Slavernij in Nederland en het ondermijnen van de democratie door de overheid zelf ©

Gefabriceerd bewijs, succesvolle tegenwerking en de respectloze bejegening van overheidsdienaren jegens de gewone burgers.

Hop geeft u op onnavolgbare wijze inzicht in de jeugdzorg mentaliteit.
Hop moet bloeden (na strijd om afgifte contactjournaal gezinsvoogd aan ouders van kinderen) schrijft vervolgens de CHRISTELIJKE jeugdzorg advocaat met baantjes in de kerk en school. Citaat: "De heer Hop was als voortrekker bezig het systeem lam te leggen. In eerste instantie werd in dit kader gebruik gemaakt van hinderlijke, maar wel legale middelen als het systematisch klagen en het systematisch om informatie vragen " Bron Regel 21, 22 en 23 Pleitnotities advocaat jeugdzorg op de hoorzitting van het Hof van Discipline 150304.

 

 

Tien troonredes uit zeventiger jaren 1979, 1978, 1977, 1976, 1975, 1974, 1973, 1972, 1971, 1970 snel en gemakkelijk te bekijken op internet

(Troonrede 1979)

Leden van de Staten-Generaal, In de jaren tachtig, aan de vooravond waarvan wij nu staan, zullen zich waarschijnlijk ingrijpende veranderingen voltrekken in de internationale en de nationale samenleving. Het proces van internationale arbeidsverdeling en verschuiving van produkties naar andere landen is in volle gang. Ook ontwikkelingslanden raken in dit proces betrokken. Zij klimmen daardoor op naar een minder ongunstige positie. Deze ontwikkeling is gewenst, maar stelt een nieuwe uitdaging aan onze veerkracht en vindingrijkheid. Immers, wij zouden toch al te maken krijgen met een slechts geringe economische groei. Er zal veel minder te verdelen zijn dan in de uitbundige jaren zestig en zelfs minder dan in het nabije verleden. Te meer dient zich dit vooruitzicht aan door het snel schaarser en dus duurder worden van energie Onder die omstandigheden zullen wij tevreden moeten zijn met de hoge welvaart die ons land al is ten deel gevallen. De geringe toeneming die nog binnen het bereik ligt, zal vooral besteed moeten worden voor het scheppen van betere inkomensverhoudingen. Zo is er reden meer te betalen voor zwaar of onaangenaam werk en ook omgekeerd. Onze welvaart bestaat niet alleen uit de particuliere inkomens, maar ook uit de talrijke voorzieningen die de burgers van ons land van gemeenschapswege ten dienste staan. Willen we de totaliteit van die voorzieningen en ook de werkgelegenheid op peil houden, dan is matiging van de particuliere inkomens noodzakelijk. Blijft die matiging uit, dan betalen de gemeenschapsvoorzieningen het gelag ofwel de werkgelegenheid of misschien zelfs beide. In het komende tijdvak valt er niet meer te ontkomen aan een keuze tussen enerzijds verhoging van uitgaven als, bij voorbeeld, voor woningbouw en stadsvernieuwing, onderwijs en milieu en anderzijds nog verdere verhoging van de particuliere consumptie. In 1980 zullen bijna tienduizend woningwetwoningen meer in het bouwprogramma worden opgenomen dan in de meerjarencijfers was voorzien. Deze en andere inspanningen leggen een zware last op de rijksbegroting. De belastingplannen voor het komende jaar zijn echter zo ingericht dat de koopkracht van al degenen die van cen bescheiden inkomen moeten leven wordt ontzien. Om die koopkracht te behouden is geen reële loonsverhoging nodig. De regering stelt met bezorgdheid vast dat het deel van de bevolking dat deelneemt aan het arbeidsbestel, steeds kleiner wordt. Verdere maatregelen om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren zijn in voorbereiding. Vermenselijking van de arbeidsomstandigheden zal bestaande weerzin tegen het verrichten van beschikbare arbeid verminderen. Ook is het nodig in ons stelsel van sociale zekerheid, met behoud van de wezenlijke verworvenheden daarvan, correcties aan te brengen om te bewerkstelligen dat het alleen werkt voor wie en voorzover het is bedoeld. De werkgelegenheid in de marktsector staat onder zware druk. De drastische stijging van de energieprijzen vormt een ernstige bedreiging. Nederland zal om een levensvatbare bedrijvigheid te behouden een aantal produkties geleidelijk moeten opgeven en veel meer aan innovatie moeten doen dan tot dusver. Binnenkort ontvangt U een daarop gericht beleidsplan. De invoering van micro-electronica in industrie en dienstverlening kan ingrijpende gevolgen krijgen. Een diepgaande bestudering daarvan is door het kabinet op gang gebracht. Het kabinet heeft een omvangrijk arbeidsplaatsenplan gemaakt. Bij de overheid zal een regeling voor vrijwillige vervroegde uittreding worden ingevoerd. Buiten de marktsector zullen tien– tot vijftienduizend arbeidsplaatsen voor werkzoekenden ter beschikking komen. De toeneming van het energieverbruik moet door besparingen sterk worden getemperd. Dezer dagen krijgt U het eerste deel van de nota Energiebeleid. Daarin worden verstrekkende maatregelen aangekondigd. De aardgasprijzen moeten worden verhoogd. Verder moet ons land minder afhankelijk worden van de invoer van olie. Dat vergt, naast besparing, het benutten van andersoortige energie. De beslissing over het al dan niet in ruimere mate toepassen van kernenergie in ons land, zal met de grootste zorgvuldigheid worden voorbereid. De komende maatschappelijke discussie staat hierbij centraal. Dat het gebruik van kernenergie huiver wekt komt mede doordat ons land zo dicht bevolkt is. Dit stelt hoge eisen aan de zorg voor mens en milieu en aan de inrichting van de ruimte. U hebt al nota’s ontvangen over de Waddenzee, over de landelijke gebieden en over de toekomstige structuur van verkeer en vervoer. Het kabinet acht duidelijkheid geboden over de toekomst van de Markerwaard. Het zal zijn voorlopig oordeel hierover binnenkort formuleren. Ook zal het kabinet in de komende maanden zijn oordeel kenbaar maken over de toekomstige behoefte aan luchthavens in ons land. Landbouwgrond is schaars geworden en de structuur van de bedrijven moet worden versterkt. Op til is de indiening van een wetsontwerp dat, mede ter beteugeling van de prijzen, een stelsel invoert van landbouwkundige toetsing bij overdracht van landbouwgronden. In alle hoog geïndustrialiseerde landen wordt het leefmilieu bedreigt. Het moet ons een deel van onze welvaart waard zijn, die bedreiging af te wenden. Voorstellen voor nieuwe wetgeving omtrent milieugevaarlijke stoffen en bodembescherming zullen het volgend jaar worden ingediend. Ons land is vol, ten dele overvol. Dat wreckt zich ook in het wegverkeer. Het aantal slachtoffers van verkeersongevallen daalt gelukkig, maar is nog onaanvaardbaar hoog. Het kabinet zal U straks een Tweede Meerjarenplan Personenvervoer aanbieden dat voor het eerste traject van de jaren tachtig onder meer aangeeft, wat er kan worden gedaan ten behoeve van het openbaar vervoer en de wegenbouw. Intussen vindt het opheffen van gevaarlijke knopen in het wegverkeer voortgang. In de Nederlandse samenleving neemt het aantal mensen van vreemde taal en cultuur snel toe. Vooral in de grote steden schept dat problemen. Het gaat om goede huisvesting voor buitenlandse werknemens en vele anderen, om aangepast onderwijs en om blijvende werkgelegenheid. Maar er is ook een geestelijke opgave: in het leven van alle dag de verdraagzaamheid te betrachten die we anderen plegen voor te houden. De rijksbegroting voor het komende jaar getuigt van de prioriteit die de regering aan het beleid ten aanzien van de minderheden toekent. De maatschappij zo in te richten dat een ieder een eerlijke kans op persoonlijke ontplooiing krijgt, is overigens niet een taak die alleen betrekking heeft op mensen van vreemde herkomst. In de jaren tachtig zal de vraag van vrouwen om een plaats in het arbeidsbestel veel groter worden. Mede daarom wil het kabinet deeltijdarbeid bevorderen. Het wil ook de mogelijkheden van opleiding en bijscholing verruimen. Voorts zal het de weg effenen naar de oprichting van een open universiteit. Onze wetgeving bevat nog een aantal bepalingen die onderscheid maken tussen mannen en vrouwen en ook tussen gehuwden en ongehuwden. Tot het wegnemen van ongerechtvaardigde verschillen zullen nadere initiatieven worden genomen. Ook aan de achterstelling van het buiten het huwelijk geboren kind zal een einde worden gemaakt. Recht doen aan de waardigheid van de mens houdt meer in dan zorg dragen voor zijn welzijn. Daartoe is het ook nodig ieder in staat te stellen, persoonlijke verantwoordelijkheid te dragen voor eigen welzijn en dat van anderen. Het besef van die verantwoordelijkheid verschraalt wanneer te gemakkelijk en uitsluitend de gemeenschap wordt aangewezen om in tekorten aan welzijn te voorzien. Bij het dragen van persoonlijke verantwoordelijkheid horen inspraak en medezeggenschap. De ontwikkeling daarvan zal zieh voortzetten, vooral nu meer vorming en onderwijs steeds meer burgers gaan bereiken. Het kabinet neemt in die ontwikkeling een actief aandeel. Zo zal in het komende parlementaire jaar een aanvang worden gemaakt met decentralisatie van de maatschappelijke dienstverlening. Ook zal het kabinet dan zijn standpunt bepalen over het democratisch en doelmatig functioneren van gesubsidieerde instellingen. Om haar groeiende taken naar behoren te kunnen vervullen heeft de overheid steeds meer informatie nodig., De bewerking van de vele gegevens door computers houdt gevaren in voor de persoonlijke levenssfeer van de burgers. Door middel van nadere regels zal de wet die levenssfeer moeten veiligstellen. In onze hoogst ingewikkelde samenleving raakt menige burger op zoek naar zijn recht het spoor bijster. Onze wetgeving is weliswaar vrijgevig in het aanreiken van middelen tot rechtsbescherming, ook tegen de overheid, maar de rechtzoekende weet er vaak geen raad mce. Dat maakt de verlening van rechtshulp steeds belangrijker. Een voorontwerp van wet daaromtrent is in aantocht. In grote delen van de wereld ontberen mensen zelfs nog wat nodig is om in leven te kunnen blijven. Dienstvaardigheid vooral jegens de armste landen behoort voorrang te behouden, ook in de minder overvloedige jaren die voor ons liggen. Onlangs is gebleken, hoezeer het lot van de vluchtelingen in Zuid-Oost-Azië ons allen beroert. De regering biedt een helpende hand bij het lenigen van hun nood, door mensen op te nemen in ons land en door het verstrekken van financiële hulp. De onderlinge afhankelijkheid van de staten zal, zowel binnen Europa als daarbuiten, bij voortduring toenemen. In de jaren tachtig zal de Europese Gemeenschap door de toetreding van eerst Griekenland en later Portugal en Spanje worden verruimd. Het thans rechtstreeks gekozen Europese Parlement behoort meer zeggenschap te krijgen. Het aantal echte democratiedn in de wereld is klein. In tal van landen vinden schendingen plaats van de rechten van de mens en is van werkelijke vrijheid tot persoonlijke ontplooiing nauwelijks sprake. Ook uit ons buitenlands beleid blijkt dat wij daarin niet willen berusten. Van vitale betekenis is de zorg voor internationals vrede en veiligheid in het kader van het Atlantisch Bondgenootschap en van de Verenigde Naties. Bij het nemen van beslissingen over modernisering van tactische nucleaire wapens, waarvoor de Alliantie binnen afzienbare tijd wordt geplaatst, zal het kabinet in zijn streven de afhankelijkheid van kernwapens te verminderen, grote aandacht schenken aan wapenbeheersing. Veel respect heeft de regering voor de plichtsbetrachting waarmee onze militairen hun vredestaak in Libanon vervullen. Over de mogelijkheden tot herziening van de verhoudingen tussen de Nederlandse Antillen, de eilanden van de Nederlandse Antillen en Nederland zal de Koninkrijkswerkgroep naar verwach– ting in het komende jaar rapport uitbrengen. Ook zal in dat jaar de indiening van de reeks van wetsontwerpen tot herziening van de Grondwet worden voltooid. Leden van de Staten-Generaal, Onder een economisch ongunstig gesternte hervat U vandaag Uw werkzaamheden. Zware beslissingen moeten worden genomen. De regering biedt U in de toelichtingen op de heden in te dienen begroting een samenstel van plannen aan waarmee gepoogd wordt het hoofd te bieden aan de problemen van nu en van de naderende toekomst. Het is echter niet alleen de overheid die geroepen is om die problemen op te lossen. Zij is daartoe alleen ook niet in staat. De burgers van ons land zullen hiertoe ook moeten bijdragen. De regering vertrouwt erop dat het overleg met U, de volksvertegenwoordiging, zal worden gevoerd in een geest van verantwoordelijkheid en van saamhorigheid vooral met de zwaksten in ons eigen land en over onze grenzen. Van Uw inzicht en volharding zal veel worden gevraagd. Moge dat werk worden gedaan in het vertrouwen dat velen U wijsheid toewensen en om zegen voor U bidden. Hiermee verklaar ik de zitting der Staten-Generaal geopend.

 

1978

 

(Troonrede 1978)

