Slavernij in Nederland en het ondermijnen van de democratie door de overheid zelf ©

Gefabriceerd bewijs, succesvolle tegenwerking en de respectloze bejegening van overheidsdienaren jegens de gewone burgers.

Hop geeft u op onnavolgbare wijze inzicht in de jeugdzorg mentaliteit.
Hop moet bloeden (na strijd om afgifte contactjournaal gezinsvoogd aan ouders van kinderen) schrijft vervolgens de CHRISTELIJKE jeugdzorg advocaat met baantjes in de kerk en school. Citaat: "De heer Hop was als voortrekker bezig het systeem lam te leggen. In eerste instantie werd in dit kader gebruik gemaakt van hinderlijke, maar wel legale middelen als het systematisch klagen en het systematisch om informatie vragen " Bron Regel 21, 22 en 23 Pleitnotities advocaat jeugdzorg op de hoorzitting van het Hof van Discipline 150304.

 

 

Troonrede 2010

Op 21 september 2010 sprak de Koningin onderstaande Troonrede uit:

Leden van de Staten-Generaal,

Willen wij daadkrachtig het economisch herstel vorm kunnen geven, dan is stabiel bestuur gewenst. Intensief wordt sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 9 juni gewerkt aan de totstandkoming van een nieuw kabinet. Lopende de kabinetsformatie past het huidige kabinet terughoudendheid bij het doen van beleidsvoorstellen voor het komende jaar. Lange tijd en wereldwijd zullen de gevolgen van de financieel-economische crisis voelbaar blijven. Een ingrijpend pakket van ombuigingen is nu noodzakelijk om de positie van ons land ook op de lange termijn te verbeteren. Maatregelen voor de jaren na 2011 zullen vanzelfsprekend door een nieuw kabinet voorbereid moeten worden. Voorwaarde voor een duurzame ontwikkeling en welvaart is een stabiel begrotingsbeleid. Aanvullende voorstellen om het jaarlijkse tekort op de begroting terug te dringen, zijn onvermijdelijk. Noodzakelijke middelen om de economie te stimuleren heeft de regering reeds ingezet.

Niet langer kan dit beleid ongewijzigd worden gecontinueerd. Als gevolg van de dalende belastinginkomsten en de stimuleringsmaatregelen is het overheidstekort fors opgelopen. Staatsschuld en tekort stijgen tot een hoogte die op den duur niet houdbaar is. Structurele financiële maatregelen zullen nú genomen moeten worden. Om de hoge overheidstekorten terug te dringen komt de regering met voorstellen die de financiële positie van de Rijksbegroting op termijn zullen verbeteren. Voldaan wordt tevens aan de voorwaarden van het Europees Stabiliteits- en Groeipact, waaraan ons land gebonden is. De keuzes van de regering zijn daarbij vooral ingegeven door de wens en de noodzaak het uitgavenniveau te verlagen.

Hoewel in Nederland de werkloosheid minder hoog is opgelopen dan in de landen om ons heen, blijft de regering zich inzetten om deze terug te dringen. In deze moeilijke tijden is het belangrijk houvast te bieden aan alle inwoners van ons land, met een beleid dat gericht is op behoud van werkgelegenheid en versterking van de economie. Op termijn zal de arbeidsmarkt als gevolg van de vergrijzing gekenmerkt worden door een dalend arbeidsaanbod. Het blijft noodzakelijk maatregelen te treffen die de arbeidsparticipatie vergroten, de inzetbaarheid van werknemers verbeteren en de arbeidsmobiliteit bevorderen.

Nederland is voor zijn welvaart voor een groot deel afhankelijk van de levering van goederen en diensten aan het buitenland. Voor de komende jaren moet rekening worden gehouden met een sterk toenemende concurrentie op de exportmarkten. Vanwege ons relatief hoge loonkostenniveau zal ons land zich moeten blijven inspannen om de concurrentie te weerstaan door innovatieve producten en diensten van hoge kwaliteit te leveren. Een verantwoorde loonontwikkeling is daarbij een belangrijke voorwaarde.

Een sterke en stabiele financiële sector is voor onze samenleving en ons internationaal opererende bedrijfsleven van bijzonder belang. Het is daarom essentieel dat het maatschappelijk vertrouwen in de sector wordt hersteld. Internationaal zijn al stappen gezet ter verscherping van het toezicht. Zo worden voorstellen voorbereid voor betere samenwerking tussen toezichthouders en versterking van de reservepositie van instellingen. De Nederlandse financiële sector heeft zélf verantwoordelijkheid getoond door het opstellen van de Code Banken. Wettelijke verankering hiervan vormt een basis om met behulp van strengere kapitaaleisen en dwingende beloningsprincipes de vertrouwensrelatie met de samenleving te herstellen. Voor het beheer van financiële instellingen die door de Staat zijn overgenomen, wordt een aparte structuur opgezet.

Het Nederlandse pensioenstelsel is robuust in vergelijking met de stelsels van andere landen. Maar maatregelen zijn noodzakelijk omdat de stijgende levensverwachting de pensioenuitkeringen onder druk zet. Om volgende generaties na een werkzaam leven te verzekeren van een goed pensioen, ligt een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd in de rede. Werkgevers en werknemers hebben reeds laten blijken gezamenlijk hieraan mee te willen werken. Daarnaast heeft de economische crisis ernstige gevolgen voor de waarde van ons pensioenvermogen. De regering hecht eraan dat de bestaande regelgeving wordt nageleefd, teneinde het vertrouwen op lange termijn te herstellen.

Voor de samenleving zijn niet louter financieel-economische ontwikkelingen doorslaggevend. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben evenzeer hun doorwerking in de kwaliteit van onze maatschappij. Sociale samenhang werd in de Nederlandse samenleving vaak als vanzelfsprekend beschouwd. De afgelopen jaren zijn wij ons er echter van bewust geworden dat dit niet zo is. In het verleden waren reeds voortdurend inspanningen nodig om tegenstellingen en verschillen van opvatting in de samenleving beheersbaar te houden. Deze noodzaak is in onze tijd niet minder geworden. Het bieden van tegenwicht is niet alleen een taak voor de regering, maar ook voor burgers en de vele maatschappelijke organisaties die ons land telt. Een harmonieuze samenleving is gebouwd op respect, verdraagzaamheid en wellevendheid. Dat vergt geven en nemen, tolerantie maar ook aanpassing. Dit is de verantwoordelijkheid van ons allen.

Onze stijgende levensverwachting is een groot goed. Tegelijkertijd stelt zij de samenleving voor nieuwe uitdagingen. Zo zijn een adequaat onderwijssysteem, een hoogwaardige gezondheidszorg, een leefbare woonomgeving en een veilige samenleving voorzieningen die de nodige financiële inspanningen vergen. Hierbij staan kwaliteit en toegankelijkheid centraal. Kwaliteitsverbetering in het onderwijs is steeds een prioriteit van het regeringsbeleid geweest. Op die weg zullen nog veel stappen gezet moeten worden. Hierbij is, naast het verwerven van kennis, ook de aansluiting bij het bedrijfsleven en de arbeidsmarkt van belang. In zijn afsluitend rapport heeft het Innovatieplatform voorstellen gedaan om Nederland op de lijst van kenniseconomieën te laten opklimmen van plaats tien tot in de top vijf. Bij de ambitie om ons land tot een echt kennisland te maken, horen goed onderwijs en onderzoek. In de vandaag ingediende begroting ontziet de regering het onderwijs. Daarnaast spreekt zij het bedrijfsleven aan op een hogere bijdrage voor ontwikkeling en onderzoek.

De gezondheidszorg is in ons land van goede kwaliteit. De toegankelijkheid hiervan is voor alle Nederlanders zeer ruim. Daar staat wél tegenover dat, mede door de groeiende vraag naar zorg, de kosten in de afgelopen jaren sterk zijn toegenomen.  Dit wordt veroorzaakt door steeds grotere technologische verbeteringen en de stijgende levensverwachting. Maatregelen om de kosten in de hand te houden zullen worden genomen, teneinde de doelmatigheid in de ziekenhuiszorg verder te vergroten.

Om de toegankelijkheid en het vertrouwen in de woningmarkt te herstellen dienen investeringen en doorstroming te worden bevorderd. De regering heeft maatregelen genomen om de woningbouw te stimuleren. Dit is nodig, want niet alleen de bevolking blijft groeien, maar ook het aantal huishoudens. Zeker in de Randstad is er nog steeds een grote behoefte aan goede en betaalbare huisvesting. Daarnaast blijft  aandacht geboden voor de specifieke problemen van krimpgebieden.

De regering zal de mobiliteit verbeteren door een versnelde aanpak van knelpunten in de infrastructuur. Een gerichte werkwijze zal moeten garanderen dat Nederland goed is beveiligd tegen het water. Daarnaast moet er, ook in perioden van droogte, voldoende zoet water beschikbaar zijn.

Het veiligheidsbeleid is er al jaren op gericht om overlast en criminaliteit aan te pakken, maar ook om de kwaliteit van het leefklimaat in de wijken structureel te verbeteren. De wijkgerichte aanpak blijft een goed instrument om samen met gemeenten, burgers en woningcorporaties hieraan te werken. Het jeugdbeleid is gebaseerd op de ervaring dat preventie loont. Alle kinderen moeten gelijke kansen krijgen om zich te kunnen ontwikkelen. Schooluitval moet effectief worden bestreden. Het actief beveiligen en beschermen van de samenleving en de burger tegen intimidatie, discriminatie en geweld blijft een hoge prioriteit van de regering.

Nederland is de op één na grootste exporteur van land- en tuinbouwproducten. Het innovatieve en duurzame karakter van onze agrarische sector staat wereldwijd hoog aangeschreven. Ons land kan een belangrijke bijdrage leveren aan de mondiale voedselzekerheid door te blijven werken aan verbetering van de huidige technologieën. De overheid schept hierbij randvoorwaarden voor duurzame productiemethoden.

De financieel-economische crisis heeft nog eens duidelijk gemaakt hoe verweven Nederland is met de wereld om ons heen. Het wekt vertrouwen dat Europa in een moeilijke tijd slagvaardig kan opereren. Niet alleen op financieel-economisch terrein toont Europa zijn toegevoegde waarde. Ook op het gebied van duurzaamheid worden belangrijke stappen gezet. Zo wordt het komende jaar in Europa besloten over de aanscherping van emissienormen voor autoverkeer.

In contacten met onze partners en internationale organisaties hebben de bestrijding van armoede in de wereld, de duurzaamheid van onze planeet, versterking van mensenrechten en internationale vrede en veiligheid een centrale plaats. De inzet van Nederland tijdens de afgelopen G20 en Europese topconferenties is mede in dat licht te bezien.

Stabiliteit, vrede en goed bestuur worden gediend met samenwerking binnen internationale organisaties zoals de Europese Unie, de NAVO en de Verenigde Naties. Een goed toegeruste veiligheids- en defensieorganisatie draagt daartoe bij. De eerste taak van onze krijgsmacht is de zorg voor de veiligheid van het eigen en het bondgenootschappelijk grondgebied. Daarenboven heeft Nederland ook de opdracht aanvaard bij te dragen aan internationale vredesmissies en crisisbeheersingsoperaties. Grote dank zijn wij verschuldigd aan de mannen en vrouwen die zich in de afgelopen acht jaren in Afghanistan hebben ingezet, in het bijzonder in de provincie Uruzgan, om de bevolking te helpen bij het bouwen aan een betere toekomst. Ook hen die thans nog de verantwoordelijkheid dragen voor de veilige terugkeer van de laatste eenheden en materieel, willen wij in onze dank betrekken. Intens medeleven gaat uit naar degenen die gewond zijn geraakt bij het uitoefenen van hun taken. Diep respect zullen wij blijven voelen voor degenen die bij het vervullen van hun opdracht hun leven hebben gegeven. Zij - en hun nabestaanden - blijven in onze gedachten. Wij allen kunnen trots zijn op wat onder zeer moeilijke omstandigheden is verricht in Afghanistan.

Voorbereidingen zijn getroffen om de staatkundige vernieuwingen binnen het Koninkrijk hun beslag te laten krijgen. De Nederlandse Antillen zullen als land binnen het Koninkrijk ophouden te bestaan. Curaçao en Sint-Maarten krijgen elk de status van land. De eilandgebieden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zullen als openbaar lichaam deel gaan uitmaken van het Nederlandse staatsbestel. Curaçao en Sint- Maarten kunnen blijven rekenen op steun van de regering op het terrein van rechtshandhaving en goed bestuur.

Leden van de Staten-Generaal, In afwachting van het aantreden van een nieuw kabinet bereidt U zich voor op voorstellen die op veel beleidsterreinen bij U aanhangig worden gemaakt. Over de afhandeling daarvan zal in overleg met U moeten worden beslist. Vast staat dat veel aandacht en inspanning van U zal worden gevraagd bij de zwaarwegende beslissingen die nodig zijn om onze economische en sociale problemen het hoofd te bieden. U mag zich daarin gesteund weten door het besef dat velen U wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor U bidden.

 

 

 

Hoofdpunten (concept) regeerakkoord / gedoog akkoord 2010

* Het afschaffen van het rookverbod in kleine cafe’s is de eerste maatregel die is uitgelekt uit het regeerakkoord 2010.
* Er komt een algeheel verbod op het dragen van een burka en andere gelaatsbedekkende kleding.
* Een hoofddoekverbod voor de rechterlijke macht, officieren van justitie en de politie.
* Terugdringen aantal immigranten en asielzoekers.
* Maximum snelheid op snelwegen wordt verhoogd naar 130 kilometer per uur.
* De AOW-leeftijd gaat omhoog naar 66.
* Het budget voor ontwikkelingssamenwerking gaat omlaag van 0,8 naar 0,7 procent van het bruto binnenlands product.
* De WW wordt niet versoberd en het ontslagrecht blijft ongemoeid.
* Zowel het CDA als de VVD leveren ieder 6 ministers.
* Consumenten krijgen een toeslag op hun energierekening. Hiermee zullen subsidies aan windmolens en zonne-energie projecten worden betaald.
* Het aantal politieagenten wordt met 2500 man uitgebreid.
* Er komt een speciale dierenpolitie van 500 agenten.
* Migranten krijgen voortaan een tijdelijk Nederlanderschap voor vijf jaar. Plegen ze binnen deze termijn een misdrijf plegen waarop een gevangenisstraf van meer dan twaalf jaar staat, dan worden ze het land uitgezet.
* Uitkeringen blijven de loonontwikkelingen volgen.
* Het minimumloon, waaraan de hoogte van de bijstand is gekoppeld zal in stapjes worden verlaagd.
* De regeling zoals bijstand, sociale werkplaatsen en de Wajong voor jonggehandicapten, zullen op termijn worden samengevoegd.
* Hypotheekrenteaftrek blijft bestaan.
* Geen kilometerheffing.
* Het aantal Tweede Kamerleden gaat terug van 150 naar 100.
* Het aantal senatoren / Eerste Kamerleden gaat terug van 75 naar 50.
* De ouderenzorg krijgt er 1 miljard bij / 12.000 extra verpleegkundigen.
* Bewoners van verpleeghuizen krijgen recht op een dagelijkse douche.
* Illegaal verblijf in Nederland wordt strafbaar.
* Er komt een nationale politie.
* Criminelen met een dubbele nationaliteit raken hun Nederlanderschap kwijt.
* Defensie moet de komende vier jaar ruim 600 miljoen euro bezuinigen.
* De publieke omroepen moeten enkele honderden miljoenen bezuinigen.
* Er komen bezuinigingen op de kinderopvang en zorgtoeslag (hoe exact wordt nog ingevuld).
* Een sociaal leenstelsel voor het hoger onderwijs (master opleidingen) wordt ingevoerd.
* Het aantal subsidies zal worden beperkt.
* Vandalen worden aansprakelijk voor de aangerichte schade.
* Het pakket voor de basisverzekering zal worden beperkt.
* Er komt een extra kerncentrale in Nederland.
* Goede leraren krijgen beter betaald.
* Tussenuren op school worden geschrapt.
* Huwelijken tussen neef en nicht worden verboden.
* De minimumleeftijd van importbruiden gaat omhoog van 21 naar 24.
* Een bruid importeren mag nog slechts eens per tien jaar.
* Vrij en open internet zal worden bevorderd.
* Er komt een alarmnummer voor dieren in nood: 114
* Topinkomens in de publieke sector krijgen een gouden handdruk van maximaal 75.000 euro in geval van ontslag.

 

 

Vrijheid en verantwoordelijkheid

Concept Regeerakkoord

VVD-CDA

30 september 2010

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

2

Inhoudsopgave

Inleiding 3

1. Bestuur 5

2. Buitenland 7

3. Economie 10

4. Financiën 15

5. Gezondheid 17

6. Immigratie 21

7. Infrastructuur 28

8. Onderwijs 31

9. Ouderenzorg 35

10. Veiligheid 39

11. Werk en sociale zekerheid 43

12. Wonen 46

Bijlage: financieel kader

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

3

Inleiding

Vrijheid en verantwoordelijkheid

Het kabinet combineert realisme over de grote problemen van vandaag met optimisme over

de toekomst. Nederland kan vanuit kracht crises bestrijden. We gaan letterlijk en figuurlijk

werk maken van het oplossen van problemen.

Het huishoudboekje van de staat – van ons allemaal dus – moet in balans komen. Niet als doel

op zich, maar om de samenleving nu en straks houdbaar te laten zijn. We willen onze

kinderen niet met onze schulden opzadelen.

Dit kabinet gelooft in een overheid die alleen dat doet wat zij moet doen, liefst zo dicht

mogelijk bij mensen. Dan kan de overheid weer een bondgenoot worden van burgers. Daarom

snijden we in taken en subsidies en vermindert de bestuurlijke drukte door een heldere

toedeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Hierdoor kan het aantal politici en

ambtenaren fors dalen.

Werk en welvaart hangen meer dan ooit af van de concurrentiekracht van Nederland in een

snel veranderende wereld. Ook daarom willen we ons land sterker maken. Nederland wil een

ambitieus, toonaangevend land zijn in Europa en in de wereld. Dat vergt ruimte voor

ondernemerschap. En durf om ongebaande paden te betreden. Kwaliteitsverbetering -

bijvoorbeeld in onderwijs, zorg en duurzaamheid – zit vaker in slimme vernieuwingen dan in

geld en regels.

Het kabinet wil op tal van terreinen orde op zaken stellen en de balans tussen rechten en

plichten herstellen. Naast kansen bieden betekent dat grenzen stellen èn handhaven. Lik op

stuk en vandalen laten betalen. Investeren in veiligheid met 3000 extra agenten. Maar ook

politiekosten doorberekenen waar dat logisch is. Vakmanschap in het onderwijs, bij de politie

en in de zorg weer de ruimte en het respect geven die het verdient. Niet de tekentafel maar de

mens staat centraal.

Ieder mens heeft recht op zelfbeschikking; verdient de kans het beste uit zichzelf te halen en

zich te ontplooien. We schrijven niemand af, maar spreken iedereen aan. Een baan is immers

de beste sociale zekerheid. Natuurlijk zorgen we samen voor wie echt niet kan meedoen. De

vergrijzing noopt tot een nieuwe kijk op de arbeidsmarkt. Zo is er een rechtstreeks verband

tussen voldoende handen aan het bed straks en het besluit de AOW-leeftijd op te trekken nu.

De gelijkwaardigheid van alle mensen staat voor het kabinet centraal. We beoordelen mensen

niet op hun afkomst maar op hun toekomst, niet op hun geloof maar op hun gedrag, niet als

groep maar als individu. De overheid behandelt alle burgers en ingezetenen van ons land

gelijk en discrimineert niet. Vrijheid van onderwijs behoort tot het fundament van onze

constitutie. De grondwettelijk verankerde godsdienstvrijheid omvat alle godsdiensten en

levensovertuigingen. VVD en CDA zien de islam - anders dan de PVV - als religie en zullen

daar naar handelen. De verklaring die ten grondslag ligt aan de politieke samenwerking is hier

duidelijk over.

