar aftekent ook
naar een verdere toekomst door te trekken. De regering hecht daarbij aan de
verwezenlijking van voorstellen, die erop zijn gericht om de sociale partners
beter in staat te stellen hun verantwoordelijkheden binnen en buiten de
onderneming waar te maken. Met het oog daarop zal U, naast de reeds ingediende
voorstellen met betrekking tot de vermogensaanwasdeling en de ondernemingsraden,
op korte termijn een wetsontwerp bereiken betreffende de openbaarheid van
inkomens uit arbeid van werknemers en beoefenaren van vrije beroepen. Dit najaar
zal een voorontwerp worden gepubliceerd van een raamwet inkomensvorming, die een
belangrijke uitbreiding beoogt van de instrumenten voor het voeren van een
inkomenspolitiek. Op korte termijn zal een wetsontwerp worden ingediend tot
matiging van de pensioenopbouw van politieke ambtsdragers. Het kabinet zal het
gebruikelijke overleg openen met de betrokken organisaties over een verdergaande
matiging van de hoogste salarissen in de overheidssfeer met ingang van 1977.
Voor het eerst zullen U thans ook meerjarenramingen worden aangeboden over de
ontwikkeling van de sociale verzekeringen in dejaren 1977–1980. De
wetsontwerpen, die reeds voor 1977 een beperking van de uitgavenstijging moeten
bewerkstelligen, zullen U binnenkort bereiken. Daarbij zulien
inkomensverschillen worden verkleind. In aanvulling op de invoering van de
Algemene Arbeidsongeschiktheidsverzekering per 1 oktober a.s. wil de regering in
de eerste helft van 1977 de regeling in werking stellen die oudere zelfstandigen
in de leeftijd van 58 tot 65 jaar onder bepaalde voorwaarden de garantie voor
een minimum inkomen biedt. Omdat vele deelnemers aan het verzet, vervolgden en
andere oorlogsslachtoffers nog in benarde omstandigheden verkeren heeft de
regering besloten tot verbetering van hun financiële positie. De daartoe nodige
voorstellen tot wetswijziging zullen U spoedig bereiken. Minder ongelijkheid is
vooral ook afhankelijk van de mogelijkheden die het onderwijs biedt. Met
erkenning van de eigen verantwoordelijkheid van met name het bijzonder
onderwijs, spant de regering zich in voor verbetering en vernieuwing van de
onderwijsvoorzieningen. Met voorrang wordt daarbij aandacht geschonken aan
groepen die om sociale of economische redenen tot dusver het minst profijt van
het onderwijs hebben gehad. In het lager onderwijs zullen de klassen in 1977
verder worden verkleind. Het ontwerp van wet op het basisonderwijs kan nog in
deze zittingsperiode worden verwacht. Met de discussienota ‘Contouren van een
toekomstig onderwijsbestel’ heeft het kabinet velen betrokken bij de
gedachtenvorming over het onderwijs in de toekomst. Een vervolg op deze nota zal
in het voorjaar van 1977 verschijnen. Een beleidsnota over de geleidelijke
invoering van sectorraden voor de meerjarenplanning van het wetenschappelijk
onderzoek zal U binnenkort bereiken. Over de emancipatie van de vrouw zal de
regering U dit zittingsjaar denkbeelden voor een beleid op langere termijn
voorleggen. In afwachting daarvan wordt het bestaande beleid versterkt en
uitgebreid, onder andere door subsididring van vrouwenhuizen en
voorlichtingsprojecten. De kwaliteit van het bestaan hangt in hoge mate af van
een goede huisvesting en leefomgeving. Bijna twee-derde van alle woningen in ons
land is na 1945 tot stand gekomen en draagt dus de kenmerken van een enkele
generatie. We moeten daarom zuinig zijn op de woningen en gebouwen van oudere
tijden. Ook in het stadsvernieuwingsbeleid zal deze waardering tot uiting komen.
Bij de nieuwbouw wordt verscheidenheid zoveel mogelijk bevorderd. Een dezer
dagen biedt de regering U een drietal wetsontwerpen aan over de huur van
woonruimte. Ze vormen een afronding van het nieuwe huur– en subsidiebeleid. Dit
beleid biedt tevens een grondslag voor nieuwbouw, afgestemd op kwaliteit en
nieuwe behoeften. In het komend zittingsjaar zal het kabinet structuurschema’s
voorleggen waarin de ruimtelijke aspecten van het verkeer en vervoer, de
vaarwegen en de volkshuisvesting worden behandeld. De regering vertrouwt erop
dat het mogelijk zal zijn de behandeling van de belangrijke wetsontwerpen inzake
de herziening van de onteigeningswet en het scheppen van een voorkeursrecht voor
gemeenten in deze zittingsperiode tot een goed einde te brengen. Het
Waddengebied dient als onvervangbaar natuurgebied behouden te blijven. Na de
periode van inspraak zal een definitieve beslissing worden genomen over de wijze
waarop dit doel kan worden bereikt. Nog dit jaar zal U een ontwerp tot wijziging
van de wet op de Ruimtelijke Ordening worden aangeboden. De regering blijft
voorrang geven aan het gebruik van het openbaar vervoer. Volgend jaar zal het
rijk meer dan 2 miljard besteden aan het openbaar vervoer in stad, streek en
land. Daarnaast beseft de regering het belang van de auto voor velen. De
leefbaarheid van ons land vraagt echter om een beheerst gebruik daarvan. Het
gevoerde beleid voor de verkeersveiligheid heeft het aantal slachtoffers de
afgelopen jaren duidelijk doen dalen. Het in de laatste maanden weer toegenomen
aantal ongelukken vraagt om een hernieuwde inspanning. Terwille van de kwaliteit
van het water is het verheugend dat overeenstemming is bereikt over de verdragen
ter beperking van de zoutbelasting en de chemische verontreiniging van de Rijn.
Om redenen van energiebesparing en vrijetijdsbesteding zal de regering
voorstellen het komende voorjaar de zomertijd in te voeren. gen ontwerp van wet
Algemene Bepalingen Milieuhygiëne zal regels geven voor inspraak en beroep en
voor coördinatie bij de vergunningverlening. In de gezondheidszorg wordt naast
kostenbeheersing in sterke mate verbetering van de preventie nagestreefd. Een
wetsontwerp betreffende bevolkingsonderzoek zal binnenkort aan adviesinstanties
worden toegezonden. De ontwikkeling naar democratisering en spreiding van
zeggenschap ontmoet bezwaren en weerstanden. De regering onderkent de problemen,
die inspraak oproept voor de besluitvorming. Zij meent echter, dat voortgang op
de weg van het vergroten van de mondigheid van de burgers geboden is. Met de
binnenkort in te dienen wetsontwerpen wordt een belangrijke stap gezet naar
modernisering van het binnenlands bestuur. Streven naar decentralisatie kenmerkt
ook de wettelijke maatregelen die op komst zijn, tot versterking van de
zeggenschap van de burgers en van de rechtszekerheid van alle bij het
welzijnsbeleid betrokkenen. In het kader van de algehele grondwetsherziening
zijn waarborgen voor de individuele en maatschappelijke rechten van de burger
neergelegd in de wetsontwerpen inzake klassieke en sociale grondrechten.
Binnenkort zullen U wetsontwerpen bereiken inzake verkiezing, inrichting en
samenstelling van de Staten-Generaal. Aanvaarding van de voorstellen tot
herziening van de Grondwet zal ertoe leiden dat komend voorjaar ook de Eerste
Kamer der Staten-Generaal zal worden ontbonden en opnieuw verkozen. Het kabinet
zal zijn standpunt inzake een eventuele herziening van de structuur van de
onderneming bepalen na ontvangst van het gevraagde SER-advies. Intussen beraadt
het zich over een wettelijke regeling van een commissaris algemeen belang bij de
grootste vennootschappen. In het belang van de veiligheid van de bevolking wordt
de samenwerking tussen de politiekorpsen verbeterd. Een algehele herziening van
de wetgeving op het gebied van de wapenhandel is in aantocht. Een wetsontwerp
dat de toepassing van geldboetes boven vrijheidsstraffen wil aanmoedigen, zal U
spoedig bereiken. Een nota over de actucle vraagstukken van het gevangeniswezen
wordt U vandaag aangeboden. In de afgelopen drie jaar werd ons land zesmaal
geconfronteerd met terroristische acties waarbij onschuldige burgers werden
gegijzeld. De regering werkt, ook in internationaal verband, aan de verbetering
van preventieve maatregelen en van de coördinatie bij de bestrijding van
terreurdaden. Een verdere ontspanning tussen Oost en West is noodzakelijk. Maar
deze kan alleen worden verwezenlijkt wanneer alle betrokken staten de vorig jaar
in Helsinki overeengekomen beginselen over veiligheid en samenwerking in Europa
ook werkelijk in praktijk brengen. Daarnaast moeten concrete resultaten worden
geboekt in het overleg in Wenen over wederzijdse vermindering van de militaire
sterkte. In het ontwapeningsbeleid staat het terugdringen van de risico’s van
kernbewapening voorop. Ons land levert een alleszins redelijke bijdrage tot de
bondgenootschappelijke verdediging. De sterk toenemende kosten van deze
verdediging dwingen echter tot een versterking van de onderlinge samenwerking en
taakverdeling binnen het bondgenootschap. Binnen dat kader dienen de
beslissingen te worden genomen over nieuwe grote investeringsprojecten voor de
Nederlandse krijgsmacht. De Europese Gemeenschap behoeft voor alles een
versterking van haar interne samenhang. Ernstig moet worden gepoogd het
economisch beleid van de lid-staten beter te coördineren en de politieke
samenwerking te verbreden en te verdiepen. Vanuit die overtuiging vervult
Nederland thans het voorzitterschap van de Gemeenschap. Rechtstreekse
verkiezingen voor het Europese Parlement in 1978 zijn een eerste stap naar een
werkelijk democratisch Europa. Met ontsteltenis beziet de regering de situatie
in Zuidelijk Afrika, waar de blanke regeringen in Rhodesië en Zuid-Afrika nog
steeds niet bereid blijken de bakens te verzetten. Alleen als de rechten van de
niet blanke bevolking in Zuidelijk Afrika worden erkend en gerespecteerd, kunnen
nog ernstiger ontwikkelingen worden voorkomen. In samenwerking met andere staten
zullen wij ons inzetten voor een bedindiging van het apartheidsregime. In 1977
zal opnieuw 1,5% van het nationale inkomen worden besteed aan ontwikkelingshulp.
Velen ervaren dit als een reëel offer, maar wij vertrouwen op de bereidheid dit
offer te brengen omdat de hulp vooral wordt gericht op de armste landen en
bevolkinsgroepen in de wereld. Dit is het centrale thema van de beleidsnota over
de Nederlandse bilaterals hulp die U heden wordt toegezonden. Nederland blijft
zich, op weg naar een nieuwe internationale economische orde, inzetten voor
concrete onderhandelingen over de grondstoffenproblematiek en voor maatregelen
ter verlichting van de schuldenlast van de arme landen. Over de toekomstige
staatkundige en sociaal-economische structuur van de Nederlandse Antillen zullen
dit parlementaire jaar adviezen worden uitgebracht. Leden der Staten-Generaal,
Bij zijn optreden heeft het kabinet zijn beleid gesteld in het teken van
spreiding van inkomen, kennis en macht. Veel werd gerealiseerd, tot veel werd
een aanzet gegeven. Het economische getij is tegen. De regering ziet een nauwe
samenhang tussen de bereidheid de offers te brengen die nodig zijn om de
economische moeilijkheden te overwinnen, en de voortgang van de hervorming van
onze samenleving. Daarom hecht de regering aan een spoedige behandeling van de
wetsontwerpen, die beogen de verantwoordelijkheid voor het besturen van onze
economie te spreiden over alle betrokkenen. Het gaat om het perspectief van een
samenleving, waarin gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt aanvaard op
grondslag van gemeenschappelijke zeggenschap. Veel arbeid, inspanning en visie
zal worden gevraagd om dat doel te bereiken. Met het uitspreken van de hoop dat
wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de
Staten-Generaal geopend.