Leden van de Staten-Generaal, Regering en volksvertegenwoordiging staan voor ingrijpende beslissingen op economisch en sociaal gebied. Deze kunnen geen uitstel meer lijden. De werkloosheid heeft heel veel mensen getroffen. Hun aantal dreigt nog groter te worden. De Nota Bestek’ 81 toont de ernst van de economische situatie en bevat een beleidsplan. Volgens sommigen is het te drastisch, volgens anderen niet kordaat genoeg. De regering hoopt op cen openhartige en onbevooroordeelde gedachtenwisseling over hetgeen ons allen nu te doen staat. Het kabinet richt zijn beleid vooral op een duurzaam herstel van de werkgelegenheid. Hiertoe moet de inflatie beteugeld worden en de groei van de collectieve uitgaven gematigd, mede om ruimte te maken voor verbetering van de rendementen van onze bedrijven. In samenspraak met U en met de organisaties van werknemers en werkgevers wil het kabinet deze grote problemen aanpakken. Dat overleg kan alleen met begrip voor elkaars verlangens en eerbiediging van elkaars verantwoordelijkheden tot een goed einde worden gebracht. De regering heeft de begroting zo opgesteld dat de gemeenschapsvoorzieningen op peil kunnen blijven. Aanzienlijke bedragen zijn bovendien uitgetrokken om de arbeidsmarkt beter te doen functioneren en om onze energiepositie in de toekomst te versterken. Toch verandert de druk van belastingen en sociale premies, vrijwel niet. Handhaving van de koopkracht voor het merendeel van de bevolking heeft een belangrijke plaats in het beleid. Door een wijziging aan de voet van de tarieven van de loon– en inkomstenbelasting krijgen de lagere inkomens bijzondere aandacht. Ook overigens stelt de regering zich een rechtvaardige verdeling van lasten ten doel. De omvang van de belastingmaatregelen wordt tot het uiterste beperkt. Alleen de belasting op overdracht van onroerend goed wordt verhoogd en de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting wordt aan de inflatie aangepast. Het kabinet wil niet tornen aan de inflatiecorrectie in de loon– en inkomstenbelasting. Met handhaving van extra bijdragen aan de sociale fondsen zal het mogelijk zijn af te zien van verzwaring van de sociale premies. Voorwaarde daartoe is dat de in Bestek ’81 aangekondigde voornemens op het terrein van de sociale voorzieningen worden uitgevoerd. Met de voorstellen die U heden bereiken gaat de regering tot de grens van een nog verantwoord te achten financieringstekort. Komen er ernstige tegenvallers, dan zullen in 1979 nadere beslissingen niet kunnen uitblijven. De stijging van de inkomens moet worden gematigd, maar dat mag niet beperkt blijven tot enkele groepen. Spoedig zal de regering de Sociaal-Economische Raad advies vragen over een raamwet voor een samenhangend inkomensbeleid. Zij zal de Raad ook advies vragen over mogelijkheden om meer invloed te krijgen op de inkomensontwikkeling in sectoren die met gemeenschapsgelden worden gefinancierd. Dezer dagen wordt een commissie ingesteld om een studie te maken van de ontwikkeling van het incidentele loon en van de mogelijkheden tot beheersing daarvan. Binnenkort zult U het wetsontwerp ontvangen over het collectieve deel van de vermogensaanwasdeling. Het prijsbeleid blijft, ook wat de overheidstarieven betreft, gericht op bestrijding van de inflatie. Om de inkomens van kleine zelfstandigen te beschermen tegen de inflatie wil de regering de tijdelijke zelfstandigenaftrek in de inkomstenbelasting ook in 1979 handhaven. De gehuwde vrouw die als zelfstandige werkt of met haar echtgenoot meewerkt in het bedrijf zal in geval van arbeidsongeschiktheid met ingang van 1 januari aanstaande aanspraak kunnen maken op een uitkering. Op de arbeidsmarkt bestaan, ondanks omvangrijke werkloosheid, ook tekorten. Dit stelt zware eisen aan het beleid. Uitbreiding van de mogelijkheden tot scholing zal moeten bijdragen tot een doeltreffender arbeidsbemiddeling. Ook door een betere verdeling van het beschikbare werk te stimuleren wil het kabinet meer kansen geven aan hen die werk zoeken. Bestek ’81 laat ruimte voor een belangrijke uitbreiding van de werkgelegenheid bij de overheid en in de met gemeenschapsgelden gefinancierde dienstverlening. In de nabije toekomst zal ons land meer energie moeten invoeren dan het uitvoert en dus afhankelijker worden van het buitenland. Om het daaraan verbonden risico te beperken is het beleid gericht op zuiniger verbruik, op invoer van kolen en gas en op ontwikkeling van nieuwe energiebronnen. Over de toepassing van kernenergie zullen, na maatschappelijke discussie hierover, nadere beslissingen moeten worden genomen. In de internationale arbeidsverdeling voltrekken zich belangrijke veranderingen. Het in stand houden van bedrijven die geen perspectief meer hebben zou die veranderingen miskennen. Daarom wil het kabinet geleidelijk overgaan van steun aan zwakke bedrijven naar stimulering van bedrijfstakken die zijn opgewassen tegen de internationale concurrentie. De industrieel ontwikkelde landen staan voor de noodzaak zich toe te leggen op technologisch hoogwaardige goederen en diensten. Allereerst ligt hier een taak voor de ondernemingen zelf. Het kabinet rekent het evenwel tot zijn verantwoordelijkheid ons bedrijfsleven daarbij te helpen. In het kader van het wetenschapsbeleid worden onder meer voorstellen voorbereid om de in ons land beschikbare mogelijkheden tot het verrichten van onderzoek beter aan te wenden. De groei van de internationale handel is na de energiecrisis traag en onregelmatig gebleven. In samenwerking met andere landen spant de regering zich in om het daaruit voortspruitende gevaar van protectionisme af te wenden. De versterking van het exportbeleid zal met dit streven in overeenstemming moeten zijn. Gelukkig heeft het internationals overleg over een betere coördinatie van het financiële en economische beleid aan betekenis gewonnen. Bijzondere aandacht verdient de uitwerking van de besluiten van de Europese Raad in Bremen. Het scheppen van een Europese zone van monetaire stabiliteit zal een bijdrage kunnen leveren tot een evenwichtiger ontwikkeling van de wereldhandel. Het komende jaar zal van groot belang zijn voor de Europese Gemeenschap. De rechtstreekse verkiezingen voor het Europese Parlement zullen eindelijk een brug slaan tussen de instellingen van de gemeenschappen en de burgers. De beoogde toetreding van Griekenland, Spanje en Portugal maakt het nodig de besluitvaardigheid van deze instellingen te vergroten. Ter versterking van de economische en monetaire samenwerking zullen volgend jaar concrete besluiten moeten worden genomen. Dit geldt evenzeer voor de totstandkoming van een Europees visserijbeleid dat ook aan het belang van de Nederlandse vissers recht zal doen. Ter wille van vrede en veiligheid zal de defensieinspanning zich blijven richten op de gezamenlijke verdediging van het Noordatlantisch gebied. U worden plannen aangeboden om de kwaliteit van de Nederlandse bijdrage in de komende tien jaren op peil te houden. De regering blijft ijveren voor wapenbeheersing en ontspanning. In de toelichting op de begroting wordt aan het benauwende vraagstuk van de kernbewapening uitvoerige aandacht geschonken. De regering blijft zich inzetten voor de eerbiediging van de rechten van de mens. Van het beleid dat zij hiertoe voorstaat zal zij U binnenkort een uiteenzetting doen toekomen. Het nieuws, dat ons gisteren bereikte over de uitkomst van de conferentie in Camp David, heeft de hoop doen herleven op vrede in het zo zwaar beproefde Midden-Oosten. De hulpverlening aan de Derde Wereld blijft voor ons land een taak van de hoogste orde. Aan de ontwikkelingshulp wordt dan ook niet getornd. Maatregelen zijn genomen om de hulp sneller en doeltreffender te kunnen geven, in het bijzonder aan de armste landen en bevolkingsgroepen. Van niet minder betekenis dan de hulpverlening zijn de betrekkingen tussen de arme en rijke landen op het gebied van handel, investeringen en kapitaalverkeer. Over het door ons land en door de Europese Gemeenschap te voeren beleid zullen U nota’s worden aangeboden. De regering streeft naar de spoedige instelling van de werkgroep van deskundigen die de toekomstige relaties tussen de Nederlandse Antillen, de eilanden van de Nederlandse Antillen en Nederland zal onderzoeken. De regering werkt voort aan een sluitend stelsel van wetgeving ter bescherming van het milieu. De Wet algemene bepalingen milieuhygiëne zal worden uitgebouwd tot een kaderwet. In het komend jaar zal U een ontwerp van Wet op de bodembescherming worden aangeboden. Met wetgeving over milieugevaarlijke stoffen zal een begin worden gemaakt. Vervuiling door bedrijven zal worden bestreden met behulp van een nieuw programma voor financiële steunverlening. De verontreiniging van de Rijn blijft zorgen baren. De regering stelt alles in het werk om het Zoutverdrag door alle oeverstaten bekrachtigd te krijgen. Een Wet op de waterhuishouding is in voorbereiding. De laatstejaren neemt het woningtekort toe, vooral in en nabij de grote steden in het westen. Ondanks de omvangrijke financidle steun is de woningproduktie vertraagd, onder meer door een tekort aan geschoolde arbeidskrachten. Het kabinet zal binnen het kader van een weloverwogen ruimtelijke ordening al het mogelijke doen om het hele woningbouwprogramma tot uitvoering te brengen. Stadsvernieuwing is voor de bewoonbaarheid van onze steden van grote waarde en raakt het welzijn van heel veel mensen. Dit blijft dan ook een hoofdonderwerp van beleid. De regering zal een voorstel tot wijziging van de Onteigeningswet bij U indienen en de toekenning van een voorkeursrecht aan gemeenten bevorderen. In het belang van de ondernemers in de landen tuinbouw beoogt zij een spoedige invoering van een landbouwkundige toetsing van de overdracht van gronden. Vooral terwille van de verkeersveiligheid zal het treffen van voorzieningen op punten waar het wegennet regelmatig overbelast is, worden versneld. De beperking van de groei van de rijksbegroting dwingt tot vertraging van de aanleg van wegen in gebieden waar het verkeer geen stagnatie ondervindt.Op basis van het aan te bieden Structuurschema Verkeer en Vervoer zal in dit zittingsjaar overleg met U kunnen plaatsvinden over het verkeers– en vervoersbeleid op lange termijn. Aan de wetsontwerpen Voorzieningen Gezondheidszorg en Tarieven Gezondheidszorg zal een zodanige vorm worden gegeven, dat het samenspel tussen particulier initiatief en overheid zo goed mogelijk kan verlopen. De kwaliteit van de opleidingen wordt verbeterd en de opzet ervan wordt doelmatiger gemaakt. De regering hoopt op een goed overleg met de Staten-Generaal over de ontwerp-Kaderwet specifiek welzijn, waarin het streven naar decentralisatie gestalte krijgt. Zij zal de zienswijze van de Harmonisatieraad Welzijnsbeleid vragen over harmonisatie van de wetgeving op dit terrein. Wetsontwerpen tot verlaging van de leeftijd van meerderjarigheid zullen U spoedig bereiken. Binnenkort worden wetsvoorstellen ingediend voor verdergaande gelijkberechtiging van de vrouw in het familierecht en bij de arbeid. Ook op het gebied van onderwijs en opleidingen worden voorstellen voorbereid om haar meer mogelijkheden te bieden. De regering erkent hoe belangrijk onderricht en vorming zijn voor het verminderen van maatschappelijke achterstanden. Daarom zal ook het onderwijs aan anderstalige kinderen worden verbeterd. Bij het kleuter– en lager onderwijs moet het opleiden van leerkrachten worden aangepast aan de vermindering van het aantal leerlingen in de komende jaren. Deeltijdarbeid zal ook hier worden bevorderd. In samenwerking met de universiteiten en hogescholen is goede voortgang geboekt bij de planning van het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. Voor het eerst sinds jaren zal u weer een Algemeen Financieel Schema worden aangeboden, waarin de verwachte taken en middelen van de instellingen voor de jaren 1980 tot en met 1983 zijn beschreven. Te zorgen voor veiligheid voor de burgers is een hoofdtaak van de regering. Om de politie in staat te stellen te voldoen aan het toenemend beroep dat op haar wordt gedaan, zal in de komende jaren de sterkte van de korpsen worden verhoogd en zullen hun organisatie en werkwijze worden verbeterd. Nadere voorstellen tot hervorming van het binnenlands bestuur kunnen binnenkort worden verwacht. De regering vertrouwt dat met de parlementaire behandeling van wetsontwerpen tot grondwetsherziening in deze zittingsperiode goede voortgang kan worden gemaakt. Leden van de Staten-Generaal, In het hart van de regeringsverklaring stond het begrip verantwoordelijkheid. In het zicht van de ernstige problemen waarvoor ons land staat doet de regering, opnieuw, cen beroep op iedereen om als verantwoordelijke burgers versoberingen te aanvaarden en matiging te betrachten. Het besef dat de economische positie van ons land zorgwekkend is, leeft nog onvoldoende. Maar even belangrijk als de verbreiding van dat besef is de bereidheid om te delen in de offers die nodig zijn, in het bijzonder om ook op langere termijn werkgelegenheid veilig te stellen. De wereld is echter groter dan Nederland en bij de noden die elders moeten worden gelenigd vallen onze eigen zorgen bijna in het niet. De regering vertrouwt erop dat we, in het bewustzijn daarvan, bereid zullen blijven ons te gedragen in overeenstemming ook met die verantwoordelijkheid. In het nieuwe zittingsjaar zal van regering en Staten-Generaal veel inspanning worden gevergd. Moge dat werk worden gedaan in het vertrouwen dat velen U wijsheid toewensen en om zegen voor u bidden. Hiermee open ik de nieuwe zitting van de Staten-Generaal.

 

1977

 

(Troonrede 1977)


In 1977 waren de verkiezingen op 25 mei en werd in september nog volop gepoogd een tweede kabinet-Den Uyl te vormen. Minister-president Den Uyl liet koningin Juliana toen zeggen: "De lange duur van de kabinetsformatie, na een verkiezingsuitslag die door velen als duidelijk is ervaren, wekt onder de huidige omstandigheden begrijpelijke bezorgdheid." Hiermee gaf de regering een duidelijke 'tik op de vingers' van de CDA-fractie en haar fractievoorzitter Van Agt die sinds 8 september 1977 geen minister meer was) over de trage gang van zaken bij de formatie.

Leden der Staten-Generaal,
De lange duur van de kabinetsformatie, na een verkiezingsuitslag die toch door velen als duidelijk is ervaren, wekt onder de huidige omstandigheden begrijpelijke bezorgdheid. In afwachting van de totstandkoming van een nieuw kabinet is het niet mogelijk U nieuwe plannen voor te leggen betreffende het in de komende jaren te voeren beleid. Wel past een uiteenzetting van hetgeen het demissionaire kabinet in het belang van het Koninkrijk thans noodzakelijk acht. De regering beseft dat daarmede onzekerheden blijven bestaan omtrent tal van vragen - over werk, inkomen en welzijn die bij de mensen leven. Na een duidelijke opleving in 1976 vertoont de wereldeconomie opnieuw tekenen van stagnatie. In verscheidene landen neemt de werkloosheid weer toe en wordt de eerder verwachte economische groei, ondanks de afnemende inflatie, nict verwezenlijkt. Onmiskenbaar ondervindt onze uitvoer daarvan de weerslag, hetgeen nog wordt versterkt door de opgetreden waardestijging van onze munt. Ook in ons land ontwikkelt de werkloosheid zich sedert enkele maanden weer ongunstig. Deze nieuwe terugval is des te ernstiger omdat na de diepe inzinking in 1974 en 1975 het economisch herstel nog lang niet was voltooid. Het eerder ontwikkelde beleid gericht op het overwinnen van structurele onevenwichtigheden in onze economie, zal moeten worden voortgezet en versterkt. Maar zelfs dan blijven in de eerst komende jaren de vooruitzichten somber voor velen die willen werken, maar daartoe niet de kans krijgen. De bestrijding van de werkloosheid zal ons aller inspanning en vindingrijkheid vergen. Op korte termijn rust voor het verdere verloop van de wereldhandel een bijzondere verantwoordelijkheid op de landen met een sterke betalingsbalans. Ook ons land zal belangrijke maatregelen moeten nemen om de afzet te bevorderen. Anders zal het niet mogelijk zijn de beschikbare produktiecapaciteit weer volledig te benutten, de investeringen aan te wakkeren en de stijgende werkloosheid een halt toe te roepen. Onmisbaar daarvoor is het beperkt houden van kostenstijgingen. Dit moet in de huidige situatie ondersteund worden door verlichting van lasten en andere tijdelijke maatregelen ter vergroting van de bestedingen, zonder daarbij de grenzen van een verantwoord financieringstekort te overschrijden. In de begroting van uitgaven en middelen voor 1978 is tegen deze achtergrond de structureel noodzakelijk te achten verhoging van belastingen tot minder dan de helft teruggebracht. Gezien zijn demissionaire karakter heeft het kabinet zich ervan onthouden nieuwe plannen te ontwikkelen voor het in de komende jaren te voeren uitgavenbeleid en zijn de beleidslijnen gevolgd die in de afgelopen jaren zijn getrokken. Aansluiting is gezocht bij de vorig jaar gemaakte afspraken. Zo voorziet de begroting weer in het besteden van 1 1/2 % van ons nationaal inkomen aan ontwikkelingshulp. De toelichtingen op de U heden aan te bieden begroting voor 1978 beperken zich goeddeels tot een beschrijving van het tot op heden gevoerde beleid. De regering volstaat thans met het voorstellen van enkele belastingmaatregelen, waarvan de voorbereiding om redenen van technische aard moeilijk langer kan worden uitgesteld. Tot die voorstellen behoort het overbrengen van gas, olie en kolen, mede met het oog op een zuiniger energieverbruik, van het lage naar het algemene BTW-tarief, evenals enige verhoging van de belasting op sigaretten. De inflatiecorrectie op de tarieven van de loon- en inkomstenbelasting wordt op 80% bepaald. Enkele eerder genomen tijdelijke maatregelen in de sfeer van de belastingen, die ten doel hebben lasten evenwichtig te verdelen en de economische activiteit te bevorderen, zullen naar het oordeel van de regering ook volgend jaar van kracht kunnen blijven. Ondanks de vooronderstelde terughoudendheid bij verhoging van inkomens lijkt handhaving van de koopkracht van de modale werknemer niet onmogelijk met behulp van nog te nemen belastingmaatregelen en door de stijging van sociale premies tot het uiterste te beperken. De vandaag beschikbaar komende cijfers over de ontwikkeling van de economie versterken de verwachting dat de werkloosheid zal toenemen. Dit vergt op korte termijn een nieuw pakket van stimuleringsmaatregelen. Over de samenstelling daarvan en over zijn uitwerking op de inkomensverdeling zal intensief overleg met de vakbeweging en de werkgeversorganisaties dienen plaats te vinden. In dit overleg zal met name ook de vraag aan de orde moeten komen, hoe een kader en een vertrouwenssfeer kunnen worden geschapen waarin afspraken over arbeidsplaatsen kunnen worden gemaakt. Het is niet in de laatste plaats met het oog hierop dat spoedige totstandkoming van een nieuw kabinet geboden is. De regering heeft de afgelopen maanden haar standpunten moeten en willen bepalen in het internationale overleg. In het kader van de wereldhandelsconferentic in Genève is zij opgekomen voor het behoud van de vrijheid in de wereldhandel juist nu vele landen met economische problemen hebben te kampen. Verder acht zij het van het grootste belang dat spoedig een begin wordt gemaakt met het door de Amerikaanse president voorgestelde overleg over de gevaren verbonden aan het gebruik van kernenergie in alle fasen tegen te gaan. Het uitblijven van oplossingen in het zuiden van Afrika leidt tot steeds grotere tegenstellingen. De onafhankelijkheid van Namibië, de totstandkoming van een meerderheidsregering in Rhodesië en de toenemende spanningen in Zuid-Afrika vragen snelle beslissingen om een einde te maken aan onaanvaardbare discriminatie en om een uitbreiding van het geweld te voorkomen. Daarom acht de regering besluitvorming van de Veiligheidsraad die ook economische dwangmaatregelen omvat gerechtvaardigd. Tezamen met onder meer de partners in de Europese politieke samenwerking zal Nederland zich inspannen voor een vruchtbare Oost-West-dialoog tijdens het overleg in Belgrado inzake de toepassing van de Slotakte van Helsinki. Daarbij zal het uitgangspunt moeten zijn dat alle bepalingen van de Akte moeten worden gerespecteerd. De regering hoopt dat het mogelijk zal zijn op deze grondslag te komen tot een ontspanning in de verhoudingen tussen Oost en West, die kan bij dragen tot de zo bitter noodzakelijke afremming van de bewapeningswedloop. Het karakter van de economische moeilijkheden in de westerse wereld doet vermoeden, dat op langer zicht aanpassingen van onze maatschappelijke structuur, nationaal en internationaal, nodig zullen blijken. Terugkeer naar de snelle economische groei van de achterliggende decennia ligt niet in de lijn der verwachtingen. Voor grote aantallen van onze medeburgers lijkt deelneming in het arbeidsproces op de vertrouwde wijzc niet te verwerkelijken. Gedachten over de verdeling van beschikbaar werk zullen gestalte moeten krijgen. Voor een heroriëntering van onze economische ontwikkeling op een zuinig omgaan met grondstoffen en energie en op behoud en verbetering van het milieu zijn de afgelopen jaren belangrijke aanzetten gegeven. Onverschillig of het nieuwe kabinet getrokken beleidslijnen doortrekt, zullen op een breed terrein van onderwijs en welzijn, van volksgezondheid en milieubeheer, van bestuur en rechtsbedeling ingrijpende beslissingen genomen moeten worden. In de achter ons liggende periode zijn immers op al deze terreinen veranderingen op gang gekomen, die om uitwerking en voltooiing vragen. De regering is bezorgd over bepaalde ontwikkelingen binnen de Zuidmolukse bevolkingsgroep en rondom de positie van deze groep in de samenleving. Alleen met erkenning van de verantwoordelijkheid van de overheid en van alle medeburgers, die zich hierbij betrokken weten, is het mogelijk te komen tot verdieping en verbreding van het zo noodzakelijke contact. Laat er wederzijdse verdraagzaamheid zijn en respect voor de beginselen van de rechtsstaat. Een nota waarin lijnen voor het beleid op langere termijn worden geschetst, zal U spoedig worden aangeboden. Leden der Staten-Generaal, Op tal van gebieden zijn voorstellen bij U aanhangig. Over de afhandeling daarvan zal in gemeen overleg moeten worden beslist. Vaststaat, dat veel inspanning van U zal worden gevraagd. U zult ongetwijfeld een belangrijk wetgevend program te behandelen krijgen, waarbij al Uw aandacht zal zijn vereist voor het nemen van ernstige beslissingen om onze economische en maatschappelijke moeilijkheden het hoofd te bieden. Gesteld tegenover zo grote en verantwoordelijke taken die ons wachten, spreek ik de hoop uit dat wij allen tot de vervulling daarvan de kracht zullen ontvangen. Hiermee verklaar ik de zitting der Staten-Generaal geopend.