De overheid beschermt de vrijheid van mensen en komt in actie als het algemeen belang dat

vraagt. Vrijheid is begrensd door wettelijke regels. Alle scholen dienen de kernwaarden van

de rechtsstaat te erkennen en uit te dragen. Een open en levendig maatschappelijk en politiek

debat is van vitaal belang voor onze democratie. Dat debat hoort middenin de samenleving

plaats te vinden en bij voorkeur niet in de rechtszaal.

Het kabinet respecteert internationale verdragen. Ook verdragen bieden burgers en hun

grondrechten bescherming. Daar waar nieuw nationaal beleid op juridische grenzen stuit zal

Nederland zich binnen de Europese Unie of in ander verband inzetten voor wijziging van de

betreffende verdragen, richtlijnen of afspraken.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

4

Minderheidskabinetten zijn in Nederland niet gebruikelijk. Dit akkoord is tot stand gekomen

door besprekingen over een regeerakkoord tussen de coalitiefracties van VVD en CDA.

Daarnaast is een gedoogakkoord overeengekomen tussen de fracties van VVD, PVV en CDA

dat betrekking heeft op immigratie, integratie, asiel, veiligheid, ouderenzorg en het

overeengekomen bezuinigingspakket. De ingrijpende besluiten die in het gedoogakkoord zijn

opgenomen hebben de steun van de fracties van VVD, PVV en CDA. Bij voorstellen uit het

regeerakkoord kan de PVV-fractie tegenstemmen. Moties van wantrouwen en afkeuring

zullen – voor zover het maatregelen uit het regeerakkoord betreft – door de PVV niet worden

gesteund.

Ook over de grens van de politieke samenwerking tussen de fracties van VVD, PVV en CDA

heen streeft het kabinet naar draagvlak voor daadkrachtig beleid. In het belang van de

toekomst van Nederland.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

5

1. Bestuur

Het bestuur zal worden georganiseerd vanuit de principes “Je gaat erover of niet” en “Je levert

tijdig”. Alleen dan kan een krachtige, kleine en dienstverlenende overheid worden gevormd

met minder belastinggeld, minder ambtenaren, minder regels en minder bestuurders.

Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen beperken zich tot hun kerntaken. De

kerntaken van provincies liggen op de gebieden ruimte, economie en natuur.

Taken van het bestuur worden op een zo dicht mogelijk bij de burger gelegen niveau

gelegd.

Per terrein zijn ten hoogste twee bestuurslagen betrokken bij hetzelfde onderwerp.

Het kabinet komt met voorstellen tot vermindering van het aantal bestuurders in

colleges van burgemeester en wethouders, besturen van waterschappen, gedeputeerde

staten van provincies. Het aantal leden van het kabinet wordt verminderd.

Het kabinet komt met voorstellen tot vermindering van het aantal

volksvertegenwoordigers in gemeenteraden, waterschapsbesturen, provinciale staten

en de Staten-Generaal. Bij het aantal leden van de Tweede Kamer en de Eerste Kamer

gaat het om vermindering met een derde van elke Kamer.

Het aantal ministeries daalt.

Het kabinet komt met een voorstel tot opschaling van het provinciaal bestuur in de

Randstad (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland), ook om nieuwe

bestuurlijke hulpstructuren te voorkomen.

Het kabinet komt met voorstellen om bevoegdheden op het gebied van vervoer en

infrastructuur van rijk, provincies, regio’s en gemeenten in de Randstad over te

dragen aan een te vormen Infrastructuurautoriteit.

Het kabinet komt met een voorstel dat inhoudt dat gemeenteraden de

waterschapsbesturen kiezen.

Gemeentelijke herindeling komen alleen van onderaf tot stand. De provincie heeft een

actieve rol bij de oplossing van bestuurlijke en financiële knelpunten.

Het kabinet komt met voorstellen tot afschaffing van de WGR+ en deelgemeenten

c.q. deelgemeenteraden.

Taakdifferentiatie op gemeentelijk niveau wordt vaker mogelijk gemaakt.

Het aantal ambtenaren bij alle bestuurslagen wordt verminderd, onder meer door

decentralisatie en taakverschuiving richting provincies en gemeenten waarbij de focus

komt te liggen op de kerntaken van de provincies in het ruimtelijk en economisch

domein en het natuurbeleid.

Er wordt door de rijksoverheid verder gewerkt aan de vorming van een rijksinspectie

en centralisatie van bedrijfsvoering (o.a. ICT, inkoop, huisvesting, auditdiensten,

facilitaire diensten) met een adequate aansturing en doorzettingsmacht voor de

verantwoordelijke bewindspersoon.

De regeldruk, met name voor professionals en burgers, en de interbestuurlijke lasten

worden verder verminderd.

Sanering van het aantal specifieke uitkeringen wordt voortgezet.

Voor het Gemeentefonds en het Provinciefonds wordt, met inachtneming van reeds

gemaakte afspraken, het uitgangspunt “trap op, trap af” weer ingevoerd.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

6

De overheid betaalt facturen binnen dertig dagen. Op termijnoverschrijding volgen in

beginsel boetes.

In een taalwet worden de gelijke rechten van de Nederlandse taal en de Friese taal

binnen de provincie Friesland gewaarborgd.

De territoriale integriteit van het Koninkrijk wordt onverkort gehandhaafd.

Het kabinet komt met een voorstel dat inhoudt dat Nederland naar een

paspoortgeldigheid van 10 jaar gaat.

Het kabinet komt met voorstellen die het eenvoudiger maken voor Nederlanders in het

buitenland om hun stem uit te brengen bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer en

het Europees Parlement.

Het kabinet bevordert de emancipatie.

Het kabinet staat ook borg voor de emancipatie van lesbische vrouwen, homoseksuele

mannen, biseksuelen en transgenders en zal daartoe concreet beleid ontwikkelen.

Gewelddadige misdrijven met een discriminatoire achtergrond c.q. een discriminatoir

motief dienen zwaarder te worden gestraft. Het Openbaar Ministerie zal hiermee bij de

strafeisen dienaangaande rekening houden.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

7

2. Buitenland

Het kabinet ziet het als zijn taak de veiligheid en het welzijn van Nederland en de

Nederlanders te bevorderen en de Nederlandse belangen veilig te stellen. Ons externe beleid,

waarbij Nederland internationaal een krachtige en zelfbewuste rol speelt, draagt daaraan bij.

De huidige internationale uitdagingen en conflicten en de Nederlandse financieeleconomische

situatie maken het noodzakelijk scherpere keuzes te maken in het externe beleid

en om geïntegreerd beleid te voeren. De internationale aspecten van andere delen van het

kabinetsbeleid worden meer gecoördineerd.

Het externe beleid, waarvoor de minister van Buitenlandse Zaken als coördinerend

bewindspersoon eerstverantwoordelijk is, zal zich daarom in het bijzonder richten op

bevordering van internationale stabiliteit en veiligheid, energie- en grondstoffenzekerheid,

bevordering van de internationale rechtsorde, alsmede bevordering van handels- en

economische belangen van Nederland en Nederlandse bedrijven.

De Nederlandse rechtsstatelijke verworvenheden, de internationale solidariteit die in

ontwikkelingssamenwerking tot uitdrukking komt en de blijvende betrokkenheid bij Europese

samenwerking en integratie zijn traditioneel kenmerkend voor het Nederlands buitenlands

beleid. Nederland neemt zijn internationale verantwoordelijkheden in Europees en

bondgenootschappelijk verband (NAVO) serieus, komt op voor nationale (economische)

belangen en de bescherming van mensenrechten wereldwijd en steunt actief de internationale

strijd tegen terrorisme.

Nederland maakt deel uit van Europa: geografisch, historisch, cultureel en economisch.

Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Blijvende betrokkenheid bij

het Europese proces is daarom in het directe belang van Nederlandse burgers en bedrijven.

Binnen een Unie van 27 leden is besluitvorming ook een kwestie van het sluiten van

compromissen. Bij positiebepaling houdt Nederland onze structurele belangen voor ogen.

De Europese Unie kan echter niet onbeperkt uitbreiden. Ook mogen Europese uitgaven,

beleidsontwikkeling en overdracht van nationale competenties naar het Europese niveau niet

ongehinderd toenemen. De EU dient zich te beperken tot de kerntaken die gericht zijn op

welvaart, vrijheid en veiligheid. Subsidiariteit is een cruciaal uitgangspunt: dat wat beter op

het niveau van de lidstaten kan worden geregeld, moet niet in Brussel worden besloten.

Deregulering moet ook in de EU een doelstelling zijn. Regels die daarentegen wel zinvol zijn,

moeten worden gehandhaafd en voor ieder uniform gelden. Het kabinet streeft tevens naar één

vergaderplaats van het Europees Parlement.

Hervorming van de Europese begroting is noodzakelijk, waarbij de afdrachten van de

lidstaten aan de EU evenwichtiger en transparanter moet worden. Het kabinet zal zich inzetten

voor een substantiële vermindering van de afdrachten door Nederland aan de EU in de

onderhandelingen over de komende financiële perspectieven.

Toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU vindt plaats wanneer zij voldoen aan de strikte

criteria daarvoor, met name de Kopenhagen-criteria, waaronder het absorptievermogen van de

EU, en de uitbreidingsstrategie van 2006.

Met het verdrag van Lissabon is voor de komende periode de grens bereikt van overdracht

van nationale bevoegdheden aan de EU. Binnen de bestaande context moet de EU optimaal en

ten dienste van de burger functioneren. De aandacht moet primair uitgaan naar financiële

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

8

soberheid, het bevorderen van economische groei, verbetering van de juridische en

veiligheidssamenwerking en het effectiever en samenhangender maken van het externe beleid.

Verzoeken om een bijdrage te leveren aan internationale missies van de NAVO en de

EU worden in het perspectief van internationale verantwoordelijkheid en nationale

belangen overwogen. Deze missies, en dus ook de Nederlandse bijdragen, vinden in

toenemende mate in gemengde civiel-militaire samenstelling plaats. Naast de

krijgsmacht leveren ook de rechterlijke macht, politie en andere bestuurlijke

disciplines hieraan hun bijdrage. Waar mogelijk dienen deze missies, of delen

daarvan, gefinancierd te worden vanuit de begrotingsmiddelen voor

Ontwikkelingssamenwerking. Het kabinet zet zich in voor aanpassing van de DAC

(Development Assistance Committee van de OESO)-ODA (Official Development

Assistance)-criteria opdat vredesmissies in ontwikkelingslanden onder

ontwikkelingssamenwerking vallen. Tegen de achtergrond van de recente discussies,

zal het kabinet, rekening houdend met de motie-Peters/Pechtold, op korte termijn een

artikel 100-besluit aan de Kamer voorleggen. Nederland neemt actief deel aan missies

die de koopvaardij beschermen tegen piraterij en zet zich in voor berechting van

piraten in de regio.

Nederland wil verder investeren in de band met de staat Israël. Nederland blijft daarbij

voorstander van een alomvattend vredesakkoord tussen Israël en de Palestijnen. Een tweestaten-

oplossing, met als uitgangspunt de grenzen van 1967, vormt hierbij het uitgangspunt.

Nederland blijft in de bevordering hiervan bilateraal en multilateraal een actieve rol spelen.

Een groot deel van ons nationaal inkomen en werkgelegenheid verdient Nederland door

internationale investeringen, handel en export. Om de Nederlandse bedrijven en

kennisinstellingen te kunnen laten concurreren op de Europese en internationale markten,

moet de overheid haar internationale (economische) relaties actiever invullen. De minister van

Economische Zaken coördineert internationaal ondernemen, in nauwe afstemming met de

minister van Buitenlandse Zaken. Economische diplomatie wordt een zwaardere component

in het werk van ambassades en consulaten. Het postennetwerk wordt herzien opdat er een

kleiner en goedkoper maar flexibeler netwerk ontstaat, gebruik makend van verdere

samenwerking met andere (EU-)landen en digitale mogelijkheden.

Het kabinet zet zich in voor een steeds belangrijker wordende rol voor de EDEO

(diplomatieke dienst van de EU) op het punt van consulaire zaken en visa.

Den Haag wordt bevorderd als vestigingsplaats voor internationale instellingen, mede gelet op

het economisch belang. Het kabinet streeft ernaar het NAVO Joint Forces Command in

Brunssum te behouden.

Het ontwikkelingsbeleid wordt fundamenteel herzien en gemoderniseerd, waarbij het rapport

“Minder pretentie, meer ambitie” van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid

als leidraad dient. Uitgangspunt hierbij is te gaan van hulp naar investeren, met als doel

zelfredzaamheid in ontwikkelingslanden. Het kabinet zet daartoe in op coherentie van beleid,

economische groei en handelsbevordering. De inzet wordt gericht op minder partnerlanden en

minder sectoren om de effectiviteit te bevorderen. Begrotingssteun wordt niet gegeven als

sprake is van corruptie, schending van mensenrechten en onvoldoende good governance.

Binnen het budget voor Ontwikkelingssamenwerking zal een sterke uitbreiding plaatsvinden

van mogelijkheden voor het bedrijfsleven. Ontwikkeling van de private sector zal één van de

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

9

speerpunten worden, evenals het bijdragen aan het behalen van de Millennium Development

Goals. In de ontwikkelingssamenwerking zal gezocht worden naar meer samenhang met het

brede buitenlands beleid. Daarnaast wordt gefocust op thema’s waar Nederland goed in is

(onder meer watermanagement, landbouw en maatschappelijk middenveld). Het 3D-beleid

wordt voortgezet en interdepartementaal beleid wordt bevorderd op onder meer de gebieden

van veiligheid, klimaat, gezondheidszorg, energie, water en landbouwproductie. De in

Nederland aanwezige expertise wordt daarbij ingezet.

Het kabinet kiest voor een veelzijdig inzetbare krijgsmacht met het daarbij behorende

ambitieniveau zoals uitgewerkt in het eindrapport Verkenningen “Houvast voor de

krijgsmacht van de toekomst” (2010). De krijgsmacht is ook een volwaardige

veiligheidspartner in de strijd tegen drugs, terrorisme, illegale immigratie en piraterij.

De F-16’s zijn aan vervanging toe. De regering schaft in 2011 een tweede JSF (Joint Strike

Fighter)-testtoestel aan voor deelname aan de internationale operationele test- en

evaluatiefase. Het kabinet komt in nauw overleg met de Tweede Kamer tot een Veteranenwet.

Het kabinet zal de begroting van Defensie langs de lijnen van het primaire proces van

defensie inrichten. Hierbij worden de personele gereedheid, materiële gereedheid en

geoefendheid binnen de begroting geoormerkt.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

10

3. Economie

In een open wereldeconomie is versterking van het concurrentievermogen van de Nederlandse

economie essentieel. De ontwikkeling en groei van de economie vormt de basis van onze

werkgelegenheid, welvaart en voorzieningen. Nederland beschikt over een goede

uitgangspositie door bedrijven en sectoren die wereldwijd opereren en exporteren, een

gunstige ligging en vestigingsklimaat en een goed opgeleide beroepsbevolking. De ambitie is

deze positie voor de toekomst te verzekeren, uit te breiden en te versterken. De overheid geeft

richting aan deze ambitie door een faciliterend en stimulerend beleid op het gebied van

infrastructuur, onderwijs, arbeidsmarkt, belastingen en regeldruk. De Europese Unie en de

World Trade Organisation (WTO) zijn belangrijke kaders waarbinnen een gelijk speelveld

voor ondernemers en consumenten wordt gerealiseerd. Om de concurrentiekracht van het

bedrijfsleven te versterken voert de overheid ook een gericht beleid ter bevordering van

innovatie en ondernemerschap, onder meer door stimulering van samenwerking tussen

bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid. Innovatie is voor alle sectoren van het

bedrijfsleven van vitaal belang bij de productontwikkeling en export

Combinatie en bundeling van het algemene en specifieke economisch beleid, het beleid ten

aanzien van de agrofoodsector en het beleid inzake innovatie in één ministerie biedt de basis

voor een meer integrale en effectieve beleidsinzet ter versterking van de concurrentiekracht

van de Nederlandse economie binnen de EU en in de wereld. De landbouw is een belangrijke

sector die zwaar moet meewegen in het economisch beleid.

Het ministerie van Economische Zaken wordt daarom uitgebreid met deze taken en gaat

functioneren als een ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie. Dit heeft tot taak een

concurrerend, algemeen ondernemingsklimaat te bevorderen en zal - in aanvulling daarop -

een stimulerend beleid ontwikkelen voor de huidige en toekomstige economische topgebieden

van Nederland, zoals water, voedsel, tuinbouw, high tech, life sciences, chemie, energie,

logistiek en creatieve industrie. Dit beleid richt zich integraal op alle relevante vestigings- en

ondernemingscondities voor de topgebieden, waaronder regeldruk, aanbestedingsbeleid,

duurzaamheid, fiscaliteit, hoofdkantoren, onderzoek en innovatie, exportbevordering en

financiering. Het groene onderwijs blijft aan de sector gekoppeld en draagt wezenlijk bij aan

de kwaliteit en toekomst van de agrofoodsector. In 2011 zal het kabinet dit nieuwe

bedrijfslevenbeleid vastleggen in een nota

De middelen die beschikbaar zijn voor de versterking van de positie van bedrijven en

ondernemers worden herijkt en op een meer eenvoudige wijze toegankelijk gemaakt.

Bestaande middelen voor export, innovatie en internationaal ondernemen worden

gebundeld in een “Homogene groep Economische Topgebieden”.

Subsidies worden alleen verstrekt indien de effectiviteit ervan is bewezen. Dit leidt

onder meer tot inkrimping van het AgentschapNL.

Er komt meer focus en massa in de subsidies, onder meer voor topgebieden, door

herijking, bundeling en vereenvoudiging.

Er komt een nieuwe, geïntegreerde ondernemersfaciliteit op basis van de bestaande

fiscale faciliteiten. Deze faciliteit zal gericht zijn op het bevorderen van winstgevend

ondernemerschap en de belemmerende marginale druk uit de zelfstandigenaftrek

wegnemen.

Het vestigingsklimaat zal verbeteren door een budgetneutrale grondslagverbreding in

de vennootschapsbelasting in combinatie met generieke en specifieke tariefverlaging.

De verlaging van subsidies wordt gecompenseerd door lastenverlaging via de

vennootschapsbelasting en Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (WBSO).

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

11

Versterking van de innovatiekracht van het bedrijfsleven is cruciaal voor de economische

ontwikkeling in de toekomst. Nieuwe producten, technologieën en werkwijzen zorgen voor

vergroting van de export en werkgelegenheid. Een goede samenwerking tussen bedrijfsleven,

kennisinstellingen en overheid is hierbij van groot belang. De samenhang tussen kennis,

wetenschap, toegepast onderzoek en innovatiebeleid wordt versterkt.

Het innovatiebeleid, de coördinatie hiervan en het loket voor innovatiemiddelen

worden geconcentreerd bij het ministerie van Economische Zaken, met inbegrip van

de middelen waarover Onderwijs en andere ministeries thans beschikken.

Innovatiesubsidies worden via een revolverend fonds verstrekt, zodat succesvolle

innovaties zich terugbetalen.

De WBSO wordt ruimer uitgevoerd, evenals de Innovatie Prestatie Contracten en de

Kenniswerkersregeling.

Er komt meer aandacht voor kennisvalorisatie ten behoeve van het bedrijfsleven,

vooral het midden- en kleinbedrijf (MKB).

Het is voor de economische ontwikkeling en innovatie belangrijk dat bedrijven geclusterd

kunnen opereren, zoals Greenports, waaronder de Greenports Venlo, Westland en de

Bollenstreek Brainport Zuid-Oost Nederland, de Food Valley in Wageningen, de

Maintenance Valley in Midden- en West Brabant, de Energy Valley in Groningen, de

nanotechnologie in Twente en Delft, de Zuidas in Amsterdam, Schiphol en de haven van

Rotterdam. Deze clusters worden maximaal gefaciliteerd. Ook de regionaal geclusterde

bedrijven krijgen de ruimte.

Het regionaal economisch beleid van de rijksoverheid wordt geschrapt en

gedecentraliseerd.

Regionale ontwikkelingsmaatschappijen worden betrokken bij de verdere vormgeving

van regionale economieën.