1975
(Troonrede 16 september 1975)
Leden der Staten-Generaal, De werkloosheid is in vele landen van de westerse
wereld gestegen tot een peil dat niet meer mogelijk was geacht. Een inzinking
van tijdelijke aard gaat gepaard met verschijnselen die wijzen op een meer
duurzame verstoring van het economische evenwicht. Hoewel voor het komende jaar
enige opleving van de economie wordt verwacht, moet daarbij toch gerekend worden
met een blijvend tragere groei en het nog voortduren van omvangrijke
werkloosheid. Diepgaand internationaal beraad is nodig om te komen tot een
gezamenlijk antwoord op deze ontwikkeling die voor arme en rijke landen
ingrijpende gevolgen heeft. In het overeen te komen beleid zullen nieuwe
inzichten tot uitdrukking moeten komen over het verband tussen groei en
werkgelegenheid en over de ondeelbaarheid van de wereldeconomie. Voor het eerst
in de na-oorlogse periode zijn, met de wereldhandel, de Nederlandse uitvoer en
produktie gedaald. Reeds in een vroeg stadium van de economische inzinking heeft
de regering gepoogd om met stimuleringsprogramma’s de toeneming van de
werkloosheid tegen te gaan. Zij heeft daarmee de bestedingen voor nog verder
inzakken behoed en op velerlei wijze hulp geboden aan het bedrijfsleven. Deze
maatregelen hebben evenwel niet de vermindering van de vraag uit het buitenland
kunnen goedmaken. Het feit, dat een zo groot aantal van ons thans werkloos is,
gebiedt ons vele wensen ondergeschikt te maken aan hun toekomst. Het verplicht
tot solidariteit in de verdeling van inkomen en werk. De mogelijkheid wordt
nader verkend van een betere verdeling van de werkgelegenheid over de
beroepsbevolking. De beleidsvoorstellen die de regering U heden voorlegt zijn in
velerlei opzicht gericht op een duurzame verbetering van onze economie en
daarmee op het veilig stellen van de basis van onze collectieve voorzieningen.
Een van de voorwaarden voor het behouden en scheppen van arbeidsplaatsen is een
matiging van de stijging van arbeidskosten. Om dit mogelijk te maken en in het
zich van een langzamere economische groei, zal de stijging van de
overheidsuitgaven en van de uitgaven voor de sociale voorzieningen minder moeten
zijn dan de toeneming, waarvan eerder is uitgegaan. De regering blijft ernaar
streven lacunes in ons stelsel van sociale zekerheid geleidelijk op te heffen.
Zij onderzoekt welke maatregelen kunnen leiden tot beperking van de
kostenstijging op het terrein van de sociale voorzieningen in brede zin, mede
gezien de sterke toeneming van het aantal nietactieven in onze maatschappij. De
regering wil de inkomensverschillen verder verkleinen. Nu er weinig te verdelen
valt, is het des te meer noodzakelijk dit weinige rechtvaardig te verdelen. Door
deze overtuiging heeft de regering zich laten leiden bij de keus van de
prioriteiten in het uitgavenbeleid en bij de verdeling van de lasten. Zij meent
dat hetzelfde uitgangspunt ook tot uitdrukking dient te komen in het geheel van
de inkomensvorming in 1976. Rond de jaarwisseling zal U een wetsontwerp bereiken
om werknemers te doen delen in de vermogensaanwas van ondernemingen. Een
voorontwerp van wet op de inkomensvorming zal worden gepubliceerd. Nieuwe
wettelijke maatregelen zijn in voorbereiding ter versterking van de positie van
de consurnent. Terwille van de noodzakelijke versterking van onze economie is de
stijging van de belastingdruk zo beperkt mogelijk gehouden. De regering is zich
bewust van de problemen verbonden aan de financiering van het wederom toenemende
begrotingstekort. Zij onderkent daarvan de risico’s, doch meent dat deze onder
de huidige omstandigheden als onvermijdelijk moeten worden aanvaard. Een
belangrijk deel van de maatregelen is erop gericht vermindering van de stijging
van prijzen en inkomens mogelijk te maken. Het rijk zal in 1976 opnieuw een
groot bedrag aan sociale lasten overnemen. De voor 1976 noodzakelijke verhoging
van het 16%-tarief van de omzetbelasting zal pas op 1 juli ingaan. De per 1
april van dit jaar ingevoerde tijdelijke maatregelen in de sfeer van de loon– en
inkomstenbelasting en de vervroegde afschrijving worden tot eind 1976
gehandhaafd. De regering zal extra middelen ter beschikking stellen ter
verbetering van de onderlinge aanpassing van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt
en ter verhoging van de kwaliteit van het werk. Naast verdere maatregelen ter
opvoering van de bouwactiviteit worden nieuwe initiatieven genomen tot steun aan
sectoren en bedrijven. De regering wil bevorderen dat bepaalde ondernemingen
gegarandeerde leningen kunnen sluiten om bun krappe financieringscapaciteit te
verruimen. De omvangrijke werkloosheid stelt de overheid voor grote financiële
lasten, terwijl daartegenover de ruimte voor vergroting van overheidsuitgaven in
de komende jaren beperkt zal zijn. Daarom zijn niet alleen de meerjarenafspraken
herzien maar wordt U tevens voorgesteld enkele belastingen te verhogen. De
motorrijtuigenbelasting wordt verhoogd, vooral voor grotere auto’s. De accijnzen
op alcohol, wijnen en enige tabakswaren en de assurantiebelasting worden
verzwaard. In de loon– en inkomstenbelasting wordt een correctie voor de
geldontwaarding voor 8o% toegepast, met een extra beperking voor de hogere
inkomens. Deze aanpassing is vooral van belang voor de lagere– en
middeninkomens. De tariefpercentages zullen met één punt stijgen met
uitzondering van het laagste tarief. De aftrek van reiskosten in het
woonwerkverkeer voor werknemers wordt verruimd. De belastingheffing op
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan gehuwde vrouwen wordt verzacht. De
regering wil een eind maken aan de situatie dat bejaarden met geringe
aanvullende inkomsten netto minder ontvangen dan bejaarden die uitsluitend
AOW-pensioen genieten. Mede gelet op de moeilijke inkomenspositie van vele
ondernemers in het midden– en kleinbedrijf en in de land– en tuinbouw bevat het
beleidsprogram voor 1976 een aantal bijzondere voorzieningen ten behoeve van
zelfstandigen. De fiscale reserveringsmogelijkheden voor de oude dag worden
belangrijk verbeterd. Een groot deel van het bedrijfsvermogen wordt van
vermogensbelasting vrijgesteld. De belasting van inkomsten van de in het bedrijf
meewerkende vrouw wordt verlicht. De vrijstelling van premiebetaling voor de
volksverzekeringen wordt per 1 januari 1976 verruimd, hetgeen kleinere
zelfstandigen ten goede zal komen. Over het U heden gepresenteerde samenstel van
beleidsvoornemens wil het kabinet ook in overleg treden met het georganiseerde
bedrijfsleven.Nog dit jaar zal een langere-termijnraming van de behoefte aan
bouwwerken gereedkomen; mede op basis daarvan wil de regering in 1976 komen tot
een meerjarenprogrammering van de bouwproduktie. In de woningbouw wordt voor
1976 gestreefd naar handhaving van het niveau van het aantal in 1975 in aanbouw
te nemen woningen, waarbij voor de bouw van wooneenheden voor één of twee
personen meer plaats wordt ingeruimd. De uitvoering van het huur– en
subsidiebeleid zal worden voortgezet door invoering van een regeling voor
beschermd eigen-woningbezit ten dienste van de lagere inkomensgroepen. Een begin
wordt gemaakt met uiteenlopende huurverhogingen voor woningen van verschillende
kwaliteit. Mede met het oog daarop is een omvangrijke reorganisatie en
uitbreiding van de huuradviescommissies in gang gezet. In de loop van 1976 zal
het aangekondigde ontwerp van de huurprijzenwet woonruimte worden ingediend. U
kunt een wetsontwerp tegemoet zien dat ertoe strekt het fonds snelle
kweekreactor een langere looptijd en geleidelijk een andere bestemming te geven
ter financiering van het nieuwe energiebeleid. In een binnenkort uit te brengen
nota zal het kabinet zijn visie geven op de ontwikkeling en versterking van de
economische structuur van ons land. Het gaat daarbij niet alleen om de
versteviging van die structuur maar ook om de verdere vermaatschappelijking
daarvan. Daarom zullen in deze nota belangrijke vraagstukken op het gebied van
de economische orde en met name de vraag naar de gewenste omvang en richting van
investeringen worden uitgewerkt. Een wetsontwerp betreffende de samenstelling en
bevoegdheden van ondernemingsraden zal U nog dit kalenderjaar bereiken. Voor de
veiligheid en gezondheid van werknemers en de verbetering van hun
werkomstandigheden komen nieuwe wettelijke maatregelen. Dezer dagen zal een
voorstel worden ingediend tot invoering van de gebruikswaarde als grondslag voor
de vergoeding bij onteigening. Gelijktijdig zal U worden voorgesteld een
voorkeursrecht voor gemeenten bij de verkoop van daartoe aangewezen onroerend
goed in te voeren. Toekenning van een voorkeursrecht aan andere
overheidslichamen kan elders worden geregeld, zoals in het aangekondigde
wetsontwerp stadsvernieuwing. Het wetsontwerp tot reorganisatie van het
binnenlands bestuur zal worden ingediend. Bij de voor te stellen herverdeling
van taken en bevoegdheden tussen provincies-nieuwe stijl en gemeenten gaat de
regering tevens uit van het streven naar verdere decentralisatie van rijkstaken
en van de erkenning dat rijk, provincie en gemeente staan voor de vervulling van
een gemeenschappelijke taak. Het welzijnsbeleid zal hoge prioriteit behouden
ondanks de beperkingen die de huidige economische situatie ons oplegt. De
bevolking moet betere mogelijkheden krijgen om deel te nemen aan
sociaal-culturele activiteiten. Speciale aandacht zal worden gegeven aan hen die
buiten het arbeidsproces kwamen te staan en aan hen die anderszins in moeilijke
omstandigheden verkeren. De opening van bureaus voor rechtshulp en de
experimenten op het gebied van de sociale advocatuur zijn erop gericht om voor
mensen in maatschappelijk kwetsbare posities de rechtsbijstand te
vergemakkelijken. Het voorstel tot instelling van pen ombudsman, die als
commissaris van onderzoek klachten over het optreden van de centrale overheid
behandelt, zal nu spoedig worden ingediend. Voor klachten over het optreden van
de onafhankelijke rechter wordt een afzonderlijke regeling in het wetsontwerp
opgenomen. Om de emancipatie van de vrouw ook na dit jaar te bevorderen, zal in
aansluiting op het wereldactieplan van de Verenigde Naties voor vrouwen een
vijfjarenplan worden voorbereid. Over gelijke kansen en behandeling in de arbeid
worden in brede kring adviezen ingewonnen. Een voorstel is in voorbereiding de
leeftijd van meerderjarigheid te verlagen tot 18 jaar en in verband daarmee, de
financiële verplichtingen van ouders jegens hun meerderjarige kinderen nader
vast te stellen. De vooral dit jaar toegenomen migratie uit Suriname stelt onze
samenleving voor ernstige problemen. De regering waardeert het dat zovelen
willen meewerken de noodzakelijke oplossingen te vinden voor opvang en
begeleiding, huisvesting en werkgelegenheid. De regering hoopt dat aan de hand
van de gepubliceerde nota over het onderwijsbestel een brede gedachtenwisseling
op gang zal komen over aard, taak en opzet van ons onderwijs in de toekomst. Een
voorontwerp van wet op het onderwijs voor 4 tot 12-jarigen wordt ter discussie
gesteld. Er komt een wetsontwerp ter verbetering van de aansluiting tussen het
hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. De vernieuwing van het
buitengewoon onderwijs voor gehandicapte kinderen zal grote aandacht krijgen.
Voor de eerste maal wordt U, tegelijk met de begroting, het wetenschapsbudget
aangeboden. De regering wil het wetenschappelijk potentieel in zijn huidige
omvang in stand houden maar belangrijke accentverschuivingen aanbrengen, opdat
het wetenschappelijk onderzoek zich beter kan richten op vraagstukken die
samenhangen met de beoogde selectieve groei. De wil tot behoud en herstel van
onze steden krijgt gestalte in de komende Verstedelijkingsnota, het spoedig in
te dienen wetsontwerp op de stadsvernieuwing en het in werking treden van een
subsidieregeling voor de voorbereiding en uitvoering van een
stadsvernieuwingsplan. De regering blijft zich ook verder inspannen om de
gemeenten de nodige financidle armslag te geven voor de vervulling van hun vele
taken. De verhoging van de diverse uitkeringen zal naar verhouding vooral ten
goede komen aan gemeenten met bijzondere problemen. Het beleid is gericht op
beteugeling van de groei van het autoverkeer en bevordering van het openbaar
vervoer, vooral in stedelijke gebieden. Een meerjarenplan voor het
personenvervoer wordt U binnenkort voorgelegd. Het gebruik van de fiets en de
veiligheid van de voetganger krijgen daarin een belangrijke plaats. De in 1973
begonnen daling van het aantal dodelijke ongelukken in het verkeer heeft zich in
1974 en ook dit jaar gelukkig voortgezet. Een nationaal beleidsplan om een
verdere vermindering van het aantal slachtoffers te bereiken zal U binnenkort
worden aangeboden. De werkzaamheid voor het behoud van onvervangbare
natuurgebieden en waardevolle cultuurlandschappen wordt versterkt. Dit
parlementaire jaar zal de regering haar plannen voor het Waddengebied
bekendmaken. In het belang van het milieu alsook ter besparing van grondstoffen
en energie worden beleidsmaatregelen voorbereid om het ontstaan van afvalstoffen
te beperken en elementen daarvan opnieuw te gebruiken. Een wetsontwerp
geluidhinder wordt spoedig ingediend. In aansluiting op de nota over de
structuur van de gezondheidszorg zal een zestal wetsontwerpen worden ingediend,
waaronder die tot regeling van de gezondheidsvoorzieningen en van een
volksverzekering tegen ziektekosten. De ondertekening van de slotakte van de
conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa kan een belangrijke stap
betekenen op de weg naar ontspanning en samenwerking tussen Oost en West.