 

1976

 

(Troonrede 21 september 1976)

Leden der Staten-Generaal, Ongetwijfeld gaan de gedachten nu terug naar de moeilijke periode die achter ons ligt. Laten wij vandaag, in het besef van een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid, vooral zien naar het vele wat ons te doen staat. Er wachten het komende parlementaire jaar zware taken. Na de diepste inzinking sinds 1945 heeft de economische ontwikkeling in de westerse wereld een keer ten goede genomen. Het herstel komt echter slechts langzaam op gang. Het inflatietempo is naar verhouding hoog gebleven en de werkloosheid is hardnekkig van aard. Wat de regering voor ogen staat is werk voor iedereen in een samenleving, waarin minder ongelijkheid heerst en ieder gelijke ontplooiingsmogelijkheden heeft. Daarom is het beleid toegespitst op het behoud van bestaande en het scheppen van nieuwe arbeidsplaatsen en op het terugdringen van de inflatie. Alleen als dit gelukt, blijft het mogelijk om de collectieve voorzieningen te waarborgen, met voorrang voor de zwaksten in de samenleving. Dan ook kan uitzicht worden geboden op een bescheiden groei van de koopkracht van de burgers in de komende jaren. Dit beleid vindt zijn weerslag in de rijksbegroting 1977. De verzwaring van de druk van de collectieve lasten blijft binnen de gestelde norm van 1% van het nationals inkomen. De regering stelt geen verhoging van belastingtarieven voor. De vorig jaar ingevoerde tijdelijke verlichting van sociale premies en van de loon– en inkomstenbelasting worden blijvend. De inflatiecorrectie zal voor 8o% worden toegepast. Hogere bedragen voor reiskosten zullen van de inkomstenbelasting mogen worden afgetrokken. De bestaande regeling voor de zelfstandigenaftrek wordt volgend jaar gehandhaafd. Met de jaarwisseling zal U het voorstel van wet bereiken ter uitwerking van het aangekondigde nieuwe instrument voor een gerichte aanmoediging van investeringen, dat per 1 april a.s. in werking moet treden. Om diezelfde investeringen te bevorderen zullen meer gecoördineerde regelingen voor het vergunningenbeleid ter hand worden genomen. Nieuwe inspanningen ten behoeve van de werkgelegenheid vooral in de zwakkere regio’s zullen op gang worden gebracht. Belangrijke bedragen blijven bestemd voor steun en begeleiding van individuele bedrijven; daarbij zal meer aandacht gegeven worden aan structurele oplossingen. Ter bestrijding van de werkloosheid onder jongeren onderzoekt de regering de mogelijkheid tot het aanmoedigen van deelarbeid, alsmede het verruimen van de mogelijkheid voor oudere werknemers om zich ten behoeve van de werkgelegenheid van jongeren uit het arbeidsproces terug te trekken. In dit verband hecht de regering grote betekenis aan de experimenten die in de onderwijssector zijn begonnen. Dit najaar zal de regering bezien of aanvullende conjuncturele maatregelen noodzakelijk zijn. De droogte van de afgelopen zomer heeft veel landbouwbedrijven in moeilijkheden gebracht. Waar nodig zal de regering maatregelen treffen om het agrarisch produktiepotentieel op een verantwoord peil te houden. Een duurzaam herstel van de economische groei en van de werkgelegenheid, onder handhaving van een verantwoord peil van de collectieve voorzieningen komt in zicht, indien alle inkomensgroepen bereid zijn daartoe hun bijdrage te leveren. De regering vertrouwt erop dat de sociale partners in komend overleg daarvoor oog zullen hebben. De heden aan U aangeboden macro-economische verkenning laat zien dat wanneer deze bereidheid aanwezig is, gerekend mag worden op een beweging naar herstel van investeringen en werkgelegenheid. Grote voorzichtigheid is geboden om te voorkomen, dat het herstel weer in gevaar komt. Als wij die voorzichtigheid betrachten komt een prijsstijging binnen ons bereik die lager is dan in enig jaar na 1970 haalbaar is gebleken. Om dit te verwezenlijken kan in 1977 een strak prijsbeleid niet worden gemist. Alleen een gezamenlijke krachtsinspanning zal het mogelijk maken de opgaande lijn die zich voor onze welvaart in het komende jaar aftekent ook naar een verdere toekomst door te trekken. De regering hecht daarbij aan de verwezenlijking van voorstellen, die erop zijn gericht om de sociale partners beter in staat te stellen hun verantwoordelijkheden binnen en buiten de onderneming waar te maken. Met het oog daarop zal U, naast de reeds ingediende voorstellen met betrekking tot de vermogensaanwasdeling en de ondernemingsraden, op korte termijn een wetsontwerp bereiken betreffende de openbaarheid van inkomens uit arbeid van werknemers en beoefenaren van vrije beroepen. Dit najaar zal een voorontwerp worden gepubliceerd van een raamwet inkomensvorming, die een belangrijke uitbreiding beoogt van de instrumenten voor het voeren van een inkomenspolitiek. Op korte termijn zal een wetsontwerp worden ingediend tot matiging van de pensioenopbouw van politieke ambtsdragers. Het kabinet zal het gebruikelijke overleg openen met de betrokken organisaties over een verdergaande matiging van de hoogste salarissen in de overheidssfeer met ingang van 1977. Voor het eerst zullen U thans ook meerjarenramingen worden aangeboden over de ontwikkeling van de sociale verzekeringen in dejaren 1977–1980. De wetsontwerpen, die reeds voor 1977 een beperking van de uitgavenstijging moeten bewerkstelligen, zullen U binnenkort bereiken. Daarbij zulien inkomensverschillen worden verkleind. In aanvulling op de invoering van de Algemene Arbeidsongeschiktheidsverzekering per 1 oktober a.s. wil de regering in de eerste helft van 1977 de regeling in werking stellen die oudere zelfstandigen in de leeftijd van 58 tot 65 jaar onder bepaalde voorwaarden de garantie voor een minimum inkomen biedt. Omdat vele deelnemers aan het verzet, vervolgden en andere oorlogsslachtoffers nog in benarde omstandigheden verkeren heeft de regering besloten tot verbetering van hun financiële positie. De daartoe nodige voorstellen tot wetswijziging zullen U spoedig bereiken. Minder ongelijkheid is vooral ook afhankelijk van de mogelijkheden die het onderwijs biedt. Met erkenning van de eigen verantwoordelijkheid van met name het bijzonder onderwijs, spant de regering zich in voor verbetering en vernieuwing van de onderwijsvoorzieningen. Met voorrang wordt daarbij aandacht geschonken aan groepen die om sociale of economische redenen tot dusver het minst profijt van het onderwijs hebben gehad. In het lager onderwijs zullen de klassen in 1977 verder worden verkleind. Het ontwerp van wet op het basisonderwijs kan nog in deze zittingsperiode worden verwacht. Met de discussienota ‘Contouren van een toekomstig onderwijsbestel’ heeft het kabinet velen betrokken bij de gedachtenvorming over het onderwijs in de toekomst. Een vervolg op deze nota zal in het voorjaar van 1977 verschijnen. Een beleidsnota over de geleidelijke invoering van sectorraden voor de meerjarenplanning van het wetenschappelijk onderzoek zal U binnenkort bereiken. Over de emancipatie van de vrouw zal de regering U dit zittingsjaar denkbeelden voor een beleid op langere termijn voorleggen. In afwachting daarvan wordt het bestaande beleid versterkt en uitgebreid, onder andere door subsididring van vrouwenhuizen en voorlichtingsprojecten. De kwaliteit van het bestaan hangt in hoge mate af van een goede huisvesting en leefomgeving. Bijna twee-derde van alle woningen in ons land is na 1945 tot stand gekomen en draagt dus de kenmerken van een enkele generatie. We moeten daarom zuinig zijn op de woningen en gebouwen van oudere tijden. Ook in het stadsvernieuwingsbeleid zal deze waardering tot uiting komen. Bij de nieuwbouw wordt verscheidenheid zoveel mogelijk bevorderd. Een dezer dagen biedt de regering U een drietal wetsontwerpen aan over de huur van woonruimte. Ze vormen een afronding van het nieuwe huur– en subsidiebeleid. Dit beleid biedt tevens een grondslag voor nieuwbouw, afgestemd op kwaliteit en nieuwe behoeften. In het komend zittingsjaar zal het kabinet structuurschema’s voorleggen waarin de ruimtelijke aspecten van het verkeer en vervoer, de vaarwegen en de volkshuisvesting worden behandeld. De regering vertrouwt erop dat het mogelijk zal zijn de behandeling van de belangrijke wetsontwerpen inzake de herziening van de onteigeningswet en het scheppen van een voorkeursrecht voor gemeenten in deze zittingsperiode tot een goed einde te brengen. Het Waddengebied dient als onvervangbaar natuurgebied behouden te blijven. Na de periode van inspraak zal een definitieve beslissing worden genomen over de wijze waarop dit doel kan worden bereikt. Nog dit jaar zal U een ontwerp tot wijziging van de wet op de Ruimtelijke Ordening worden aangeboden. De regering blijft voorrang geven aan het gebruik van het openbaar vervoer. Volgend jaar zal het rijk meer dan 2 miljard besteden aan het openbaar vervoer in stad, streek en land. Daarnaast beseft de regering het belang van de auto voor velen. De leefbaarheid van ons land vraagt echter om een beheerst gebruik daarvan. Het gevoerde beleid voor de verkeersveiligheid heeft het aantal slachtoffers de afgelopen jaren duidelijk doen dalen. Het in de laatste maanden weer toegenomen aantal ongelukken vraagt om een hernieuwde inspanning. Terwille van de kwaliteit van het water is het verheugend dat overeenstemming is bereikt over de verdragen ter beperking van de zoutbelasting en de chemische verontreiniging van de Rijn. Om redenen van energiebesparing en vrijetijdsbesteding zal de regering voorstellen het komende voorjaar de zomertijd in te voeren. gen ontwerp van wet Algemene Bepalingen Milieuhygiëne zal regels geven voor inspraak en beroep en voor coördinatie bij de vergunningverlening. In de gezondheidszorg wordt naast kostenbeheersing in sterke mate verbetering van de preventie nagestreefd. Een wetsontwerp betreffende bevolkingsonderzoek zal binnenkort aan adviesinstanties worden toegezonden. De ontwikkeling naar democratisering en spreiding van zeggenschap ontmoet bezwaren en weerstanden. De regering onderkent de problemen, die inspraak oproept voor de besluitvorming. Zij meent echter, dat voortgang op de weg van het vergroten van de mondigheid van de burgers geboden is. Met de binnenkort in te dienen wetsontwerpen wordt een belangrijke stap gezet naar modernisering van het binnenlands bestuur. Streven naar decentralisatie kenmerkt ook de wettelijke maatregelen die op komst zijn, tot versterking van de zeggenschap van de burgers en van de rechtszekerheid van alle bij het welzijnsbeleid betrokkenen. In het kader van de algehele grondwetsherziening zijn waarborgen voor de individuele en maatschappelijke rechten van de burger neergelegd in de wetsontwerpen inzake klassieke en sociale grondrechten. Binnenkort zullen U wetsontwerpen bereiken inzake verkiezing, inrichting en samenstelling van de Staten-Generaal. Aanvaarding van de voorstellen tot herziening van de Grondwet zal ertoe leiden dat komend voorjaar ook de Eerste Kamer der Staten-Generaal zal worden ontbonden en opnieuw verkozen. Het kabinet zal zijn standpunt inzake een eventuele herziening van de structuur van de onderneming bepalen na ontvangst van het gevraagde SER-advies. Intussen beraadt het zich over een wettelijke regeling van een commissaris algemeen belang bij de grootste vennootschappen. In het belang van de veiligheid van de bevolking wordt de samenwerking tussen de politiekorpsen verbeterd. Een algehele herziening van de wetgeving op het gebied van de wapenhandel is in aantocht. Een wetsontwerp dat de toepassing van geldboetes boven vrijheidsstraffen wil aanmoedigen, zal U spoedig bereiken. Een nota over de actucle vraagstukken van het gevangeniswezen wordt U vandaag aangeboden. In de afgelopen drie jaar werd ons land zesmaal geconfronteerd met terroristische acties waarbij onschuldige burgers werden gegijzeld. De regering werkt, ook in internationaal verband, aan de verbetering van preventieve maatregelen en van de coördinatie bij de bestrijding van terreurdaden. Een verdere ontspanning tussen Oost en West is noodzakelijk. Maar deze kan alleen worden verwezenlijkt wanneer alle betrokken staten de vorig jaar in Helsinki overeengekomen beginselen over veiligheid en samenwerking in Europa ook werkelijk in praktijk brengen. Daarnaast moeten concrete resultaten worden geboekt in het overleg in Wenen over wederzijdse vermindering van de militaire sterkte. In het ontwapeningsbeleid staat het terugdringen van de risico’s van kernbewapening voorop. Ons land levert een alleszins redelijke bijdrage tot de bondgenootschappelijke verdediging. De sterk toenemende kosten van deze verdediging dwingen echter tot een versterking van de onderlinge samenwerking en taakverdeling binnen het bondgenootschap. Binnen dat kader dienen de beslissingen te worden genomen over nieuwe grote investeringsprojecten voor de Nederlandse krijgsmacht. De Europese Gemeenschap behoeft voor alles een versterking van haar interne samenhang. Ernstig moet worden gepoogd het economisch beleid van de lid-staten beter te coördineren en de politieke samenwerking te verbreden en te verdiepen. Vanuit die overtuiging vervult Nederland thans het voorzitterschap van de Gemeenschap. Rechtstreekse verkiezingen voor het Europese Parlement in 1978 zijn een eerste stap naar een werkelijk democratisch Europa. Met ontsteltenis beziet de regering de situatie in Zuidelijk Afrika, waar de blanke regeringen in Rhodesië en Zuid-Afrika nog steeds niet bereid blijken de bakens te verzetten. Alleen als de rechten van de niet blanke bevolking in Zuidelijk Afrika worden erkend en gerespecteerd, kunnen nog ernstiger ontwikkelingen worden voorkomen. In samenwerking met andere staten zullen wij ons inzetten voor een bedindiging van het apartheidsregime. In 1977 zal opnieuw 1,5% van het nationale inkomen worden besteed aan ontwikkelingshulp. Velen ervaren dit als een reëel offer, maar wij vertrouwen op de bereidheid dit offer te brengen omdat de hulp vooral wordt gericht op de armste landen en bevolkinsgroepen in de wereld. Dit is het centrale thema van de beleidsnota over de Nederlandse bilaterals hulp die U heden wordt toegezonden. Nederland blijft zich, op weg naar een nieuwe internationale economische orde, inzetten voor concrete onderhandelingen over de grondstoffenproblematiek en voor maatregelen ter verlichting van de schuldenlast van de arme landen. Over de toekomstige staatkundige en sociaal-economische structuur van de Nederlandse Antillen zullen dit parlementaire jaar adviezen worden uitgebracht. Leden der Staten-Generaal, Bij zijn optreden heeft het kabinet zijn beleid gesteld in het teken van spreiding van inkomen, kennis en macht. Veel werd gerealiseerd, tot veel werd een aanzet gegeven. Het economische getij is tegen. De regering ziet een nauwe samenhang tussen de bereidheid de offers te brengen die nodig zijn om de economische moeilijkheden te overwinnen, en de voortgang van de hervorming van onze samenleving. Daarom hecht de regering aan een spoedige behandeling van de wetsontwerpen, die beogen de verantwoordelijkheid voor het besturen van onze economie te spreiden over alle betrokkenen. Het gaat om het perspectief van een samenleving, waarin gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt aanvaard op grondslag van gemeenschappelijke zeggenschap. Veel arbeid, inspanning en visie zal worden gevraagd om dat doel te bereiken. Met het uitspreken van de hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