De Nederlandse agrofoodsector bekleedt een internationale koppositie en is onderdeel van de

oplossing voor de (inter)nationale uitdagingen rond voedselzekerheid, armoedebestrijding,

energie, water, klimaat, vrede en stabiliteit. De land- en tuinbouw verdienen versterking,

nationaal, Europees en mondiaal. Gerichte investering in innovatie en verduurzaming in de

agrofood-, tuinbouw- en visserijsector is nodig om de koppositie te behouden. Hierbij blijft

een goede wisselwerking tussen kennis, praktijk en beleid een sleutelfactor voor succes in

innovatie. Alle agrofoodsectoren (incl. tuinbouw en visserij) verdienen

ontwikkelingsperspectief, richting innovatie en verduurzaming. Het beleid versterkt de

economische kracht van ondernemers

Het Europees Landbouw- en Visserijbeleid (GLB/GVB) is belangrijk voor voedselzekerheid

en voedselveiligheid, voor natuur- en landschap en de economie. Een gelijk speelveld op EUen

WTO-niveau is voor Nederlandse ondernemers essentieel. Om te kunnen blijven

investeren blijft het Europees budget van belang. Het kabinet gaat bij de voorbereiding van de

financiële perspectieven in de EU voor de periode vanaf 2013 ten aanzien van het

gemeenschappelijk landbouwbeleid uit van een gelijk speelveld en de belangen van de

Nederlandse agrofoodsector. Nederlandse ondernemers worden gestimuleerd om de

marktoriëntatie, concurrentiekracht, innovatievermogen en duurzaamheid van de agrarische

sector en het platteland te versterken.

Voor het leveren van diensten aan de gemeenschap (landschap en natuur) en voor

bovenwettelijke maatschappelijke prestaties (o.a. diergezondheid, dierenwelzijn, milieu- en

waterbeheer) worden agrarische ondernemers beloond.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

12

Ondernemers en bedrijven, met name het MKB, worden meer ondersteund bij hun contacten

met de overheid.

Ondernemers zullen voor al hun overheidszaken terecht kunnen bij één loket, een

‘Ondernemersplein’.

Het MKB verdient meer kansen bij aanbestedingen door de overheid. Cluster- en

raamcontracten worden teruggedrongen; de omzeteis gaat omlaag. Als een bedrijf met

succes een aanbestedingsprocedure heeft doorstaan, moet de erkenning voor meerdere

jaren zijn geregeld.

Zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers) krijgen eveneens meer kansen bij

aanbestedingen door de overheid.

Er komt een actieplan tot verlaging van administratieve lasten voor ZZP-ers.

De druk van administratieve lasten en regels voor bedrijven en burgers gaat omlaag.

Administratieve lasten en regeldruk voor bedrijven dienen in 2012 ten opzichte van

2010 met 10% te zijn afgenomen. Het gaat hierbij onder meer om uniformering van

het loonbegrip, aanpak van de loonsomheffing, verkorting van de winstaangifte en

vereenvoudiging van de regelgeving inzake BV’s.

Het aantal statistische uitvragen door het Centraal Bureau voor de Statistiek gaat

drastisch omlaag.

Na 2012 vindt een jaarlijkse reductie van 5% van de administratieve lasten plaats.

Actal wordt, budgetneutraal omgevormd en met behoud van de taken voor bedrijven

en burgers, een organisatie die extern toetst op basis van concrete klachten van het

bedrijfsleven waarbij ‘naming and shaming’ niet zijn uitgesloten.

Per 1 januari 2011 komt er een zogeheten “inspectievakantie” voor het bedrijfsleven.

Bij deugdelijke zelfregulering (certificering) kan met minder inspectieonderzoeken per

bedrijf worden volstaan.

Als te laat op een vergunningsaanvraag wordt beslist, wordt de vergunning zoveel

mogelijk automatisch verleend, met uitzondering van het vreemdelingenbeleid.

Evenals de verwijderingsbijdrage voor kleine huishoudelijke apparaten verdwijnt ook

de verwijderingsbijdrage voor witgoed, zoals airconditioners, wasmachines en

koelkasten in 2011.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is belangrijk. Ondernemingen tonen aandacht voor

mensen, milieu en maatschappij. Het gaat hierbij onder meer om de belangen van alle

betrokkenen, met inbegrip van de aandeelhouders, om continuïteit en duurzaamheid, zowel

ten aanzien van de omgeving, de klant en het product.

De huidige situatie op het gebied van de koopzondagen blijft gehandhaafd.

Energie

Nederland moet voor de voorziening van energie minder afhankelijk worden van andere

landen, hoge prijzen en vervuilende brandstoffen. De energiezekerheid moet worden vergroot

en er komt meer aandacht voor het verdienpotentieel op energiegebied. De Europese doelen

voor een duurzame energievoorziening zijn leidend. Dit betekent 20% CO2-reductie en 14%

duurzame energie in 2020.

Om de CO2-reductie te realiseren en minder afhankelijk te worden bij de

energievoorziening, is meer kernenergie nodig. Aanvragen van vergunningen voor de

bouw van een of meer nieuwe kerncentrales die voldoen aan de vereisten, worden

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

13

ingewilligd. Opslag van CO2 kan ondergronds plaatsvinden met inachtneming van

strenge veiligheidsnormen en lokaal draagvlak. Deze opslag komt pas aan de orde na

verlening van de vergunning voor een nieuwe kerncentrale.

Het kabinet beoogt een “Green Deal” met de samenleving, mede door voortzetting en

versterking van de nationale aanpak van energiebesparing. De verlening van

vergunningen voor lokale, kleinschalige productie van energie en warmte wordt

eenvoudiger.

De energietransitie berust op innovatie door goede samenwerking tussen bedrijfsleven

en kennisinstellingen, ondernemingszin bij de ontwikkeling en export van nieuwe

producten op dit gebied en enkele maatregelen die hieraan bijdragen. Het kabinet

bevordert onderzoek naar en toepassing van nieuwe energiebronnen.

De opwekking van duurzame energie moet zo snel mogelijk concurrerend worden

maar verdient in de overgangsfase stimulering. Hiertoe wordt de Stimuleringsregeling

Duurzame Energie (SDE) geleidelijk omgevormd in een SDE+ regeling. De

financiering van de SDE+ vindt plaats door een opslag op de energierekening. De

opbrengst van de SDE+ wordt direct ingezet voor duurzame energieprojecten. De

SDE+ wordt, zoals vastgelegd in het financieel kader, geen regeling met een open

einde.

Naast deze algemene maatregelen ter ondersteuning van de energietransitie, zijn ook meer

gerichte, specifieke maatregelen nodig om de economie toekomstbestendiger en sterker te

maken.

De energietransitie wordt ook in internationaal verband bevorderd.

In internationaal verband zet het kabinet in op versterking van het Initiatief Duurzame

Handel, met inzet van middelen voor Ontwikkelingssamenwerking, en uitbreiding

hiervan naar CO2-intensieve sectoren.

In de Europese Unie richt het kabinet zich onder meer op een CO2-efficiëntienorm

voor elektriciteitscentrales, scherpe milieu-eisen aan producten, emissie-eisen aan alle

transportmiddelen en een Europees energienet, ook op de Noordzee.

Het kabinet zet in op doorlichting van de wereldwijde broeikasgasemissiehandel ten

aanzien van de betrouwbaarheid van emissierechten, zoals die uit het Clean

Development Mechanism.

De energie-infrastructuur blijft in publieke handen.

Natuur

Een goed natuurbeheer en het op peil houden van de biodiversiteit zijn belangrijk, ook voor

recreatief gebruik. De provincies krijgen meer zeggenschap over het natuurbeheer. De

ecologische hoofdstructuur (EHS) wordt in 2018 herijkt gerealiseerd, onder meer door

grensverlegging, strategische inzet van ruilgronden en ontstapeling van gebiedscategorieën,

met maximale inzet op beheer en minimaal op verwerving. Dat kan dus betekenen dat er

minder wordt aangekocht. Vooruitlopend op de herijking worden onder andere de robuuste

verbindingen geschrapt. Beheer vindt bij voorkeur langjarig plaats door agrariërs, andere

particulieren en terreinbeherende organisaties die samenwerken om meer effectiviteit te

bereiken. De programmatische aanpak stikstof (PAS) blijft nodig voor een goed samengaan

van economie en ecologie. Bij de uitvoering van de opgaven voor de EHS en Natura2000

worden ruimte en toekomstperspectieven voor ondernemers zoveel mogelijk meegewogen.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

14

De rek en ruimte binnen de toepasselijke Europese richtlijnen worden optimaal benut.

Uitgangspunten voor de EU-richtlijnen zijn dat economie en ecologie in evenwicht zijn en dat

maatregelen haalbaar en betaalbaar moeten zijn. Nationale koppen op de Europese

regelgeving worden opgespoord en verwijderd.

Dierenwelzijn

Het dierenwelzijn wordt bevorderd. Het kabinet zet in op hogere eisen aan dierenwelzijn in de

EU ten behoeve van een gelijk speelveld.

In elk geval zet het kabinet in op EU-regelgeving tot vermindering van transporten

over lange afstand van slachtvee en het mogelijk maken van het vaccineren in plaats

van het doden van dieren ter beperking van dierziekten.

Het kabinet zet in op alternatieven voor dierproeven.

Misstanden bij dierenfokkers worden aangepakt.

Illegale handel in exotische diersoorten wordt effectiever bestreden.

Dierenmishandeling wordt harder aangepakt, onder meer door 500 animal cops

(dierenpolitie).

Er komt een apart alarmnummer voor dieren in nood en dierenmishandeling waaraan

ook de dierenambulance zal worden gekoppeld (bijvoorbeeld 1-1-4 “red een dier”).

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

15

4. Financiën

Het kabinet wil de overheidsfinanciën weer gezond maken. Door de vergrijzing, de

kredietcrisis en de Europese schuldencrisis is het saneren van de overheidsfinanciën een harde

noodzaak. Doen we dat niet, dan schuiven we bezuinigingen en de gevolgen daarvan voor de

maatschappij en de economie simpelweg door naar de toekomst ten laste van onze kinderen.

Het kabinet hecht er aan de begroting snel en blijvend op orde te brengen. De wereldwijde

financiële en economische crisis trof Nederland hard en heeft de overheidsfinanciën verder

verslechterd. Het overheidstekort bedraagt in 2011 bijna 4% van het bruto binnenlands

product (BBP). De overheidsschuld loopt op tot meer dan 66% BBP. De economie trekt

inmiddels weer aan. Maar het herstel is broos en onvoldoende om de teruggang in de jaren

van de crisis te compenseren.

Nederland heeft solide overheidsfinanciën nodig. Dankzij een relatief goede uitgangspositie is

het vertrouwen van de financiële markten in de Nederlandse overheidsfinanciën groot. Dat

kan zo blijven, als Nederland het sterk opgelopen tekort snel aanpakt door de

overheidsuitgaven terug te dringen.

Het kabinet streeft ernaar in 2015 uitzicht op begrotingsevenwicht te hebben. Nederland

voldoet daarmee ook ruimschoots aan de vereisten van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP).

Het kabinet kiest voor budgettaire sanering en economisch herstel. Het totaal van de

maatregelen verbetert de lange termijn houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

Totaaloverzicht (in € mld, +/+ is saldoverbeterend) 2011 2012 2013 2014 2015 struc

Terugdraaien eigen betalingen zorg (MLT) 0,00 0,31 0,64 0,95 1,26 1,26

Ombuigingen 1,54 5,60 9,38 13,36 18,26 25,42

Intensiveringen 0,48 1,91 2,60 2,94 3,51 4,73

Lasten 0,38 0,77 1,47 2,22 1,34 2,21

Subtotaal 1,44 4,16 7,61 11,69 14,83 21,64

Aansluiting MN / MLT 20112015 (stand september 2010) 1,43 2,36 2,79 2,97 3,14 3,14

Totaal 2,9 6,5 10,4 14,7 18,0 24,8

De ombuigingen van het vorige kabinet zoals voorgesteld in de begroting 2011 worden

overgenomen.

Het kabinet stelt een ambitieus pakket van maatregelen voor dat de lange termijn

houdbaarheid van de overheidsfinanciën fors verbetert en de economie versterkt. Door de

voorgestelde maatregelen stijgt de werkgelegenheid op lange termijn met één procent. Tot

2015 ligt de groei van de economie en de consumptie lager dan wat we gewend waren voor de

crisis. Dat neemt niet weg dat we nog altijd mogen rekenen op een gemiddelde economische

groei van 1¼ procent. Het totaal van de maatregelen drukt volgens het CPB de mediane

koopkracht met ½%-punt per jaar. Inclusief het basispad resulteert een koopkrachtdaling van

¼% per jaar. De totale koopkrachtdaling voor werknemers is volgens het CPB afgerond 0 per

jaar.

Begrotingsbeleid

Het kabinet houdt vast aan het trendmatige begrotingsbeleid. De uitgaven en de ontvangsten

worden gescheiden. Alle conjunctuurgevoelige uitgaven worden weer onder de kaders

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

16

gebracht. Meevallende rente-uitgaven leiden niet tot extra ruimte. Daarmee kunnen de risico’s

voor de overheidsfinanciën beter worden beheerst. Het geeft ook meer zekerheid worden voor

het realiseren van de budgettaire doelstelling. Aan de inkomstenkant wordt via een

inkomstenkader automatische stabilisatie mogelijk gemaakt.

Indien Nederland voldoet aan de medium term objective-doelstelling van het SGP en het

feitelijk EMU (Europese Monetaire Unie)-saldo bij de besluitvorming over de lastenkant in

augustus meerjarig een overschot laat zien dan wordt 50% van het overschot bestemd voor

aflossing van de staatsschuld en zal een lastenverlichting van 50% van het overschot boven de

0% BBP worden gegeven. Het feitelijk EMU-saldo wordt berekend inclusief de

tariefverlaging, rekeninghoudend met toepassing van het vorenstaande en een behoedzame

raming voor het saldo van de medeoverheden.

Ook dragen de begrotingsregels (een nieuwe set zal gepubliceerd worden) bij aan de

beheersing van de begroting. Met het oog op het beperken van risico’s worden de

begrotingsregels over het verstrekken van garanties aangescherpt. Belastinguitgaven in enge

zin worden beter gemonitord. Additioneel ingrijpen is vereist wanneer het EMU-saldo zich

niet ontwikkelt in lijn met de afspraken uit het SGP of met budgettaire doelstellingen. Hiervan

is sprake indien het geraamde EMU-saldo 1 procentpunt negatiever is dan het saldopad na

doorrekening van het regeerakkoord.

De belegde ruimte in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) van middelen op het

gebied van Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Duurzaamheid en Kennis en

Innovatie wordt overgeheveld naar het Infrastructuurfonds respectievelijke de departementale

begrotingen. Er vindt deze periode geen additionele voeding plaats van het FES. De

onbelegde ruimte komt ten goede aan de algemene middelen.

Bij de budgettaire verwerking van dit akkoord zijn de bedragen in de financiële bijlage

leidend. Ombuigingen worden geboekt op het betreffende begrotingshoofdstuk;

intensiveringen worden aangehouden in enveloppen op de aanvullende post.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

17

5. Gezondheid

Gezondheid

Een kwalitatief hoogstaande, toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg is cruciaal voor

een samenleving. Mensen hebben recht op de beste zorg die er is. In Nederland is de zorg

over het algemeen goed toegankelijk. Maar de kwaliteit van de zorg kan nog beter, en de

kosten – die onevenredig oplopen – moeten beter worden beheerst. Daarnaast dreigen er in de

toekomst forse personeeltekorten in de zorg.

Het kabinet zet in op betere basiszorg dichter bij huis.

Kwalitatief goede basiszorg moet zo dicht mogelijk bij de patiënt worden georganiseerd:

huisartsenzorg, wijkverpleegkundigen, thuiszorg, apothekers, fysiotherapeuten, regionale

ziekenhuizen die basiszorg leveren en anderen werken samen in een netwerk van zorg in

de wijken en dorpen. Het kabinet zet in op versterking van betere zorg dichtbij huis. Alle

zorgverleners kunnen zelfstandig de taken uitvoeren waar zij het beste in zijn

(taakherschikking).

Zorg die nu in ziekenhuizen wordt verleend, maar beter door de huisarts kan worden

gegeven, gaat terug naar de huisarts. Het kabinet stimuleert zorgverlening die in

samenhang wordt gegeven (ketenzorg).

De bereikbaarheid van huisartsen dient te verbeteren. Daartoe worden initiatieven

gesteund die de bereikbaarheid verbeteren.

Zorginnovatie gaat in Nederland te traag, nieuwe behandelmethoden vinden moeizaam hun

weg naar het verzekerd pakket. Het kabinet wil de toelatingsprocedures versnellen,

bijvoorbeeld door het instellen van een experimenteer-DBC

(Diagnosebehandelingcombinatie).

Fusieverbod zorgaanbieder en zorgverzekeraar

De zorgverzekeraar koopt zorg in voor de bij hem verzekerde mensen. Kwaliteit,

dienstverlening en een scherpe prijs moeten in deze inkoop doorslaggevend zijn. Dat kan

alleen als de zorgverzekeraar niet ook zelf (concurrerend) zorgaanbod in bezit heeft. De

afwegingen over zorginkoop worden daarvan onzuiver. Nieuw initiatief moet een eerlijke

kans krijgen. Dat is van groot belang voor verbetering van kwaliteit, dienstverlening en

verlaging van de prijs.

Topzorg

Hoe zeldzamer, ingewikkelder, innovatiever een behandeling is, hoe groter de noodzaak deze

behandeling te concentreren in een paar (top)ziekenhuizen. Ervaring die artsen hierdoor

kunnen opdoen met de behandeling van zeldzame ziekten, aanschaf van dure nieuwe

apparatuur en snelle terugkoppeling van resultaten zijn hiervoor belangrijke argumenten. Dit

zal resulteren in kwalitatief betere topzorg.

Geneesmiddelen

Het preferentiebeleid dient te worden voortgezet om de geneesmiddelenprijzen onder controle

te houden. Daarom dient er ook een nieuw vergoedingensysteem te komen voor apothekers

waarbij er per geleverde dienst een tarief wordt vastgesteld en de bonussen verdwijnen.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

18

Het huidige berekeningsmodel voor geneesmiddelenprijzen functioneert onvoldoende. Een

goed functionerend geneesmiddelenvergoedingssysteem vereist dat ieder jaar een

herberekening plaatsvindt van de vergoedingslimieten. Dit is echter sinds 1998 niet meer

gebeurd. Daarom wordt een heldere keuze gemaakt: of er wordt weer jaarlijks herberekend, of

er komt een nieuw systeem waarmee geneesmiddelenprijzen worden berekend.

Stringenter pakketbeheer

Het verzekerd pakket wordt stringenter beheerd, waarbij toelating van innovaties tot het

verzekerde pakket eenduidiger, samenhangend en consequenter worden beoordeeld;

verouderde behandelingsmethoden worden uit het pakket verwijderd en behandelingen die

afwijken van richtlijnen vergen toestemming vooraf van de zorginkoper.

Er wordt een aantal pakketmaatregelen genomen.

Collectieve vergoeding van IVF (in-vitrofertilisatie)-behandelingen wordt beperkt tot de

eerste behandeling.

Het kabinet verhoogt het aantal zelf te betalen dan wel aanvullend te verzekeren

behandelingen fysiotherapie tot 15. Het betreft alleen volwassenen.

Aandoeningen met een lage ziektelast, die eerder als ongemak dan als ziekte worden

gekenschetst, worden uit het pakket gehaald en naar aanvullende verzekeringen overgeheveld.

Buiten de EU zal geen werelddekking voor zorg meer gelden uit het basispakket. Hierbij is

verondersteld dat bilaterale verdragen met Turkije, Marokko, Tunesië, Kaapverdië, Kroatië,

Bosnië-Herzegovina en de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië worden

aangepast dan wel opgezegd. Voor aanpassing is instemming van de verdragspartner vereist.

Stemt deze niet toe in wijziging dan zal het gewenste beleid gerealiseerd worden door het

opzeggen van het verdrag.