Voorwaarde daartoe is de bereidheid om het overeengekomene ook in daden om te
zetten. Te betreuren is dat op het punt van de veiligheid weinig concrete
afspraken tot stand zijn gekomen. Des te meer is het van belang dat de impasse
in de Weense conferentie over wederzijdse en evenwichtige vermindering van
strijdkrachten spoedig wordt doorbroken. Met het oog hierop acht de regering het
van belang dat ook tactische nucleaire wapens in het onderhandelingspakket
worden opgenomen. De in de Defensienota 1974 vervatte plannen op langere termijn
zullen worden bijgesteld. Om financiële redenen zijn ook voor 1976 reeds enkele
ingrepen in de bestaande plannen noodzakelijk. Daarover wordt overleg gepleegd
met de Atlantische bondgenoten. Bij het overleg over de totstandkoming van een
Europese Unie zal de regering zich inspannen om het integratieproces nieuwe
impulsen te geven. De noodzaak van een democratischer en doelmatiger
besluitvorming staat daarbij voorop. Daarom ook hecht de regering grote
betekenis aan de afspraak om in 1978 te komen tot rechtstreekse verkiezingen
voor het Europees Parlement. De gevolgen van de economische crisis treffen de
armste landen het hardst. Des te groter is de betekenis geworden van het door
Nederland gesteunde plan van de Verenigde Naties voor een nieuwe economische
wereldorde. De voorbereiding van de conferentie van producenten– en
consumentenlanden wordt spoedig hervat. De regering acht het van wezenlijk
belang dat niet alleen energie– maar ook grondstoffen– en ontwikkelingsproblemen
in deze dialoog worden betrokken. De Nederlandse hulpverlening aan
ontwikkelingslanden zal in 1976 verder worden verhoogd en het niveau bereiken
van 1 1/2 % van het nationale inkomen. De hoofddoelstelling van de
ontwikkelingssamenwerking is onverminderd dat zij ten goede moet komen aan de
armste landen en bevolkingsgroepen. Naar verwachting zal Suriname spoedig
volledig onafhankelijk worden. De regering hoopt dat de nieuwe staat, gegrond op
een bestel waarin de fundamentele rechten en vrijheden zijn verankerd, zich
voorspoedig zal ontwikkelen. Door te sluiten verdragen zal een bijzondere band
met het Koninkrijk blijven bestaan. Het Statuut voor het Koninkrijk blijft voor
Nederland en de Nederlandse Antillen van kracht. Leden van de Staten-Generaal,
Wetsontwerpen hebben U bereikt en nieuwe zijn U heden aangekondigd, waaraan de
regering grote betekenis hecht. Geringere economische mogelijkheden zullen
leiden tot minder materiële vooruitgang. Des te meer komt het nu aan op de
verwezenlijking van een ontwikkeling naar meer gelijkwaardigheid en zichtbare
solidariteit van de sterken met de zwakken. In goed overleg zullen beslissingen
moeten worden genomen, waarvan vele met ver reikende gevolgen. Met het
uitspreken van de hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik
deze zitting van de Staten-Generaal geopend.
1974
(Troonrede 17 september 1974)
Leden der Staten-Generaal, Ons land is opgeschrikt door een daad van terreur,
waarbij het leven van onschuldigen wordt bedreigd. Het optreden van de regering
is voor alles gericht op de ongedeerde vrijlating van de gegijzelden. Ons volk
hoopt en bidt dat dit mag gelukken. Het conflict in het Midden-Oosten en de
strijd om Cyprus hebben opnieuw bewezen hoezeer het behoud van de vrede en de
opbouw van de internationale rechtsorde een niet aflatende inspanning vergt.
Verheugend en bevrijdend is het dat in Portugal en Griekenland regeringen aan
het bewind zijn gekomen die de democratie willen herstellen. De
onafhankelijkheid van de Portugese gebieden in Afrika is binnen bereik gekomen.
Dekolonisatie en democratisering moeten gepaard gaan met versterking van de
banden van beide landen met de Europese Gemeenschap. Hoezeer winst voor de
democratie in Europa en de ontwikkeling in Afrika nieuwe perspectieven openen,
er is nog een moeilijke weg te gaan. Dat geldt ook voor het overwinnen van de
onaanvaardbare tegenstelling tussen arme en rijke landen. Ook in dat licht wil
de regering het gezag en de doeltreffendheid van de Verenigde Naties helpen
versterken. De Nederlandse hulpverlening zal in het komende jaar met bijna een
derde worden verhoogd. In het vierjarenplan dat U heden ontvangt is de
doelstelling verwezenlijkt dat de ontwikkelingshulp met ingang van 1976 1 1/2 %
van het nationale inkomen zal bedragen. De keuze van landen waaraan Nederland
rechtstreeks ontwikkelingshulp verleent zal meer dan voorheen worden bepaald
door de mate van armoede, de behoefte aan bijstand en door het aldaar gevoerde
beleid. De mogelijkheden voor onmiddellijke hulpverlening bij hongersnoden en
overstromingen worden verruimd. Nederland zal bijdragen aan structurele
maatregelen ter bestrijding van de toenemende voedselschaarste. De scherp
gestegen prijzen van grondstoffen en energie hebben in de wereld het gevaar
opgeroepen van economische teruggang en grote werkloosheid. Internationale
samenwerking gericht op behoud van werkgelegenheid is thans geboden. In ons land
heeft de ongekende invoerprijsstijging het voorgenomen beleid tot vermindering
van inflatie en werkloosheid doorkruist. Al heeft Nederland de energiecrisis
naar verhouding goed doorstaan, de uitvoering van het wetgevend program van het
kabinet is er wel door vertraagd. Met de plannen die de regering nu ontvouwt
beoogt zij de binnenlandse bestedingen te vergroten, de werkloosheid terug te
dringen en de uitvoering van haar program vaart te geven. De rijksbegroting is
voor het eerst geplaatst in het perspectief van beleidsafspraken voor een
vierjarige periode. De principiële uitgangspunten van het kabinet komen tot
uitdrukking in een sterke verhoging van de uitgaven voor welzijn en onderwijs,
ontwikkelingshulp en sociale voorzieningen, subsidies voor volkshuisvesting,
openbaar vervoer en stadsvernieuwing. De ontwikkeling naar een samenleving met
minder ongelijkheid, zoals dit kabinet die voor ogen heeft, krijgt hierin
gestalte. De begroting 1975 doet de uitgaven van rijk en gemeenten aanzienlijk
stijgen en schept ruimte voor een toeneming van het vrij besteedbaar inkomen. Om
deze inkomensverbetering te verwezenlijken zonder de inflatie aan te wakkeren,
is gekozen voor een verlichting van lasten in de sfeer van belastingen en
sociale premies. De regering acht deze verlichting temeer gewenst nu de
aardgasprijzen uit een oogpunt van een verantwoord energiebeleid moeten worden
verhoogd. De overheidsbijdrage aan het Ouderdomsfonds wordt met ruim f 500 mln.
extra vergroot, waardoor premiestijging bij de AOW zal verminderen.Een verlaging
van de loon– en inkomstenbelasting wordt voorgesteld waarvan de lagere inkomens
naar verhouding het meest zullen profiteren. De inflatiecorrectie bij de loon–
en inkomstenbelasting zal voor 8o% worden toegepast. In afwachting van de
komende beslissing over de invoering van een vermogenswinstbelasting zal het dit
jaar verhoogde tarief in de vermogensbelasting voor 1975 worden gehandhaafd. De
regering vertrouwt erop ook na het vervallen van de machtigingswet te kunnen
rekenen op de medewerking van de sociale partners. Zij wil met hen de komende
maanden intensief overleg plegen. Daarbij wenst zij ook de problemen te
betrekken die voortvloeien uit sterk uiteenlopende rendementen en onevenredige
winsten in ondernemingen. Zij wil een strak prijsbeleid handhaven. Zij hecht
grote waarde aan de totstandkoming van een centraal akkoord over het
arbeidsvoorwaardenbeleid in 1975, zowel ter beteugeling van de inflatie als voor
de voortzetting van een inkomensbeleid dat in beginsel alle inkomensgroepen
omvat. Op mogelijkheden en grenzen van een verdere verkleining van de
inkomensverschillen zal nader worden ingegaan in de eind van dit jaar uit te
brengen interimnota. De regering acht het behoud van een gezond en breed
gespreid midden– en kleinbedrijf, ook in de landbouw, maatschappelijk van grote
betekenis. Op de scherpe inkomensdaling in de landbouw heeft zij gereageerd met
een aantal maatregelen, die door verdergaande regelingen in Europees verband
zullen moeten worden gevolgd. Overigens wil de regering de positie verbeteren
van de zelfstandigen in het algemeen. Van de aangekondigde fiscale en sociale
maatregelen zullen ook zij voordeel hebben. De regering wil daarenboven een deel
van het bedrijfsvermogen vrijstellen van vermogensbelasting en de mogelijkheid
tot reservering ten behoeve van de oudedagsvoorziening verder verbeteren. Nog
dit kalenderjaar zal zij een wetsontwerp indienen voor een volksverzekering
tegen arbeidsongeschiktheid. Aan de Sociaal-Economische Raad zal zij advies
vragen over de wens te komen tot een werkloosheidsvoorziening voor zelfstandigen
die hun beroep of bedrijf hebben moeten beëindigen. De werkloosheid treft velen
hard. De bestrijding ervan staat in het regeringsbeleid centraal. De in de
begroting voorziene verhoging van de overheidsuitgaven zal aan rond 45.000
mensen werk kunnen geven, mede door een aantal verbeteringen in de financiële
situatie van de gemeenten. De U dezer dagen aan te bieden interimnota over de
werkloosheid bevat een nieuw program voor aanvullende werkgelegenheid en
maatregelen gericht op het beter doen functioneren van de arbeidsmarkt. Speciale
maatregelen worden genomen ter vergroting van werkgelegenheid in de bouw. Voor
dit samenstel van maatregelen is een bedrag van f 6oo mln. beschikbaar.
Knelpunten van procedurele aard die de voortgang van overheids– en particuliere
investeringen belemmeren, zullen worden weggenomen. Nog voor het einde van dit
jaar komt de regering met voorstellen voor een meer fundamentele aanpak van de
zo hardnekkige structurele werkloosheid. Het industriebeleid gericht op
herstructurering van bedrijfstakken zal worden versterkt en aan het regionale
beleid zullen extra stimulansen worden gegeven. Voorgesteld wordt de wet
selectieve investeringsregeling, zij het in gewijzigde vorm, op 1 januari
aanstaande in te voeren. In de spoedig aan te bieden energienota stelt het
kabinet een integraal beleid voor om te komen tot een vertraging van de groei
van het verbruik en een vergroting van de zekerheid van de energievoorziening.
Binnenkort zal U een ontwerp van wet bereiken dat de mogelijkheid biedt regelen
te stellen met betrekking tot prijzen voor aardgas, zowel voor afzet in
Nederland als voor export. Het aandeel van de overheid in de opbrengsten van het
aardgas wordt aanzienlijk vergroot. In deze tijd van toenemend geweld vraagt de
bescherming van persoon en goed bijzondere zorg. Het onderzoek naar de oorzaken
van de verruwing zal worden verdiept. De regering zal, voorzover dit in haar
vermogen ligt, verandering brengen in de maatschappelijke factoren die agressief
gedrag in de hand kunnen werken. Op korte termijn zal de politie belangrijk
worden uitgebreid en beter voor haar taak toegerust. De resultaten van de
invoering van maximumsnelheden duiden erop dat het aantal dodelijke ongevallen
in het verkeer aanzienlijk kan worden verkleind. Een nationaal beleidsplan voor
de verkeersveiligheid zal U worden aangeboden. Op de weg naar spreiding van
macht en meer actieve deelneming aan het bestuur wil de regering in het komende
jaar concrete resultaten bereiken. Er moet meer bescherming komen tegen
onredelijk handelen van overheid, instellingen en ondernemingen, en meer inzicht
in de wijze waarop zij tot hun besluiten komen. Daarom zullen U spoedig
wetsontwerpen bereiken over de openheid en openbaarheid van bestuur, de
instelling van een ombudsman en een beroepsrecht van de ondernemingsraad tegen
bepaalde besluiten van de ondernemer. Voor het eerst zijn gelden uitgetrokken
voor subsidiëring van vormingsactiviteiten van politieke partijen. De wettelijke
bescherming van de consument wordt verbeterd; een wetsontwerp tegen misleidende
reclame zal in 1975 worden ingediend. De regering onderzoekt hoe aan
gesubsidieerde instellingen een democratische bestuursvorm kan worden gegeven.