 

1975

 

(Troonrede 16 september 1975)

Leden der Staten-Generaal, De werkloosheid is in vele landen van de westerse wereld gestegen tot een peil dat niet meer mogelijk was geacht. Een inzinking van tijdelijke aard gaat gepaard met verschijnselen die wijzen op een meer duurzame verstoring van het economische evenwicht. Hoewel voor het komende jaar enige opleving van de economie wordt verwacht, moet daarbij toch gerekend worden met een blijvend tragere groei en het nog voortduren van omvangrijke werkloosheid. Diepgaand internationaal beraad is nodig om te komen tot een gezamenlijk antwoord op deze ontwikkeling die voor arme en rijke landen ingrijpende gevolgen heeft. In het overeen te komen beleid zullen nieuwe inzichten tot uitdrukking moeten komen over het verband tussen groei en werkgelegenheid en over de ondeelbaarheid van de wereldeconomie. Voor het eerst in de na-oorlogse periode zijn, met de wereldhandel, de Nederlandse uitvoer en produktie gedaald. Reeds in een vroeg stadium van de economische inzinking heeft de regering gepoogd om met stimuleringsprogramma’s de toeneming van de werkloosheid tegen te gaan. Zij heeft daarmee de bestedingen voor nog verder inzakken behoed en op velerlei wijze hulp geboden aan het bedrijfsleven. Deze maatregelen hebben evenwel niet de vermindering van de vraag uit het buitenland kunnen goedmaken. Het feit, dat een zo groot aantal van ons thans werkloos is, gebiedt ons vele wensen ondergeschikt te maken aan hun toekomst. Het verplicht tot solidariteit in de verdeling van inkomen en werk. De mogelijkheid wordt nader verkend van een betere verdeling van de werkgelegenheid over de beroepsbevolking. De beleidsvoorstellen die de regering U heden voorlegt zijn in velerlei opzicht gericht op een duurzame verbetering van onze economie en daarmee op het veilig stellen van de basis van onze collectieve voorzieningen. Een van de voorwaarden voor het behouden en scheppen van arbeidsplaatsen is een matiging van de stijging van arbeidskosten. Om dit mogelijk te maken en in het zich van een langzamere economische groei, zal de stijging van de overheidsuitgaven en van de uitgaven voor de sociale voorzieningen minder moeten zijn dan de toeneming, waarvan eerder is uitgegaan. De regering blijft ernaar streven lacunes in ons stelsel van sociale zekerheid geleidelijk op te heffen. Zij onderzoekt welke maatregelen kunnen leiden tot beperking van de kostenstijging op het terrein van de sociale voorzieningen in brede zin, mede gezien de sterke toeneming van het aantal nietactieven in onze maatschappij. De regering wil de inkomensverschillen verder verkleinen. Nu er weinig te verdelen valt, is het des te meer noodzakelijk dit weinige rechtvaardig te verdelen. Door deze overtuiging heeft de regering zich laten leiden bij de keus van de prioriteiten in het uitgavenbeleid en bij de verdeling van de lasten. Zij meent dat hetzelfde uitgangspunt ook tot uitdrukking dient te komen in het geheel van de inkomensvorming in 1976. Rond de jaarwisseling zal U een wetsontwerp bereiken om werknemers te doen delen in de vermogensaanwas van ondernemingen. Een voorontwerp van wet op de inkomensvorming zal worden gepubliceerd. Nieuwe wettelijke maatregelen zijn in voorbereiding ter versterking van de positie van de consurnent. Terwille van de noodzakelijke versterking van onze economie is de stijging van de belastingdruk zo beperkt mogelijk gehouden. De regering is zich bewust van de problemen verbonden aan de financiering van het wederom toenemende begrotingstekort. Zij onderkent daarvan de risico’s, doch meent dat deze onder de huidige omstandigheden als onvermijdelijk moeten worden aanvaard. Een belangrijk deel van de maatregelen is erop gericht vermindering van de stijging van prijzen en inkomens mogelijk te maken. Het rijk zal in 1976 opnieuw een groot bedrag aan sociale lasten overnemen. De voor 1976 noodzakelijke verhoging van het 16%-tarief van de omzetbelasting zal pas op 1 juli ingaan. De per 1 april van dit jaar ingevoerde tijdelijke maatregelen in de sfeer van de loon– en inkomstenbelasting en de vervroegde afschrijving worden tot eind 1976 gehandhaafd. De regering zal extra middelen ter beschikking stellen ter verbetering van de onderlinge aanpassing van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en ter verhoging van de kwaliteit van het werk. Naast verdere maatregelen ter opvoering van de bouwactiviteit worden nieuwe initiatieven genomen tot steun aan sectoren en bedrijven. De regering wil bevorderen dat bepaalde ondernemingen gegarandeerde leningen kunnen sluiten om bun krappe financieringscapaciteit te verruimen. De omvangrijke werkloosheid stelt de overheid voor grote financiële lasten, terwijl daartegenover de ruimte voor vergroting van overheidsuitgaven in de komende jaren beperkt zal zijn. Daarom zijn niet alleen de meerjarenafspraken herzien maar wordt U tevens voorgesteld enkele belastingen te verhogen. De motorrijtuigenbelasting wordt verhoogd, vooral voor grotere auto’s. De accijnzen op alcohol, wijnen en enige tabakswaren en de assurantiebelasting worden verzwaard. In de loon– en inkomstenbelasting wordt een correctie voor de geldontwaarding voor 8o% toegepast, met een extra beperking voor de hogere inkomens. Deze aanpassing is vooral van belang voor de lagere– en middeninkomens. De tariefpercentages zullen met één punt stijgen met uitzondering van het laagste tarief. De aftrek van reiskosten in het woonwerkverkeer voor werknemers wordt verruimd. De belastingheffing op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen aan gehuwde vrouwen wordt verzacht. De regering wil een eind maken aan de situatie dat bejaarden met geringe aanvullende inkomsten netto minder ontvangen dan bejaarden die uitsluitend AOW-pensioen genieten. Mede gelet op de moeilijke inkomenspositie van vele ondernemers in het midden– en kleinbedrijf en in de land– en tuinbouw bevat het beleidsprogram voor 1976 een aantal bijzondere voorzieningen ten behoeve van zelfstandigen. De fiscale reserveringsmogelijkheden voor de oude dag worden belangrijk verbeterd. Een groot deel van het bedrijfsvermogen wordt van vermogensbelasting vrijgesteld. De belasting van inkomsten van de in het bedrijf meewerkende vrouw wordt verlicht. De vrijstelling van premiebetaling voor de volksverzekeringen wordt per 1 januari 1976 verruimd, hetgeen kleinere zelfstandigen ten goede zal komen. Over het U heden gepresenteerde samenstel van beleidsvoornemens wil het kabinet ook in overleg treden met het georganiseerde bedrijfsleven.Nog dit jaar zal een langere-termijnraming van de behoefte aan bouwwerken gereedkomen; mede op basis daarvan wil de regering in 1976 komen tot een meerjarenprogrammering van de bouwproduktie. In de woningbouw wordt voor 1976 gestreefd naar handhaving van het niveau van het aantal in 1975 in aanbouw te nemen woningen, waarbij voor de bouw van wooneenheden voor één of twee personen meer plaats wordt ingeruimd. De uitvoering van het huur– en subsidiebeleid zal worden voortgezet door invoering van een regeling voor beschermd eigen-woningbezit ten dienste van de lagere inkomensgroepen. Een begin wordt gemaakt met uiteenlopende huurverhogingen voor woningen van verschillende kwaliteit. Mede met het oog daarop is een omvangrijke reorganisatie en uitbreiding van de huuradviescommissies in gang gezet. In de loop van 1976 zal het aangekondigde ontwerp van de huurprijzenwet woonruimte worden ingediend. U kunt een wetsontwerp tegemoet zien dat ertoe strekt het fonds snelle kweekreactor een langere looptijd en geleidelijk een andere bestemming te geven ter financiering van het nieuwe energiebeleid. In een binnenkort uit te brengen nota zal het kabinet zijn visie geven op de ontwikkeling en versterking van de economische structuur van ons land. Het gaat daarbij niet alleen om de versteviging van die structuur maar ook om de verdere vermaatschappelijking daarvan. Daarom zullen in deze nota belangrijke vraagstukken op het gebied van de economische orde en met name de vraag naar de gewenste omvang en richting van investeringen worden uitgewerkt. Een wetsontwerp betreffende de samenstelling en bevoegdheden van ondernemingsraden zal U nog dit kalenderjaar bereiken. Voor de veiligheid en gezondheid van werknemers en de verbetering van hun werkomstandigheden komen nieuwe wettelijke maatregelen. Dezer dagen zal een voorstel worden ingediend tot invoering van de gebruikswaarde als grondslag voor de vergoeding bij onteigening. Gelijktijdig zal U worden voorgesteld een voorkeursrecht voor gemeenten bij de verkoop van daartoe aangewezen onroerend goed in te voeren. Toekenning van een voorkeursrecht aan andere overheidslichamen kan elders worden geregeld, zoals in het aangekondigde wetsontwerp stadsvernieuwing. Het wetsontwerp tot reorganisatie van het binnenlands bestuur zal worden ingediend. Bij de voor te stellen herverdeling van taken en bevoegdheden tussen provincies-nieuwe stijl en gemeenten gaat de regering tevens uit van het streven naar verdere decentralisatie van rijkstaken en van de erkenning dat rijk, provincie en gemeente staan voor de vervulling van een gemeenschappelijke taak. Het welzijnsbeleid zal hoge prioriteit behouden ondanks de beperkingen die de huidige economische situatie ons oplegt. De bevolking moet betere mogelijkheden krijgen om deel te nemen aan sociaal-culturele activiteiten. Speciale aandacht zal worden gegeven aan hen die buiten het arbeidsproces kwamen te staan en aan hen die anderszins in moeilijke omstandigheden verkeren. De opening van bureaus voor rechtshulp en de experimenten op het gebied van de sociale advocatuur zijn erop gericht om voor mensen in maatschappelijk kwetsbare posities de rechtsbijstand te vergemakkelijken. Het voorstel tot instelling van pen ombudsman, die als commissaris van onderzoek klachten over het optreden van de centrale overheid behandelt, zal nu spoedig worden ingediend. Voor klachten over het optreden van de onafhankelijke rechter wordt een afzonderlijke regeling in het wetsontwerp opgenomen. Om de emancipatie van de vrouw ook na dit jaar te bevorderen, zal in aansluiting op het wereldactieplan van de Verenigde Naties voor vrouwen een vijfjarenplan worden voorbereid. Over gelijke kansen en behandeling in de arbeid worden in brede kring adviezen ingewonnen. Een voorstel is in voorbereiding de leeftijd van meerderjarigheid te verlagen tot 18 jaar en in verband daarmee, de financiële verplichtingen van ouders jegens hun meerderjarige kinderen nader vast te stellen. De vooral dit jaar toegenomen migratie uit Suriname stelt onze samenleving voor ernstige problemen. De regering waardeert het dat zovelen willen meewerken de noodzakelijke oplossingen te vinden voor opvang en begeleiding, huisvesting en werkgelegenheid. De regering hoopt dat aan de hand van de gepubliceerde nota over het onderwijsbestel een brede gedachtenwisseling op gang zal komen over aard, taak en opzet van ons onderwijs in de toekomst. Een voorontwerp van wet op het onderwijs voor 4 tot 12-jarigen wordt ter discussie gesteld. Er komt een wetsontwerp ter verbetering van de aansluiting tussen het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. De vernieuwing van het buitengewoon onderwijs voor gehandicapte kinderen zal grote aandacht krijgen. Voor de eerste maal wordt U, tegelijk met de begroting, het wetenschapsbudget aangeboden. De regering wil het wetenschappelijk potentieel in zijn huidige omvang in stand houden maar belangrijke accentverschuivingen aanbrengen, opdat het wetenschappelijk onderzoek zich beter kan richten op vraagstukken die samenhangen met de beoogde selectieve groei. De wil tot behoud en herstel van onze steden krijgt gestalte in de komende Verstedelijkingsnota, het spoedig in te dienen wetsontwerp op de stadsvernieuwing en het in werking treden van een subsidieregeling voor de voorbereiding en uitvoering van een stadsvernieuwingsplan. De regering blijft zich ook verder inspannen om de gemeenten de nodige financidle armslag te geven voor de vervulling van hun vele taken. De verhoging van de diverse uitkeringen zal naar verhouding vooral ten goede komen aan gemeenten met bijzondere problemen. Het beleid is gericht op beteugeling van de groei van het autoverkeer en bevordering van het openbaar vervoer, vooral in stedelijke gebieden. Een meerjarenplan voor het personenvervoer wordt U binnenkort voorgelegd. Het gebruik van de fiets en de veiligheid van de voetganger krijgen daarin een belangrijke plaats. De in 1973 begonnen daling van het aantal dodelijke ongelukken in het verkeer heeft zich in 1974 en ook dit jaar gelukkig voortgezet. Een nationaal beleidsplan om een verdere vermindering van het aantal slachtoffers te bereiken zal U binnenkort worden aangeboden. De werkzaamheid voor het behoud van onvervangbare natuurgebieden en waardevolle cultuurlandschappen wordt versterkt. Dit parlementaire jaar zal de regering haar plannen voor het Waddengebied bekendmaken. In het belang van het milieu alsook ter besparing van grondstoffen en energie worden beleidsmaatregelen voorbereid om het ontstaan van afvalstoffen te beperken en elementen daarvan opnieuw te gebruiken. Een wetsontwerp geluidhinder wordt spoedig ingediend. In aansluiting op de nota over de structuur van de gezondheidszorg zal een zestal wetsontwerpen worden ingediend, waaronder die tot regeling van de gezondheidsvoorzieningen en van een volksverzekering tegen ziektekosten. De ondertekening van de slotakte van de conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa kan een belangrijke stap betekenen op de weg naar ontspanning en samenwerking tussen Oost en West. Voorwaarde daartoe is de bereidheid om het overeengekomene ook in daden om te zetten. Te betreuren is dat op het punt van de veiligheid weinig concrete afspraken tot stand zijn gekomen. Des te meer is het van belang dat de impasse in de Weense conferentie over wederzijdse en evenwichtige vermindering van strijdkrachten spoedig wordt doorbroken. Met het oog hierop acht de regering het van belang dat ook tactische nucleaire wapens in het onderhandelingspakket worden opgenomen. De in de Defensienota 1974 vervatte plannen op langere termijn zullen worden bijgesteld. Om financiële redenen zijn ook voor 1976 reeds enkele ingrepen in de bestaande plannen noodzakelijk. Daarover wordt overleg gepleegd met de Atlantische bondgenoten. Bij het overleg over de totstandkoming van een Europese Unie zal de regering zich inspannen om het integratieproces nieuwe impulsen te geven. De noodzaak van een democratischer en doelmatiger besluitvorming staat daarbij voorop. Daarom ook hecht de regering grote betekenis aan de afspraak om in 1978 te komen tot rechtstreekse verkiezingen voor het Europees Parlement. De gevolgen van de economische crisis treffen de armste landen het hardst. Des te groter is de betekenis geworden van het door Nederland gesteunde plan van de Verenigde Naties voor een nieuwe economische wereldorde. De voorbereiding van de conferentie van producenten– en consumentenlanden wordt spoedig hervat. De regering acht het van wezenlijk belang dat niet alleen energie– maar ook grondstoffen– en ontwikkelingsproblemen in deze dialoog worden betrokken. De Nederlandse hulpverlening aan ontwikkelingslanden zal in 1976 verder worden verhoogd en het niveau bereiken van 1 1/2 % van het nationale inkomen. De hoofddoelstelling van de ontwikkelingssamenwerking is onverminderd dat zij ten goede moet komen aan de armste landen en bevolkingsgroepen. Naar verwachting zal Suriname spoedig volledig onafhankelijk worden. De regering hoopt dat de nieuwe staat, gegrond op een bestel waarin de fundamentele rechten en vrijheden zijn verankerd, zich voorspoedig zal ontwikkelen. Door te sluiten verdragen zal een bijzondere band met het Koninkrijk blijven bestaan. Het Statuut voor het Koninkrijk blijft voor Nederland en de Nederlandse Antillen van kracht. Leden van de Staten-Generaal, Wetsontwerpen hebben U bereikt en nieuwe zijn U heden aangekondigd, waaraan de regering grote betekenis hecht. Geringere economische mogelijkheden zullen leiden tot minder materiële vooruitgang. Des te meer komt het nu aan op de verwezenlijking van een ontwikkeling naar meer gelijkwaardigheid en zichtbare solidariteit van de sterken met de zwakken. In goed overleg zullen beslissingen moeten worden genomen, waarvan vele met ver reikende gevolgen. Met het uitspreken van de hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

 

1974

 

(Troonrede 17 september 1974)