Winstuitkering in de zorg

In 2006 is gekozen voor een zorgstelsel dat uitgaat van beloning naar prestatie. Dat proces is

nog niet afgerond en daarom bevinden we ons op dit moment in een ongunstige situatie (het

slechtste van twee werelden). Om een grote kwaliteitsslag te kunnen maken, is geld nodig. Dit

geld hoeft niet alleen van de overheid te komen. Als er extra geld uit de private markt de

zorgsector kan worden ingetrokken zal dit tot grote verbeteringen kunnen leiden. Om dit geld

aan te kunnen trekken, is het nodig dat ook rendement kan worden gemaakt. Daarom wordt

een gereguleerde winstuitkering in de zorg ingevoerd. Dat moet er toe leiden dat extern

(privaat) kapitaal voor de zorg beschikbaar komt. Met dit externe kapitaal kunnen

zorginnovaties, kwaliteitsverbeteringen, een betere patiëntenlogistiek en betere

dienstverlening worden ontwikkeld. Overige maatregelen die in dit kader nodig zijn:

Het uitbreiden van de vrije prijsvorming, het zogenaamde het B-segment.

Het verbeteren van de prijs - kwaliteitsverhouding door de invoering van uniforme

productdefinities (DOT’s).

De afschaffing van de functionele bekostiging vanwege het gelijktrekken van de

bekostigingssystematiek. In de bekostigingssystematiek worden ook kwaliteitscriteria

opgenomen.

Het in verantwoord tempo afschaffen van de ex-post compensaties voor

zorgverzekeraars.

Winstuitkering mogelijk maken onder voorwaarden die ervoor zorgen dat de publieke

belangen van het zorgstelsel gewaarborgd zijn. Er wordt geen winst uitgekeerd

gedurende de eerste drie jaar na het moment van investeren. Er wordt pas winst

uitgekeerd na een positieve beoordeling van vooraf gestelde minimumkwaliteitseisen

door een onafhankelijke toezichthouder en na een positieve beoordeling van de

financiële buffers, bijvoorbeeld op basis van minimale solvabiliteitseisen.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

19

Instrumenten en regelgeving om cruciale zorg te waarborgen bij financiële problemen

van ziekenhuizen worden zoveel mogelijk gericht op eigen verantwoordelijkheid van

ziekenhuizen en een early warning systeem.1

Er komt een ziekenhuiskader. Om te voorkomen dat cherrypicking plaatsvindt in de

zorg, worden zelfstandige behandelcentra gedurende de overgangsfase ook onder het

ziekenhuisregime gebracht.

Verbeteren governance

De positie van de Raad van Bestuur van het ziekenhuis wordt ten opzichte van de medisch

specialisten versterkt.

Stimuleren zelfmanagement cliënt

Het gebruik van e-mental health wordt bevorderd om de zelfredzaamheid van cliënten te

vergroten.

BTW-Compensatiefonds

Er wordt een BTW-compensatiefonds voor de zorg ingevoerd. Hierdoor kan meer werk

worden uitbesteed en kunnen de efficiency en kwaliteit toenemen.

Overheveling revalidatiezorg naar de zorgverzekeringswet

Revalidatiezorg heeft een kortdurend karakter en past daardoor goed binnen de

zorgverzekeringswet. Daarom wordt de revalidatiezorg overgeheveld van de AWBZ

(Algemene wet bijzondere ziektekosten) naar de zorgverzekeringswet.

Beperken gouden handdrukken zorg

Gouden handdrukken in de zorg worden tot een minimum beperkt. Wettelijk wordt geregeld

dat maximaal 75.000 euro als ontslagvergoeding mag worden verstrekt aan zorgbestuurders.

Numerus fixus

Om aan de vraag van een kwart meer artsen in 2025 tegemoet te komen wordt de numerus

fixus in lijn met het rapport van de Raad voor de Volksgezondheid in 5 jaar afgeschaft. Het

afschaffen van de numerus fixus is ook een randvoorwaarde voor goede marktwerking in de

zorg.

Geestelijke gezondheidszorg (ggz)

Goede geestelijke gezondheidszorg voor wie dat nodig heeft, blijft verzekerd. Hierbij

is goed functionerende 1e lijn zorg essentieel. Het opzetten van goede ggz-ketenzorg

in de 1e lijn wordt bevorderd.

De eigen bijdragen in de eerste lijn-ggz worden verhoogd en voor de tweede lijn-ggz

wordt een eigen bijdrage ingevoerd. Een deel van de tweede lijn-ggz zorg dient te

worden uitgevoerd in de eerste lijn.

Ggz-cliënten die niet komen opdagen bij een afspraak, gaan alsnog de kosten van de

afspraak betalen.

Het aantal zittingen bij een eerstelijns psycholoog dat vergoed wordt in het

basispakket, wordt verlaagd van 8 naar 5.

Grotere doelmatigheid in de ggz-sector moet worden nagestreefd.

1 Bron: SEO Economisch Onderzoek, Winst in de eigendomsstructuur; Eigendom, winstbestemming en

zeggenschap binnen ziekenhuizen, Amsterdam, februari 2010.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

20

Jeugdzorg

Er bestaat grote zorg over het functioneren van de jeugdzorg. De huidige manier waarop de

jeugdzorg is georganiseerd en opereert zal een wezenlijke verandering moeten ondergaan. De

effectiviteit van de jeugdzorg moet worden verbeterd door een stelselherziening. Het kabinet

zal hiertoe de volgende maatregelen nemen:

Er moet één financieringssysteem komen voor het huidige preventieve beleid, de

huidige vrijwillige provinciale jeugdzorg, de jeugd LVG (licht verstandelijk

gehandicapten) en jeugd-ggz.

In lijn met het advies van de Parlementaire Werkgroep Toekomstverkenning

Jeugdzorg, worden gefaseerd alle taken op het gebied van jeugdzorg overgeheveld

naar de gemeenten. Het betreft hier: jeugd-ggz (zowel AWBZ als

Zorgverzekeringswet), provinciale jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugdreclassering,

jeugdbescherming en licht verstandelijk gehandicapte jeugd. Preventie en vrijwillige

hulpverlening wordt in goede afstemming met gedwongen hulpverlening

georganiseerd door (samenwerkende) gemeenten.

De Centra voor Jeugd en Gezin die inmiddels gerealiseerd zijn, zullen bij de

overheveling naar de (samenwerkende) gemeenten gaan dienen als front office voor

alle jeugdzorg van de gemeenten.

Rookverbod

Het huidige rookverbod wordt versoepeld. Het rookverbod werkt in de meeste

horecagelegenheden goed. De horeca is voor het overgrote deel rookvrij geworden. Maar in

veel kleine cafés, waar geen personeel in dienst is, is geen behoefte aan een rookverbod. Het

kabinet is voornemens om horeca met minder dan 70 m2 bedrijfsruimte naar Duits voorbeeld

vrij te stellen van het rookverbod.

Sport

Sport heeft een belangrijke functie in de maatschappij en de economie. Kinderen en jongeren

kunnen zich dankzij sport gezonder en socialer ontwikkelen. Volwassenen en ouderen die

sporten blijven fitter en gezonder. Het zijn vooral scholen, sportverenigingen en sportclubs,

het liefst zo dicht mogelijk bij mensen in de buurt, die deze positieve impuls mogelijk maken.

Sport in alle wijken is goed voor de gezondheid, maar ook voor de veiligheid.

Het kabinet streeft naar meer sportlesuren in basis-, beroeps- en voortgezet onderwijs.

Het kabinet zal met de VNG (Vereniging van Nederlandse gemeenten) bevorderen hoe

sport en sportvoorzieningen bij wijkplannen een integraal onderdeel kunnen worden

van het verbeteren van de leefbaarheid.

Samenwerking tussen de overheid, de sportsector en het bedrijfsleven is nodig om topsport en

breedtesport in Nederland te bevorderen. Private studiebeurzen voor topsporters zijn een

voorbeeld van een initiatief dat zo tot stand zou kunnen komen.

Topsportevenementen in Nederland dragen bij aan een topsportklimaat. Nederland werkt op

die manier toe naar het bereiken van een Olympisch niveau. Het kabinet steunt de kandidatuur

van Nederland en België voor de organisatie van het WK-voetbal in 2018/2022 en wil de

Olympische Spelen 2028 en de Paralympische Spelen in Nederland. Daarbij moet natuurlijk

wel helder zijn dat de Nederlandse overheid de baas blijft tijdens deze evenementen en niet

het IOC of de FIFA.

Het kabinet zal bevorderen dat een groter aandeel van de loterij opbrengsten aan sport kan

worden besteed.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

21

6. Immigratie

Algemeen

Het asiel- en migratiebeleid is streng maar rechtvaardig. Ombuiging, beheersing en

vermindering van de immigratie zijn geboden en urgent gelet op de maatschappelijke

problematiek. Verwezenlijking hiervan behoort tot de primaire doelstellingen van het te

voeren kabinetsbeleid. Rechtvaardig omdat mensen rechten hebben en het kabinet dit als

uitgangspunt neemt. Nederland zal vluchtelingen blijven beschermen en opvangen waar het,

overeenkomstig het Vluchtelingenverdrag, gaat om slachtoffers van vervolging voor wie

Nederland de eerste veilige plek is. Dit kan niet gelden voor asielzoekers die economische

migranten blijken te zijn. Daarom wordt zo snel mogelijk vastgesteld tot welke categorie de

asielzoeker behoort en of deze hier kan blijven of Nederland moet verlaten. Het

migratiebeleid, met name het beleid inzake de gezinsmigratie, is gericht op beperking en

terugdringing van de komst van migranten met weinig perspectief. Dit om de

integratieproblematiek beter aan te pakken, mede gelet op de participatie van degenen die

worden toegelaten. Het kabinet zal hiertoe de mogelijkheden voor een restrictief en selectief

migratiebeleid binnen de bestaande juridische kaders, waaronder het Europees Verdrag voor

de Rechten van de Mens (EVRM), zoveel mogelijk benutten, zowel door voorstellen tot weten

regelgeving als door intensivering van controle, handhaving en uitvoering van bestaande

voorschriften, met inbegrip van nieuwe informatiesystemen, uitwisseling van gegevens en

technieken voor identiteitsvaststelling. Hierbij werkt het kabinet waar mogelijk samen met

andere landen, met name aangrenzende EU-lidstaten en landen buiten de EU waaruit

migranten afkomstig zijn. Het terugkeer- en uitzetbeleid wordt aangescherpt. Illegaal verblijf

wordt strafbaar.

Uitzetting van strafrechtelijk veroordeelde vreemdelingen vindt eerder en vaker plaats. Tegen

mensensmokkel wordt hard opgetreden. Effectieve integratie van nieuwkomers en

bevolkingsgroepen is een veelomvattend en veeleisend proces dat voor de gehele samenleving

van groot belang is. Hiervoor geldt bij uitstek dat participatie in de samenleving vraagt om

een toereikende kwalificatie in taal en opleiding. Inburgering van toegelaten asielzoekers en

migranten op een adequaat niveau is voor henzelf en hun kinderen de sleutel tot een

volwaardige deelname aan de samenleving in werk en onderwijs. Dit mag worden verwacht

van nieuwkomers. Zij zijn hiervoor zelf verantwoordelijk. Het uitblijven van deze

inspanningen kan in het kader van de sociale zekerheid en in het belang van de

arbeidsparticipatie, niet zonder gevolgen blijven. De tijdelijke verblijfsvergunning zal bij niet

slagen voor het inburgeringsexamen worden ingetrokken behoudens uitzonderingen.

Bij de uitvoering van het voorgenomen beleid neemt het kabinet tevens initiatieven tot

aanpassing van EU-richtlijnen en, indien er voor belangrijke maatregelen geen andere

alternatieven blijken te zijn, eventueel, in overleg met andere lidstaten, tot wijziging van

verdragen. Realisering van het gehele pakket van maatregelen op het gebied van asiel en

migratie zal feitelijk leiden tot een zeer substantiële daling van de instroom.

Asiel

De opvang van asielzoekers vindt bij voorkeur plaats in het land of de regio van herkomst.

Het kabinet streeft naar een doeltreffende uitvoering van het Dublin-verdrag, de Dublinverordening

en de bijbehorende regelgeving waarbij het asielverzoek wordt behandeld door

de lidstaat die daarvoor verantwoordelijk is. Nederland draagt actief bij aan de opvang elders

en de behandeling van asielverzoeken door de verantwoordelijke lidstaat door samenwerking

met de betrokken landen en met internationale organisaties zoals de UNHCR.

Het categoriaal beleid vervalt, met inbegrip van de wettelijke grondslag.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

22

De behandeling van aanvragen voor asiel vindt zo effectief, efficiënt en zorgvuldig mogelijk

plaats

De mogelijkheden tot het stapelen van procedures worden beperkt, procedures worden

versneld, de rechtsbijstand wordt zo aangepast dat na de behandeling van de eerste

aanvraag prikkels voor nieuwe procedures worden weggenomen (toepassing van “no

cure no fee” in vervolgprocedures) en de uitspraak in een voorlopige voorziening kan

niet altijd in Nederland worden afgewacht

Er wordt optimaal ingezet op het tegenwerpen van het ontbreken van

identiteitsgegevens bij ongedocumenteerde asielzoekers.

Bij de behandeling van de aanvraag voor asiel wordt fraude tegengegaan, onder meer

door uitwisseling van informatie en nieuwe technieken voor identiteitsvaststelling.

De bewijslast wordt, binnen de grenzen van de jurisprudentie van de Raad van State,

meer naar de aanvrager verschoven en verzwaard.

Het kabinet zet in op een wijziging van de EU-kwalificatierichtlijn om de bewijslast

naar de aanvrager te verschuiven ten aanzien van het aantonen van (het ontbreken van)

vluchtalternatieven.

Nareizende gezinsleden van asielzoekers zullen niet meer automatisch een asielstatus krijgen

maar onder het reguliere beleid voor gezinsmigratie worden gebracht waarbij geen vereisten

worden gesteld aan het inkomen of inburgering in het buitenland.

Bij de komst van alleenstaande, minderjarige vreemdelingen richt de inzet zich maximaal op

zo spoedig mogelijke terugkeer onder de voorwaarde van lokale opvang. Daarvoor is het

nodig dat uit het budget voor Ontwikkelingssamenwerking investeringen plaatsvinden in extra

lokale opvang zoals weeshuizen. Verder wordt ingezet op aanpassing van de EUterugkeerrichtlijn

(2008/115) terzake.

Gezinsmigratie

Bij gezinsmigratie gaat het om de komst van gezinsleden van personen die legaal in

Nederland verblijven. Zo kan een migratieketen ontstaan waarbij in elke generatie opnieuw

partners, vaak verwanten, en kinderen uit het land van herkomst naar Nederland komen met

de nadelige gevolgen vandien voor het integratieproces dat zo bij herhaling op achterstand

raakt. De negatieve spiraal van deze keten wordt doorbroken door hogere eisen te stellen aan

deze wijze van gezinsvorming en gezinshereniging waaronder zodanige opleidingseisen dat

een kansrijke integratie bij voorbaat verzekerd is. Het kabinet zet hierbij tevens in op

wijziging van de Europese richtlijn. Gelet op het voorgaande zal het kabinet met verschillende

voorstellen en verschillende maatregelen komen.

De mogelijkheid van gezinsvorming en gezinshereniging wordt beperkt tot partners

die gehuwd zijn of met wie een geregistreerd partnerschap is aangegaan en

minderjarige kinderen.

Voor hun toelating gaat als vereiste gelden dat de referent al tenminste een jaar legaal

in Nederland verblijft behoudens kennismigranten.

Verder gaan als nieuwe vereisten voor toelating voor gezinsmigranten gelden dat zij

moeten beschikken over een zelfstandige huisvesting en een ziektekostenverzekering.

De termijn waarna gezinsmigranten een zelfstandige verblijfsvergunning kunnen

krijgen wordt verlengd van drie naar vijf jaar behoudens bijzondere omstandigheden.

De leges voor gezinsmigratie worden zoveel mogelijk kostendekkend gemaakt.

Het beleid tegen schijnhuwelijken en huwelijksdwang wordt verscherpt en de

handhaving geïntensiveerd.

Huwelijksdwang is verboden en wordt strafbaar gesteld.

In principe worden huwelijken tussen neven en nichten verboden.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

23

Polygame huwelijken worden niet erkend.

De exameneisen in de Wet inburgering buitenland gaan omhoog.

Belangrijke nieuwe eisen aan gezinsmigratie kunnen bijvoorbeeld worden gerealiseerd bij

aanpassing van de EU-richtlijn inzake gezinshereniging (2003/86).

Daarbij zal het kabinet onder meer inzetten op:

verhoging van de leeftijdseis voor de partner naar 24 jaar

toelating van maximaal een partner in de tien jaar

verhoging van de inkomenseis naar tenminste 120% van het minimumloon

invoering van een borgsom

invoering van een toets waaruit blijkt of de band met Nederland groter is dan de band

met andere landen en

uitsluiting van de mogelijkheid gezinsleden toe te laten van personen die veroordeeld

zijn wegens bepaalde geweldsdelicten.

Tot slot zal met het oog op het belang van kwalificatie ten behoeve van participatie en

integratie worden ingezet op opneming in deze richtlijn van de mogelijkheid

opleidingseisen te stellen aan gezinsmigranten.

Nederland is op deze manier in staat mensen die hier rechtmatig zijn gekomen volwaardig te

laten deelnemen aan de samenleving.

Arbeidsmigratie

Verlening van een vergunning aan arbeidsmigranten die niet afkomstig zijn uit de EU en geen

kennismigrant zijn, kan pas plaatsvinden indien de werkgever aantoont dat hij geen

werknemers uit Nederland of landen van de EU en de Europese Economische Ruimte (EER)

heeft kunnen vinden. Voor de tewerkstellingsvergunning geldt het vereiste dat de werkgever

tenminste het wettelijk minimumloon betaalt. Voor arbeidsmigranten zal het

minimumvereiste van het wettelijk minimumloon gaan gelden. Voor Roemenen en Bulgaren

blijft voorts het vereiste van een tewerkstellingsvergunning gelden tot 1 januari 2014 indien

de huidige omstandigheden ongewijzigd blijven. Het kabinet zal onderzoeken of en in

hoeverre aanscherping van het arbeidsmigratiebeleid mogelijk en wenselijk is.

Het kabinet zal ervoor zorg dragen dat de bevordering van de kenniseconomie door alle

genomen maatregelen niet wordt belemmerd. De kennismigrantenregeling is van groot belang

maar het kabinet zal onderzoeken of misbruik plaatsvindt. Eventueel kan op basis hiervan een

nadere opleidingseis worden gesteld.

Immigratie algemeen

Om in bredere zin de migratie van kansarme migranten te beperken, de integratie te

bevorderen en fraude en misbruik te bestrijden, worden onder meer vergunningseisen

aangescherpt, het terugkeerbeleid geïntensiveerd en illegaliteit aangepakt. Wat het eerste

betreft, gaat het om de aanvraag voor een reguliere vergunning in het buitenland, de vereisten

voor verlening van een permanente vergunning, de toepassing van de discretionaire

bevoegdheid en de intrekking van een vergunning bij verblijf in het buitenland.

Hoofdregel bij de aanvraag voor een reguliere vergunning is dat deze in het buitenland wordt

gedaan. Dit vereiste vormt tevens een drempel voor de aanvraag van een reguliere vergunning

door degenen die een nieuwe procedure starten nadat hun aanvraag voor asiel in Nederland is

afgewezen. In de loop der jaren zijn verschillende uitzonderingen gemaakt op de regel dat de

aanvraag in het buitenland plaatsvindt. Het kabinet zal een voorstel doen dat inhoudt dat

aanvragen voor een reguliere vergunning in het buitenland worden ingediend.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

24

Dit houdt in dat een in Nederland ingediende reguliere aanvraag dan buiten

behandeling wordt gesteld zodat geen sprake meer is van rechtmatig verblijf.

Het voorstel houdt tevens in dat alle humanitaire en medische overwegingen in het

verlengde van de asielprocedure ambtshalve door de Immigratie- en

Naturalisatiedienst (IND) zullen worden beoordeeld en dat alle zogenaamde M50-

loketten worden afgeschaft.

Vooruitlopend hierop zal het kabinet de vrijstellingen van het vereiste van een

machtiging tot verblijf schrappen voor degenen die gedurende hun minderjarigheid

vijf jaren achtereen rechtmatig in Nederland verbleven en voor degenen die in

aanmerking komen voor terugkeer naar Nederland op grond van de Remigratiewet.