Zij heeft bij de Sociaal-Economische Raad aangedrongen op spoed met het
gevraagde advies over taak, samenstelling en bevoegdheden van de
ondernemingsraad. Zij blijft ernaar streven nog in 1975 tot nieuwe regelingen op
dit gebied te komen. De regering ziet verwezenlijking van een gelijkwaardige
positie van de vrouw op alle terreinen van onze samenleving als een dringende
zaak, niet alleen van wetgeving maar evenzeer van actie en overtuigen. Daartoe
zal zij een Nationale Adviescommissie Emancipatie instellen. Zij zal een begin
maken met het geven van financiële steun aan kindercentra. De regering hoopt dat
de wet die gelijke beloning voor vrouwen afdwingbaar stelt, per 1 januari in
werking kan treden. Over de toekomstige ontwikkeling van het gehele onderwijs
zal de regering in het komendejaar haar visie bekendmaken. Het verplichte
schoolgeld voor het kleuteronderwijs wordt volgend schooljaar afgeschaft. Voor
het buitengewoon onderwijs, het onderwijs aan kinderen van buitenlandse
werknemers en aan kinderen die door maatschappelijke omstandigheden in hun
ontwikkeling worden belemmerd, zullen extra middelen ter beschikking komen.
Volgend jaar wordt de tweede dag leerplicht voor 16-jarigen ingevoerd. U kunt de
opzet tegemoetzien van één stelsel voor hoger onderwijs en een wetsontwerp voor
de oprichting van een instelling van hoger onderwijs te Maastricht. De nota over
de organisatie van het wetenschappelijk onderzoek zal het kabinet U nog dit
kalenderjaar doen toekomen. Op het gebied van pers, radio en televisie streeft
de regering naar het veiligstellen van een veelzijdige meningsuiting en het
dienstbaar maken van de media aan permanente vorming. Hierover zult U een nota
ontvangen. In haar welzijnsbeleid laat de regering zich leiden door de gedachte
dat aan die groepen van de bevolking die minder ontwikkelingskansen hebben,
voorrang moet worden verleend. De bescherming van onvervangbare natuurgebieden
blijft een hoge prioriteit behouden, zoals tot uiting is gekomen in de
behandeling van de Dollard– en Oosterschelde-problematiek. De milieuwetgeving
wordt aangepast en uitgebreid, en de ontwikkeling van schone produktieprocessen
bevorderd. In de loop van het begrotingsjaar zullen U ontwerpen bereiken voor
een Grondwaterwet, een Wet bodembescherming en een Wet afvalstoffen. Een eerste
indicatief meerjarenprogramma voor de bestrijding van de vervuiling van het
oppervlaktewater kunt U omstreeks de jaarwisseling tegemoetzien. Een dergelijk
programmer ten aanzien van de luchtverontreiniging is in voorbereiding, evenals
het tweede deel van een programmer van maatregelen ter sanering van het
Rijnmondgebied. Een ontwerp van wet inzake geluidshinder zal in 1975
gereedkomen. Dezer dagen ontvangt U een wetsontwerp tot wijziging van de
Luchtvaartwet dat voorziet in de vaststelling van geluidszones rondom
vliegvelden. In het afgelopen jaar bleek het mogelijk de groei van de kosten
voor de gezondheidszorg belangrijk te beperken. Het ligt in het voornemen de
overcapaciteit aan ziekenhuisbedden te verminderen. In aansluiting op de nota
huur– en subsidiebeleid zal de regering maatregelen voorstellen om de
achterstand in huisvesting van jongeren en alleenstaanden weg te werken. Een
structuurschema over de wenselijke ontwikkeling op lange termijn van verkeer en
vervoer zal verschijnen in samenhang met het tweede deel van de Derde Nota
Ruimtelijke Ordening. Daarin wordt het beleid uitgestippeld ten aanzien van
spreiding en mobiliteit van de bevolking, de ontwikkeling van groeikernen en de
instandhouding en versterking van de steden. In 1975 zal volgens plan de bouw
beginnen van de eerste woningen in de nieuwe stad Almere. Een wetsontwerp tot
toekenning van een voorkeursrecht aan gemeenten bij verkoop van onroerend goed
kunt u dit zittingsjaar tegemoet zien. Tegelijk en in samenhang met het komende
wetsontwerp op de stadsvernieuwing zal worden voorgesteld onteigening tegen
gebruikswaarde mogelijk te maken. Met de in de Defensienota voorgestelde planner
meent de regering de basis te hebben gelegd voor een kwalitatief goede
krijgsmacht die in staat is haar bondgenootschappelijke verplichtingen in
Noord-Atlantisch verband te vervullen. De regering zet zich in om het spoedig
welslagen te bevorderen van de besprekingen over wederzijdse beperking van de
strijdkrachten in Centraal Europa en om te bereiken dat de conferentie inzake
veiligheid en samenwerking in Europa alsnog een wezenlijke bijdrage tot
ontspanning zal kunnen leveren. Een verbod van alle kernproeven acht zij een
noodzakelijke bijdrage voor het beteugelen van de nucleaire bewapeningswedloop.
Het veelal teleurstellend functioneren van de Europese Gemeenschap mag niet doen
vergeten, dat zij een onmisbare plaats inneemt ter verzekering van welzijn en
welvaart. Naast versterking blijft fundamentele democratisering van de
Gemeenschap geboden. In het komende parlementaire jaar zullen in
Koninkrijksverband belangrijke beslissingen moeten worden voorbereid ter
verwezenlijking van de onafhankelijkheid van Suriname uiterlijk eind 1975. De
regering is bereid alle medewerking te verlenen aan de planmatige voorbereiding
van de onafhankelijkheid die de regering van de Nederlandse Antillen zich ten
doel heeft gesteld. De sterk toegenomen migratie uit Suriname schept ernstige
problemen voor opvang, huisvesting en werkgelegenheid. Er worden maatregelen
genomen om deze problemen het hoofd te bieden. Op korte termijn zal met de
Surinaamse regering over een samenstel van voorzieningen overleg worden gevoerd.
Leden van de Staten-Generaal, Veel hervormingen die het kabinet bij zijn
optreden in het vooruitzicht heeft gesteld, zullen dit zittingsjaar door U
gewogen moeten worden aan de hand van wetsontwerpen en beleidsnota’s. Veel
arbeid en toewijding zal van ons allen worden gevergd. Met het uitspreken van de
hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de
Staten-Generaal geopend.
1973
(Troonrede 18 september 1973)
Leden der Staten-Generaal, Gaarne maak ik gebruik van de mogelijkheid om ook
hier mijn dankbaarheid uit te spreken voor de warme genegenheid die ik uit alle
delen van het Koninkrijk heb mogen ondervinden bij de viering van mijn zilveren
jubileum. Veel van de verworvenheden van de afgelopen 25 jaar is thans onderwerp
van discussie en herbezinning. Onze voorspoed kan niet verhullen dat in onze
maatschappij gevoelens van verontrusting, bedreiging en vervreemding toenemen.
De aandacht richt zich op wat in de ontwikkeling achterbleef: het inhoud geven
aan de gelijkwaardigheid van alle leden van de samenleving, het vergroten van de
mogelijkheid om eigen verantwoordelijkheid te dragen en het zorgvuldig beheren
van de natuur en haar hulpbronnen. Nog onlangs, bij zijn optreden, heeft het
nieuwe kabinet de uitgangspunten en doelstellingen van zijn beleid voor U
uiteengezet. Thans valt de nadruk op de maatregelen waarmede het deze doeleinden
wil bereiken. De begroting geeft een eerste aanzet tot de door het kabinet
gewenste structurele veranderingen in onze maatschappij. In het uitgavenbeleid
zijn andere prioriteiten gesteld en is ruimte gemaakt voor nieuwe activiteiten.
In het dekkingsplan komt de beoogde verkleining van inkomensverschillen tot
uitdrukking. De uitgaven voor welzijnsvoorzieningen worden meer dan evenredig
verhoogd. De uitkeringsnorm van de Algemene Bijstandswet zal met ingang van 1
juli 1974 worden gebracht op het netto-bedrag van het dan geldende wettelijk
minimumloon. Met de geleidelijke herziening van het jeugdbeschermingsrecht wordt
een begin gemaakt. Een wetsontwerp tot herziening van het strafstelsel staat op
stapel. Daarmee wordt beoogd de toepassing van vrijheidsstraffen nog verder te
verminderen. Van de rechtspraak wordt verwacht dat zij zekerheid biedt, maar de
ontwikkelingen in de samenleving toch op creatieve wijze beantwoordt; dat zij
dicht bij de mensen staat maar toch haar onafhankelijkheid bewaart. Deze taak
wordt steeds zwaarder. Een algehele herziening van de rechterlijke organisatie
zal door een binnenkort in te stellen staatscommissie worden voorbereid. Een
beleid gericht op welzijn en op een actieve deelneming aan het maatschappelijk
leven vereist vernieuwing van onze onderwijsvoorzieningen. Een plan daartoe zal
U nog dit najaar worden voorgelegd. Binnenkort zal een aantal scholen worden
uitgenodigd om proeven te nemen met een nieuwe basisschool en met een
middenschool. Op 1 augustus 1974 wordt de leerplicht voor werkende jongeren
uitgebreid met een tweede dag voor 15jarigen; de leerlingenschaal bij het
kleuteronderwijs wordt verlaagd van 36 tot 34 en bij het lager onderwijs van 36
tot 33. De regering zal een spoedige behandeling van het wetsontwerp inzake de
herstructurering van het wetenschappelijk onderwijs bevorderen. Binnenkort zult
U voorstellen voor een nieuw stelsel van studiefinanciering ontvangen. Nog dit
najaar zullen betrokkenen gelegenheid krijgen zich uit te spreken over een
nieuwe opzet van het wetenschapsbeleid. Over de gewenste structuur van de
gezondheidszorg wil de regering overleg met U plegen aan de hand van een nota
ter voorbereiding van een wet gezondheidsvoorzieningen. Om deze voorzieningen
voor ieder in gelijke mate toegankelijk te maken worden voorbereidingen
getroffen voor de totstandkoming van een volksverzekering tegen ziektekosten.