Leden der Staten-Generaal, Ons land is opgeschrikt door een daad van terreur, waarbij het leven van onschuldigen wordt bedreigd. Het optreden van de regering is voor alles gericht op de ongedeerde vrijlating van de gegijzelden. Ons volk hoopt en bidt dat dit mag gelukken. Het conflict in het Midden-Oosten en de strijd om Cyprus hebben opnieuw bewezen hoezeer het behoud van de vrede en de opbouw van de internationale rechtsorde een niet aflatende inspanning vergt. Verheugend en bevrijdend is het dat in Portugal en Griekenland regeringen aan het bewind zijn gekomen die de democratie willen herstellen. De onafhankelijkheid van de Portugese gebieden in Afrika is binnen bereik gekomen. Dekolonisatie en democratisering moeten gepaard gaan met versterking van de banden van beide landen met de Europese Gemeenschap. Hoezeer winst voor de democratie in Europa en de ontwikkeling in Afrika nieuwe perspectieven openen, er is nog een moeilijke weg te gaan. Dat geldt ook voor het overwinnen van de onaanvaardbare tegenstelling tussen arme en rijke landen. Ook in dat licht wil de regering het gezag en de doeltreffendheid van de Verenigde Naties helpen versterken. De Nederlandse hulpverlening zal in het komende jaar met bijna een derde worden verhoogd. In het vierjarenplan dat U heden ontvangt is de doelstelling verwezenlijkt dat de ontwikkelingshulp met ingang van 1976 1 1/2 % van het nationale inkomen zal bedragen. De keuze van landen waaraan Nederland rechtstreeks ontwikkelingshulp verleent zal meer dan voorheen worden bepaald door de mate van armoede, de behoefte aan bijstand en door het aldaar gevoerde beleid. De mogelijkheden voor onmiddellijke hulpverlening bij hongersnoden en overstromingen worden verruimd. Nederland zal bijdragen aan structurele maatregelen ter bestrijding van de toenemende voedselschaarste. De scherp gestegen prijzen van grondstoffen en energie hebben in de wereld het gevaar opgeroepen van economische teruggang en grote werkloosheid. Internationale samenwerking gericht op behoud van werkgelegenheid is thans geboden. In ons land heeft de ongekende invoerprijsstijging het voorgenomen beleid tot vermindering van inflatie en werkloosheid doorkruist. Al heeft Nederland de energiecrisis naar verhouding goed doorstaan, de uitvoering van het wetgevend program van het kabinet is er wel door vertraagd. Met de plannen die de regering nu ontvouwt beoogt zij de binnenlandse bestedingen te vergroten, de werkloosheid terug te dringen en de uitvoering van haar program vaart te geven. De rijksbegroting is voor het eerst geplaatst in het perspectief van beleidsafspraken voor een vierjarige periode. De principiële uitgangspunten van het kabinet komen tot uitdrukking in een sterke verhoging van de uitgaven voor welzijn en onderwijs, ontwikkelingshulp en sociale voorzieningen, subsidies voor volkshuisvesting, openbaar vervoer en stadsvernieuwing. De ontwikkeling naar een samenleving met minder ongelijkheid, zoals dit kabinet die voor ogen heeft, krijgt hierin gestalte. De begroting 1975 doet de uitgaven van rijk en gemeenten aanzienlijk stijgen en schept ruimte voor een toeneming van het vrij besteedbaar inkomen. Om deze inkomensverbetering te verwezenlijken zonder de inflatie aan te wakkeren, is gekozen voor een verlichting van lasten in de sfeer van belastingen en sociale premies. De regering acht deze verlichting temeer gewenst nu de aardgasprijzen uit een oogpunt van een verantwoord energiebeleid moeten worden verhoogd. De overheidsbijdrage aan het Ouderdomsfonds wordt met ruim f 500 mln. extra vergroot, waardoor premiestijging bij de AOW zal verminderen.Een verlaging van de loon– en inkomstenbelasting wordt voorgesteld waarvan de lagere inkomens naar verhouding het meest zullen profiteren. De inflatiecorrectie bij de loon– en inkomstenbelasting zal voor 8o% worden toegepast. In afwachting van de komende beslissing over de invoering van een vermogenswinstbelasting zal het dit jaar verhoogde tarief in de vermogensbelasting voor 1975 worden gehandhaafd. De regering vertrouwt erop ook na het vervallen van de machtigingswet te kunnen rekenen op de medewerking van de sociale partners. Zij wil met hen de komende maanden intensief overleg plegen. Daarbij wenst zij ook de problemen te betrekken die voortvloeien uit sterk uiteenlopende rendementen en onevenredige winsten in ondernemingen. Zij wil een strak prijsbeleid handhaven. Zij hecht grote waarde aan de totstandkoming van een centraal akkoord over het arbeidsvoorwaardenbeleid in 1975, zowel ter beteugeling van de inflatie als voor de voortzetting van een inkomensbeleid dat in beginsel alle inkomensgroepen omvat. Op mogelijkheden en grenzen van een verdere verkleining van de inkomensverschillen zal nader worden ingegaan in de eind van dit jaar uit te brengen interimnota. De regering acht het behoud van een gezond en breed gespreid midden– en kleinbedrijf, ook in de landbouw, maatschappelijk van grote betekenis. Op de scherpe inkomensdaling in de landbouw heeft zij gereageerd met een aantal maatregelen, die door verdergaande regelingen in Europees verband zullen moeten worden gevolgd. Overigens wil de regering de positie verbeteren van de zelfstandigen in het algemeen. Van de aangekondigde fiscale en sociale maatregelen zullen ook zij voordeel hebben. De regering wil daarenboven een deel van het bedrijfsvermogen vrijstellen van vermogensbelasting en de mogelijkheid tot reservering ten behoeve van de oudedagsvoorziening verder verbeteren. Nog dit kalenderjaar zal zij een wetsontwerp indienen voor een volksverzekering tegen arbeidsongeschiktheid. Aan de Sociaal-Economische Raad zal zij advies vragen over de wens te komen tot een werkloosheidsvoorziening voor zelfstandigen die hun beroep of bedrijf hebben moeten beëindigen. De werkloosheid treft velen hard. De bestrijding ervan staat in het regeringsbeleid centraal. De in de begroting voorziene verhoging van de overheidsuitgaven zal aan rond 45.000 mensen werk kunnen geven, mede door een aantal verbeteringen in de financiële situatie van de gemeenten. De U dezer dagen aan te bieden interimnota over de werkloosheid bevat een nieuw program voor aanvullende werkgelegenheid en maatregelen gericht op het beter doen functioneren van de arbeidsmarkt. Speciale maatregelen worden genomen ter vergroting van werkgelegenheid in de bouw. Voor dit samenstel van maatregelen is een bedrag van f 6oo mln. beschikbaar. Knelpunten van procedurele aard die de voortgang van overheids– en particuliere investeringen belemmeren, zullen worden weggenomen. Nog voor het einde van dit jaar komt de regering met voorstellen voor een meer fundamentele aanpak van de zo hardnekkige structurele werkloosheid. Het industriebeleid gericht op herstructurering van bedrijfstakken zal worden versterkt en aan het regionale beleid zullen extra stimulansen worden gegeven. Voorgesteld wordt de wet selectieve investeringsregeling, zij het in gewijzigde vorm, op 1 januari aanstaande in te voeren. In de spoedig aan te bieden energienota stelt het kabinet een integraal beleid voor om te komen tot een vertraging van de groei van het verbruik en een vergroting van de zekerheid van de energievoorziening. Binnenkort zal U een ontwerp van wet bereiken dat de mogelijkheid biedt regelen te stellen met betrekking tot prijzen voor aardgas, zowel voor afzet in Nederland als voor export. Het aandeel van de overheid in de opbrengsten van het aardgas wordt aanzienlijk vergroot. In deze tijd van toenemend geweld vraagt de bescherming van persoon en goed bijzondere zorg. Het onderzoek naar de oorzaken van de verruwing zal worden verdiept. De regering zal, voorzover dit in haar vermogen ligt, verandering brengen in de maatschappelijke factoren die agressief gedrag in de hand kunnen werken. Op korte termijn zal de politie belangrijk worden uitgebreid en beter voor haar taak toegerust. De resultaten van de invoering van maximumsnelheden duiden erop dat het aantal dodelijke ongevallen in het verkeer aanzienlijk kan worden verkleind. Een nationaal beleidsplan voor de verkeersveiligheid zal U worden aangeboden. Op de weg naar spreiding van macht en meer actieve deelneming aan het bestuur wil de regering in het komende jaar concrete resultaten bereiken. Er moet meer bescherming komen tegen onredelijk handelen van overheid, instellingen en ondernemingen, en meer inzicht in de wijze waarop zij tot hun besluiten komen. Daarom zullen U spoedig wetsontwerpen bereiken over de openheid en openbaarheid van bestuur, de instelling van een ombudsman en een beroepsrecht van de ondernemingsraad tegen bepaalde besluiten van de ondernemer. Voor het eerst zijn gelden uitgetrokken voor subsidiëring van vormingsactiviteiten van politieke partijen. De wettelijke bescherming van de consument wordt verbeterd; een wetsontwerp tegen misleidende reclame zal in 1975 worden ingediend. De regering onderzoekt hoe aan gesubsidieerde instellingen een democratische bestuursvorm kan worden gegeven. Zij heeft bij de Sociaal-Economische Raad aangedrongen op spoed met het gevraagde advies over taak, samenstelling en bevoegdheden van de ondernemingsraad. Zij blijft ernaar streven nog in 1975 tot nieuwe regelingen op dit gebied te komen. De regering ziet verwezenlijking van een gelijkwaardige positie van de vrouw op alle terreinen van onze samenleving als een dringende zaak, niet alleen van wetgeving maar evenzeer van actie en overtuigen. Daartoe zal zij een Nationale Adviescommissie Emancipatie instellen. Zij zal een begin maken met het geven van financiële steun aan kindercentra. De regering hoopt dat de wet die gelijke beloning voor vrouwen afdwingbaar stelt, per 1 januari in werking kan treden. Over de toekomstige ontwikkeling van het gehele onderwijs zal de regering in het komendejaar haar visie bekendmaken. Het verplichte schoolgeld voor het kleuteronderwijs wordt volgend schooljaar afgeschaft. Voor het buitengewoon onderwijs, het onderwijs aan kinderen van buitenlandse werknemers en aan kinderen die door maatschappelijke omstandigheden in hun ontwikkeling worden belemmerd, zullen extra middelen ter beschikking komen. Volgend jaar wordt de tweede dag leerplicht voor 16-jarigen ingevoerd. U kunt de opzet tegemoetzien van één stelsel voor hoger onderwijs en een wetsontwerp voor de oprichting van een instelling van hoger onderwijs te Maastricht. De nota over de organisatie van het wetenschappelijk onderzoek zal het kabinet U nog dit kalenderjaar doen toekomen. Op het gebied van pers, radio en televisie streeft de regering naar het veiligstellen van een veelzijdige meningsuiting en het dienstbaar maken van de media aan permanente vorming. Hierover zult U een nota ontvangen. In haar welzijnsbeleid laat de regering zich leiden door de gedachte dat aan die groepen van de bevolking die minder ontwikkelingskansen hebben, voorrang moet worden verleend. De bescherming van onvervangbare natuurgebieden blijft een hoge prioriteit behouden, zoals tot uiting is gekomen in de behandeling van de Dollard– en Oosterschelde-problematiek. De milieuwetgeving wordt aangepast en uitgebreid, en de ontwikkeling van schone produktieprocessen bevorderd. In de loop van het begrotingsjaar zullen U ontwerpen bereiken voor een Grondwaterwet, een Wet bodembescherming en een Wet afvalstoffen. Een eerste indicatief meerjarenprogramma voor de bestrijding van de vervuiling van het oppervlaktewater kunt U omstreeks de jaarwisseling tegemoetzien. Een dergelijk programmer ten aanzien van de luchtverontreiniging is in voorbereiding, evenals het tweede deel van een programmer van maatregelen ter sanering van het Rijnmondgebied. Een ontwerp van wet inzake geluidshinder zal in 1975 gereedkomen. Dezer dagen ontvangt U een wetsontwerp tot wijziging van de Luchtvaartwet dat voorziet in de vaststelling van geluidszones rondom vliegvelden. In het afgelopen jaar bleek het mogelijk de groei van de kosten voor de gezondheidszorg belangrijk te beperken. Het ligt in het voornemen de overcapaciteit aan ziekenhuisbedden te verminderen. In aansluiting op de nota huur– en subsidiebeleid zal de regering maatregelen voorstellen om de achterstand in huisvesting van jongeren en alleenstaanden weg te werken. Een structuurschema over de wenselijke ontwikkeling op lange termijn van verkeer en vervoer zal verschijnen in samenhang met het tweede deel van de Derde Nota Ruimtelijke Ordening. Daarin wordt het beleid uitgestippeld ten aanzien van spreiding en mobiliteit van de bevolking, de ontwikkeling van groeikernen en de instandhouding en versterking van de steden. In 1975 zal volgens plan de bouw beginnen van de eerste woningen in de nieuwe stad Almere. Een wetsontwerp tot toekenning van een voorkeursrecht aan gemeenten bij verkoop van onroerend goed kunt u dit zittingsjaar tegemoet zien. Tegelijk en in samenhang met het komende wetsontwerp op de stadsvernieuwing zal worden voorgesteld onteigening tegen gebruikswaarde mogelijk te maken. Met de in de Defensienota voorgestelde planner meent de regering de basis te hebben gelegd voor een kwalitatief goede krijgsmacht die in staat is haar bondgenootschappelijke verplichtingen in Noord-Atlantisch verband te vervullen. De regering zet zich in om het spoedig welslagen te bevorderen van de besprekingen over wederzijdse beperking van de strijdkrachten in Centraal Europa en om te bereiken dat de conferentie inzake veiligheid en samenwerking in Europa alsnog een wezenlijke bijdrage tot ontspanning zal kunnen leveren. Een verbod van alle kernproeven acht zij een noodzakelijke bijdrage voor het beteugelen van de nucleaire bewapeningswedloop. Het veelal teleurstellend functioneren van de Europese Gemeenschap mag niet doen vergeten, dat zij een onmisbare plaats inneemt ter verzekering van welzijn en welvaart. Naast versterking blijft fundamentele democratisering van de Gemeenschap geboden. In het komende parlementaire jaar zullen in Koninkrijksverband belangrijke beslissingen moeten worden voorbereid ter verwezenlijking van de onafhankelijkheid van Suriname uiterlijk eind 1975. De regering is bereid alle medewerking te verlenen aan de planmatige voorbereiding van de onafhankelijkheid die de regering van de Nederlandse Antillen zich ten doel heeft gesteld. De sterk toegenomen migratie uit Suriname schept ernstige problemen voor opvang, huisvesting en werkgelegenheid. Er worden maatregelen genomen om deze problemen het hoofd te bieden. Op korte termijn zal met de Surinaamse regering over een samenstel van voorzieningen overleg worden gevoerd. Leden van de Staten-Generaal, Veel hervormingen die het kabinet bij zijn optreden in het vooruitzicht heeft gesteld, zullen dit zittingsjaar door U gewogen moeten worden aan de hand van wetsontwerpen en beleidsnota’s. Veel arbeid en toewijding zal van ons allen worden gevergd. Met het uitspreken van de hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

 

1973

 

(Troonrede 18 september 1973)