Aan de verlening van een permanente verblijfsvergunning asiel wordt het vereiste van een

behaalde startkwalificatie verbonden, behoudens bijzondere omstandigheden. Het kabinet zal

inzetten op een wijziging van de EU-richtlijn langdurig ingezetenen (2003/109) voor

invoering van het vereiste van een startkwalificatie voor reguliere aanvragen.

Bij vergunningverlening op grond van toepassing van de discretionaire bevoegdheid zal

terughoudendheid het uitgangspunt zijn.

Intrekking van tijdelijke en permanente verblijfsvergunningen kan plaatsvinden tijdens of na

een periode van verblijf buiten Nederland. Het kabinet zal de geldende richttermijnen

bekorten en de uitzondering voor detentie schrappen waarna intrekking zal plaatsvinden.

Verder is intrekking van tijdelijke verblijfsvergunningen en het niet verlenen van permanente

verblijfsvergunningen aan de orde indien blijkt dat de vergunninghouder niet of niet langer

voldoet aan het inkomensvereiste behoudens bijzondere omstandigheden. In dit kader gaan de

IND en de gemeenten nauwer samenwerken.

Het terugkeer- en uitzetbeleid wordt geïntensiveerd.

In internationale contacten en het bilateraal verkeer met andere landen zal hierop

kabinetsbreed worden ingezet.

Bij de uitvoering krijgen gezinnen met kinderen prioriteit.

Zo nodig wordt de capaciteit voor handhaving uitgebreid.

Illegaliteit in de zin van een onrechtmatig verblijf van vreemdelingen in Nederland, vormt een

belangrijk probleem. Deze illegaliteit gaat vaak gepaard met diverse vormen van overlast en

criminaliteit, waaronder mensensmokkel, en met een verblijf in mensonterende

omstandigheden. Dit tast ook het draagvlak voor het asiel- en migratiebeleid aan en heeft een

negatief effect op het integratieproces.

Het kabinet zal inzetten op strafbaarstelling van illegaliteit en de handhaving hiervan

vooral richten op criminele en overlastgevende personen met het oogmerk deze zo

snel mogelijk het land uit te zetten.

Deze maatregelen vormen onderdeel van een bredere aanpak van criminaliteit bij

vreemdelingen. Deze houdt tevens in dat vreemdelingen die hier rechtmatig verblijven

maar strafrechtelijk zijn veroordeeld eerder het land worden uitgezet. Hiertoe zal het

kabinet de zogenaamde glijdende schaal aanscherpen.

Mensenhandel wordt steviger aangepakt. Misbruik van de verblijfsregeling voor

slachtoffers van mensenhandel wordt tegengegaan.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

25

Er zal vaker gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van ongewenstverklaring

en beëindiging van het verblijfsrecht van strafrechtelijk veroordeelde burgers van EUlidstaten.

Voor verruiming van deze mogelijkheid zal het kabinet inzetten op een

wijziging van de EU-richtlijn inzake vrij verkeer (2004/38).

Grensoverschrijdende criminaliteit die in Nederland plaatsvindt door in andere landen

verblijvende vreemdelingen, illegalen en mensensmokkelaars, wordt harder

aangepakt, onder meer door mobiele grenscontroles van de Koninklijke

Marechaussee.

De aanvraag voor een verblijfsvergunning wordt afgewezen indien de aanvrager

illegaal in Nederland verblijft of heeft verbleven tenzij medische gronden zich

hiertegen verzetten of de aanvrager behoort tot de categorie alleenstaande

minderjarige vreemdelingen of getuigen-aangevers van mensenhandel. Het kabinet zal

inzetten op een zodanige wijziging van de EU-richtlijn vrij verkeer dat aan beide

genoemde categorieën niet de categorie van gezinsvorming/gezinshereniging behoeft

te worden toegevoegd (richtlijn 2004/38).

De mogelijkheden om radicale geestelijke bedienaren niet tot Nederland toe te laten of

Nederland uit te zetten worden maximaal benut indien toetsing aan de openbare orde of de

nationale veiligheid hiertoe aanleiding geeft.

Het kabinet komt met een voorstel voor een Rijkswet personenverkeer die berust op het

uitgangspunt van wederkerigheid en tevens de mogelijkheid omvat wederzijds eisen te stellen

aan de toelating en het verblijf tot en de terugkeer naar landen van het Koninkrijk (Curacao,

Aruba, St. Maarten en Nederland).

In Europees verband zet het kabinet erop in dat bij de Schengen-evaluatie van Roemenië en

Bulgarije de tweejaarlijkse voortgangsrapportages over corruptie en juridische hervormingen

in deze landen worden betrokken. Indien uit deze rapportages blijkt dat zij niet voldoen aan de

strikte criteria, geeft Nederland geen steun aan volledige toetreding van Roemenië en

Bulgarije tot Schengen en opheffing van de interne grenscontroles in de EU en zullen

Bulgarije en Roemenie niet worden toegelaten tot Schengen.

Het kabinet zet in de EU in op een regeling die inhoudt dat lidstaten niet kunnen besluiten tot

een generaal pardon.

Het kabinet wil af van de “Europa-route” (route waarbij gezinsmigranten uit derde landen

nationale toelatingsvereisten van EU-lidstaten omzeilen c.q. waarbij voor gezinsmigranten

voor EU-onderdanen niet de gangbare eisen worden gesteld) die dan ook zal moeten worden

gesloten.

Integratie

Van ieder die naar Nederland komt om zich hier te vestigen, mag worden verwacht dat hij of

zij zich houdt aan de regels die hier gelden en actief deelneemt aan de samenleving door

beheersing van de Nederlandse taal, het volgen van onderwijs en werk. Kwalificatie is de

sleutel tot succesvolle participatie en integratie. Naarmate kwalificatie eerder plaatsvindt,

stijgen de kansen op integratie. Daarom is het belangrijk (hogere) taal- en opleidingseisen te

verbinden aan toelating tot en verblijf in ons land.

De erkenning van diploma’s die buiten de EU zijn behaald en van elders verworven

competenties vindt door het daartoe bevoegde instituut plaats met inachtneming van

Nederlandse normen en zal zoveel mogelijk worden bespoedigd. Zo worden ook deze

migranten kansrijker.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

26

Migranten en asielzoekers dragen zelf zorg voor hun inburgering in ons land. Voor

degenen die hiervoor over onvoldoende middelen beschikken, komt het kabinet met

een sociaal leenstelsel dat inhoudt dat de lening wordt terugbetaald. Uitgangspunt voor

het kabinet is dat het niet slagen voor het inburgeringsexamen, behoudens bijzondere

omstandigheden, leidt tot intrekking van de tijdelijke reguliere verblijfsvergunning.

Het kabinet zet zich ervoor in het Associatie-akkoord EU-Turkije zodanig aan te

passen dat inwoners van Turkije onder de inburgeringsplicht komen te vallen.

Het kabinet beëindigt het diversiteits/voorkeursbeleid op basis van geslacht en etnische

herkomst. Selectie moet plaatsvinden op basis van kwaliteit. Er komt een meldcode voor

cultureel bepaald huiselijk geweld en kindermishandeling. Het kabinet komt met een voorstel

voor een algemeen verbod op gelaatsbedekkende kleding zoals boerka’s. In voorschriften

wordt opgenomen dat de politie en leden van de rechterlijke macht geen hoofddoek dragen.

Er wordt bezuinigd op de subsidies van de rijksoverheid op het gebied van integratie met

uitzondering van de subsidie aan Vluchtelingenwerk. Het kabinet zal geen subsidie geven aan

organisaties die activiteiten ondernemen die zich tegen de integratie richten.

Verkrijging van het Nederlanderschap vormt de bekroning van kwalificatie, participatie en

integratie.

Het kabinet komt met een voorstel dat de minimumtermijn voor naturalisatie in meer

gevallen op vijf jaar stelt en dat de vereisten voor naturalisatie aanvult met een

kwalificatievereiste, een middelenvereiste en een aanscherping van het openbare orde

vereiste waaronder het vereiste van het ontbreken van een strafrechtelijke veroordeling

met uitzonderingen voor een veroordeling op grond van het jeugdstrafrecht, een

veroordeling tot gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of een veroordeling tot

boetes ter hoogte van negentig dageenheden. Voor optanten komt er een taaleis.

Het voorstel van het kabinet houdt tevens in dat het Nederlanderschap pas definitief

wordt verkregen indien afstand is gedaan van een of meer andere nationaliteiten

waarvan afstand gedaan kan worden.

Het kabinet zal met een voorstel komen om personen die binnen vijf jaar na

verkrijging van het Nederlanderschap veroordeeld zijn of worden voor een misdrijf

waar 12 jaar of meer op staat, het Nederlanderschap te ontnemen. Hiertoe wordt

gepoogd binnen het kader van het europees verdrag inzake nationaliteit te komen tot

een ruimere uitleg van artikel 7d. Indien deze ruimere uitleg niet mogelijk zal blijken

te zijn, zal met de verdragsluitende partijen worden overlegd om te komen tot een

wijziging van het verdrag. Indien voor 1 januari 2012 blijkt dat de verdragsluitende

partijen niet tot een dergelijke wijziging bereid zijn zal de Nederlandse wetgeving

zodanig worden gewijzigd dat de eerste vijf jaar sprake is van een voorwaardelijke

verkrijging van de Nederlandse nationaliteit die, met inachtneming van de

aangescherpte afstandseis, van rechtswege definitief wordt tenzij men veroordeeld

wordt voor een misdrijf waar 12 jaar of meer op staat.

Het zwaarwegende belang van arbeidsparticipatie en integratie in Nederland heeft ook

gevolgen voor de inrichting van het stelsel van sociale zekerheid.

Indien gedrag of kleding van iemand feitelijk zijn kansen op beschikbaarheid voor de

arbeidsmarkt beperkt, volgt een weigering, korting of intrekking van een uitkering op

grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Zo nodig zal het kabinet daartoe met een

voorstel komen.

In het kader van de sociale zekerheid verdient de verhouding met het land van

herkomst van migranten en asielzoekers eveneens aandacht. Het kabinet zet in op het

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

27

zoveel mogelijk verkrijgen van medewerking van lokale autoriteiten in deze landen bij

de controle en handhaving van de vermogenstoets in de WWB.

Het kabinet streeft naar beperking van de export van sociale voorzieningen, onder meer door

stopzetting van de export van kinderbijslag en het kindgebonden budget naar landen

buiten de EU en

hantering van het woonlandbeginsel bij de AOW-tegemoetkoming en de WGAvervolguitkering.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

28

7. Infrastructuur

Nederland heeft een goede infrastructuur van wegen en openbaar vervoer nodig die optimale

bereikbaarheid biedt aan mensen en bedrijven. Goede doorstroming op het wegennet is

belangrijk voor de bloedsomloop van de economie. Mensen hebben de vrije keuze zich te

verplaatsen. De files worden aangepakt en de mobiliteit wordt verbeterd ter versterking van

de economische groei en een schoner milieu.

Er komt geen kilometerheffing.

Verschuiving van vaste lasten naar variabele lasten is mogelijk door verhoging van

accijnzen op brandstoffen onder gelijktijdige en evenredige verlaging van vaste lasten.

Het kabinet zet hiervoor in op overleg met de buurlanden en binnen de EU.

Er wordt 500 miljoen extra geïnvesteerd in wegen en spoor

De overheid werkt met het bedrijfsleven aan aanvullende maatregelen ter bestrijding van

files zoals parkeer- en reisvoorzieningen, transferia, carpooling, goede fietsvoorzieningen,

incidentenmanagement en de intensivering van telewerken.

Het kabinet investeert in de binnenvaart om wegen en milieu te ontlasten.

Er komt een uitbreiding van het dynamische systeem van maximumsnelheden.

De maximumsnelheid op autosnelwegen gaat omhoog naar 130 km/u. Ook op andere wegen

wordt de maximumsnelheid herbeoordeeld. Indien nodig voor de luchtkwaliteit,

geluidsbelasting of verkeersveiligheid geldt een lagere maximumsnelheid.

Zodra de speekseltests naar drugs betrouwbaar zijn, worden deze ingezet om het gebruik van

drugs in het verkeer terug te brengen.

Het openbaar vervoer moet toegankelijker, betrouwbaarder en efficiënter worden.

De grensregio’s worden beter bereikbaar voor treinverkeer.

Er komt een grensoverschrijdende ontwikkeling van het treinverkeer in grensregio’s

waaronder aansluiting op buitenlandse hogesnelheidstreinen.

Het programma Hoogfrequent Spoor dat is gericht op spoorboekloos reizen, wordt

uitgevoerd, rekening houdend met de woon- en leefomgeving.

Er komen sneller aanpassingen van stations en treinen om de toegankelijkheid van het

openbaar vervoer voor mensen met een beperking te verbeteren.

De veiligheid in het openbaar vervoer wordt verbeterd. Werkgevers in het openbaar

vervoer nemen de aangifte over van werknemers die het slachtoffer van geweld zijn

geworden.

Schiphol is van groot belang voor de Nederlandse economie en krijgt, overeenkomstig de

afspraken die zijn gemaakt aan de “Alders-tafels” (overlegtafels over de toekomst van de

luchthavens Lelystad, Eindhoven, Schiphol en hun omgeving), de ruimte verder uit te groeien

tot een duurzame en concurrerende luchthaven. Kwalitatieve groei van het wereldwijde

verbindingennetwerk is essentieel.

De overheid ziet hierbij toe op een concurrerend kostenniveau.

Het beleid is gericht op een wereldwijde aanpak van emissiehandel zodat er een gelijk

speelveld is.

Ook bij regionale luchthavens dient de luchtvaart de economische ontwikkeling.

Goederenvervoer is van oudsher een belangrijke pijler van de Nederlandse economie. De

haven van Rotterdam speelt daarin essentiële rol. Het kabinet ondersteunt met kracht de

verdere ontwikkeling van het haven- en industriegebied door de aanleg van een nieuw

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

29

havengebied (Tweede Maasvlakte) met de bijbehorende natuurcompensatie. Zo kan de

Rotterdamse haven zijn internationaal concurrerende positie voor de overslag van goederen

behouden en verder uitbreiden.

Bij de aanleg en het onderhoud van de infrastructuur van wegen en openbaar vervoer worden

meer voordelen bereikt door het aangaan van nauwere samenwerking tussen overheid en

bedrijfsleven.

Er start landelijk een groot aantal publiek-private infrastructuurprojecten.

De regel dat publiek-private samenwerking in een keer ten laste van de begroting

komt, wordt bezien.

Aanleg en gebruik van additionele infrastructuur, zoals supersnelwegen, kunnen

worden gefinancierd door investeringen van bijvoorbeeld pensioenfondsen en

tolheffing. Er komt geen tolheffing voor het gewone wegennet.

Er komt een verplichte aanbesteding voor het openbaar vervoer in de drie grootste

steden waarbij kwaliteit en goede en actuele reisinformatie wezenlijke onderdelen van

de aanbestedingseisen vormen.

Het hoofdrailnet verdient een sterke verbetering van kwaliteit en effectiviteit waarbij

grote besparingen optreden.

De wijze van besluitvorming door de overheid over de aanleg van infrastructuurprojecten

wordt versneld en vereenvoudigd.

Het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) wordt verlengd

van 2020 naar 2028. Hierbij krijgen brainports, mainports en greenports prioriteit.

Provincies en regio’s kunnen MIRT-investeringen voorfinancieren en zullen, volgens

te maken afspraken, vaker het voortouw en de eindverantwoordelijkheid hebben. Er

komen afspraken met provincies en grote gemeenten over het meebetalen aan

infrastructuur, in elk geval voor bovenwettelijke inpassingen.

De aanpak van Randstad Urgent (programma bestaande uit een aantal projecten met

een gezamenlijke aanpak van problemen in de Randstad op het gebied van o.a.

bereikbaarheid, economie en leefomgeving door het kabinet, provincies, gemeenten en

stadsregio’s) wordt voortgezet en uitgebreid naar andere delen van het land.

Het kabinet voert de adviezen uit van de commissie Versnelling besluitvorming

infrastructurele projecten (commissie-Elverding).

Het kabinet komt met voorstellen tot bundeling en vereenvoudiging van wet- en

regelgeving op het gebied van het omgevingsrecht en versobering en modernisering

van de Algemene wet bestuursrecht.

Vergroting van de waterveiligheid van onze door rivieren doorsneden delta blijft een kerntaak

van de overheid en is nodig om te kunnen blijven voldoen aan geldende normen.

Achterstallig onderhoud op dit gebied wordt uitgevoerd.

Er wordt gewerkt aan veilige dijken en waterkeringen.

De kustwering wordt versterkt.

Er komen geen nieuwe besluiten tot ontpoldering, bestaande plannen worden

heroverwogen.

Nu de verdieping van de Westerschelde is afgerond, wordt er in overleg met

Vlaanderen een alternatief ontwikkeld voor de ontpoldering van de Hedwigepolder in

Zeeuws-Vlaanderen. Daarbij wordt ook gedacht aan de plannen die eerder door de

Zeeuwse waterschappen zijn ontwikkeld.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

30

Het kabinet zal de voorstellen van de Deltacommissie nader bekijken en uitwerken in

het MIRT.

Het kabinet en de betrokken overheden komen tot een doelmatiger waterbeheer.

Het Besluit beheer Haringvlietsluizen (“Kierbesluit”) wordt ingetrokken.

Ruimtelijke ordening en Milieu

Ruimtelijke ordening

In de ruimtelijke ordening vindt een integrale afweging plaats van verschillende belangen

waarbij de besluitvorming zo transparant mogelijk gaat plaatsvinden en zo dicht mogelijk bij

degenen die het direct aangaat.

Het kabinet komt met voorstellen de ruimtelijke ordening meer over te laten aan

provincies en gemeenten.

Het toezicht en de regie op het gebied van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

gaat naar de provincies.

Milieu

Het behoud en de verbetering van een gezonde leefomgeving voor nu en later vraagt

duurzame antwoorden op de omgang met fossiele brandstoffen en de druk van

milieuvervuiling op lucht, water en bodem. Bij nieuwe regelgeving is een gelijk speelveld in

de EU en de wereld belangrijk. De aanpak van de druk op leefomgeving en milieu is niet

alleen een zaak van de overheid maar biedt ook kansen aan economische groei en

ontwikkeling. Bedrijven dragen bij aan een beter milieu en maken winst door op dit gebied

nieuwe producten te ontwikkelen en hun export te vergroten. Het innovatiebeleid bevordert

dit.

Het nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit wordt verder uitgevoerd met

uitzondering van de maatregelen die samenhangen met de kilometerheffing.

Het kabinet zet in op een gelijk speelveld in Europa met betrekking tot de normen ten

aanzien van emissies, geluid en trillingen van voertuigen, openbaar vervoer, luchtvaart

en scheepvaart om het woon- en leefmilieu minder te belasten.

De fiscale stimulering van de aanschaf en het leasen van milieuvriendelijke auto’s

wordt voortgezet met een meer transparante tariefstelling en toespitsing op absolute

milieuprestaties.

De kwaliteit van oppervlaktewater wordt verbeterd, met name in stedelijke gebieden.

Bij de verwerking en het beheer van afval gaan overheid, bedrijfsleven en

kennisinstellingen nauwer samenwerken.

Het kabinet komt met voorstellen de milieuregelgeving te vereenvoudigen en te

moderniseren en de Crisis- en herstelwet permanent te maken.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

31

8. Onderwijs

Nederland heeft de ambitie om te behoren tot de top vijf van kenniseconomieën.

Dit vraagt om versterking van de kwaliteit van het onderwijs en bevordering van hogere

prestaties.

In alle opleidingen komt de kerntaak van het geven van goed onderwijs in voldoende

contacturen centraal te staan. Management en staf zijn hieraan dienstbaar. Vakmensen moeten

hun vak kunnen uitoefenen. De overhead wordt beperkt, er komt meer ruimte voor

vakmanschap in het onderwijs. Om te komen tot meer excellent onderwijs is meer structuur

en focus op kennis nodig. Er wordt toegewerkt naar een absolute kwaliteitsnorm waarbij de

toegevoegde waarde zwaarder meeweegt. Ieder talent telt, of het nu jongeren betreft met een

beperking, de gouden handen in het beroepsonderwijs of de knappe koppen op de universiteit.