Voor de taak die de regering zich stelt bij de woningbouw in de jaren 1974–1976,
heeft zij onlangs een programmer bekend gemaakt. Dit programma dat mede gericht
is op een evenwichtige ontwikkeling van de werkgelegenheid, legt sterk de nadruk
op het behoud van het karakter van de steden en op de verbetering van woningen
en woonomgeving in oude wijken. Wetsontwerpen tot invoering van de
gebruikswaarde als basis voor de waardebepaling bij onteigening en tot regeling
van een voorkeursrecht bij verkoop van onroerend goed zullen U dit zittingsjaar
bereiken. Het ontwerp van wet op de gewesten zal vervangen worden door een nieuw
ontwerp dat de verantwoordelijkheid voor de gewestvorming primair legt bij de
rijksoverheid. De aangekondigde oriënteringsnota over de hoofdlijnen van het
ruimtelijk beleid zal ook conclusies bevatten ten aanzien van de nieuwste
gegevens over de bevolkingsgroei. De regering beschouwt vermindering van de
behoefte aan verkeer en vervoer van personen en goederen mede als doeistelling
van dit beleid. Ter bevordering van de verkeersveiligheid zal op de
autosnelwegen een minimumsnelheid worden ingevoerd. Voor de andere wegen zullen
maximumsnelheden gaan gelden. De regering zal binnenkort een wetsontwerp
indienen dat de verplichting tot storting van een waarborgsom bij de aankoop van
een nieuwe auto regelt. De waarborgsom zal worden terugbetaald bij de inlevering
van de auto. Ter bestrijding van de milieuvervuiling zullen in 1974 nadere
wettelijke maatregelen worden voorgesteld. In bijzondere gevallen kunnen extra
bijdragen worden gegeven aan industrieën die zelf maatregelen tegen
luchtverontreiniging willen nemen. Onderzoek zal worden gestimuleerd naar
schonere produktieprocessen en naar de ontwikkeling van systemen voor het
opnieuw gebruiken van grond– en hulpstoffen. Inspraak en beroepsmogelijkheid bij
de vaststelling van milieuvoorschriften worden verbeterd. De regering onderzoekt
de mogelijkheden om energieverspilling tegen te gaan, onder meer door een andere
opbouw van de prijzen van energie en van de tarieven van de
motorrijtuigenbelasting. Zij ziet de invoering van de selectieve
investeringsregeling als een begin van de toetsing van investeringen op hun
betekenis voor de maatschappij als geheel. De regering beschouwt de strijd tegen
de werkloosheid en de inflatie als een van haar voornaamste taken. Hierbij wil
zij tevens de vermindering van ongelijkheid bevorderen. Met het bedrijfsleven
wordt overlegd welke bijdrage van die kant, in samenhang met het beleid van de
overheid, aan het terugdringen van de inflatie kan worden geleverd. Het
beleidsplan voor 1974 bevat daartoe tal van aanknopingspunten. Om voor het
anti-inflatiebeleid zo gunstig mogelijke voorwaarden te scheppen heeft de
regering besloten tot opwaardering van de gulden en afkondiging van een daarbij
aansluitende prijsmaatregel. Met het bedrijfsleven wordt dezer dagen overleg
gepleegd over verdere maatregelen om de met de revaluatie beoogde vermindering
van de prijsstijging, en ook prijsverlagingen, te bewerkstelligen. Om een
onevenredige inkomensderving in de landbouw als gevolg van de revaluatie te
voorkomen, zal een tijdelijke compensatie worden verstrekt in het kader van de
teruggave van de omzetbelasting. Ter bevordering van de werkgelegenheid zal de
investeringsaftrek voor bedrijfsgebouwen tijdelijk worden hersteld en zal een
nieuw werkgelegenheidsprogram in uitvoering worden genomen. Hierbij zullen tot
750 miljoen gulden verplichtingen worden aangegaan; tempo van uitvoering en
omvang worden aan de conjuncturele ontwikkeling aangepast. De hoogte van
inkomsten en uitgaven voor 1974 is afgestemd op het bereiken van het
noodzakelijke evenwicht tussen middelen en bestedingen. Mede in dit licht is een
bijstelling van het begrotingstekort verantwoord geacht. Bij de keuze van de
voor te stellen belastingmaatregelen zijn rechtstreeks prijsverhogende effecten
waar mogelijk vermeden. Zo blijft een verhoging van de BTW achterwege. Mede
gezien de ontwikkeling van de prijzen in het buitenland worden de accijnzen op
benzine en dieselolie verhoogd; ook een aanpassing van de aardgasprijzen bleek
noodzakelijk. Het tarief van de vermogensbelasting wordt op 8 promille gebracht
en 20 opcenten worden gelegd op de tarieven van de successierechten, met
uitzondering van verkrijging in de rechte lijn. De studie inzake de invoering
van een vermogenswinstbelasting zal naar verwachting midden 1974 zijn voltooid.
De inflatie-correctie bij de loon– en inkomstenbelasting wordt niet toegepast.
Om de verzwaring van de belastingdruk op lagere inkomens zo beperkt mogelijk te
houden worden de belastingvrije bedragen met 5 procent verhoogd. Er is naar
gestreefd dat per tariefgroep een ieder zoveel mogelijk voor een gelijk bedrag
daarvan profiteert. Voor bepaalde groepen belastingplichtigen, zoals
alleenstaanden met kinderen, worden knelpunten in de opbouw van het tarief
weggenomen. Het deel van de kosten van zakenauto’s dat aan het privé-gebruik
wordt toegerekend, wordt verhoogd. De regering heeft voorshands afgezien van een
vermindering van de aftrekbaarheid voor de inkomstenbelasting van de rente van
schulden, dit in afwachting van de resultaten van de studie die in de
regeringsverklaring is aangekondigd. Wel wordt de fiscale huurwaarde voor eigen
woningen verhoogd, behalve voor de goedkope woningen. De regering heeft een open
oog voor de problemen van de zelfstandige ondernemer in midden– en kleinbedrijf,
landbouw en visserij. Met ingang van 1 januari a.s. zal de mogelijkheid tot
vorming van een fiscale oudedagsreserve zodanig worden uitgebreid dat met name
de kleinere zelfstandigen daarvan kunnen profiteren. Voor de vrouw die in de
onderneming van haar man meewerkt, zal de belastingregeling gunstiger worden,
vooral wanneer de winst laag is. De regering zal wettelijke regelingen uitwerken
om de inkomsten uit commissariaten te beperken. Zij acht maatregelen gewenst om
de inkomensontwikkeling in de vrije beroepen te beïnvloeden. Zij wenst een
grotere openbaarheid van inkomens te bevorderen. De regering staat positief
tegenover pogingen in het bedrijfsleven om te komen tot loonsverhogingen die
tenminste voor de helft in voor elk gelijke bedragen worden uitgekeerd en die
voorts bijdragen tot verkleining van inkomensverschillen. Zij ziet daarin ook
een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het anti-inflatiebeleid. In een
nota die U in de loop van het komende jaar zal bereiken, wil de regering wegen
aangeven om te komen tot een samenhangend inkomensbeleid dat in beginsel alle
inkomensgroepen omvat. Aan de Sociaal Economische Raad zal advies worden
gevraagd over de structuur en de bevoegdheden van de ondernemingsraden, waarbij
ook het oordeel zal worden gevraagd over de mate van zeggenschap van de
ondernemingsraden bij fusies van ondernemingen. De regering zal zich, gelet op
de gebeurtenissen die zich onlangs bij de overname van ondernemingen hebben
voorgedaan, tot de SER wenden met het verzoek spoedig advies te mogen ontvangen
over voorafgaande inhoudelijke toetsing door de overheid van fusies, ter
voorbereiding van een wettelijke regeling terzake. Een wetsontwerp wordt
ingediend, waarin de tijdige melding van omvangrijke ontslagen verplicht wordt
gesteld. Aan de SER zal advies worden gevraagd over de wenselijkheid van nadere
voorzieningen ten behoeve van het bedrijvenwerk van werknemersorganisaties. De
regering heeft besloten tot bevordering van spoedige ratificatie van het
Europees Sociaal Handvest met inbegrip van de erkenning van het stakingsrecht,
ook voor ambtenaren. De regering zet zich in voor een meer op het welzijn van de
burgers gerichte Europese gemeenschap, die is toegerust met ruime bevoegdheden,
die een werkelijk democratische structuur heeft en een open beleid voert, in het
bijzonder gericht op de belangen van de derde wereld. Op de conferentie over
veiligheid en samenwerking in Europa en de komende onderhandelingen over
wederzijdse en evenwichtige vermindering van strijdkrachten in Centraal Europa
streeft de regering naar concrete afspraken over verruiming van contacten tussen
de volken van Europa en daadwerkelijke vermindering van de militaire
confrontatie. In een nota die U in de loop van de zitting zal worden aangeboden,
zal met name aandacht worden besteed aan het afremmen van de bewapeningswedloop
en het doeibewust verminderen van de rol van kernwapens. Een actieve dialoog
tussen de Verenigde Staten en Europa over bun toekomstige samenwerking acht de
regering noodzakelijk. Binnen de NAVO wil zij het overleg stimuleren over de
mogelijkheden van ontspanning tussen Oost en West en bevorderen dat overal in
het verdragsgebied de mensenrechten worden geëerbiedigd. Handhaving van alle
huidige taken van de Nederlandse krijgsmacht stuit in toenemende mate op
financidle moeilijkheden. De regering heeft binnen de NAVO het initiatief
genomen om cen betere taakverdeling tussen de lidstaten te bereiken. Voorstellen
over omvang en vorm van de Nederlandse defensie in de komende jaren zullen U
omstreeks de jaarwisseling in een defensienota worden voorgelegd. In 1974 wordt
een begin gemaakt met humanitaire en ontwikkelingssteun ten behoeve van de
bevolking van de koloniale gebieden in Afrika. Deze steun wordt verleend via de
bevrijdingsbewegingen, bij voorkeur door tussenkomst van internationale
organisaties. Het bedrag voor ontwikkelingssamenwerking is in de begroting die U
heden wordt aangeboden met 20% verhoogd. De doelstelling van de regering om in
1976 1 1/2 % van het nationale inkomen voor ontwikkelingssamenwerking te
bestemmen zal tot uitdrukking worden gebracht in een voortschrijdend
meerjarenplan dat U binnen enkele maanden zal bereiken. De regering verwacht in
het komende jaar, aan de hand van het advies van de Koninkrijkscommissie, met de
regeringen van Suriname en de Nederlandse Antillen in overleg te kunnen treden
over de wijze en het tijdstip waarop deze landen soevereiniteit zullen
verkrijgen. De ontwikkelingssteun aan deze landen is gericht op de bevordering
van economische, sociale en culturele zelfstandigheid. Leden van de
Staten-Generaal, De regering heeft voor ogen het omlaag schroeven van de
inflatie, het terugdringen van de werkloosheid, het verminderen van bestaande
ongelijkheid en achterstand. Om dat te bereiken zijn ingrijpende maatregelen
nodig. Zij stelt die maatregelen voor in de overtuiging, dat waar offers worden
gevraagd, ook bet uitzicht wordt geboden op een samenleving, waarin de mensen
zich meer thuis zullen kunnen voelen. De regering vertrouwt erop dat haar
voorstellen U aanleiding zullen geven tot levendige discussies, waarbij de
burgers zich betrokken weten. Een intensief overleg tussen regering en
Staten-Generaal zal veel van ons allen vergen. Met het uitspreken van de hoop
dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de
Staten-Generaal geopend.
1972
(Troonrede 19 september 1972)
Leden der Staten-Generaal, Ons land maakt een moeilijke tijd door. In
staatkundig opzicht belemmeren verdeeldheid en onzekerheid de vorming van
stabiele meerderheden. Onze nationale economie heeft te lijden van een
hardnekkige inflatie en een te grote werkloosheid. Om de sociaal-economische en
financiële problemen tot een oplossing te brengen heeft de regering zich in de
afgelopen maanden moeten beraden op ingrijpende maatregelen. Daarbij is het
gekomen tot een breuk in het kabinet, waaraan sindsdien de steun van een vaste
parlementaire meerderheid is ontvallen. Dit heeft het wenselijk gemaakt te
besluiten tot vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Door de wijziging
van de Kieswet zijn ongeveer een miljoen jonge mensen aan het kiezerscorps
toegevoegd. De regering hoopt dat zowel deze als alle andere kiesgerechtigden op
29 november metterdaad van hun recht gebruik zullen maken. Het besluit waarbij
de ontbinding van de Tweede Kamer wordt geregeld, zal dezer dagen in het
Staatsblad verschijnen. De heden door mij te openen zitting van de
Staten-Generaal kan dus slechts van beperkte duur zijn. Van U wordt gevraagd
mede te werken aan het tot stand komen van die beslissingen die geen uitstel
gedogen. De voortgaande inflatie en geldontwaarding hebben de werkgelegenheid en
de bestaanszekerheid van velen aangetast en de overheidshuishouding in ernstige
moeilijkheden gebracht. Om tot verbetering te komen is het noodzakelijk dat
matiging wordt bereikt van de huidige prijs– en inkomensstijgingen. Het uiterste
zal moeten worden gedaan om tijdig te komen tot een sociaal contract voor 1973.
Overeenkomstig de reeds eerder bekendgemaakte beleidslijn acht de regering het
noodzakelijk de reële groei van het nationals inkomen in 1973 vrijwel geheel te
reserveren voor de overheid en de sociale verzekering. Dit houdt dus in dat de
welvaartsgroei het komende jaar voor het overgrote deel wordt bestemd voor het
in stand houden en waar mogelijk uitbreiden van gemeenschapsvoorzieningen. Dit
zal geen aantasting behoeven te betekenen van de koopkracht in de individuele
sfeer. Het dieptepunt van de conjuncturele inzinking lijkt in 1972 te zijn
bereikt. Deze verwachting is gewettigd gezien de ontwikkeling van de
wereldhandel, de opleving van investeringen en de invloed van de
werkgelegenheidsprogramma’s. De volgende fiscale maatregelen worden voorgesteld:
een beperking van de inflatiecorrectie in de loon– en de inkomstenbelasting, een
verdere verhoging van deze belastingen en verhogingen van de
vennootschapsbelasting, de vermogensbelasting, de omzetbelasting en de
bijzondere verbruiksbelasting op personenauto’s. Deze maatregelen brengen geen
wijziging in de bestaande verhouding tussen directe en indirecte belastingen.