Leden der Staten-Generaal, Gaarne maak ik gebruik van de mogelijkheid om ook hier mijn dankbaarheid uit te spreken voor de warme genegenheid die ik uit alle delen van het Koninkrijk heb mogen ondervinden bij de viering van mijn zilveren jubileum. Veel van de verworvenheden van de afgelopen 25 jaar is thans onderwerp van discussie en herbezinning. Onze voorspoed kan niet verhullen dat in onze maatschappij gevoelens van verontrusting, bedreiging en vervreemding toenemen. De aandacht richt zich op wat in de ontwikkeling achterbleef: het inhoud geven aan de gelijkwaardigheid van alle leden van de samenleving, het vergroten van de mogelijkheid om eigen verantwoordelijkheid te dragen en het zorgvuldig beheren van de natuur en haar hulpbronnen. Nog onlangs, bij zijn optreden, heeft het nieuwe kabinet de uitgangspunten en doelstellingen van zijn beleid voor U uiteengezet. Thans valt de nadruk op de maatregelen waarmede het deze doeleinden wil bereiken. De begroting geeft een eerste aanzet tot de door het kabinet gewenste structurele veranderingen in onze maatschappij. In het uitgavenbeleid zijn andere prioriteiten gesteld en is ruimte gemaakt voor nieuwe activiteiten. In het dekkingsplan komt de beoogde verkleining van inkomensverschillen tot uitdrukking. De uitgaven voor welzijnsvoorzieningen worden meer dan evenredig verhoogd. De uitkeringsnorm van de Algemene Bijstandswet zal met ingang van 1 juli 1974 worden gebracht op het netto-bedrag van het dan geldende wettelijk minimumloon. Met de geleidelijke herziening van het jeugdbeschermingsrecht wordt een begin gemaakt. Een wetsontwerp tot herziening van het strafstelsel staat op stapel. Daarmee wordt beoogd de toepassing van vrijheidsstraffen nog verder te verminderen. Van de rechtspraak wordt verwacht dat zij zekerheid biedt, maar de ontwikkelingen in de samenleving toch op creatieve wijze beantwoordt; dat zij dicht bij de mensen staat maar toch haar onafhankelijkheid bewaart. Deze taak wordt steeds zwaarder. Een algehele herziening van de rechterlijke organisatie zal door een binnenkort in te stellen staatscommissie worden voorbereid. Een beleid gericht op welzijn en op een actieve deelneming aan het maatschappelijk leven vereist vernieuwing van onze onderwijsvoorzieningen. Een plan daartoe zal U nog dit najaar worden voorgelegd. Binnenkort zal een aantal scholen worden uitgenodigd om proeven te nemen met een nieuwe basisschool en met een middenschool. Op 1 augustus 1974 wordt de leerplicht voor werkende jongeren uitgebreid met een tweede dag voor 15jarigen; de leerlingenschaal bij het kleuteronderwijs wordt verlaagd van 36 tot 34 en bij het lager onderwijs van 36 tot 33. De regering zal een spoedige behandeling van het wetsontwerp inzake de herstructurering van het wetenschappelijk onderwijs bevorderen. Binnenkort zult U voorstellen voor een nieuw stelsel van studiefinanciering ontvangen. Nog dit najaar zullen betrokkenen gelegenheid krijgen zich uit te spreken over een nieuwe opzet van het wetenschapsbeleid. Over de gewenste structuur van de gezondheidszorg wil de regering overleg met U plegen aan de hand van een nota ter voorbereiding van een wet gezondheidsvoorzieningen. Om deze voorzieningen voor ieder in gelijke mate toegankelijk te maken worden voorbereidingen getroffen voor de totstandkoming van een volksverzekering tegen ziektekosten. Voor de taak die de regering zich stelt bij de woningbouw in de jaren 1974–1976, heeft zij onlangs een programmer bekend gemaakt. Dit programma dat mede gericht is op een evenwichtige ontwikkeling van de werkgelegenheid, legt sterk de nadruk op het behoud van het karakter van de steden en op de verbetering van woningen en woonomgeving in oude wijken. Wetsontwerpen tot invoering van de gebruikswaarde als basis voor de waardebepaling bij onteigening en tot regeling van een voorkeursrecht bij verkoop van onroerend goed zullen U dit zittingsjaar bereiken. Het ontwerp van wet op de gewesten zal vervangen worden door een nieuw ontwerp dat de verantwoordelijkheid voor de gewestvorming primair legt bij de rijksoverheid. De aangekondigde oriënteringsnota over de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid zal ook conclusies bevatten ten aanzien van de nieuwste gegevens over de bevolkingsgroei. De regering beschouwt vermindering van de behoefte aan verkeer en vervoer van personen en goederen mede als doeistelling van dit beleid. Ter bevordering van de verkeersveiligheid zal op de autosnelwegen een minimumsnelheid worden ingevoerd. Voor de andere wegen zullen maximumsnelheden gaan gelden. De regering zal binnenkort een wetsontwerp indienen dat de verplichting tot storting van een waarborgsom bij de aankoop van een nieuwe auto regelt. De waarborgsom zal worden terugbetaald bij de inlevering van de auto. Ter bestrijding van de milieuvervuiling zullen in 1974 nadere wettelijke maatregelen worden voorgesteld. In bijzondere gevallen kunnen extra bijdragen worden gegeven aan industrieën die zelf maatregelen tegen luchtverontreiniging willen nemen. Onderzoek zal worden gestimuleerd naar schonere produktieprocessen en naar de ontwikkeling van systemen voor het opnieuw gebruiken van grond– en hulpstoffen. Inspraak en beroepsmogelijkheid bij de vaststelling van milieuvoorschriften worden verbeterd. De regering onderzoekt de mogelijkheden om energieverspilling tegen te gaan, onder meer door een andere opbouw van de prijzen van energie en van de tarieven van de motorrijtuigenbelasting. Zij ziet de invoering van de selectieve investeringsregeling als een begin van de toetsing van investeringen op hun betekenis voor de maatschappij als geheel. De regering beschouwt de strijd tegen de werkloosheid en de inflatie als een van haar voornaamste taken. Hierbij wil zij tevens de vermindering van ongelijkheid bevorderen. Met het bedrijfsleven wordt overlegd welke bijdrage van die kant, in samenhang met het beleid van de overheid, aan het terugdringen van de inflatie kan worden geleverd. Het beleidsplan voor 1974 bevat daartoe tal van aanknopingspunten. Om voor het anti-inflatiebeleid zo gunstig mogelijke voorwaarden te scheppen heeft de regering besloten tot opwaardering van de gulden en afkondiging van een daarbij aansluitende prijsmaatregel. Met het bedrijfsleven wordt dezer dagen overleg gepleegd over verdere maatregelen om de met de revaluatie beoogde vermindering van de prijsstijging, en ook prijsverlagingen, te bewerkstelligen. Om een onevenredige inkomensderving in de landbouw als gevolg van de revaluatie te voorkomen, zal een tijdelijke compensatie worden verstrekt in het kader van de teruggave van de omzetbelasting. Ter bevordering van de werkgelegenheid zal de investeringsaftrek voor bedrijfsgebouwen tijdelijk worden hersteld en zal een nieuw werkgelegenheidsprogram in uitvoering worden genomen. Hierbij zullen tot 750 miljoen gulden verplichtingen worden aangegaan; tempo van uitvoering en omvang worden aan de conjuncturele ontwikkeling aangepast. De hoogte van inkomsten en uitgaven voor 1974 is afgestemd op het bereiken van het noodzakelijke evenwicht tussen middelen en bestedingen. Mede in dit licht is een bijstelling van het begrotingstekort verantwoord geacht. Bij de keuze van de voor te stellen belastingmaatregelen zijn rechtstreeks prijsverhogende effecten waar mogelijk vermeden. Zo blijft een verhoging van de BTW achterwege. Mede gezien de ontwikkeling van de prijzen in het buitenland worden de accijnzen op benzine en dieselolie verhoogd; ook een aanpassing van de aardgasprijzen bleek noodzakelijk. Het tarief van de vermogensbelasting wordt op 8 promille gebracht en 20 opcenten worden gelegd op de tarieven van de successierechten, met uitzondering van verkrijging in de rechte lijn. De studie inzake de invoering van een vermogenswinstbelasting zal naar verwachting midden 1974 zijn voltooid. De inflatie-correctie bij de loon– en inkomstenbelasting wordt niet toegepast. Om de verzwaring van de belastingdruk op lagere inkomens zo beperkt mogelijk te houden worden de belastingvrije bedragen met 5 procent verhoogd. Er is naar gestreefd dat per tariefgroep een ieder zoveel mogelijk voor een gelijk bedrag daarvan profiteert. Voor bepaalde groepen belastingplichtigen, zoals alleenstaanden met kinderen, worden knelpunten in de opbouw van het tarief weggenomen. Het deel van de kosten van zakenauto’s dat aan het privé-gebruik wordt toegerekend, wordt verhoogd. De regering heeft voorshands afgezien van een vermindering van de aftrekbaarheid voor de inkomstenbelasting van de rente van schulden, dit in afwachting van de resultaten van de studie die in de regeringsverklaring is aangekondigd. Wel wordt de fiscale huurwaarde voor eigen woningen verhoogd, behalve voor de goedkope woningen. De regering heeft een open oog voor de problemen van de zelfstandige ondernemer in midden– en kleinbedrijf, landbouw en visserij. Met ingang van 1 januari a.s. zal de mogelijkheid tot vorming van een fiscale oudedagsreserve zodanig worden uitgebreid dat met name de kleinere zelfstandigen daarvan kunnen profiteren. Voor de vrouw die in de onderneming van haar man meewerkt, zal de belastingregeling gunstiger worden, vooral wanneer de winst laag is. De regering zal wettelijke regelingen uitwerken om de inkomsten uit commissariaten te beperken. Zij acht maatregelen gewenst om de inkomensontwikkeling in de vrije beroepen te beïnvloeden. Zij wenst een grotere openbaarheid van inkomens te bevorderen. De regering staat positief tegenover pogingen in het bedrijfsleven om te komen tot loonsverhogingen die tenminste voor de helft in voor elk gelijke bedragen worden uitgekeerd en die voorts bijdragen tot verkleining van inkomensverschillen. Zij ziet daarin ook een belangrijke voorwaarde voor het slagen van het anti-inflatiebeleid. In een nota die U in de loop van het komende jaar zal bereiken, wil de regering wegen aangeven om te komen tot een samenhangend inkomensbeleid dat in beginsel alle inkomensgroepen omvat. Aan de Sociaal Economische Raad zal advies worden gevraagd over de structuur en de bevoegdheden van de ondernemingsraden, waarbij ook het oordeel zal worden gevraagd over de mate van zeggenschap van de ondernemingsraden bij fusies van ondernemingen. De regering zal zich, gelet op de gebeurtenissen die zich onlangs bij de overname van ondernemingen hebben voorgedaan, tot de SER wenden met het verzoek spoedig advies te mogen ontvangen over voorafgaande inhoudelijke toetsing door de overheid van fusies, ter voorbereiding van een wettelijke regeling terzake. Een wetsontwerp wordt ingediend, waarin de tijdige melding van omvangrijke ontslagen verplicht wordt gesteld. Aan de SER zal advies worden gevraagd over de wenselijkheid van nadere voorzieningen ten behoeve van het bedrijvenwerk van werknemersorganisaties. De regering heeft besloten tot bevordering van spoedige ratificatie van het Europees Sociaal Handvest met inbegrip van de erkenning van het stakingsrecht, ook voor ambtenaren. De regering zet zich in voor een meer op het welzijn van de burgers gerichte Europese gemeenschap, die is toegerust met ruime bevoegdheden, die een werkelijk democratische structuur heeft en een open beleid voert, in het bijzonder gericht op de belangen van de derde wereld. Op de conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa en de komende onderhandelingen over wederzijdse en evenwichtige vermindering van strijdkrachten in Centraal Europa streeft de regering naar concrete afspraken over verruiming van contacten tussen de volken van Europa en daadwerkelijke vermindering van de militaire confrontatie. In een nota die U in de loop van de zitting zal worden aangeboden, zal met name aandacht worden besteed aan het afremmen van de bewapeningswedloop en het doeibewust verminderen van de rol van kernwapens. Een actieve dialoog tussen de Verenigde Staten en Europa over bun toekomstige samenwerking acht de regering noodzakelijk. Binnen de NAVO wil zij het overleg stimuleren over de mogelijkheden van ontspanning tussen Oost en West en bevorderen dat overal in het verdragsgebied de mensenrechten worden geëerbiedigd. Handhaving van alle huidige taken van de Nederlandse krijgsmacht stuit in toenemende mate op financidle moeilijkheden. De regering heeft binnen de NAVO het initiatief genomen om cen betere taakverdeling tussen de lidstaten te bereiken. Voorstellen over omvang en vorm van de Nederlandse defensie in de komende jaren zullen U omstreeks de jaarwisseling in een defensienota worden voorgelegd. In 1974 wordt een begin gemaakt met humanitaire en ontwikkelingssteun ten behoeve van de bevolking van de koloniale gebieden in Afrika. Deze steun wordt verleend via de bevrijdingsbewegingen, bij voorkeur door tussenkomst van internationale organisaties. Het bedrag voor ontwikkelingssamenwerking is in de begroting die U heden wordt aangeboden met 20% verhoogd. De doelstelling van de regering om in 1976 1 1/2 % van het nationale inkomen voor ontwikkelingssamenwerking te bestemmen zal tot uitdrukking worden gebracht in een voortschrijdend meerjarenplan dat U binnen enkele maanden zal bereiken. De regering verwacht in het komende jaar, aan de hand van het advies van de Koninkrijkscommissie, met de regeringen van Suriname en de Nederlandse Antillen in overleg te kunnen treden over de wijze en het tijdstip waarop deze landen soevereiniteit zullen verkrijgen. De ontwikkelingssteun aan deze landen is gericht op de bevordering van economische, sociale en culturele zelfstandigheid. Leden van de Staten-Generaal, De regering heeft voor ogen het omlaag schroeven van de inflatie, het terugdringen van de werkloosheid, het verminderen van bestaande ongelijkheid en achterstand. Om dat te bereiken zijn ingrijpende maatregelen nodig. Zij stelt die maatregelen voor in de overtuiging, dat waar offers worden gevraagd, ook bet uitzicht wordt geboden op een samenleving, waarin de mensen zich meer thuis zullen kunnen voelen. De regering vertrouwt erop dat haar voorstellen U aanleiding zullen geven tot levendige discussies, waarbij de burgers zich betrokken weten. Een intensief overleg tussen regering en Staten-Generaal zal veel van ons allen vergen. Met het uitspreken van de hoop dat wij daartoe de kracht zullen ontvangen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

 

1972

 

(Troonrede 19 september 1972)