Presteren is geen vies woord maar een noodzakelijke voorwaarde. Iedereen in het onderwijs

wordt hierop aangesproken: ouders, leraren, leerlingen en schoolbestuurders: de basis op orde,

de lat omhoog. De aansluiting tussen de verschillende vormen van onderwijs wordt verbeterd.

De gebouwen, infrastructuur en faciliteiten in het onderwijs worden in weekeinden en

vakanties meer gebruikt voor opleidings- en scholingsactiviteiten zoals zomerscholen en

leven lang leren-activiteiten. Op adviesraden en instituten vindt een efficiencykorting plaats

via de bijdrage aan deze instellingen die niet raakt aan het primaire onderwijsproces maar de

bestuurlijke drukte en overbodige stapeling van instituties in het onderwijs terugdringt.

De prioriteiten binnen de onderwijsbegroting worden herschikt ten gunste van de kwaliteit

van het onderwijs.

De basis voor de kenniseconomie wordt in elk deel van het onderwijs op orde gebracht. De

kerntaak van basisscholen ligt bij taal en rekenen.

Kinderen met een grote taalachterstand gaan met dwang en drang deelnemen aan

vroeg- en voorschoolse educatie.

Ouders zijn mede verantwoordelijk (ook financieel) voor de taalontwikkeling van hun

kinderen.

De keuze voor pakket, loopbaan of studie wordt vereenvoudigd, onder meer door

doorlopende leerlijnen, het volgen van lessen en colleges in vervolgonderwijs en

studiekeuzegesprekken.

Er komen verplichte leerlingvolgsystemen met uniforme toetsen in het primair en

voortgezet onderwijs.

Scholen gaan roosters zonder tussenuren maken en voorkomen lesuitval.

Het aantal voortijdig schoolverlaters wordt door het programma “Aanval op de

uitval”, het pakket aan extra maatregelen dat schooluitval actief bestrijdt,

teruggebracht tot hoogstens 25.000.

Het kabinet komt met een actieplan tegen laaggeletterdheid.

De prestaties in het onderwijs gaan omhoog. Jongeren worden op alle niveaus voorbereid op

een meer internationale arbeidsmarkt. Er komen meer goede en professionele leerkrachten.

De toegevoegde waarde (leerwinst) gaat zwaarder wegen bij de beoordeling van

scholen en instellingen waarbij scholen ook het predicaat excellent kunnen verdienen.

Het programma Leerkracht van Nederland, het actieplan om het lerarentekort aan te

pakken en de kwaliteit en positie van leraren te versterken, wordt voortgezet.

Er komt meer ruimte voor prestatiebeloning, zowel van personen als van teams.

De kwaliteitsverhoging van de lerarenopleiding wordt voortgezet.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

32

In de PABO komt differentiatie die leidt tot een brede bevoegdheid voor de hele

basisschool maar een specifieke bekwaamheid voor het jongere of oudere kind

Binnen een jaar komt de sector met een beroepsregister waarbij de inschrijving is

gekoppeld aan een periodiek bijscholingsvereiste

Het hoger en wetenschappelijk onderwijs heeft een kwaliteitsimpuls nodig. Het is van groot

belang dat Nederlandse studenten veel beter onderwijs krijgen zodat zij beter zijn voorbereid

op de arbeidsmarkt. Nederland moet excellente docenten en studenten kunnen aantrekken en

Nederlandse toppers kunnen vasthouden. Belangrijk wetenschappelijk onderzoek moet in

Nederland kunnen worden gedaan. Ook het omzetten van de resultaten van dit onderzoek naar

de markt moet worden verbeterd.

Maatregelen en geld zijn nodig om een forse kwaliteitsimpuls te kunnen geven. Dit

kabinet maakt geld vrij om het primaire onderwijsproces te versterken. Ten behoeve

daarvan zijn met name die onderdelen van de begroting, die niet bijdragen aan het

primaire proces, geschrapt of verminderd.

Ook aan de student wordt een investering gevraagd in zijn eigen toekomst, in ruil voor

veel beter onderwijs. Daarom wordt voor de masterfase een sociaal leenstelsel

ingevoerd. De opbrengsten hiervan komen geleidelijk vrij en zullen dus ook

geleidelijk in de kwaliteit van het onderwijs worden geïnvesteerd

Het kabinet bevordert dat onderzoek plaatsvindt in samenwerking met bedrijfsleven,

overheid en universiteiten

Het opzetten van bedrijfjes bij universiteiten wordt bevorderd.

Het rapport van de commissie Toekomstbestendigheid hoger onderwijs (commissie-

Veerman) wordt uitgevoerd, met inbegrip van ruimte voor selectie, op kwaliteit

gerichte bekostiging met minder perverse financiële prikkels en het stimuleren van

excellentie.

De basisbeurs en aanvullende beurs blijven bestaan in de bachelorfase.

Om het studierendement te verhogen zal van langstudeerders een hoger collegegeld

worden gevraagd.

De numerus fixus zal binnen vijf jaar worden afgeschaft.

Er komt meer ruimte voor specialisatie van onderwijsinstellingen, zo kunnen

instellingen uitgroeien tot topinstelling op een bepaald gebied.

De doelmatigheid van de kennisinfrastructuur wordt verbeterd door besparing op

systeemkosten, het tegengaan van versnippering en bevordering van samenwerking.

Er zijn betere vakmensen nodig voor de 21e eeuw. Waar mogelijk wordt de oriëntatie in het

onderwijs op ondernemerschap en arbeidsmarkt versterkt door samenwerking met het

bedrijfsleven.

Meer mensen die werkzaam zijn in het bedrijfsleven gaan tegelijk les geven op

scholen.

Binnen de daarvoor geschikte vakken komt meer aandacht voor ondernemerschap.

Het MBO zoekt meer aansluiting bij de arbeidsmarkt en biedt geen nieuwe

opleidingen aan die daar niet bij passen.

Bij de bekostiging van het beroepsonderwijs zal de tevredenheid van het bedrijfsleven

worden meegewogen.

MBO-1 wordt betrokken bij de ontwikkeling van werkscholen.

De drempelloze instroom in MBO-2 verdwijnt.

Het VMBO-MBO2 experiment wordt structureel voortgezet en uitgebreid waardoor

meer ruimte ontstaat voor vakcolleges.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

33

Bij selectieve doorstroom van MBO naar HBO wordt de centrale examinering van

kernvakken betrokken.

Aan de vrijheid van onderwijs zoals gewaarborgd door art. 23 Grondwet, wordt niet getornd.

Dit neemt niet weg dat (zeer) zwakke scholen sneller, binnen een jaar, het onderwijsproces op

orde moeten hebben. Zo niet, dan wordt tot sluiting overgegaan. Uit onderzoek is gebleken

dat het islamitisch onderwijs zwakke kanten kent qua bestuurskracht, onderwijskwaliteit,

burgerschapsvorming (rechtsstaat) en rechtmatigheid van de besteding van middelen. Uit

onderzoek is verder gebleken dat ook scholen met een radicaal vernieuwend onderwijsconcept

deze problemen kennen. Deze scholen zullen dus sneller met sluiting geconfronteerd worden.

Bij de beoordeling weegt eveneens zwaar hoe scholen aandacht geven aan integratie. Scholen

worden gestimuleerd contracten te sluiten met ouders over bijvoorbeeld het meedoen aan

oudergesprekken, tegengaan van verzuim en spijbelen, fatsoenlijk gedrag en het spreken van

Nederlands op school.

Cultuur

De overheid schept condities op het gebied van kunst en cultuur die de kwaliteit verhogen en

de toegankelijkheid waarborgen. Uitgangspunt is dat in alle regio’s een hoogwaardig cultureel

aanbod blijft bestaan. Het kabinet wil meer ruimte geven aan de samenleving en het

particulier initiatief en de overheidsbemoeienis beperken. Kunst en cultuur zijn tenslotte ook

van en voor de samenleving. Bij verstrekking van subsidies wordt voortaan eerst gekeken

naar de mogelijkheden eigen inkomsten te verwerven. Er komt meer aandacht voor de

verdiencapaciteit van cultuur.

Er wordt bezuinigd op de middelen voor kunst en cultuur.

De cultuurkaart en de innovatie- en matchingregeling worden geschrapt.

Met name de fondsen worden samengevoegd en omgevormd tot een cultureel

investeringsfonds.

Het kabinet komt met een voorstel voor een “Geefwet”.

Culturele instellingen en kunstenaars worden meer ondernemend en gaan een groter

deel van hun inkomsten zelf verwerven.

De creatieve industrie draagt door innovatie bij aan economische ontwikkeling.

Behoud en onderhoud van monumenten blijven taken van de overheid. Hierbij verdient

herbestemming de aandacht, evenals behoud van het religieus erfgoed. Actieve

cultuurparticipatie blijft ook van belang, met name bij de beoefening van amateurkunst en

volkscultuur en bij bibliotheekbezoek. De uitgaven aan behoud en beheer van cultureel

erfgoed, bibliotheken en het Nationaal Archief worden zoveel mogelijk ontzien.

Internet

Het kabinet bevordert een vrij en open internet.

Media

De publieke omroep heeft als opdracht dat er een kwalitatief hoogwaardig programma-aanbod

is voor een breed publiek. Omroepverenigingen en hun leden waarborgen de pluriformiteit

van het bestel.

Dit bestel wordt doelmatig, open en bestuurbaar gehouden.

Er wordt bezuinigd op de publieke omroep zonder de kwaliteit aan te tasten. Indien

hierdoor het aanbod verschraalt vervalt er een televisienet.

Themakanalen worden alleen uit de eigen middelen van omroepen gefinancierd.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

34

Waar mogelijk vindt een bundeling of nauwere samenwerking van

omroepverenigingen plaats.

De Nederlandse Publieke Omroep (NPO) krijgt een taakstellende bezuiniging en

reduceert bureaucratie, management en coördinatie in de verhouding met de omroepen

en laat hen meer ruimte. De NPO beperkt zich tot audiovisuele taken.

Het muziekcentrum voor de omroep wordt afgeschaft.

De Wereldomroep richt zich op zijn kerntaken waaronder het brengen van het vrije

woord en wordt gefinancierd uit de begroting voor Buitenlandse Zaken en

Ontwikkelingssamenwerking

De beschikbaarheid van programmagegevens wordt verruimd.

Landelijke en regionale publieke omroepen worden meer geïntegreerd, bijvoorbeeld

door regionale vensters op een landelijk net. Besparingen komen ten goede aan de

regionale omroep.

Het kabinet komt met voorstellen voor de volgende concessieperiode die ingaat in 2015 ten

aanzien van het aantal netten, de vorm van lidmaatschap van de omroepverenigingen en de

bovengrens van 400.000 leden.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

35

9. Ouderenzorg

Steeds meer mensen worden ouder en blijven langer gezond en dat is mooi. Echter door de

vergrijzing worden steeds meer ouderen vroeg of laat afhankelijk van zorg. Zij vallen terug op

hun sociale netwerken en op collectief georganiseerde zorg. De zorg staat onder druk. De

kosten lopen op en forse personeelstekorten dienen zich aan. We zijn het echter aan de

ouderen die ons land hebben opgebouwd verplicht om zorg te dragen voor een goede oude

dag, voor kwalitatief goede en toegankelijke zorg. Voor een sterke vermindering van

uitdroging, doorligwonden en ondervoeding en voor een einde aan 24-uursluiers. Hiervoor is

een compact kwalitatief programma voor de ouderenzorg samengesteld. We willen (veel)

meer zorgmedewerkers, meer (bij)scholing, meer rechten, meer en betere kwaliteitsnormen,

een sterkere Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), minder overhead, minder regeldruk,

meer buurtzorg, kleinere zorginstellingen en meer maatregelen tegen ouderenmishandeling.

Binnen de gezondheidszorg verdienen ouderen, langdurig zieken en gehandicapten bijzondere

aandacht. Het gaat om mensen die thuis afhankelijk zijn van zorg of mensen die in

instellingen moeten wonen. De wensen en (on)mogelijkheden van deze mensen en hun

omgeving zijn leidend. Mensen hebben behoefte aan zorg op buurt- en wijkniveau. De

huisarts en de wijkverpleging staan daarin centraal. De schaal van de instellingen moet

terugkeren naar de menselijke maat. De instellingen voor ouderenzorg krijgen meer financiële

ruimte en kunnen weer investeren in kwaliteit van zorg en zorgpersoneel. Instellingen worden

zo gestimuleerd om aan hoge kwaliteitsstandaarden te voldoen. Instellingen die onder de maat

presteren zal de Inspectie hard aanpakken. De rechten van de patiënten in de instellingen

worden uitgebreid.

Een betere ouderenzorg

Het kabinet streeft naar verbetering van de kwaliteit van de ouderenzorg. Hiervoor is bijna 1

miljard euro vrijgemaakt. De zogenaamde zorgzwaartepakketten, inclusief de opleidingen,

worden kostendekkend gemaakt. Zo krijgen zorginstellingen meer financiële armslag.

Hierdoor kunnen 12.000 extra medewerkers aan het werk voor de dagelijkse verzorging van

onze ouderen en gehandicapten. Daarnaast zal geïnvesteerd worden in de kwaliteit van zorg

en personeel.

Kwaliteit van instellingen voor ouderenzorg

Om de kwaliteit van de instellingen te verbeteren zal het veld ondersteund worden bij het

opstellen van normen en het uitwisselen van best practices. Intercollegiale toetsing zal

worden bevorderd. Er wordt daartoe een kwaliteitsinstituut opgericht ter ondersteuning van de

instellingen in de ouderenzorg. Normen uit kwaliteitsprogramma’s die zich inmiddels

bewezen hebben, zoals onder andere programma tegen doorliggen en ondervoeding, worden

sectorbreed ingevoerd door ze op te nemen in de kwaliteitsnormen van de IGZ. Normen uit

toekomstige nieuwe kwaliteitsprogramma’s moeten, zodra zij zich bewezen hebben, ook

onderdeel worden van de kwaliteitsnormen van de IGZ.

Patiëntenrechten

De rechten van patiënten worden versterkt. Hierbij is het uitgangspunt dat de rechten

individueel afdwingbaar dienen te zijn, maar dat tevens geborgd moet worden dat er sprake is

van redelijkheid en billijkheid bij de uitvoering van deze rechten. Dit wordt geregeld via een

Wet Cliëntenrechten Zorg. Daarnaast komt er voor bewoners van instellingen een specifieke

Zorginstellingen Beginselenwet die concrete rechten voor bewoners van zorginstellingen

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

36

regelt zoals het recht om elke dag te douchen en dagelijks desgewenst enige tijd in de

buitenlucht door te brengen.

Inspectie voor de Gezondheidszorg

Het toezicht op de instellingen voor ouderenzorg wordt anders vormgegeven. Raden van

Bestuur worden expliciet verantwoordelijk en aanspreekbaar op het functioneren van hun

instellingen. De Inspectie voor de Volksgezondheid zal minder papieren verantwoording

vragen en meer inspectie op de werkvloer uitvoeren. (Zware) Sancties volgen bij

geconstateerde onregelmatigheden. De inspectie krijgt naast de reeds bestaande bevoegdheid

van het uitdelen van boetes, ook de bevoegdheid een bevel te geven bij een structurele situatie

van onverantwoorde zorg.

Bij goed presterende instellingen kan worden volstaan met toezicht door de IGZ op het

systeem dat instellingen zelf hanteren voor het bewaken van kwaliteit. Interne systemen van

goed presterende instellingen zorgen voor permanente feed back over de kwaliteit van de

instelling. Klachten kunnen door de instelling zelf worden afgehandeld, bijvoorbeeld door

gebruikmaking van een externe klachtencommissie.

Bij minder goed of slecht presterende instellingen zal de inspectie streng moeten toezien op

de instelling zelf. De inspectie zal inspecteren op de werkvloer, ook via onaangekondigde

bezoeken waarbij bijvoorbeeld mystery guests ingezet kunnen worden.

Naast het reguliere klachtenrecht komt er een mogelijkheid om bij ernstige klachten over

persoonlijke verzorging en persoonlijke bejegening direct bij de IGZ te kunnen klagen. De

inspectie komt bij zeer ernstige klachten onmiddellijk in actie (niet pas bij een structureel

patroon van klachten). Men heeft altijd de mogelijkheid om bij de individueel geschonden

rechten naar de rechter te stappen.

Buurtzorg

De thuiszorg heeft flinke problemen zoals kwaliteitsverlies, vergrijzing, stijgende kosten en

gebrek aan personeel. Buurtzorg richt zich niet op productie of het aantal uren zorg maar op

duurzame zorguitkomsten: gezondheidswinst, oplossingen voor de cliënt, kwaliteit van leven

en zorgonafhankelijkheid. Een belangrijk deel van de activiteiten van buurtzorg is de

inschakeling van en afstemming met andere zorgprofessionals. De huisarts en de

wijkverpleegkundige zijn hierin de belangrijkste schakels. Hij of zij weet wat er speelt en

houdt alles scherp in de gaten. Buurtzorg is effectiever, het aantal uren per cliënt per jaar is

lager, de doorlooptijd is korter en de hoeveelheid ongeplande zorg is lager. Naast ‘beter’ is

buurtzorg ook ‘goedkoper’.

Kleinere zorginstellingen

Het kabinet zal bevorderen dat er kleinere zorginstellingen komen. Een optimale

schaalgrootte van zorginstellingen zorgt voor meer efficiëntie, lagere kosten, meer

integraliteit, hogere klanttevredenheid en betere zorg. Het kabinet zal zorgen dat de

schaalgrootte van zorginstellingen optimaliseert. Het ontstaan van zorggiganten wordt

teruggedrongen.

Maatregelen die de kleinschaligheid kunnen bevorderen zijn ondermeer:

Een zorgspecifieke fusietoets door de IGZ en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

voorafgaand aan een eventuele mededingingstoets door de Nederlandse

Mededigingsautoriteit (NMa).

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

37

De bevoegdheid van IGZ om een zorginstelling op te splitsen vanwege

kwaliteitsargumenten. Hiertoe moet de relevante wetgeving (o.a. de Kwaliteitswet, het

rechtspersonenrecht) worden gewijzigd.

Minder overhead

Het kabinet streeft ernaar de overhead in de gezondheidszorg substantieel terug te dringen.

Daartoe zal een normering per sector worden vastgesteld. In de gezondheidszorg hoort niet

het management maar de uitvoering -en dus de werkvloer- centraal staan te staan. Het moet

mogelijk zijn carrière te maken op de werkvloer. De verpleging en verzorging moeten hun

vak terug krijgen zonder overbodige administratieve belasting. Het kabinet is bovendien

voornemens een experiment met regelarme zorginstellingen te starten. Daartoe zal een

inventarisatie worden gemaakt van regels in de zorg die afgeschaft kunnen worden en

waarvan twijfel is over de noodzaak. De opbrengsten van het terugdringen van de overhead

gaat terug naar de zorginstelling.

Stop ouderenmishandeling

Het kabinet zal extra maatregelen nemen om ouderenmishandeling tegen te gaan, zoals een

verplichte verklaring omtrent gedrag voor betaald zorgpersoneel.

Er komt een richtlijn ouderenmishandeling.

Het project stop ouderenmishandeling wordt voortgezet.

Er komt een meldplicht voor ouderenmishandeling.

Systeemkeuzes in de AWBZ

Omschakeling van handelingsfinanciering naar uitkomstfinanciering voor de AWBZ

De huidige wijze van financiering per handeling in de AWBZ wordt veranderd in financiering

op resultaat. Zo komt de behoefte van de patiënt centraal te staan. Dit leidt tot meer innovatie,

minder bureaucratie op de werkvloer (zoals minutenregistraties), betere kwaliteit en meer

doelmatigheid.

Wettelijke verankering persoonsgebonden budget

Het persoonsgebonden budget (PGB) biedt cliënten een grote keuzevrijheid om de zorg in te

richten zoals zij dat willen. Om dit recht onverkort te handhaven wordt de PGBsubsidieregeling

opgeheven en worden PGB’s wettelijk verankerd, met in achtneming van

bestaande financiële kaders.