Van hen die rechtstreeks voordeel genieten van bepaalde voorzieningen, zullen
hogere bijdragen worden gevraagd. Bij haar beleid wil de regering de kwetsbare
groepen in onze samenleving zoveel mogelijk ontzien. Zij stelt voor de A.O.W.-
en A.W.W.-pensioenen per 1 januari 1973 met 4% extra teverhogen. Zij beraadt
zich over de mogelijkheid tezelfder tijd het minimumloon eveneens structureel te
verhogen. Voorts vormt de reeds voorgestelde wijziging van de belastingvrije
grens in de loon– en inkomstenbelasting een belangrijke verlichting voor de
laagste inkomens. De regering wenst tevens een begin te maken met verbetering
van de pensioenvoorziening voor werknemers. Door bevriezing van de kinderbijslag
voor het eerste kind komen hiervoor middelen vrij. Deze zullen voorshands worden
belegd in de bouw van extra woningen. Door verstrekking van subsidies wil de
regering de huren van deze woningen betaalbaar maken voor mensen met lagere
inkomens. Zij wil hetzelfde doen voor een gelijk aantal woningen uit het
bestaande programma. Er zal enige verschuiving van lasten moeten plaatsvinden
van de schatkist naar sociale verzekeringsfondsen. Over de programmering van de
sociale verzekering wordt U heden een nota aangeboden. Om een te grote stijgirig
van de premiedruk te vermijden acht de regering het nodig ook voor het tweede
kind de kinderbijslag niet verder te verhogen en in de ziekenfondsverzekering
een beperkt eigen risico in te voeren. Verbetering van de bestaansmogelijkheden
en versterking van de maatschappelijke positie van de zelfstandige ondernemers
in het midden– en kleinbedrijf, de landbouw en de visserij, acht de regering van
groot belang. Daartoe is het dringend gewenst dat de fiscale oudedagsreserve
voor zelfstandigen spoedig tot stand komt. Ter begeleiding van de huidige
structurele veranderingen in de agrarische sector zullen, in verband met
besluiten die door de EEG zijn genomen, op selectieve wijze rentesubsidies
worden toegepast. Het grote belang dat de regering toekent aan de
volkshuisvesting komt tot uitdrukking in het bouwprogramma voor 1973. Dit is
erop gericht dat omstreeks 134.000 woningen in aanbouw genomen kunnen worden.
Voor stadsvernieuwing is een nadere wettelijke regeling in voorbereiding. De
integratie van het verkeers– en vervoersbeleid wordt voortgezet. De budgettaire
situatie maakt het onvermijdelijk de rijksbijdrage aan het Rijkswegenfonds te
beperken. In verband hiermede stelt de regering voor de opcenten op de
motorrijtuigenbelasting verder te verhogen. De toenemende intensiteit van het
verkeer op de wegen dwingt tot verscherpte aandacht, zowel van de overheid als
van de weggebruikers. Voor het rijonderricht en de verplichte periodieke keuring
van motorrijtuigen worden wettelijke regelingen voorbereid. Er wordt een
aanvulling gemaakt op de Tweede nota over de ruimtelijke ordening in Nederland.
Heden wordt U een nota aangeboden over de openbaarheid bij de voorberciding van
het ruimtelijk beleid. Binnenkort volgt een nota over de Haagse agglomeratie en
de afremming daarin van de groei van de kantorensector. De regering zal U dezer
dagen de nota Noorden des Lands 1972 en de nota Herstructurering ZuidLimburg
1972 aanbieden. Ook zal zij bevorderen dat spoedig een wetsontwerp over de
invoering van een selectieve investeringsregeling zal worden ingediend. In
aansluiting op de U onlangs aangeboden Urgentienota milieuhygiëne worden verdere
wettelijke voorzieningen voorbereid met betrekking tot afvalstoffen,
bodemverontreiniging en geluidshinder. De bestrijding van de
waterverontreiniging zal worden versterkt. Voor het Rijnmondgebied wordt het
eerste gedeelte van het saneringsplan uitgewerkt. De regering wijst met
voldoening op het tot stand komen van de verdragen van Oslo en de eerste
milieuconferentie van de Verenigde Naties, te Stockholm. Zij stuurt aan op
verdere afspraken en overeenkomsten met de ons omringende landen. De
ontwikkelingen in de medische wetenschap en techniek maken het mogelijk voor de
volksgezondheid gebruik te maken van tal van nieuwe en veelal zeer kostbare
voorzieningen. Mede daarom moeten maatregelen worden genomen om de uitgaven
binnen verantwoorde perken te houden. Ook bij het onderwijs maken de hoge kosten
het stellen van prioriteiten voor de verdere ontwikkeling bijzonder
noodzakelijk. Deze afweging beoogt ruimte te scheppen voor een aantal zeer
urgente maatregelen zonder op andere punten wezenlijke belangen te schaden. Een
nota over het onderwijsbeleid wordt heden aan de Tweede Kamer aangeboden.Binnen
het kader van de onderwijskundige experimenten ten behoeve van de werkende
jongeren zullen initiatieven die gericht zijn op het ontwikkelen van programma’s
voor meer dan één dag per week, zoveel mogelijk worden gesteund. Voorts zal de
regering U een wetsontwerp voorleggen dat ten doel heeft door middel van
kinderbijslag een financiële tegemoetkoming te verlenen aan de ouders van
werkende jongeren die onder de partiële leerplicht vallen. Het beleid ten
aanzien van het wetenschappelijk onderwijs blijft gericht op structurele
hervormingen. Daarbij behoort ook een beter gecoördineerd beleid op het terrein
van het universitair onderzoek. De regering streeft naar een samenhangend
welzijnsbeleid. Zij heeft besloten tot de instelling van een bureau dat op
maatschappelijk en cultureel terrein zal moeten bijdragen tot een gecoördineerd
beleid dat ook op lange termijn verantwoord is. De zorg voor de buitenlandse
werknemers en andere minderheidsgroepen in onze samenleving zal worden
uitgebreid. De regering zal er het hare toe bijdragen dat verdraagzaamheid en
gastvrijheid als deugden van ons volk te boek blijven staan. Zij streeft naar
verdere verbetering van de rechtsbescherming. Dezer dagen kunt U een nota van
wijzigingen verwachten op het aanhangige wetsontwerp tot nadere regeling van de
voorlopige hechtenis. Daarbij wordt mede voorzien in een wettelijke grondslag
voor de rechtsbijstand aan verdachten die in verzekerde bewaring zijn gesteld.
De studie door de Koninkrijkscommissie omtrent de staatkundige verhoudingen met
Suriname en met de Nederlandse Antillen vindt goede voortgang. Nederland zal aan
deze landen in ruime mate financiële en personele steun blijven geven voor bun
economische en sociale ontwikkeling. Voor de ontwikkelingssamenwerking heeft de
regering ondanks de financiële moeilijkheden haar voornemens gehandhaafd. Zij
blijft haar beleid richten op de verwezenlijking van de doelstellingen van het
Tweede Ontwikkelingsdecenniurn. De regering hoopt dat de multilaterale
voorbereidende besprekingen voor een conferentie inzake Europese veiligheid en
samenwerking spoedig zullen kunnen beginnen. Voor de veiligheid acht zij het van
bijzondere betekenis dat wordt begonnen met een gezamenlijk onderzoek naar de
mogelijkheden tot wederzijdse en evenwichtige vermindering van de strijdkrachten
in Europa. Voor het welslagen van een dergelijk overleg moet dit, naar haar
overtuiging, gevoerd worden vanuit een voldoende sterke verdedigingspositie,
geïntegreerd in het Atlantisch bondgenootschap. De regering ziet de uitbreiding
van de Europese Gemeenschappen op 1 januari a.s. als een gebeurtenis van
bijzonder belang voor de eenwording van Europa. Daarnaast verwelkomt zij de
akkoorden die vrijhandelszones tot stand brengen met zes andere Europese landen.
De bijdrage van de regering aan de Europese topconferentie zal tot doel hebben
aan het proces van eenwording een nieuwe impuls te geven. Zij hecht daarbij aan
versterking van de Europese instellingen en aan een groeiend besef van de
verantwoordelijkheid van Europa jegens de Derde Wereld. De regering blijft hoge
prijs stellen op nauwe samenwerking met de Beneluxpartners, ook bij de vorming
van haar Europese beleid. Leden van de Staten-Generaal, De huidige economische
en politieke moeilijkheden mogen ons niet uit het oog doen verliezen dat wij
leven in een bevoorrecht land. Onze welvaart is groot en onze sociale
voorzieningen behoren tot de beste in de wereld. Ons bestuur is — op nationaal,
provinciaal en gemeentelijk niveau — van een goed gehalte. De vrijheid waarin
iedere burger zich kan bewegen en uiten is een kostbaar goed. Er is veel om
dankbaar voor te zijn. In dit besef hebben regering en Staten-Generaal bij
uitstek de taak om de krachten in ons volk te bundelen en te richten op het
overwinnen van de moeilijkheden waarin wij thans verkeren. De periode die voor
ons ligt, zal veel van U vergen. Met de bede dat God U wijsheid en kracht moge
geven verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.
1971
(Troonrede 21 september 1971)
Leden der Staten-Generaal, Vrede en veiligheid, rechtvaardige verdeling van
welvaart, eerbiediging van de rechten van de mens en bescherming van het
leefmilieu zijn vraagstukken, die dringend ons aller aandacht opeisen. Zij
vormen een uitdaging die wij met verantwoordelijkheid, toewijding en
creativiteit moeten tegemoet treden. Wij weten ons hierbij gesterkt door het
algemene verlangen naar een meer humane samenleving, waarin de solidariteit met
de misdeelden groeit. Het stemt tot voldoening, dat onze betrekkingen met vele
landen zich verstevigen en verdiepen. De regering denkt hierbij in het bijzonder
aan Indonesië. De vriendschap en de gastvrijheid waarmede regering en volk van
dat land mijn man en mij hebben ontvangen, zullen voor ons altijd een kostbare
herinnering blijven. Door de Verenigde Naties is een internationale strategie
tot stand gebracht voor de samenwerking met de ontwikkelingslanden. De regering
aanvaardt de daarin neergelegde afspraken als richtsnoer voor haar beleid. Aan U
wordt een nieuw vierjarenplan voor de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking
voorgelegd. Voor de politieke ontspanning in de wereld acht de regering het
onmisbaar dat de Chinese Volksrepubliek gaat deeinemen aan het overleg in de
Verenigde Naties. De regering hoopt dat de totstandkoming van het
beginsel-akkoord over Berlijn zal worden gevolgd door verdere maatregelen voor
de verbetering van de betrekkingen tussen Oost en West. De regering neemt deel
aan het overleg in de NAVO aangaande de mogelijkheden voor een conferentie over
veiligheid en samenwerking in Europa. Het Noordatlantische bondgenootschap
blijft de waarborg voor onze veiligheid én het uitgangspunt voor een
doeltreffend ontspanningsbeleid. Daarom ook is het van belang dat de Nederlandse
defensie-inspanning wordt gedragen door de overtuiging van ons volk. De regering
hoopt dat het werk van de commissie van civiele en militaire deskundigen, die
dezer dagen wordt ingesteld, ook hiertoe zal kunnen bijdragen. In het komende
zittingsjaar kan de indiening worden verwacht van een wetsontwerp tot
goedkeuring van het verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens. De
uitbreiding van de Europese Gemeenschappen zal een nieuwe fase inluiden van de
Europese integratie. Deze uitbreiding brengt grote verantwoordelijkheden mee
jegens de overige delen van de wereld en voor de verdere Europese eenwording. De
regering zal zich blijven inspannen voor de versterking van de positie van het
Europese Parlement en de andere instellingen van de Gemeenschappen. De
onzekerheid die is ontstaan in het internationale handels– en betalingssysteem,
geeft reden tot bezorgdheid. Veel van wat na de oorlog is opgebouwd, voor de
wereldhandel en daarmee ook voor de Nederlandse economie, staat thans op het
spel. In nauwe en gewaardeerde samenwerking met onze Beneluxpartners spant de
regering zich in om een zo spoedig mogelijk herstel van ordelijke verhoudingen
te helpen bevorderen. Zij acht hierbij een eensgezind optreden van de lidstaten
van de E.E.G. en de toetredende landen van zeer groot belang. Onze economie
heeft de laatste jaren een sterke expansie vertoond. Deze gaat ook dit jaar
gepaard met een aanzienlijke overbesteding en een krachtige stijging van lonen
en prijzen. Thans begint zich enige ontspanning op de arbeidsmarkt af te tekenen
die zich in 1972, bij een te verwachten vernlindering van de economische groei,
waarschijnlijk zal voortzetten. De overbesteding — tot uiting komend in tekorten
op de lopende rekening van de betalingsbalans houdt echter aan. De sterke prijs–
en loonstijgingen leggen een groot beslag op de ruimte die voor de totale groei
van de rijksuitgaven beschikbaar is. Daarenboven zullen de belastingontvangsten
in verhouding minder toenemen. Deze vooruitzichten vervullen de regering met