Leden der Staten-Generaal, Ons land maakt een moeilijke tijd door. In staatkundig opzicht belemmeren verdeeldheid en onzekerheid de vorming van stabiele meerderheden. Onze nationale economie heeft te lijden van een hardnekkige inflatie en een te grote werkloosheid. Om de sociaal-economische en financiële problemen tot een oplossing te brengen heeft de regering zich in de afgelopen maanden moeten beraden op ingrijpende maatregelen. Daarbij is het gekomen tot een breuk in het kabinet, waaraan sindsdien de steun van een vaste parlementaire meerderheid is ontvallen. Dit heeft het wenselijk gemaakt te besluiten tot vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer. Door de wijziging van de Kieswet zijn ongeveer een miljoen jonge mensen aan het kiezerscorps toegevoegd. De regering hoopt dat zowel deze als alle andere kiesgerechtigden op 29 november metterdaad van hun recht gebruik zullen maken. Het besluit waarbij de ontbinding van de Tweede Kamer wordt geregeld, zal dezer dagen in het Staatsblad verschijnen. De heden door mij te openen zitting van de Staten-Generaal kan dus slechts van beperkte duur zijn. Van U wordt gevraagd mede te werken aan het tot stand komen van die beslissingen die geen uitstel gedogen. De voortgaande inflatie en geldontwaarding hebben de werkgelegenheid en de bestaanszekerheid van velen aangetast en de overheidshuishouding in ernstige moeilijkheden gebracht. Om tot verbetering te komen is het noodzakelijk dat matiging wordt bereikt van de huidige prijs– en inkomensstijgingen. Het uiterste zal moeten worden gedaan om tijdig te komen tot een sociaal contract voor 1973. Overeenkomstig de reeds eerder bekendgemaakte beleidslijn acht de regering het noodzakelijk de reële groei van het nationals inkomen in 1973 vrijwel geheel te reserveren voor de overheid en de sociale verzekering. Dit houdt dus in dat de welvaartsgroei het komende jaar voor het overgrote deel wordt bestemd voor het in stand houden en waar mogelijk uitbreiden van gemeenschapsvoorzieningen. Dit zal geen aantasting behoeven te betekenen van de koopkracht in de individuele sfeer. Het dieptepunt van de conjuncturele inzinking lijkt in 1972 te zijn bereikt. Deze verwachting is gewettigd gezien de ontwikkeling van de wereldhandel, de opleving van investeringen en de invloed van de werkgelegenheidsprogramma’s. De volgende fiscale maatregelen worden voorgesteld: een beperking van de inflatiecorrectie in de loon– en de inkomstenbelasting, een verdere verhoging van deze belastingen en verhogingen van de vennootschapsbelasting, de vermogensbelasting, de omzetbelasting en de bijzondere verbruiksbelasting op personenauto’s. Deze maatregelen brengen geen wijziging in de bestaande verhouding tussen directe en indirecte belastingen. Van hen die rechtstreeks voordeel genieten van bepaalde voorzieningen, zullen hogere bijdragen worden gevraagd. Bij haar beleid wil de regering de kwetsbare groepen in onze samenleving zoveel mogelijk ontzien. Zij stelt voor de A.O.W.- en A.W.W.-pensioenen per 1 januari 1973 met 4% extra teverhogen. Zij beraadt zich over de mogelijkheid tezelfder tijd het minimumloon eveneens structureel te verhogen. Voorts vormt de reeds voorgestelde wijziging van de belastingvrije grens in de loon– en inkomstenbelasting een belangrijke verlichting voor de laagste inkomens. De regering wenst tevens een begin te maken met verbetering van de pensioenvoorziening voor werknemers. Door bevriezing van de kinderbijslag voor het eerste kind komen hiervoor middelen vrij. Deze zullen voorshands worden belegd in de bouw van extra woningen. Door verstrekking van subsidies wil de regering de huren van deze woningen betaalbaar maken voor mensen met lagere inkomens. Zij wil hetzelfde doen voor een gelijk aantal woningen uit het bestaande programma. Er zal enige verschuiving van lasten moeten plaatsvinden van de schatkist naar sociale verzekeringsfondsen. Over de programmering van de sociale verzekering wordt U heden een nota aangeboden. Om een te grote stijgirig van de premiedruk te vermijden acht de regering het nodig ook voor het tweede kind de kinderbijslag niet verder te verhogen en in de ziekenfondsverzekering een beperkt eigen risico in te voeren. Verbetering van de bestaansmogelijkheden en versterking van de maatschappelijke positie van de zelfstandige ondernemers in het midden– en kleinbedrijf, de landbouw en de visserij, acht de regering van groot belang. Daartoe is het dringend gewenst dat de fiscale oudedagsreserve voor zelfstandigen spoedig tot stand komt. Ter begeleiding van de huidige structurele veranderingen in de agrarische sector zullen, in verband met besluiten die door de EEG zijn genomen, op selectieve wijze rentesubsidies worden toegepast. Het grote belang dat de regering toekent aan de volkshuisvesting komt tot uitdrukking in het bouwprogramma voor 1973. Dit is erop gericht dat omstreeks 134.000 woningen in aanbouw genomen kunnen worden. Voor stadsvernieuwing is een nadere wettelijke regeling in voorbereiding. De integratie van het verkeers– en vervoersbeleid wordt voortgezet. De budgettaire situatie maakt het onvermijdelijk de rijksbijdrage aan het Rijkswegenfonds te beperken. In verband hiermede stelt de regering voor de opcenten op de motorrijtuigenbelasting verder te verhogen. De toenemende intensiteit van het verkeer op de wegen dwingt tot verscherpte aandacht, zowel van de overheid als van de weggebruikers. Voor het rijonderricht en de verplichte periodieke keuring van motorrijtuigen worden wettelijke regelingen voorbereid. Er wordt een aanvulling gemaakt op de Tweede nota over de ruimtelijke ordening in Nederland. Heden wordt U een nota aangeboden over de openbaarheid bij de voorberciding van het ruimtelijk beleid. Binnenkort volgt een nota over de Haagse agglomeratie en de afremming daarin van de groei van de kantorensector. De regering zal U dezer dagen de nota Noorden des Lands 1972 en de nota Herstructurering ZuidLimburg 1972 aanbieden. Ook zal zij bevorderen dat spoedig een wetsontwerp over de invoering van een selectieve investeringsregeling zal worden ingediend. In aansluiting op de U onlangs aangeboden Urgentienota milieuhygiëne worden verdere wettelijke voorzieningen voorbereid met betrekking tot afvalstoffen, bodemverontreiniging en geluidshinder. De bestrijding van de waterverontreiniging zal worden versterkt. Voor het Rijnmondgebied wordt het eerste gedeelte van het saneringsplan uitgewerkt. De regering wijst met voldoening op het tot stand komen van de verdragen van Oslo en de eerste milieuconferentie van de Verenigde Naties, te Stockholm. Zij stuurt aan op verdere afspraken en overeenkomsten met de ons omringende landen. De ontwikkelingen in de medische wetenschap en techniek maken het mogelijk voor de volksgezondheid gebruik te maken van tal van nieuwe en veelal zeer kostbare voorzieningen. Mede daarom moeten maatregelen worden genomen om de uitgaven binnen verantwoorde perken te houden. Ook bij het onderwijs maken de hoge kosten het stellen van prioriteiten voor de verdere ontwikkeling bijzonder noodzakelijk. Deze afweging beoogt ruimte te scheppen voor een aantal zeer urgente maatregelen zonder op andere punten wezenlijke belangen te schaden. Een nota over het onderwijsbeleid wordt heden aan de Tweede Kamer aangeboden.Binnen het kader van de onderwijskundige experimenten ten behoeve van de werkende jongeren zullen initiatieven die gericht zijn op het ontwikkelen van programma’s voor meer dan één dag per week, zoveel mogelijk worden gesteund. Voorts zal de regering U een wetsontwerp voorleggen dat ten doel heeft door middel van kinderbijslag een financiële tegemoetkoming te verlenen aan de ouders van werkende jongeren die onder de partiële leerplicht vallen. Het beleid ten aanzien van het wetenschappelijk onderwijs blijft gericht op structurele hervormingen. Daarbij behoort ook een beter gecoördineerd beleid op het terrein van het universitair onderzoek. De regering streeft naar een samenhangend welzijnsbeleid. Zij heeft besloten tot de instelling van een bureau dat op maatschappelijk en cultureel terrein zal moeten bijdragen tot een gecoördineerd beleid dat ook op lange termijn verantwoord is. De zorg voor de buitenlandse werknemers en andere minderheidsgroepen in onze samenleving zal worden uitgebreid. De regering zal er het hare toe bijdragen dat verdraagzaamheid en gastvrijheid als deugden van ons volk te boek blijven staan. Zij streeft naar verdere verbetering van de rechtsbescherming. Dezer dagen kunt U een nota van wijzigingen verwachten op het aanhangige wetsontwerp tot nadere regeling van de voorlopige hechtenis. Daarbij wordt mede voorzien in een wettelijke grondslag voor de rechtsbijstand aan verdachten die in verzekerde bewaring zijn gesteld. De studie door de Koninkrijkscommissie omtrent de staatkundige verhoudingen met Suriname en met de Nederlandse Antillen vindt goede voortgang. Nederland zal aan deze landen in ruime mate financiële en personele steun blijven geven voor bun economische en sociale ontwikkeling. Voor de ontwikkelingssamenwerking heeft de regering ondanks de financiële moeilijkheden haar voornemens gehandhaafd. Zij blijft haar beleid richten op de verwezenlijking van de doelstellingen van het Tweede Ontwikkelingsdecenniurn. De regering hoopt dat de multilaterale voorbereidende besprekingen voor een conferentie inzake Europese veiligheid en samenwerking spoedig zullen kunnen beginnen. Voor de veiligheid acht zij het van bijzondere betekenis dat wordt begonnen met een gezamenlijk onderzoek naar de mogelijkheden tot wederzijdse en evenwichtige vermindering van de strijdkrachten in Europa. Voor het welslagen van een dergelijk overleg moet dit, naar haar overtuiging, gevoerd worden vanuit een voldoende sterke verdedigingspositie, geïntegreerd in het Atlantisch bondgenootschap. De regering ziet de uitbreiding van de Europese Gemeenschappen op 1 januari a.s. als een gebeurtenis van bijzonder belang voor de eenwording van Europa. Daarnaast verwelkomt zij de akkoorden die vrijhandelszones tot stand brengen met zes andere Europese landen. De bijdrage van de regering aan de Europese topconferentie zal tot doel hebben aan het proces van eenwording een nieuwe impuls te geven. Zij hecht daarbij aan versterking van de Europese instellingen en aan een groeiend besef van de verantwoordelijkheid van Europa jegens de Derde Wereld. De regering blijft hoge prijs stellen op nauwe samenwerking met de Beneluxpartners, ook bij de vorming van haar Europese beleid. Leden van de Staten-Generaal, De huidige economische en politieke moeilijkheden mogen ons niet uit het oog doen verliezen dat wij leven in een bevoorrecht land. Onze welvaart is groot en onze sociale voorzieningen behoren tot de beste in de wereld. Ons bestuur is — op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau — van een goed gehalte. De vrijheid waarin iedere burger zich kan bewegen en uiten is een kostbaar goed. Er is veel om dankbaar voor te zijn. In dit besef hebben regering en Staten-Generaal bij uitstek de taak om de krachten in ons volk te bundelen en te richten op het overwinnen van de moeilijkheden waarin wij thans verkeren. De periode die voor ons ligt, zal veel van U vergen. Met de bede dat God U wijsheid en kracht moge geven verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

 

1971

 

(Troonrede 21 september 1971)

Leden der Staten-Generaal, Vrede en veiligheid, rechtvaardige verdeling van welvaart, eerbiediging van de rechten van de mens en bescherming van het leefmilieu zijn vraagstukken, die dringend ons aller aandacht opeisen. Zij vormen een uitdaging die wij met verantwoordelijkheid, toewijding en creativiteit moeten tegemoet treden. Wij weten ons hierbij gesterkt door het algemene verlangen naar een meer humane samenleving, waarin de solidariteit met de misdeelden groeit. Het stemt tot voldoening, dat onze betrekkingen met vele landen zich verstevigen en verdiepen. De regering denkt hierbij in het bijzonder aan Indonesië. De vriendschap en de gastvrijheid waarmede regering en volk van dat land mijn man en mij hebben ontvangen, zullen voor ons altijd een kostbare herinnering blijven. Door de Verenigde Naties is een internationale strategie tot stand gebracht voor de samenwerking met de ontwikkelingslanden. De regering aanvaardt de daarin neergelegde afspraken als richtsnoer voor haar beleid. Aan U wordt een nieuw vierjarenplan voor de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking voorgelegd. Voor de politieke ontspanning in de wereld acht de regering het onmisbaar dat de Chinese Volksrepubliek gaat deeinemen aan het overleg in de Verenigde Naties. De regering hoopt dat de totstandkoming van het beginsel-akkoord over Berlijn zal worden gevolgd door verdere maatregelen voor de verbetering van de betrekkingen tussen Oost en West. De regering neemt deel aan het overleg in de NAVO aangaande de mogelijkheden voor een conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa. Het Noordatlantische bondgenootschap blijft de waarborg voor onze veiligheid én het uitgangspunt voor een doeltreffend ontspanningsbeleid. Daarom ook is het van belang dat de Nederlandse defensie-inspanning wordt gedragen door de overtuiging van ons volk. De regering hoopt dat het werk van de commissie van civiele en militaire deskundigen, die dezer dagen wordt ingesteld, ook hiertoe zal kunnen bijdragen. In het komende zittingsjaar kan de indiening worden verwacht van een wetsontwerp tot goedkeuring van het verdrag inzake de niet-verspreiding van kernwapens. De uitbreiding van de Europese Gemeenschappen zal een nieuwe fase inluiden van de Europese integratie. Deze uitbreiding brengt grote verantwoordelijkheden mee jegens de overige delen van de wereld en voor de verdere Europese eenwording. De regering zal zich blijven inspannen voor de versterking van de positie van het Europese Parlement en de andere instellingen van de Gemeenschappen. De onzekerheid die is ontstaan in het internationale handels– en betalingssysteem, geeft reden tot bezorgdheid. Veel van wat na de oorlog is opgebouwd, voor de wereldhandel en daarmee ook voor de Nederlandse economie, staat thans op het spel. In nauwe en gewaardeerde samenwerking met onze Beneluxpartners spant de regering zich in om een zo spoedig mogelijk herstel van ordelijke verhoudingen te helpen bevorderen. Zij acht hierbij een eensgezind optreden van de lidstaten van de E.E.G. en de toetredende landen van zeer groot belang. Onze economie heeft de laatste jaren een sterke expansie vertoond. Deze gaat ook dit jaar gepaard met een aanzienlijke overbesteding en een krachtige stijging van lonen en prijzen. Thans begint zich enige ontspanning op de arbeidsmarkt af te tekenen die zich in 1972, bij een te verwachten vernlindering van de economische groei, waarschijnlijk zal voortzetten. De overbesteding — tot uiting komend in tekorten op de lopende rekening van de betalingsbalans houdt echter aan. De sterke prijs– en loonstijgingen leggen een groot beslag op de ruimte die voor de totale groei van de rijksuitgaven beschikbaar is. Daarenboven zullen de belastingontvangsten in verhouding minder toenemen. Deze vooruitzichten vervullen de regering met zorg. Zij acht het noodzakelijk dat zo snel mogelijk weer evenwicht wordt bereikt tussen middelen en bestedingen. De regering wil haar beleid daarop richten, waarbij zij de belangen van kwetsbare groepen van de bevolking en van structureel zwakke gebieden in het oog zal houden. Zij hoopt dat het nog deze week aanvangende brede overleg met het bedrijfsleven een bijdrage zal leveren tot dit beleid. Op een aantal terreinen zal het beleid worden gewijzigd om de stijging van uitgaven te beperken en de inkomsten te vergroten. Op deze wijze kan ook ruimte vrijkomen voor dringende voorzieningen op andere terreinen. Enige van de beleidsombuigingen zullen evenwel in 1972 nog geen gunstige invloed kunnen hebben. Mede daarom wordt voor dat jaar als tijdelijke maatregel voorgesteld de voorziene verlichting van de omzetbelasting op investeringsgoederen te beperken. Om zelfstandige ondernemers ten dele tegemoet te komen, zal, eveneens voor het jaar 1972, de zelfstandigenaftrek worden verruimd. In de sfeer van de belastingen zal voorts een aantal blijvende verschuivingen tot stand moeten komen. Deze zijn nodig om de budgettaire gevolgen van enkele — ten dele reeds vaststaande — fiscale verlichtingen, zoals die voor de werkende gehuwde vrouw en de verlaging van invoerrechten, op te vangen door verhogingen elders. Daartoe stelt de regering voor een verhoging van de benzine-accijns, de omzetbelasting op elektriciteit en de assurantiebelasting, alsmede de invoering van een accijns op frisdranken. Voorts zal de verhoging van de vermogensbelasting nog twee jaar gehandhaafd blijven. De regering acht het noodzakelijk de voortdurende overbesteding terug te dringen en tevens het beroep van het Rijk op de kapitaalmarkt te beperken. Daartoe stelt zij voor de tijdelijke verhoging van belastingen die in 1971 om conjuncturele redenen tot stand werd gebracht met ingang van i januari 1972 op het wettelijk toegestane maximum te brengen. Met het voorgenomen beleid beoogt de regering de spanning in onze economie te verminderen en de inflatie geleidelijk af te remmen. Om te komen tot een verdere uitwerking van de taak die de regering zich heeft gesteld op het terrein van de sociale verzekeringen, zal aan de Sociaal-Economische Raad een nadere adviesaanvrage worden voorgelegd. De opstelling van een integral structuurplan voor het Noorden van het land is ter hand genomen. Een nota zal worden uitgebracht over de perspectieven voor Zuid-Limburg. Voorts hoopt de regering het komende parlementaire j aar voorstellen te doen tot invoering van een selectieve investeringsheffing op nieuwe bedrijfsgebouwen in het Westen. Voor de zelfstandigen in het midden– en kleinbedrijf zal een integratiebeleid worden gevoerd dat zich niet zal beperken tot de financiële en sociale sector, maar zich ook zal uitstrekken tot het terrein van de ruimtelijke ordening. Ter begeleiding van de snelle en ingrijpende structurele veranderingen in de land– en tuinbouw worden de middelen voor ontwikkeling en sanering versterkt. Na de te verwachten beslissingen over het agrarische structuurbeleid binnen de EEG zal de regering U hierover een nota toezenden. Ook zullen U voorstellen tot herziening van de Pachtwet bereiken. De hoge prioriteit die de regering geeft aan de volkshuisvesting blijkt uit haar streven volgend jaar 13.000 woningen in aanbouw te doen nemen. Een regeling ter verbetering van verouderde woonbuurten is binnenkort te verwachten. Hierin zal een gewijzigde benadering van de stadsvernieuwing tot uiting komen. Over het geheel van vraagstukken betreffende de volkshuisvesting zal U in het komende zittingsjaar een beleidsnota worden aangeboden. De regering bereidt een regeling voor waarin de bevoegdheden van de centrale overheid op het gebied van de ruimtelijke ordening worden versterkt. Daarnaast zal zij op korte termijn voorstellen doen om de mogelijkheden tot inspraak voor de burgers op dit terrein te verruimen. De regering acht een geïntegreerd verkeers– en vervoersbeleid een onmisbaar element in een gezonde planologische ontwikkeling. Met het oog daarop staat zij een krachtig beleid voor ter bevordering van een goed en verantwoord openbaar vervoer. De instelling van een algemeen verkeersfonds zal hiertoe een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Daarop vooruitlopend zal de regering voorstellen met ingang van 1 januari 1972 de werking van het rijkswegenfonds enigszins te verbreden door naast de aanleg ook het onderhoud van rijkswegen in dit fonds op te nemen. Daartoe zal een verhoging van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting worden voorgesteld. Met voortvarendheid zullen de bestaande wetten op het terrein van de milieuhygiëne worden uitgewerkt en zal nieuwe wetgeving, waaronder een herziening van de Hinderwet, worden voorbereid. Op korte termijn zal U een nota worden voorgelegd over de opstelling van een urgentieplan tegen milieuvervuiling. Ter bescherming van ons leefmilieu acht de regering onder andere maatregelen tegen de verontreiniging van onze rivieren en de Noordzee noodzakelijk. Zij zal de totstandkoming van bindende internationals overeenkomsten bevorderen. Voor het voeren van een goed en evenwichtig onderwijsbeleid acht de regering een programmering over een aantal jaren van maatregelen en van de daarvoor beschikbare middelen, onmisbaar. Zij zal voor het kleuteronderwijs de leerlingenschaal verder verlagen en voor het basisonderwijs de aanstelling van boventallige onderwijzers enigszins verruimen. De nieuwe lerarenopleiding wordt verder uitgebreid. De experimenten met de schoolbegeleidingsdiensten vinden voortgang. Met ingang van 1 augustus 1972 zal voor de 16-jarigen die geen volledig dagonderwijs volgen, leerplicht van één dag per week worden ingevoerd. Voorts zullen U in het nieuwe zittingsjaar voorstellen bereiken met betrekking tot een schoolgeldheffing voor het gehele voortgezet onderwijs. Het wetsontwerp herstructurering wetenschappelijk onderwijs wordt in het kader van een nadere regeling van de samenhang van wetenschappelijk onderwijs en hoger beroepsonderwijs in grote lijnen gehandhaafd. Over de verbetering van de programmering voor het post-secundaire onderwijs hoopt de regering op korte termijn met U in overleg te treden. In afwachting van de totstandkoming van deze structurele maatregelen zal bij een aantal studierichtingen bij instellingen van wetenschappelijk onderwijs overschrijding van de huidige capaciteitsgrenzen niet zijn te vermijden. Wettelijke maatregelen zijn in voorbereiding, die een tijdelijke beperking van de toelating van studenten mogelijk maken. De regering is van mening dat een hogere financiele bijdrage mag worden gevraagd van degenen die profijt hebben van het volgen van wetenschappelijk onderwijs. Voorstellen hiertoe zullen U worden aangeboden. Deze zullen het streven van de regering om de kansen voor alle burgers tot het volgen van dit onderwijs mogelijk te maken, niet in de weg staan. De regering hecht veel belang aan het ontwikkelen van een samenhangend wetenschapsbeleid, waardoor wetenschap en techniek meer dan thans zullen kunnen bijdragen tot de vernieuwing van de samenleving. Een wetsontwerp zal worden ingediend om de financiering mogelijk te maken van maatschappelijke en culturele voorzieningen voor personen met een andere nationaliteit en een eigen culturele achtergrond die in ons land werken. De regering is van mening dat de aan deze voorzieningen verbonden kosten ten laste moeten komen van de ondernemingen waarin deze personen werkzaam zijn. Het beleid ten behoeve van de bejaarden zal worden gevoerd op basis van de ingediende nota. De voortzetting van het maatschappelijk en cultureel welzijnsbeleid zal samengaan met een nadere bezinning op de onderlinge samenhang van de activiteiten en op de vraag wat binnen dat geheel prioriteit zal moeten hebben. Het vraagstuk van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met de registratie van persoonsgegevens zal op zo kort mogelijke termijn tot een oplossing worden gebracht. In het komende zittingsjaar worden wetsontwerpen voorbereid over de vermogensstraffen, de maatregel van terbeschikkingstelling van de regering en de strafbaarheid van de rechtspersoon. Over het beleid aangaande de algehele herziening van de grondwet is een nota voor U in voorbereiding. Omtrent de staatkundige verhoudingen met Suriname en met de Nederlandse Antillen bereidt ook Nederland zich voor op de overeengekomen studie in Koninkrijksverband. Leden van de Staten-Generaal, In het komende jaar staat U een zware taak te wachten. Ons land kampt met financiële en economische problemen. Om deze het hoofd te bieden moeten wij ons beperkingen opleggen, die als pijnlijk zullen worden ervaren. Deze beperkingen zijn onmisbaar voor het herstel van onze edonomie. Dit is een voorwaarde om te kunnen voortwerken aan de duurzame verbetering van onze maatschappij en aan onze bijdrage voor de oplossing van internationale vraagstukken. In dat perspectief zullen regering en Staten-Generaal in goed overleg het wenselijke moeten afwegen tegen het mogelijke. Met de bede dat God U de wijsheid en de kracht zal geven om Uw veelomvattende taak te volbrengen, verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend

 

1970

 

(Troonrede 15 september 1970)

Leden der Staten-Generaal, In onze zich vernieuwende maatschappij verschuiven normen snel. Daarbij treden spanningen op tussen behoud en vernieuwing, die echter nimmer zulien mogen leiden tot het prijsgeven van fundamentele waarden. In die situatie is verdraagzaamheid jegens elkaar van groot belang. Het verlangen om mee te werken aan de ontwikkeling van de maatschappij vereist bereidheid tot samenwerken en tot respecteren van de opvattingen van anderen. De regering draagt hierbij een eigen verantwoordelijkheid. Zij zal dan ook voortgaan met de moeilijke opgave om de wetgeving aan te passen aan de zich wijzigende levensopvattingen, zoals het verlangen naar meer vrijheid en meer democratische beïnvloeding. Zij zal echter tevens krachtig optreden tegen groepen die de geboden vrijheid misbruiken om op onverdraagzame wijze anderen hun opvattingen en gedragspatroon op te dringen of ernstig overlast aan te doen. De regering wil de communicatie tussen bestuur en bevolking verbeteren en de inspraak bij de beleidsvoorbereiding vergroten. Zij denkt hierbij in het bijzonder aan het rapport openbaarheidopenheid, het memorandum omtrent het maatschappelijk en cultureel welzijn en het rapport van de Raad van Advies voor de Ruimtelijke Ordening. De Regering zal de uitkomst van het beraad hierover in wetsvoorstellen omzetten. De toeneming van de welvaart die ons volk zich in de afgelopen jaren heeft verworven, geeft reden tot voldoening. Zij roept ook nieuwe problemen op. De schadelijke neveneffecten voor ons leefmilieu worden zorgwekkend. De groei van de welvaart zal in toenemende mate moeten worden gericht op verbetering van de omgeving waarin wij leven. Velen zijn zich in dit Europese Natuurbeschermingsjaar meer bewust gcworden van het belang van de bescherming en het behoud van natuurterreinen en van de noodzaak verontreiniging van lucht, water en bodem tegen te gaan. De wetten inzake de luchtverontreiniging en de verontreiniging van oppervlaktewateren zijn hiervoor noodzakelijke instrumenten. Het verheugt de regering dat bij de bestrijding van de verontreiniging van lucht en water ook de internationale samenwerking meer gestalte krijgt. Voor een op de toekomst gericht onderwijsbestel acht de regering een ingrijpende herziening van het kleuter– en lager onderwijs nodig. Ook zullen maatregelen worden getroffen ter verdere verlaging van de leerlingenschaal bij dit onderwijs. Uit de U heden aangeboden nota blijkt dat de regering zoveel mogelijk wil bevorderen dat de positie van de werkende jongeren gelijkwaardig wordt aan die van leeftijdgenoten die nog voortgezet onderwijs ontvangen. De regering streeft ernaar spoedig de noodzakelijke herstructurering van het wetenschappelijk onderwijs te verwezenlijken. Zij zal bijzondere aandacht schenken aan de verdere vormgeving –van het wetenschapsbeleid. Het woningbouwprogramma zal voor 1971 met 2000 woningen worden verhoogd. In het belang van de woningbouw wordt de afgifte van rijksgoedkeuring voor die delen van het land waar de spanning op de arbeidsmarkt in de bouw het grootst is, getemporiseerd voor bouwwerken in de sectoren nijverheid, handel en verkeer. Deze tijdelijke maatregel wil de regering laten volgen door cen investeringsheffing van beperkte duur, waartoe een ontwerp van wet aan U zal worden voorgelegd. Voortgaande liberalisatie en invoering van huurharmonisatie zullen het bouwen van voldoende goede nieuwe woningen stimuleren. Voor de verbetering van de bestaande woningvoorraad is de begroting aanzienlijk opgevoerd. De rijkssteun voor de woningbouw zal door een nieuwe wijze van verdeling meer worden toegespitst op die gebieden en die categorieën van woningbehoevenden die daaraan het meest behoefte hebben. Mede door het ingevoerde systeem van aanvullende individuele huursubsidie wordt meer rekening gehouden met de lagere inkomensgroepen. De sterke expansie van onze economie manifesteert zich ook dit jaar in een belangrijke toeneming van produktie, in– en uitvoer en werkgelegenheid. De verbetering van het redel vrij besteedbaar loon is aanzienlijk. Het uitkeringsniveau van de A.O.W. en A.W.W. is extra verhoogd. De laatste maanden voltrekt zich echter de groei van de totale nationals bestedingen in een te snel tempo, met name als gevolg van de ontwikkeling van de investeringen in bedrijven en van de particuliere consumptie. Hierdoor loopt de spanning op de arbeidsmarkt en de kapitaalmarkt verder op en tekent zich sedert kort een gevoelige verslechtering van de handelsbalans af. De spanningen ontladen zich nu bovendien in onverwachte, aanzienlijke extra loonuitkeringen. De versnelling in de loon– en prijsstijgingen die reeds werd gevreesd, krijgt daarmede een zeer gevaarlijke impuls. De betalingsbalans zal nog veel ongunstiger worden. Delen van het bedrijfsleven zullen in ernstige moeilijkheden kunnen geraken, hetgeen zijn effect op de werkgelegenheid niet zal missen. De regering is vast besloten aan deze ongunstige ontwikkeling het hoofd te bieden. Zij kondigt daartoe het volgende programmer van maatregelen aan: Op de rijksbegroting 1971 zal een bedrag van 140 miljoen gulden worden geblokkeerd. Op korte termijn bereikt U een ontwerp van wet dat een voorstel bevat tot het conjunctureel hanteren van de tarieven van enige belastingen. Op basis van die wettelijke bevoegdheid wil de regering per 1 januari 1971 voor de duur van 12 maanden de tarieven van de loon– en inkomstenbelasting, de vennootschapsbelasting, de benzine-accijns en de bijzondere verbruiksbelasting op personenauto’s verhogen met 3% van de op dat tijdstip van kracht zijnde tarieven. Mede ter versterking van het restrictieve monetaire beleid zal worden overgegaan tot een beperking van het consumptief krediet en van het door de overheid garanderen van leningen buiten de woningbouwsector. De regering is van mening dat de in artikel 10 van de wet op de loonvorming vermelde voorwaarden zijn vervuld. Zij heeft dan ook het voornemen aan dit artikel toepassing te geven. Daartoe richt zij heden een adviesaanvrage aan de Sociaal-Economische Raad. De beoogde matiging van de loonontwikkeling zal door voortzetting van een krachtig prijsbeleid worden ondersteund. De regering acht deze ingrijpende maatregelen noodzakelijk ter verzekering van de toekomstige werkgelegenheid, van de welvaart en het welzijn in ons land. Het welslagen van dit programmer hangt mede af van het te voeren begrotingsbeleid. Meer dan ooit is thans een begroting vereist die een evenwichtig en gezond beeld vertoont. Een verdere verlaging van invoerrechten en een verlenging van de tijdelijke verlaging van de suikeraccijns, en vooral de stijgende gemeentelijke uitgaven voor de sociale zorg, vereisen enkele nieuwe fiscale maatregelen. Daartoe wordt voorgesteld op 1 januari 1971 het normale tarief van de omzetbelasting te brengen op 14% en het verlaagde tarief op 4% te handhaven. Een aantal artikelen gaat van het normale naar het verlaagde tarief over ten einde de invloed op de kosten van levensonderhoud beperkt te houden. De inkomstenbelasting op het privé-gebruik van auto’s dat door de onderneming wordt bekostigd, zal worden verzwaard door een meer op de werkelijkheid afgestemde waardering. Renteverrekening zal worden ingevoerd bij bepaalde te innen en terug te betalen belastingen. Bij de gekozen opzet van de rijksbegroting kan in 1971 worden volstaan met een aanzienlijk geringer beroep op de open kapitaalmarkt dan dit jaar, hetgeen de financiering van gemeentelijke investeringen ten goede kan komen. Ofschoon landelijk gezien de inkomensontwikkeling ook in de landbouw en visserij niet onbevredigend is, zijn er bepaalde sectoren, groepen en gebieden, zoals het Noorden, die bijzondere zorg vereisen. In de begrotingsvoorstellen die U heden worden aangeboden, vindt U de beleidsvoornemens van de regering inzake deze en andere belangrijke onderwerpen van staatszorg. Dit jaar wordt de oprichting herdacht van de Verenigde Naties. In de 25 jaar van haar bestaan is de volkerenorganisatie een onmisbare functie gaan vervullen bij de handhaving van de wereldvrede, vooral door het bevorderen van de internationale samenwerking op economisch en cultureel gebied. Het in deze kabinetsperiode gestelde doel om de Nederlandse ontwikkelingshulp in 1971 1% van het nationale inkomen te doen bedragen, wordt bereikt in de begroting die U heden wordt aangeboden. De taken en verplichtingen die in de ontwikkelingsstrategie voor de jaren zeventig worden neergelegd, dienen nieuwe richting te geven aan de inspanning van alle betrokken landen. De regering zal hieraan haar volle medewerking geven, evenals aan het tot stand komen van een algemeen stelsel van handelspreferenties voor de ontwikkelingslanden. Van essentieel belang voor het bereiken van een meer stabiele internationale veiligheid zijn de besprekingen tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten over beperking van de strategische nucleaire bewapening en het ontwapeningsoverleg te Genève. Voorzover het binnen haar vermogen ligt, draagt de regering het hare hiertoe bij, evenals tot het herstel van de vrede in de gebieden die thans door oorlogsgeweld worden geteisterd. De regering ziet het daarnaast als een belangrijke taak, zowel binnen de Noordatlantische Verdragsorganisatie als daarbuiten, mede te werken aan het streven naar vermindering van de spanningen en vergroting van de veiligheid in Europa. In dit verband wordt in het bijzonder gedacht aan een evenwichtige beperking van de militaire middelen. De grondslag voor de veiligheid van het Koninkrijk blijft intussen handhaving van de Nederlandse deelneming aan een Atlantische strijdmacht, modern uitgerust en van voldoende omvang om een mogelijke tegenstander, vooral ook met conventionele middelen, te kunnen weerstaan en hem te kunnen weerhouden van het uitoefenen van politieke druk. Nederland dient zich in verband hiermede een passende defensieinspanning te blijven getroosten. De ontwikkelingen in de Europese Gemeenschappen sedert de Haagse Conferentie van staats– en regeringshoofden stemmen hoopvol voor de toekomst van de Europese integratie. Van wezenlijke betekenis hiervoor acht de regering het slagen van de onderhandelingen over de uitbreiding van de Gemeenschappen. Zij steunt de verdere integratie op econornisch, sociaal en monetair gebied. De eenwording van West-Europa blijft zij zien als einddoel. De verschijnselen van groeiend protectionisme baren de regering zorg. Mede in het kader van de Europese Gemeenschap blijft zij ijveren voor een vrij internationaal handelsverkeer op de grondslag van eerlijke concurrentie. De regeringen van Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederland zijn overeengekomen het overleg over de toekomstige verhoudingen tussen de landen van het Koninkrijk in het komende parlementaire jaar te intensiveren. Nederland zal de economische en sociale ontwikkeling van deze landen in toenemende mate steunen. Er is in de komende maanden nog een omvangrijk programma van wetgeving af te werken. Hieronder valt de eerste lezing van de wetten tot grondwetsherziening. Van de reeds ingediende voorstellen acht de regering vooral van belang de behandeling van de wet houdende wijziging van de bepalingen inzake gemeentelijke en provinciale belastingen, de wet ter invoering van een jaarlijkse bijstelling van de tarieven van de loon– en inkomstenbelasting, voorstellen voor structurele wijzigingen van de inkomstenbelasting, de vestigings detailhandel, de herziening van het ondernemings– en het vennootschapsrecht, de wettelijke regeling van werkstaking, een wijziging van het onteigeningsrecht, de herziening van het echtscheidingsrecht en voorstellen over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De regering stelt zich voor onder meer nog te komen met voorstellen betreffende het instellen van regionale bestuurseenheden, een vernieuwing van de wet toezicht kredietwezen, een wet tot wijziging van de rechtspositie van de PTT, een wijziging van de huurwet en de woningwet, een wijziging van de aigemene bijstandswet en van de wet op de bejaardenoorden. lk wens U toe, leden van de Staten-Generaal, dat vruchtdragende discussies U voldoening schenken in het verantwoordelijke werk dat U wacht. Moge Gods zegen op U en Uw werk rusten. Hiermede verklaar ik deze zitting van de Staten-Generaal geopend.

 

 

 

 

 

 

Tot uw dienst. J. Hop Ermelo publiceert alle troonredes 1900-2019 voor u op internet!

Maar heeft u inmiddels ook heel goed begrepen?
50 Hop moet bloeden schrijft een "CHRISTELIJKE" jeugdzorgadvocaat in de landelijke strijd om afgifte contactjournaal gezinsvoogd

Referentie 1: Bron Memo Openbaar Ministerie Team Gevoelige Zaken over Hop 4 juni 2012 Daphne van der Kolk aan Ron Tenge Citaat: De heer Hop is een kinderbeschermingdeskundige die veel families en ouders bijstaat wanneer zij te maken krijgen met de Raad voor de Kinderbescherming en andere jeugdzorg instanties. Hij is van huis uit geen jurist of hulpverlener maar heeft in de loop der tijd veel ervaring opgedaan met dergelijke zaken. Daarbij laat hij zich zeer kritisch uit over deze instanties. Tevens is hij oprichter van de (gemeentelijke) politieke partij Groep Hop. Zie ter info de site www.burojeugdzorg.nl, geen website van BJZ, maar een domeinnaam geclaimd en ingevuld door de heer Hop.

Referentie 2: Bron Memo Openbaar Ministerie Landelijk Coördinerend officier van justitie Bovenregionaal Recherche Overleg (BRO) Teamleider Maatwerkzaken  over Hop 11 juni 2012 Citaat: Complicerende factor in het verhaal is dat de heer Hop een politiek zeer actieve persoon is. Citaat: Het Gevoelige Zaken Overleg (GZO) is voorstander van een frontale opsporingsactie op Hop oftewel halen en (als spraakzame "Don Quichot") doen bekennen en vervolgen. Peter van Hagen aan mr. R. Tenge en D. van der Kolk.

Een FRONTALE OPSPORINGSACTIE op Hop, OPHALEN, DOEN BEKENNEN EN VERVOLGEN!
Ik beken geen letter! Hebben jullie dat allemaal heel goed begrepen!

581 Troonrede 2019
579 Troonrede 2018
562 Troonrede 2017
560 Troonrede 2016
514 Troonrede 2015
247 Troonrede 2014
567 Troonrede 2013
254 Troonrede 2012
477 Troonrede 2011
660 Troonrede 2010
616 Troonrede 2009
662 Troonrede 2008
Troonrede 2007
Troonrede 2006
Troonrede 2005
Troonrede 2004
Troonrede 2003
Troonrede 2002
Troonrede 2001
Troonrede 2000
Troonrede 1999, 1998, 1997, 1996, 1995, 1994, 1993, 1992, 1991,1990
Troonrede 1989, 1988, 1987, 1986, 1985, 1984, 1983, 1982, 1981, 1980
Troonrede 1979, 1978, 1977, 1976, 1975, 1974, 1973, 1972, 1971, 1970
Troonrede 1969, 1968, 1967, 1966, 1965, 1964, 1963, 1962, 1961, 1960
Troonrede 1959, 1958, 1957, 1956, 1955, 1954, 1953, 1952, 1951, 1950
Troonrede 1949, 1948, 1947 1946, 1945, geschiedenis omroepbijdrage
Troonrede 1939, 1938, 1937, 1936, 1935, 1934, 1933, 1932, 1931, 1930
Troonrede 1929, 1928, 1927, 1926, 1925, 1924, 1923, 1922, 1921, 1920
Troonrede 1919, 1918, 1917, 1916, 1915, 1914, 1913, 1912, 1911, 1910
Troonrede 1909, 1908, 1907, 1906, 1905, 1904, 1903, 1902, 1901, 1900

 

 


www.bureaujeugdzorg.nl
www.burojeugdzorg.nl
Referenties
Disclaimer
Contact
Copyright © 1997-2019 J. Hop. Alle rechten voorbehouden.