Scheiden wonen en zorg

In de AWBZ wordt overgegaan tot het scheiden van wonen en zorg. Hierdoor krijgen

bewoners meer keuzevrijheid. Zorginstellingen zullen zich beter gaan richten op de

woonwensen van cliënten. Ter compensatie van de extra woonlasten, wordt de huidige

intramurale eigen bijdrage verlaagd. Bewoners die de woonlasten financieel niet kunnen

dragen, komen in aanmerking voor de huurtoeslag. Voorwaarde voor de invoering is dat de

achterblijvende partner op woonlasten niet financieel achteruit gaat ten opzichte van het

huidige systeem en er voldoende eenpersoonskamers beschikbaar zijn.

Overhevelen functies dagbesteding en begeleiding naar de wet maatschappelijke

ondersteuning

De functies dagbesteding en begeleiding kunnen het best dichtbij de cliënt geregeld worden.

Zij passen daarom beter binnen de systematiek van de wet maatschappelijke ondersteuning

(Wmo) dan bij de AWBZ. De gemeente kent deze mensen en hun situatie beter dan de logge

zorgkantoren. Daarom worden de functies dagbesteding en begeleiding overgeheveld van de

AWBZ naar de Wmo.

Aansturing AWBZ

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

38

Binnen de AWBZ vindt een aantal hervormingen plaats. Verzorging, verpleging, intramurale

geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg blijven onderdeel van de AWBZ.

Momenteel wordt gewerkt met zorgkantoren per regio. Hun taken en de risico’s zullen door

de zorgverzekeraars worden overgenomen. Dit zorgt er voor dat patiënten qua medische zorg

nog maar met één loket te maken hebben. Het zorgt voor doelmatigheidsprikkels doordat

zorgverzekeraars de instellingen zullen controleren op efficiency en kwaliteitsverbetering.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

39

10. Veiligheid

Veiligheid is een kerntaak van de overheid. Randvoorwaarde voor vrijheid en vertrouwen is

een omgeving die niet onveilig is en waar geen gevoelens van onveiligheid heersen. Het moet

veiliger worden op straten, in wijken en de openbare ruimte. Het daadkrachtig aanpakken van

straatterreur, overlast, intimidatie, agressie, geweld en criminaliteit vraagt om een zichtbaar,

gezaghebbend en doortastend optreden van politie en justitie.

Overlast, agressie, geweld en criminaliteit worden directer en effectiever aangepakt.

Het kabinet komt met een voorstel tot verruiming van de mogelijkheid tot preventief

fouilleren.

Het kabinet komt met een voorstel dat zwaardere straffen stelt op geweld tegen politie,

brandweer, ambulancepersoneel en andere gezagsdragers.

Er komt meer cameratoezicht.

Grensoverschrijdend gedrag van risicojongeren, individueel en in bendes, wordt

teruggedrongen, ook door consequent lik op stuk te geven, zoals door oppakken, berechten en

direct straf ten uitvoer brengen. Waar mogelijk wordt snelrecht toegepast (o.a. night courts)

Voor een zinvolle en effectieve aanpak van deze groep wordt gezocht naar een

combinatie van straf, verwijdering van de straat, uitvoering van opgedragen

werkzaamheden en heropvoeding vanuit het verblijf thuis en op school. Deze

strafdienstplicht wordt bijvoorbeeld opgelegd bij vernieling, bedreiging en

vermogensdelicten. Ook het betalen van schadevergoeding, afnemen van crimineel

verkregen bezit of winsten, aansprakelijk stellen van de ouders en een meldingsplicht

op het politiebureau kunnen deel uitmaken van deze maatregel. Bij onvoldoende

medewerking of recidive kan de strafdienstplicht worden aangevuld met nachtdetentie.

De aanpak is gericht op resocialisatie van de dader ten behoeve van onderwijs en

arbeidsparticipatie. De veiligheidshuizen kunnen hierbij een rol vervullen.

Het kabinet zal een voorstel voorbereiden voor een adolescentenstrafrecht voor de

groep van 15 tot 23 jaar.

Kinderen die jonger zijn dan twaalf jaar en overlast veroorzaken of criminaliteit

plegen worden zo vroeg mogelijk in beeld gebracht zodat hun probleemgedrag direct

en tijdig behandeld kan worden. Hun ouders worden eerder en meer financieel

aansprakelijk gesteld. Dit geldt ook in het geval van oudere kinderen.

Het kabinet komt met voorstellen om in het volwassenenstrafrecht minimumstraffen in te

voeren voor de gevallen waarin een persoon binnen tien jaar opnieuw wordt veroordeeld voor

een misdrijf waarop wettelijk een maximumstraf van twaalf jaar of meer is gesteld. De rechter

kan in individuele, zeer specifieke omstandigheden van het geval gemotiveerd afwijken van

de minimumstraf. In een wetsvoorstel zullen deze specifieke omstandigheden worden

uitgewerkt, evenals de hoogte van de minimumstraf per delict. Bij recidive wordt als

minimumstraf tenminste de helft van het maximum van de gevangenisstraf opgelegd die naar

de wettelijke omschrijving op het betreffende delict als maximumstraf is gesteld.

Daders moeten in hun eigen omgeving worden aangepakt. Veiligheidshuizen spelen hierbij

een belangrijke rol. De veiligheidshuizen, samenwerkingsverbanden van verschillende

organisaties, gaan dadergericht te werk bij het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en

criminaliteit. De voordelen van deze wijze van preventief werken hebben tot goede resultaten

geleid. De veiligheidshuizen zullen worden voortgezet en verder ontwikkeld.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

40

Sluiting van instellingen waarin strafbare feiten zijn gepleegd door oproepen en aanzetten tot

geweld is nodig en zal zoveel mogelijk worden bevorderd door inzet van de beschikbare

middelen.

Het kraakverbod wordt actief en prioritair gehandhaafd.

De veiligheid in het openbaar vervoer wordt verbeterd. Werkgevers in het openbaar vervoer

nemen de aangifte over van werknemers die het slachtoffer van geweld zijn geworden. Dit

geldt ook voor andere publieke sectoren zoals scholen, ziekenhuizen, brandweer en

ambulance.

Dierenmishandeling wordt harder aangepakt, onder meer door 500 animal cops

(dierenpolitie).

Er komt een apart alarmnummer voor dieren in nood en dierenmishandeling waaraan ook de

dierenambulance zal worden gekoppeld (bijvoorbeeld 1-1-4 “red een dier”).

Overlast en criminaliteit die verband houden met prostitutie en de handel in verdovende

middelen worden teruggedrongen.

Coffeeshops worden besloten clubs die alleen voor meerderjarige inwoners van

Nederland toegankelijk zijn op vertoon van een clubpas.

Er komt een afstand van tenminste 350 meter tussen scholen en coffeeshops.

De minister verscherpt het landelijk beleid en ziet erop toe dat gemeenten het

afstandscriterium en de overige relevante delen van het landelijk beleid in hun

vergunningen handhaven.

Het kabinet komt met voorstellen zwaardere straffen te stellen op de (voorbereiding

van) in- en uitvoer, teelt en (georganiseerde) handel van drugs en tot aanpassing van

het onderscheid tussen harddrugs en softdrugs.

Vanwege de vrouwenhandel en vrouwenuitbuiting (loverboys-problematiek) gaat de

minimumleeftijd voor prostituees omhoog naar 21 jaar. Vrouwenhandel wordt

intensiever opgespoord en harder aangepakt. De bestuurlijke aanpak wordt onder

meer via de BIBOB-wetgeving geïntensiveerd.

Zware delicten als gewelds- en zedendelicten zijn niet alleen zeer ingrijpend en traumatisch

voor de slachtoffers en hun naaste omgeving, met name als het toegebrachte leed

onherstelbaar is, maar zij raken ook in brede zin het vertrouwen in de rechtsorde en de

veiligheidsbeleving van burgers. De bescherming van de samenleving tegen de daders maakt

toereikende (gevangenis)straffen en maatregelen daarom noodzakelijk.

Bij ernstige gewelds- en zedendelicten wordt verzekerd dat de persoon na zijn

veroordeling in eerste aanleg en hangende beroep of cassatie in hechtenis blijft of

wordt genomen.

Bij het oplossen van cold cases wordt herziening ten nadele (wetsvoorstel 32044)

mogelijk met terugwerkende kracht en tegelijkertijd ook voor de delicten doodslag en

gewelds- en zedendelicten met dodelijke afloop. Daartoe worden, indien noodzakelijk,

de verjaringstermijnen voor doodslag en enige andere gewelds- en zedendelicten

aangepast.

Het kabinet komt met voorstellen tot verlenging van de verjaringstermijn van ernstige

gewelds- en zedendelicten.

De instroom in de TBS wordt beperkt, zonder de risico’s voor de samenleving uit het

oog te verliezen.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

41

De longstay-afdelingen worden versoberd indien dit niet leidt tot onbeheersbaarheid

In aansluiting op de reeds voorgenomen aansluiting van GGZ op het justitieel traject

komt er een onderzoek naar permanent toezicht op zedendelinquenten die de TBSbehandeling

hebben afgerond.

De aanwijzingsbevoegdheid van de bewindspersoon wordt vergroot en de contracten

met particuliere TBS-instellingen en GGZ-instellingen worden versoberd zonder de

risico’s voor de samenleving uit het oog te verliezen.

Het kabinet komt met een voorstel dat inhoudt dat een TBS-gestelde bij onttrekking

aan zijn verlof tenminste een jaar lang geen verlof krijgt tenzij zwaarwegende

persoonlijke omstandigheden zich daartegen verzetten.

Indien een dader taakstraffen of maatregelen niet voltooit of voorwaarden bij

voorwaardelijke straffen niet nakomt, wordt zoveel mogelijk verzekerd dat

vrijheidsbeneming van de dader volgt.

Daders worden harder aangepakt, slachtoffers krijgen een sterkere positie.

De ondersteuning van slachtoffers wordt verbeterd.

Er komt een beslagtitel in het strafrecht om in een vroeg stadium beslag te leggen op

middelen van verdachten die onder meer ten goede kunnen komen aan de

schadevergoeding en proceskosten van slachtoffers.

In een aanwijzing aan het Openbaar Ministerie en politie wordt vastgelegd dat

personen die zichzelf in eigen huis of bedrijf verdedigen tegen overvallers of inbrekers

niet worden geconfronteerd met een aanhouding tenzij de rechter-commissaris op

vordering van het OM besluit tot inbewaringstelling van de zelfverdediger omdat er

duidelijke aanwijzingen zijn van eigenrichting.

Er komt een intensivering van de snelheidscontroles als de verkeersveiligheid in het geding is.

Bij substantiële snelheidsovertredingen volgen zwaardere boetes.

De politie gaat effectiever functioneren ten behoeve van de veiligheid van burgers en dieren.

Het kabinet breidt de operationele sterkte van de politie uit met 3000 agenten,

waaronder 500 animal cops (dierenpolitie) voor het bestrijden van

dierenmishandeling. Ook de recherche en de justitiële keten worden uitgebreid.

Bij de vorming van gecombineerde teams van de politie en andere diensten zal de

krijgsmacht vaker worden ingezet.

De aanrijtijden van de politie worden verbeterd, zowel in de stedelijke gebieden als in

de gebieden daarbuiten.

Het kabinet komt met richtlijnen of, zo nodig, regelgeving om te verzekeren dat

burgers overal snel en eenvoudig aangifte kunnen doen en tijdig informatie ontvangen

over wat er met hun aangifte gebeurt.

Bonnenquota verdwijnen en worden niet door iets vergelijkbaars vervangen

Bij de vaststelling van de landelijke en regionale prioriteiten in jaarplannen komt in de

prioritering meer nadruk te liggen op de lokale knelpunten in de buurten en wijken.

.

Er komt een nationale politie onder verantwoordelijkheid van de minister die belast is met de

zorg voor veiligheid. De minister wordt eindverantwoordelijk voor het beheer. Er komen tien

politieregio’s waarbij de grenzen van de tien arrondissementen van de gerechtelijke kaart

leidend zijn. De burgemeester blijft verantwoordelijk voor de openbare orde, capaciteitsinzet

voor lokale taken en het vergunningenbeleid. Bij geschillen in een regio over de inzet van de

politie wordt de beslissing genomen door de regioburgemeester bij wie het gezag berust,

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

42

gehoord de regionale hoofdofficier van justitie en de regionale politiechef. De

regioburgemeester (de burgemeester van de grootste gemeente in de regio) stemt daartoe af

met de burgemeesters in de regio. Bij geschillen over de inzet van de politie die de regio

overstijgen, beslist de minister of degene die hij daartoe gemandateerd heeft. In de regio’s

beslist de driehoek over de inzet waarbij de burgemeester een beslissende stem heeft. Het

wetsvoorstel tot wijziging van de Politiewet (30880) wordt aangepast aan het voorgaande.

De organisatie van de politie wordt efficiënter en effectiever.

De duur van de opleiding van de politie wordt beperkt met behoud van kwaliteit.

Het kabinet komt met voorstellen tot aanpassing van de Arbeidstijdenwet en de

Landelijke Arbeidstijdenregeling politie die het voor de politie mogelijk maken

eenvoudiger meer ruimte te vinden voor uitvoering van de primaire taken.

Bureaucratie, overhead en procedures worden teruggedrongen. Er komt meer ruimte

voor het vakmanschap van de politie. Dit leidt tot meer blauw op straat.

Het kabinet komt met een voorstel inzake doorberekening van veiligheidskosten voor

vergunningplichtige commerciële evenementen van incidentele aard.

Er komt een uitbreiding van het dynamische systeem van maximumsnelheden.

De maximumsnelheid op autosnelwegen gaat omhoog naar 130 km/u. Ook op andere wegen

wordt de maximumsnelheid herbeoordeeld. Indien nodig voor de luchtkwaliteit,

geluidsbelasting of verkeersveiligheid geldt een lagere maximumsnelheid.

Zodra de speekseltests naar drugs betrouwbaar zijn, worden deze ingezet om het gebruik van

drugs in het verkeer terug te brengen.

Voertuigherkenning draagt bij aan preventie en vereenvoudiging van opsporing en vervolging

van strafbare feiten en aan de handhaving van fiscale verplichtingen. Hiertoe komt er een

bredere inzet van systemen van automatische nummerplaatherkenning

Het kabinet zal privatisering voorbereiden van voor het gevangeniswezen relevante taken met

het oog op versobering en kosteneffectiviteit. Hierbij betrekt het kabinet de resultaten van de

onderzoeken die in 2005 en 2009 zijn verricht naar de privatisering van het gevangeniswezen

in het Verenigd Koninkrijk.

De informatieveiligheid en bescherming van persoonsgegevens worden verbeterd.

Voorgenomen maatregelen inzake opslag, koppeling en verwerking van

persoonsgegevens worden zoveel mogelijk voorzien van een horizonbepaling en bij de

voorbereiding nadrukkelijk getoetst aan effectiviteit.

Het kabinet komt met een voorstel voor een meldplicht voor alle diensten van de

informatiemaatschappij, waaronder de overheid, in geval van verlies, diefstal of

misbruik van persoonsgegevens waarbij alle datalekken worden gemeld aan de

nationale toezichthouder die boetes kan opleggen indien de meldplicht niet wordt

nageleefd.

Het toezicht op grootschalige informatiseringsprojecten en het oplossen van

automatiseringsproblemen wordt structureel aangescherpt.

Het kabinet komt met een integrale aanpak van cybercrime.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

43

11. Werk en sociale zekerheid

De economische crisis en oplopende begrotingstekorten maken hervormingen en

bezuinigingen noodzakelijk. Het kabinet kiest voor maatregelen die eraan bijdragen dat

iedereen zo veel mogelijk naar vermogen participeert in de samenleving. Doel is om mensen

perspectief te geven op werk en inkomen, het draagvlak te versterken onder onze sociale

voorzieningen en het bestrijden van dreigende personeelstekorten. Anderzijds moet aan

mensen die niet kunnen werken bestaanszekerheid worden geboden. Het beleid van het

kabinet draagt bij aan herstel van werkgelegenheid en behoud van solidariteit van werkenden

met uitkerings- en pensioengerechtigden.

Het kabinet streeft naar een sociaal akkoord met werkgevers en werknemers over de

maatregelen die nodig zijn uit de crisis te komen.

Het kabinet bevriest de lonen in collectieve sector (exclusief zorg) in 2011.

Voor topinkomens in de collectieve sector wordt de hoogte van de ontslagvergoeding

gemaximeerd op 75.000 euro.

De krapte op de arbeidsmarkt die in de toekomst dreigt, in combinatie met de toegenomen

economische dynamiek, vraagt om mobiliteit en weerbaarheid van mensen op de

arbeidsmarkt. Een grotere flexibiliteit is ook nodig om de groeiende tegenstelling tussen

mensen met vaste contracten en flexwerkers (uitzendkrachten, tijdelijke contracten,

zelfstandigen zonder personeel) tegen te gaan. Zelfstandigen zonder personeel leveren een

belangrijke bijdrage aan ondernemerschap en dynamiek op de arbeidsmarkt.

Het kabinet wil bevorderen dat werkgevers en werknemers afspraken maken over

scholing en langdurige inzetbaarheid. Hierdoor neemt de werkzekerheid van

werknemers op een dynamische arbeidsmarkt toe.

Zelfstandigen zonder personeel krijgen een reële kans op overheidsopdrachten. Er

komt een eenduidige definitie van zelfstandigen zonder personeel in alle wetgeving.

Ambtenarenrecht wordt gelijkgetrokken met het arbeidsrecht. Voor de overgang van

werk naar werk voor ambtenaren moeten dezelfde voorwaarden gelden als voor

werknemers in de private sector.

De krimp van de beroepsbevolking en de toename van het aantal 65-plussers maken langer

doorwerken noodzakelijk. Alleen zo kan het draagvlak onder de AOW voor de toekomst

worden veiliggesteld. Alleen zo voorkomen we dat grote personeelstekorten ontstaan in

sectoren zoals het onderwijs, de zorg alsmede in de private sector.

De AOW-leeftijd wordt verhoogd naar 66 jaar.

Bovendien zal het kabinet een voorstel doen om in lijn met de afspraak die sociale

partners onderling hebben gemaakt de AOW-leeftijd op den duur te koppelen aan de

levensverwachting waarbij minimaal met worden voldaan aan de 0,7%

houdbaarheidsopbrengst.

De fiscale bijdrage aan de pensioenopbouw via het Witteveenkader wordt in 2013 beperkt

in verband met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd.

Alleen CAO’s die aandacht besteden aan leeftijdsbewust personeelsbeleid en duurzame

inzetbaarheid (scholing) worden algemeen verbindend verklaard.

Premiekorting voor werkgevers die oudere werklozen in dienst nemen en ouderen in

dienst houden, wordt gehandhaafd.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

44

Voor een robuust en toekomstbestendig pensioenstelsel is meer deskundigheid,

versterking van intern toezicht, transparantie in beleggingen en pensioenopbouw

noodzakelijk.

Vrijwillig langer doorwerken na de pensioengerechtigde leeftijd blijft aantrekkelijk.

Het kabinet wil mensen in staat stellen een goede balans te vinden tussen betaald werk,

zorgtaken, vrijwilligerswerk, scholing en vrije tijd. Een werkelijke verhoging van de

arbeidsparticipatie kan alleen worden bereikt als er genoeg mogelijkheden zijn om werk op

flexibele wijze te combineren met andere activiteiten.

Vitaliteitsregeling. De levensloopregeling en het spaarloon worden geïntegreerd tot een

regeling die ondersteunt in zorgtaken, in het volgen van scholing, het opzetten van eigen

bedrijf, demotie of deeltijdpensioen. De regeling kan niet worden gebruikt voor vervroegd

uitreden.

Tegengaan belemmeringen voor thuis- en telewerken. Stringente Arbo-regels met

betrekking tot thuiswerkplekken worden opgeheven. Dit helpt ouders om werk met

zorgtaken te combineren en is goed tegen de files.

Beperken vrijstelling van sollicitatieplicht voor alleenstaande ouders met kinderen tot 5

jaar. De uitzonderingsgrond in de WWB voor alleenstaande ouders wordt hersteld en de

vrijlating voor het werken in deeltijd voor deze ouders wordt verruimd naar 120 euro.