zorg. Zij acht het noodzakelijk dat zo snel mogelijk weer evenwicht wordt
bereikt tussen middelen en bestedingen. De regering wil haar beleid daarop
richten, waarbij zij de belangen van kwetsbare groepen van de bevolking en van
structureel zwakke gebieden in het oog zal houden. Zij hoopt dat het nog deze
week aanvangende brede overleg met het bedrijfsleven een bijdrage zal leveren
tot dit beleid. Op een aantal terreinen zal het beleid worden gewijzigd om de
stijging van uitgaven te beperken en de inkomsten te vergroten. Op deze wijze
kan ook ruimte vrijkomen voor dringende voorzieningen op andere terreinen. Enige
van de beleidsombuigingen zullen evenwel in 1972 nog geen gunstige invloed
kunnen hebben. Mede daarom wordt voor dat jaar als tijdelijke maatregel
voorgesteld de voorziene verlichting van de omzetbelasting op
investeringsgoederen te beperken. Om zelfstandige ondernemers ten dele tegemoet
te komen, zal, eveneens voor het jaar 1972, de zelfstandigenaftrek worden
verruimd. In de sfeer van de belastingen zal voorts een aantal blijvende
verschuivingen tot stand moeten komen. Deze zijn nodig om de budgettaire
gevolgen van enkele — ten dele reeds vaststaande — fiscale verlichtingen, zoals
die voor de werkende gehuwde vrouw en de verlaging van invoerrechten, op te
vangen door verhogingen elders. Daartoe stelt de regering voor een verhoging van
de benzine-accijns, de omzetbelasting op elektriciteit en de
assurantiebelasting, alsmede de invoering van een accijns op frisdranken. Voorts
zal de verhoging van de vermogensbelasting nog twee jaar gehandhaafd blijven. De
regering acht het noodzakelijk de voortdurende overbesteding terug te dringen en
tevens het beroep van het Rijk op de kapitaalmarkt te beperken. Daartoe stelt
zij voor de tijdelijke verhoging van belastingen die in 1971 om conjuncturele
redenen tot stand werd gebracht met ingang van i januari 1972 op het wettelijk
toegestane maximum te brengen. Met het voorgenomen beleid beoogt de regering de
spanning in onze economie te verminderen en de inflatie geleidelijk af te
remmen. Om te komen tot een verdere uitwerking van de taak die de regering zich
heeft gesteld op het terrein van de sociale verzekeringen, zal aan de
Sociaal-Economische Raad een nadere adviesaanvrage worden voorgelegd. De
opstelling van een integral structuurplan voor het Noorden van het land is ter
hand genomen. Een nota zal worden uitgebracht over de perspectieven voor
Zuid-Limburg. Voorts hoopt de regering het komende parlementaire j aar
voorstellen te doen tot invoering van een selectieve investeringsheffing op
nieuwe bedrijfsgebouwen in het Westen. Voor de zelfstandigen in het midden– en
kleinbedrijf zal een integratiebeleid worden gevoerd dat zich niet zal beperken
tot de financiële en sociale sector, maar zich ook zal uitstrekken tot het
terrein van de ruimtelijke ordening. Ter begeleiding van de snelle en
ingrijpende structurele veranderingen in de land– en tuinbouw worden de middelen
voor ontwikkeling en sanering versterkt. Na de te verwachten beslissingen over
het agrarische structuurbeleid binnen de EEG zal de regering U hierover een nota
toezenden. Ook zullen U voorstellen tot herziening van de Pachtwet bereiken. De
hoge prioriteit die de regering geeft aan de volkshuisvesting blijkt uit haar
streven volgend jaar 13.000 woningen in aanbouw te doen nemen. Een regeling ter
verbetering van verouderde woonbuurten is binnenkort te verwachten. Hierin zal
een gewijzigde benadering van de stadsvernieuwing tot uiting komen. Over het
geheel van vraagstukken betreffende de volkshuisvesting zal U in het komende
zittingsjaar een beleidsnota worden aangeboden. De regering bereidt een regeling
voor waarin de bevoegdheden van de centrale overheid op het gebied van de
ruimtelijke ordening worden versterkt. Daarnaast zal zij op korte termijn
voorstellen doen om de mogelijkheden tot inspraak voor de burgers op dit terrein
te verruimen. De regering acht een geïntegreerd verkeers– en vervoersbeleid een
onmisbaar element in een gezonde planologische ontwikkeling. Met het oog daarop
staat zij een krachtig beleid voor ter bevordering van een goed en verantwoord
openbaar vervoer. De instelling van een algemeen verkeersfonds zal hiertoe een
belangrijke bijdrage kunnen leveren. Daarop vooruitlopend zal de regering
voorstellen met ingang van 1 januari 1972 de werking van het rijkswegenfonds
enigszins te verbreden door naast de aanleg ook het onderhoud van rijkswegen in
dit fonds op te nemen. Daartoe zal een verhoging van de opcenten op de
motorrijtuigenbelasting worden voorgesteld. Met voortvarendheid zullen de
bestaande wetten op het terrein van de milieuhygiëne worden uitgewerkt en zal
nieuwe wetgeving, waaronder een herziening van de Hinderwet, worden voorbereid.
Op korte termijn zal U een nota worden voorgelegd over de opstelling van een
urgentieplan tegen milieuvervuiling. Ter bescherming van ons leefmilieu acht de
regering onder andere maatregelen tegen de verontreiniging van onze rivieren en
de Noordzee noodzakelijk. Zij zal de totstandkoming van bindende internationals
overeenkomsten bevorderen. Voor het voeren van een goed en evenwichtig
onderwijsbeleid acht de regering een programmering over een aantal jaren van
maatregelen en van de daarvoor beschikbare middelen, onmisbaar. Zij zal voor het
kleuteronderwijs de leerlingenschaal verder verlagen en voor het basisonderwijs
de aanstelling van boventallige onderwijzers enigszins verruimen. De nieuwe
lerarenopleiding wordt verder uitgebreid. De experimenten met de
schoolbegeleidingsdiensten vinden voortgang. Met ingang van 1 augustus 1972 zal
voor de 16-jarigen die geen volledig dagonderwijs volgen, leerplicht van één dag
per week worden ingevoerd. Voorts zullen U in het nieuwe zittingsjaar
voorstellen bereiken met betrekking tot een schoolgeldheffing voor het gehele
voortgezet onderwijs. Het wetsontwerp herstructurering wetenschappelijk
onderwijs wordt in het kader van een nadere regeling van de samenhang van
wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs in grote lijnen
gehandhaafd. Over de verbetering van de programmering voor het post-secundaire
onderwijs hoopt de regering op korte termijn met U in overleg te treden. In
afwachting van de totstandkoming van deze structurele maatregelen zal bij een
aantal studierichtingen bij instellingen van wetenschappelijk onderwijs
overschrijding van de huidige capaciteitsgrenzen niet zijn te vermijden.
Wettelijke maatregelen zijn in voorbereiding, die een tijdelijke beperking van
de toelating van studenten mogelijk maken. De regering is van mening dat een
hogere financiele bijdrage mag worden gevraagd van degenen die profijt hebben
van het volgen van wetenschappelijk onderwijs. Voorstellen hiertoe zullen U
worden aangeboden. Deze zullen het streven van de regering om de kansen voor
alle burgers tot het volgen van dit onderwijs mogelijk te maken, niet in de weg
staan. De regering hecht veel belang aan het ontwikkelen van een samenhangend
wetenschapsbeleid, waardoor wetenschap en techniek meer dan thans zullen kunnen
bijdragen tot de vernieuwing van de samenleving. Een wetsontwerp zal worden
ingediend om de financiering mogelijk te maken van maatschappelijke en culturele
voorzieningen voor personen met een andere nationaliteit en een eigen culturele
achtergrond die in ons land werken. De regering is van mening dat de aan deze
voorzieningen verbonden kosten ten laste moeten komen van de ondernemingen
waarin deze personen werkzaam zijn. Het beleid ten behoeve van de bejaarden zal
worden gevoerd op basis van de ingediende nota. De voortzetting van het
maatschappelijk en cultureel welzijnsbeleid zal samengaan met een nadere
bezinning op de onderlinge samenhang van de activiteiten en op de vraag wat
binnen dat geheel prioriteit zal moeten hebben. Het vraagstuk van de bescherming
van de persoonlijke levenssfeer in verband met de registratie van
persoonsgegevens zal op zo kort mogelijke termijn tot een oplossing worden
gebracht. In het komende zittingsjaar worden wetsontwerpen voorbereid over de
vermogensstraffen, de maatregel van terbeschikkingstelling van de regering en de
strafbaarheid van de rechtspersoon. Over het beleid aangaande de algehele
herziening van de grondwet is een nota voor U in voorbereiding. Omtrent de
staatkundige verhoudingen met Suriname en met de Nederlandse Antillen bereidt
ook Nederland zich voor op de overeengekomen studie in Koninkrijksverband. Leden
van de Staten-Generaal, In het komende jaar staat U een zware taak te wachten.
Ons land kampt met financiële en economische problemen. Om deze het hoofd te
bieden moeten wij ons beperkingen opleggen, die als pijnlijk zullen worden
ervaren. Deze beperkingen zijn onmisbaar voor het herstel van onze edonomie. Dit
is een voorwaarde om te kunnen voortwerken aan de duurzame verbetering van onze
maatschappij en aan onze bijdrage voor de oplossing van internationale
vraagstukken. In dat perspectief zullen regering en Staten-Generaal in goed
overleg het wenselijke moeten afwegen tegen het mogelijke. Met de bede dat God U
de wijsheid en de kracht zal geven om Uw veelomvattende taak te volbrengen,
verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend
1970
(Troonrede 15 september 1970)
Leden der Staten-Generaal, In onze zich vernieuwende maatschappij verschuiven
normen snel. Daarbij treden spanningen op tussen behoud en vernieuwing, die
echter nimmer zulien mogen leiden tot het prijsgeven van fundamentele waarden.
In die situatie is verdraagzaamheid jegens elkaar van groot belang. Het
verlangen om mee te werken aan de ontwikkeling van de maatschappij vereist
bereidheid tot samenwerken en tot respecteren van de opvattingen van anderen. De
regering draagt hierbij een eigen verantwoordelijkheid. Zij zal dan ook
voortgaan met de moeilijke opgave om de wetgeving aan te passen aan de zich
wijzigende levensopvattingen, zoals het verlangen naar meer vrijheid en meer
democratische beïnvloeding. Zij zal echter tevens krachtig optreden tegen
groepen die de geboden vrijheid misbruiken om op onverdraagzame wijze anderen
hun opvattingen en gedragspatroon op te dringen of ernstig overlast aan te doen.
De regering wil de communicatie tussen bestuur en bevolking verbeteren en de
inspraak bij de beleidsvoorbereiding vergroten. Zij denkt hierbij in het
bijzonder aan het rapport openbaarheidopenheid, het memorandum omtrent het
maatschappelijk en cultureel welzijn en het rapport van de Raad van Advies voor
de Ruimtelijke Ordening. De Regering zal de uitkomst van het beraad hierover in
wetsvoorstellen omzetten. De toeneming van de welvaart die ons volk zich in de
afgelopen jaren heeft verworven, geeft reden tot voldoening. Zij roept ook
nieuwe problemen op. De schadelijke neveneffecten voor ons leefmilieu worden
zorgwekkend. De groei van de welvaart zal in toenemende mate moeten worden
gericht op verbetering van de omgeving waarin wij leven. Velen zijn zich in dit
Europese Natuurbeschermingsjaar meer bewust gcworden van het belang van de
bescherming en het behoud van natuurterreinen en van de noodzaak verontreiniging
van lucht, water en bodem tegen te gaan. De wetten inzake de
luchtverontreiniging en de verontreiniging van oppervlaktewateren zijn hiervoor
noodzakelijke instrumenten. Het verheugt de regering dat bij de bestrijding van
de verontreiniging van lucht en water ook de internationale samenwerking meer
gestalte krijgt. Voor een op de toekomst gericht onderwijsbestel acht de
regering een ingrijpende herziening van het kleuter– en lager onderwijs nodig.
Ook zullen maatregelen worden getroffen ter verdere verlaging van de
leerlingenschaal bij dit onderwijs. Uit de U heden aangeboden nota blijkt dat de
regering zoveel mogelijk wil bevorderen dat de positie van de werkende jongeren
gelijkwaardig wordt aan die van leeftijdgenoten die nog voortgezet onderwijs
ontvangen. De regering streeft ernaar spoedig de noodzakelijke herstructurering
van het wetenschappelijk onderwijs te verwezenlijken. Zij zal bijzondere
aandacht schenken aan de verdere vormgeving –van het wetenschapsbeleid. Het
woningbouwprogramma zal voor 1971 met 2000 woningen worden verhoogd. In het
belang van de woningbouw wordt de afgifte van rijksgoedkeuring voor die delen
van het land waar de spanning op de arbeidsmarkt in de bouw het grootst is,
getemporiseerd voor bouwwerken in de sectoren nijverheid, handel en verkeer.
Deze tijdelijke maatregel wil de regering laten volgen door cen
investeringsheffing van beperkte duur, waartoe een ontwerp van wet aan U zal
worden voorgelegd. Voortgaande liberalisatie en invoering van huurharmonisatie
zullen het bouwen van voldoende goede nieuwe woningen stimuleren. Voor de
verbetering van de bestaande woningvoorraad is de begroting aanzienlijk
opgevoerd. De rijkssteun voor de woningbouw zal door een nieuwe wijze van
verdeling meer worden toegespitst op die gebieden en die categorieën van
woningbehoevenden die daaraan het meest behoefte hebben. Mede door het
ingevoerde systeem van aanvullende individuele huursubsidie wordt meer rekening
gehouden met de lagere inkomensgroepen. De sterke expansie van onze economie
manifesteert zich ook dit jaar in een belangrijke toeneming van produktie, in–
en uitvoer en werkgelegenheid. De verbetering van het redel vrij besteedbaar
loon is aanzienlijk. Het uitkeringsniveau van de A.O.W. en A.W.W. is extra
verhoogd. De laatste maanden voltrekt zich echter de groei van de totale
nationals bestedingen in een te snel tempo, met name als gevolg van de
ontwikkeling van de investeringen in bedrijven en van de particuliere
consumptie. Hierdoor loopt de spanning op de arbeidsmarkt en de kapitaalmarkt
verder op en tekent zich sedert kort een gevoelige verslechtering van de
handelsbalans af. De spanningen ontladen zich nu bovendien in onverwachte,
aanzienlijke extra loonuitkeringen. De versnelling in de loon– en
prijsstijgingen die reeds werd gevreesd, krijgt daarmede een zeer gevaarlijke
impuls. De betalingsbalans zal nog veel ongunstiger worden. Delen van het
bedrijfsleven zullen in ernstige moeilijkheden kunnen geraken, hetgeen zijn
effect op de werkgelegenheid niet zal missen. De regering is vast besloten aan
deze ongunstige ontwikkeling het hoofd te bieden. Zij kondigt daartoe het
volgende programmer van maatregelen aan: Op de rijksbegroting 1971 zal een
bedrag van 140 miljoen gulden worden geblokkeerd. Op korte termijn bereikt U een
ontwerp van wet dat een voorstel bevat tot het conjunctureel hanteren van de
tarieven van enige belastingen. Op basis van die wettelijke bevoegdheid wil de
regering per 1 januari 1971 voor de duur van 12 maanden de tarieven van de loon–
en inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, de benzine-accijns en de
bijzondere verbruiksbelasting op personenauto’s verhogen met 3% van de op dat
tijdstip van kracht zijnde tarieven. Mede ter versterking van het restrictieve
monetaire beleid zal worden overgegaan tot een beperking van het consumptief
krediet en van het door de overheid garanderen van leningen buiten de
woningbouwsector. De regering is van mening dat de in artikel 10 van de wet op
de loonvorming vermelde voorwaarden zijn vervuld. Zij heeft dan ook het
voornemen aan dit artikel toepassing te geven. Daartoe richt zij heden een
adviesaanvrage aan de Sociaal-Economische Raad. De beoogde matiging van de
loonontwikkeling zal door voortzetting van een krachtig prijsbeleid worden
ondersteund. De regering acht deze ingrijpende maatregelen noodzakelijk ter
verzekering van de toekomstige werkgelegenheid, van de welvaart en het welzijn
in ons land. Het welslagen van dit programmer hangt mede af van het te voeren
begrotingsbeleid. Meer dan ooit is thans een begroting vereist die een
evenwichtig en gezond beeld vertoont. Een verdere verlaging van invoerrechten en
een verlenging van de tijdelijke verlaging van de suikeraccijns, en vooral de
stijgende gemeentelijke uitgaven voor de sociale zorg, vereisen enkele nieuwe
fiscale maatregelen. Daartoe wordt voorgesteld op 1 januari 1971 het normale
tarief van de omzetbelasting te brengen op 14% en het verlaagde tarief op 4% te
handhaven. Een aantal artikelen gaat van het normale naar het verlaagde tarief
over ten einde de invloed op de kosten van levensonderhoud beperkt te houden. De
inkomstenbelasting op het privé-gebruik van auto’s dat door de onderneming wordt
bekostigd, zal worden verzwaard door een meer op de werkelijkheid afgestemde
waardering. Renteverrekening zal worden ingevoerd bij bepaalde te innen en terug
te betalen belastingen. Bij de gekozen opzet van de rijksbegroting kan in 1971
worden volstaan met een aanzienlijk geringer beroep op de open kapitaalmarkt dan
dit jaar, hetgeen de financiering van gemeentelijke investeringen ten goede kan
komen. Ofschoon landelijk gezien de inkomensontwikkeling ook in de landbouw en
visserij niet onbevredigend is, zijn er bepaalde sectoren, groepen en gebieden,
zoals het Noorden, die bijzondere zorg vereisen. In de begrotingsvoorstellen die
U heden worden aangeboden, vindt U de beleidsvoornemens van de regering inzake
deze en andere belangrijke onderwerpen van staatszorg. Dit jaar wordt de
oprichting herdacht van de Verenigde Naties. In de 25 jaar van haar bestaan is
de volkerenorganisatie een onmisbare functie gaan vervullen bij de handhaving
van de wereldvrede, vooral door het bevorderen van de internationale
samenwerking op economisch en cultureel gebied. Het in deze kabinetsperiode
gestelde doel om de Nederlandse ontwikkelingshulp in 1971 1% van het nationale
inkomen te doen bedragen, wordt bereikt in de begroting die U heden wordt
aangeboden. De taken en verplichtingen die in de ontwikkelingsstrategie voor de
jaren zeventig worden neergelegd, dienen nieuwe richting te geven aan de
inspanning van alle betrokken landen. De regering zal hieraan haar volle
medewerking geven, evenals aan het tot stand komen van een algemeen stelsel van
handelspreferenties voor de ontwikkelingslanden. Van essentieel belang voor het
bereiken van een meer stabiele internationale veiligheid zijn de besprekingen
tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten over beperking van de strategische
nucleaire bewapening en het ontwapeningsoverleg te Genève. Voorzover het binnen
haar vermogen ligt, draagt de regering het hare hiertoe bij, evenals tot het
herstel van de vrede in de gebieden die thans door oorlogsgeweld worden
geteisterd. De regering ziet het daarnaast als een belangrijke taak, zowel
binnen de Noordatlantische Verdragsorganisatie als daarbuiten, mede te werken
aan het streven naar vermindering van de spanningen en vergroting van de
veiligheid in Europa. In dit verband wordt in het bijzonder gedacht aan een
evenwichtige beperking van de militaire middelen. De grondslag voor de
veiligheid van het Koninkrijk blijft intussen handhaving van de Nederlandse
deelneming aan een Atlantische strijdmacht, modern uitgerust en van voldoende
omvang om een mogelijke tegenstander, vooral ook met conventionele middelen, te
kunnen weerstaan en hem te kunnen weerhouden van het uitoefenen van politieke
druk. Nederland dient zich in verband hiermede een passende defensieinspanning
te blijven getroosten. De ontwikkelingen in de Europese Gemeenschappen sedert de
Haagse Conferentie van staats– en regeringshoofden stemmen hoopvol voor de
toekomst van de Europese integratie. Van wezenlijke betekenis hiervoor acht de
regering het slagen van de onderhandelingen over de uitbreiding van de
Gemeenschappen. Zij steunt de verdere integratie op econornisch, sociaal en
monetair gebied. De eenwording van West-Europa blijft zij zien als einddoel. De
verschijnselen van groeiend protectionisme baren de regering zorg. Mede in het
kader van de Europese Gemeenschap blijft zij ijveren voor een vrij
internationaal handelsverkeer op de grondslag van eerlijke concurrentie. De
regeringen van Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederland zijn
overeengekomen het overleg over de toekomstige verhoudingen tussen de landen van
het Koninkrijk in het komende parlementaire jaar te intensiveren. Nederland zal
de economische en sociale ontwikkeling van deze landen in toenemende mate
steunen. Er is in de komende maanden nog een omvangrijk programma van wetgeving
af te werken. Hieronder valt de eerste lezing van de wetten tot
grondwetsherziening. Van de reeds ingediende voorstellen acht de regering vooral
van belang de behandeling van de wet houdende wijziging van de bepalingen inzake
gemeentelijke en provinciale belastingen, de wet ter invoering van een
jaarlijkse bijstelling van de tarieven van de loon– en inkomstenbelasting,
voorstellen voor structurele wijzigingen van de inkomstenbelasting, de
vestigings detailhandel, de herziening van het ondernemings– en het
vennootschapsrecht, de wettelijke regeling van werkstaking, een wijziging van
het onteigeningsrecht, de herziening van het echtscheidingsrecht en voorstellen
over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De regering stelt zich voor
onder meer nog te komen met voorstellen betreffende het instellen van regionale
bestuurseenheden, een vernieuwing van de wet toezicht kredietwezen, een wet tot
wijziging van de rechtspositie van de PTT, een wijziging van de huurwet en de
woningwet, een wijziging van de aigemene bijstandswet en van de wet op de
bejaardenoorden. lk wens U toe, leden van de Staten-Generaal, dat vruchtdragende
discussies U voldoening schenken in het verantwoordelijke werk dat U wacht. Moge
Gods zegen op U en Uw werk rusten. Hiermede verklaar ik deze zitting van de
Staten-Generaal geopend.
Tot uw dienst. J. Hop Ermelo publiceert alle troonredes 1900-2019 voor u op internet!
Maar heeft u inmiddels ook heel goed begrepen?
50
Hop moet bloeden schrijft een "CHRISTELIJKE" jeugdzorgadvocaat in de
landelijke strijd om afgifte contactjournaal gezinsvoogd
Referentie 1: Bron Memo Openbaar Ministerie Team Gevoelige Zaken over Hop 4 juni 2012 Daphne van der Kolk aan Ron Tenge
Citaat: De heer Hop is een kinderbeschermingdeskundige die veel families en ouders bijstaat wanneer zij te maken krijgen met de Raad voor de
Kinderbescherming en andere jeugdzorg instanties. Hij is van huis uit geen jurist of hulpverlener
maar heeft in de loop der tijd veel ervaring
opgedaan met dergelijke zaken. Daarbij laat hij zich zeer kritisch uit over deze instanties. Tevens is hij oprichter van de (gemeentelijke) politieke partij Groep Hop. Zie ter info de site www.burojeugdzorg.nl, geen website van BJZ, maar een domeinnaam geclaimd en ingevuld door de heer Hop.
Referentie 2: Bron Memo Openbaar Ministerie Landelijk Coördinerend officier van justitie Bovenregionaal Recherche Overleg (BRO)
Teamleider Maatwerkzaken over Hop 11 juni 2012 Citaat: Complicerende factor in het verhaal is dat de heer Hop een politiek zeer actieve persoon is. Citaat:
Het Gevoelige Zaken Overleg (GZO) is voorstander van een frontale opsporingsactie op Hop oftewel halen en (als spraakzame "Don Quichot") doen bekennen en vervolgen. Peter van Hagen aan mr. R. Tenge en D. van der Kolk.
Een FRONTALE OPSPORINGSACTIE op Hop, OPHALEN, DOEN BEKENNEN EN VERVOLGEN!
Ik beken geen letter! Hebben jullie dat allemaal heel goed begrepen!
581 Troonrede 2019
579 Troonrede 2018
562 Troonrede 2017
560 Troonrede 2016
514 Troonrede 2015
247 Troonrede 2014
567 Troonrede 2013
254 Troonrede 2012
477 Troonrede 2011
660 Troonrede 2010
616 Troonrede 2009
662 Troonrede 2008
Troonrede 2007
Troonrede 2006
Troonrede 2005
Troonrede 2004
Troonrede 2003
Troonrede 2002
Troonrede 2001
Troonrede 2000
Troonrede 1999, 1998, 1997,
1996, 1995, 1994, 1993, 1992, 1991,1990
Troonrede 1989, 1988, 1987,
1986, 1985, 1984, 1983, 1982, 1981, 1980
Troonrede 1979, 1978, 1977,
1976, 1975, 1974, 1973, 1972, 1971, 1970
Troonrede 1969, 1968, 1967,
1966, 1965, 1964, 1963, 1962, 1961, 1960
Troonrede 1959, 1958, 1957,
1956, 1955, 1954, 1953, 1952, 1951, 1950
Troonrede 1949, 1948, 1947
1946, 1945, geschiedenis omroepbijdrage
Troonrede 1939, 1938, 1937,
1936, 1935, 1934, 1933, 1932, 1931, 1930
Troonrede 1929, 1928, 1927,
1926, 1925, 1924, 1923, 1922, 1921, 1920
Troonrede 1919, 1918, 1917,
1916, 1915, 1914, 1913, 1912, 1911, 1910
Troonrede 1909, 1908, 1907,
1906, 1905, 1904, 1903, 1902, 1901, 1900
www.bureaujeugdzorg.nl
www.burojeugdzorg.nl
Referenties
Disclaimer
Contact
Copyright © 1997-2019 J. Hop. Alle rechten voorbehouden.