Kindregelingen

Het kabinet blijft via de kinderbijslag ouders in de kosten van kinderen ondersteunen. De

kindregelingen (kinderopvang en kindgebonden budget) staan in het teken van bevordering

van de eigen verantwoordelijkheid van ouders. Het kabinet hecht aan goede en betaalbare

kinderopvang. Na onstuimige groei van het deel dat de overheid bijdraagt aan kinderopvang,

is een correctie nodig, zodat ouders proportioneel bijdragen. Ouders houden de keuze tussen

georganiseerde opvang en gastouderopvang.

Werk boven uitkering

Mensen mogen niet afhankelijk worden gemaakt van een uitkering. Voorkomen moet worden

dat mensen te snel worden afgeschreven en permanent langs de kant staan. In de bijstand zal

een wettelijke plicht tot tegenprestatie naar vermogen komen.

Het kabinet wil toe naar één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt, die de WWB,

Wajong en de WSW hervormt. Hierdoor kunnen de gemeenten meer mensen laten

participeren, budgetten gerichter en effectiever inzetten en kosten besparen. Voor jongeren die

volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn blijft de Wajong bestaan. Mensen met een

indicatie voor een beschutte werkplek houden toegang tot de WSW. Huidige WSW-ers

worden niet herkeurd en kunnen gewoon op hun WSW-werkplaats blijven werken.

Arbeidsgehandicapten met een beperkte verdiencapaciteit worden zoveel mogelijk via

loondispensatie aan de slag geholpen bij reguliere werkgevers. Voor deze groep is een

regeling voor begeleid werken beschikbaar, met loonaanvulling tot maximaal het wettelijk

minimumloon en persoonlijke voorzieningen (begeleiding, aanpassing werkplek). Overige

middelen voor re-integratie worden alleen nog selectief ingezet voor kwetsbare groepen op de

arbeidsmarkt.

In de WWB wordt de bijstand voor inwonenden afgeschaft en wordt de toets op het

partnerinkomen vervangen door een toets op het huishoudinkomen. Voor jongeren tot 27 jaar

geldt dat zij werken, leren of stage lopen. De voorwaarden en sancties voor jongeren tot 27

jaar die een beroep doen op de bijstand (Wet investeren Jongeren) worden aangescherpt.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

45

Zolang men zich kan scholen, dient een beroep op studiefinanciering te worden gedaan; dat

gaat boven bijstand.

De dubbele heffingskorting in referentieminimumloon wordt geleidelijk afgebouwd

(vanaf 2012 in 20 jaar). Hierdoor wordt voorkomen dat het steeds minder aantrekkelijker

wordt om vanuit de bijstand een baan te aanvaarden.

De inkomensgrens van gemeentelijk minimabeleid wordt genormeerd. Het is niet

acceptabel dat mensen die gaan werken vanuit een uitkering er in inkomen op achteruit

gaan doordat ze allerlei gemeentelijke toeslagen en voordeeltjes mislopen.

Bij investeren en aanbestedingen van diensten moet de Rijksoverheid net als veel

gemeenten aandacht besteden aan stage- en leerwerkplekken voor kwetsbare groepen.

Hardere aanpak fraude uitkeringen. Fraude met uitkeringen ondermijnt de solidariteit.

Onterecht verstrekte uitkeringen zullen daadwerkelijk worden teruggevorderd, ongeacht

de hoogte van de fraude. Bijstandgerechtigden worden bij fraude bestraft met het

inhouden van de uitkering gedurende drie maanden.

Het kabinet wil de regeldruk en de bureaucratie in de sociale zekerheid terugdringen door

minder en gerichter toezicht door de Arbeidsinspectie.

Concept Regeerakkoord VVD-CDA 30 september 2010

46

12. Wonen

In het beleid en de regelgeving op het gebied van volkshuisvesting komt meer ruimte voor het

bedrijfsleven in de bouw en voor verschillen tussen regio’s.

Het kabinet komt met voorstellen die meer ruimte bieden voor meegroeiwoningen,

mantelzorgwoningen en meergeneratiewoningen.

Het kabinet voert de adviezen van de commissie Fundamentele Verkenning Bouw

(commissie-Dekker) uit.

Het kabinet komt met voorstellen die meer ruimte bieden voor specifiek beleid in de

volkshuisvesting en voor woningbouw op basis van kleinschalige, natuurlijke groei.

Het kabinet komt met voorstellen met meer ruimte voor maatwerk in de

volkshuisvesting zodat zowel binnen steden als in kleine kernen ruimte is om in de

eigen woningbehoefte te voorzien door middel van sociale stijging en doorstroming.

Er komt meer ruimte voor kleinschalige bouwlocaties, ook in het Groene Hart, en

(collectief) particulier opdrachtgeverschap.

Er komt in het ruimtelijke ordeningsbeleid aandacht voor krimpregio’s. In

samenwerking met krimpregio’s wordt gezocht naar maatregelen om deze regio’s

nieuwe impulsen en ontwikkelingsmogelijkheden te geven.

Een vrije woningmarkt is van belang maar met steun voor degenen die het nodig hebben.

De woningcorporaties vervullen hierin een rol voor degenen die geen toegang hebben tot de

koopmarkt en door investeringen van maatschappelijk belang. De sociale huursector wordt

meer toegespitst op degenen die geen alternatieven hebben.

Het kabinet komt met voorstellen om het functioneren van woningcorporaties als

ondernemingen met een maatschappelijke taak te verbeteren en het externe toezicht

door een woonautoriteit te verzekeren.

Huurders van een corporatiewoning krijgen het recht hun woning tegen een redelijke

prijs te kopen.

De toewijzing van sociale huurwoningen wordt stapsgewijze beperkt tot lagere

inkomengroepen.

Voor huishoudens met een inkomen tot 43.000 euro stijgen de huren bij gereguleerde

woningen niet met meer dan de inflatie.

De doorstroming op de huurmarkt wordt bevorderd door voor huurders van een

gereguleerde woning met een huishoudinkomen van meer dan 43.000 euro een

maximale huurstijging van inflatie + 5% toe te staan.

Samenwerking tussen woningcorporaties, thuiszorg en andere maatschappelijke

organisaties wordt bevorderd door belemmerende regelgeving weg te nemen.

De ‘Vogelaarheffing’ wordt afgeschaft.

 

 

 

Concept Gedoogakkoord

VVD-PVV-CDA

30 september 2010

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

2

Inhoudsopgave

Inleiding 3

1. Immigratie 4

2. Veiligheid 11

3. Ouderenzorg 15

4. Financiën 19

Bijlage I: verklaring van 30 juli 2010

Bijlage II: financieel kader

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

3

Inleiding

Dit akkoord van de fracties van VVD, PVV en CDA berust op de politieke samenwerking

die is toegelicht in de verklaring van 30 juli 2010 (bijlage I).

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

4

1. Immigratie

Algemeen

Het asiel- en migratiebeleid is streng maar rechtvaardig. Ombuiging, beheersing en

vermindering van de immigratie zijn geboden en urgent gelet op de maatschappelijke

problematiek. Verwezenlijking hiervan behoort tot de primaire doelstellingen van het te

voeren kabinetsbeleid. Rechtvaardig omdat mensen rechten hebben en het kabinet dit als

uitgangspunt neemt. Nederland zal vluchtelingen blijven beschermen en opvangen waar het,

overeenkomstig het Vluchtelingenverdrag, gaat om slachtoffers van vervolging voor wie

Nederland de eerste veilige plek is. Dit kan niet gelden voor asielzoekers die economische

migranten blijken te zijn. Daarom wordt zo snel mogelijk vastgesteld tot welke categorie de

asielzoeker behoort en of deze hier kan blijven of Nederland moet verlaten. Het

migratiebeleid, met name het beleid inzake de gezinsmigratie, is gericht op beperking en

terugdringing van de komst van migranten met weinig perspectief. Dit om de

integratieproblematiek beter aan te pakken, mede gelet op de participatie van degenen die

worden toegelaten. Het kabinet zal hiertoe de mogelijkheden voor een restrictief en selectief

migratiebeleid binnen de bestaande juridische kaders, waaronder het Europees Verdrag voor

de Rechten van de Mens (EVRM), zoveel mogelijk benutten, zowel door voorstellen tot weten

regelgeving als door intensivering van controle, handhaving en uitvoering van bestaande

voorschriften, met inbegrip van nieuwe informatiesystemen, uitwisseling van gegevens en

technieken voor identiteitsvaststelling. Hierbij werkt het kabinet waar mogelijk samen met

andere landen, met name aangrenzende EU-lidstaten en landen buiten de EU waaruit

migranten afkomstig zijn. Het terugkeer- en uitzetbeleid wordt aangescherpt. Illegaal verblijf

wordt strafbaar.

Uitzetting van strafrechtelijk veroordeelde vreemdelingen vindt eerder en vaker plaats. Tegen

mensensmokkel wordt hard opgetreden. Effectieve integratie van nieuwkomers en

bevolkingsgroepen is een veelomvattend en veeleisend proces dat voor de gehele samenleving

van groot belang is. Hiervoor geldt bij uitstek dat participatie in de samenleving vraagt om

een toereikende kwalificatie in taal en opleiding. Inburgering van toegelaten asielzoekers en

migranten op een adequaat niveau is voor henzelf en hun kinderen de sleutel tot een

volwaardige deelname aan de samenleving in werk en onderwijs. Dit mag worden verwacht

van nieuwkomers. Zij zijn hiervoor zelf verantwoordelijk. Het uitblijven van deze

inspanningen kan in het kader van de sociale zekerheid en in het belang van de

arbeidsparticipatie, niet zonder gevolgen blijven. De tijdelijke verblijfsvergunning zal bij niet

slagen voor het inburgeringsexamen worden ingetrokken behoudens uitzonderingen.

Bij de uitvoering van het voorgenomen beleid neemt het kabinet tevens initiatieven tot

aanpassing van EU-richtlijnen en, indien er voor belangrijke maatregelen geen andere

alternatieven blijken te zijn, eventueel, in overleg met andere lidstaten, tot wijziging van

verdragen. Realisering van het gehele pakket van maatregelen op het gebied van asiel en

migratie zal feitelijk leiden tot een zeer substantiële daling van de instroom.

Asiel

De opvang van asielzoekers vindt bij voorkeur plaats in het land of de regio van herkomst.

Het kabinet streeft naar een doeltreffende uitvoering van het Dublin-verdrag, de Dublinverordening

en de bijbehorende regelgeving waarbij het asielverzoek wordt behandeld door

de lidstaat die daarvoor verantwoordelijk is. Nederland draagt actief bij aan de opvang elders

en de behandeling van asielverzoeken door de verantwoordelijke lidstaat door samenwerking

met de betrokken landen en met internationale organisaties zoals de UNHCR.

Het categoriaal beleid vervalt, met inbegrip van de wettelijke grondslag.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

5

De behandeling van aanvragen voor asiel vindt zo effectief, efficiënt en zorgvuldig mogelijk

plaats

De mogelijkheden tot het stapelen van procedures worden beperkt, procedures worden

versneld, de rechtsbijstand wordt zo aangepast dat na de behandeling van de eerste

aanvraag prikkels voor nieuwe procedures worden weggenomen (toepassing van “no

cure no fee” in vervolgprocedures) en de uitspraak in een voorlopige voorziening kan

niet altijd in Nederland worden afgewacht

Er wordt optimaal ingezet op het tegenwerpen van het ontbreken van

identiteitsgegevens bij ongedocumenteerde asielzoekers.

Bij de behandeling van de aanvraag voor asiel wordt fraude tegengegaan, onder meer

door uitwisseling van informatie en nieuwe technieken voor identiteitsvaststelling.

De bewijslast wordt, binnen de grenzen van de jurisprudentie van de Raad van State,

meer naar de aanvrager verschoven en verzwaard.

Het kabinet zet in op een wijziging van de EU-kwalificatierichtlijn om de bewijslast

naar de aanvrager te verschuiven ten aanzien van het aantonen van (het ontbreken van)

vluchtalternatieven.

Nareizende gezinsleden van asielzoekers zullen niet meer automatisch een asielstatus krijgen

maar onder het reguliere beleid voor gezinsmigratie worden gebracht waarbij geen vereisten

worden gesteld aan het inkomen of inburgering in het buitenland.

Bij de komst van alleenstaande, minderjarige vreemdelingen richt de inzet zich maximaal op

zo spoedig mogelijke terugkeer onder de voorwaarde van lokale opvang. Daarvoor is het

nodig dat uit het budget voor Ontwikkelingssamenwerking investeringen plaatsvinden in extra

lokale opvang zoals weeshuizen. Verder wordt ingezet op aanpassing van de EUterugkeerrichtlijn

(2008/115) terzake.

Gezinsmigratie

Bij gezinsmigratie gaat het om de komst van gezinsleden van personen die legaal in

Nederland verblijven. Zo kan een migratieketen ontstaan waarbij in elke generatie opnieuw

partners, vaak verwanten, en kinderen uit het land van herkomst naar Nederland komen met

de nadelige gevolgen vandien voor het integratieproces dat zo bij herhaling op achterstand

raakt. De negatieve spiraal van deze keten wordt doorbroken door hogere eisen te stellen aan

deze wijze van gezinsvorming en gezinshereniging waaronder zodanige opleidingseisen dat

een kansrijke integratie bij voorbaat verzekerd is. Het kabinet zet hierbij tevens in op

wijziging van de Europese richtlijn. Gelet op het voorgaande zal het kabinet met verschillende

voorstellen en verschillende maatregelen komen.

De mogelijkheid van gezinsvorming en gezinshereniging wordt beperkt tot partners

die gehuwd zijn of met wie een geregistreerd partnerschap is aangegaan en

minderjarige kinderen.

Voor hun toelating gaat als vereiste gelden dat de referent al tenminste een jaar legaal

in Nederland verblijft behoudens kennismigranten.

Verder gaan als nieuwe vereisten voor toelating voor gezinsmigranten gelden dat zij

moeten beschikken over een zelfstandige huisvesting en een ziektekostenverzekering.

De termijn waarna gezinsmigranten een zelfstandige verblijfsvergunning kunnen

krijgen wordt verlengd van drie naar vijf jaar behoudens bijzondere omstandigheden.

De leges voor gezinsmigratie worden zoveel mogelijk kostendekkend gemaakt.

Het beleid tegen schijnhuwelijken en huwelijksdwang wordt verscherpt en de

handhaving geïntensiveerd.

Huwelijksdwang is verboden en wordt strafbaar gesteld.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

6

In principe worden huwelijken tussen neven en nichten verboden.

Polygame huwelijken worden niet erkend.

De exameneisen in de Wet inburgering buitenland gaan omhoog.

Belangrijke nieuwe eisen aan gezinsmigratie kunnen bijvoorbeeld worden gerealiseerd bij

aanpassing van de EU-richtlijn inzake gezinshereniging (2003/86).

Daarbij zal het kabinet onder meer inzetten op:

verhoging van de leeftijdseis voor de partner naar 24 jaar

toelating van maximaal een partner in de tien jaar

verhoging van de inkomenseis naar tenminste 120% van het minimumloon

invoering van een borgsom

invoering van een toets waaruit blijkt of de band met Nederland groter is dan de band

met andere landen en

uitsluiting van de mogelijkheid gezinsleden toe te laten van personen die veroordeeld

zijn wegens bepaalde geweldsdelicten.

Tot slot zal met het oog op het belang van kwalificatie ten behoeve van participatie en

integratie worden ingezet op opneming in deze richtlijn van de mogelijkheid

opleidingseisen te stellen aan gezinsmigranten.

Nederland is op deze manier in staat mensen die hier rechtmatig zijn gekomen volwaardig te

laten deelnemen aan de samenleving.

Arbeidsmigratie

Verlening van een vergunning aan arbeidsmigranten die niet afkomstig zijn uit de EU en geen

kennismigrant zijn, kan pas plaatsvinden indien de werkgever aantoont dat hij geen

werknemers uit Nederland of landen van de EU en de Europese Economische Ruimte (EER)

heeft kunnen vinden. Voor de tewerkstellingsvergunning geldt het vereiste dat de werkgever

tenminste het wettelijk minimumloon betaalt. Voor arbeidsmigranten zal het

minimumvereiste van het wettelijk minimumloon gaan gelden. Voor Roemenen en Bulgaren

blijft voorts het vereiste van een tewerkstellingsvergunning gelden tot 1 januari 2014 indien

de huidige omstandigheden ongewijzigd blijven. Het kabinet zal onderzoeken of en in

hoeverre aanscherping van het arbeidsmigratiebeleid mogelijk en wenselijk is.

Het kabinet zal ervoor zorg dragen dat de bevordering van de kenniseconomie door alle

genomen maatregelen niet wordt belemmerd. De kennismigrantenregeling is van groot belang

maar het kabinet zal onderzoeken of misbruik plaatsvindt. Eventueel kan op basis hiervan een

nadere opleidingseis worden gesteld.

Immigratie algemeen

Om in bredere zin de migratie van kansarme migranten te beperken, de integratie te

bevorderen en fraude en misbruik te bestrijden, worden onder meer vergunningseisen

aangescherpt, het terugkeerbeleid geïntensiveerd en illegaliteit aangepakt. Wat het eerste

betreft, gaat het om de aanvraag voor een reguliere vergunning in het buitenland, de vereisten

voor verlening van een permanente vergunning, de toepassing van de discretionaire

bevoegdheid en de intrekking van een vergunning bij verblijf in het buitenland.

Hoofdregel bij de aanvraag voor een reguliere vergunning is dat deze in het buitenland wordt

gedaan. Dit vereiste vormt tevens een drempel voor de aanvraag van een reguliere vergunning

door degenen die een nieuwe procedure starten nadat hun aanvraag voor asiel in Nederland is

afgewezen. In de loop der jaren zijn verschillende uitzonderingen gemaakt op de regel dat de

aanvraag in het buitenland plaatsvindt. Het kabinet zal een voorstel doen dat inhoudt dat

aanvragen voor een reguliere vergunning in het buitenland worden ingediend.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

7

Dit houdt in dat een in Nederland ingediende reguliere aanvraag dan buiten

behandeling wordt gesteld zodat geen sprake meer is van rechtmatig verblijf.

Het voorstel houdt tevens in dat alle humanitaire en medische overwegingen in het

verlengde van de asielprocedure ambtshalve door de Immigratie- en

Naturalisatiedienst (IND) zullen worden beoordeeld en dat alle zogenaamde M50-

loketten worden afgeschaft.

Vooruitlopend hierop zal het kabinet de vrijstellingen van het vereiste van een

machtiging tot verblijf schrappen voor degenen die gedurende hun minderjarigheid

vijf jaren achtereen rechtmatig in Nederland verbleven en voor degenen die in

aanmerking komen voor terugkeer naar Nederland op grond van de Remigratiewet.

Aan de verlening van een permanente verblijfsvergunning asiel wordt het vereiste van een

behaalde startkwalificatie verbonden, behoudens bijzondere omstandigheden. Het kabinet zal

inzetten op een wijziging van de EU-richtlijn langdurig ingezetenen (2003/109) voor

invoering van het vereiste van een startkwalificatie voor reguliere aanvragen.

Bij vergunningverlening op grond van toepassing van de discretionaire bevoegdheid zal

terughoudendheid het uitgangspunt zijn.

Intrekking van tijdelijke en permanente verblijfsvergunningen kan plaatsvinden tijdens of na

een periode van verblijf buiten Nederland. Het kabinet zal de geldende richttermijnen

bekorten en de uitzondering voor detentie schrappen waarna intrekking zal plaatsvinden.

Verder is intrekking van tijdelijke verblijfsvergunningen en het niet verlenen van permanente

verblijfsvergunningen aan de orde indien blijkt dat de vergunninghouder niet of niet langer

voldoet aan het inkomensvereiste behoudens bijzondere omstandigheden. In dit kader gaan de

IND en de gemeenten nauwer samenwerken.

Het terugkeer- en uitzetbeleid wordt geïntensiveerd.

In internationale contacten en het bilateraal verkeer met andere landen zal hierop

kabinetsbreed worden ingezet.

Bij de uitvoering krijgen gezinnen met kinderen prioriteit.

Zo nodig wordt de capaciteit voor handhaving uitgebreid.

Illegaliteit in de zin van een onrechtmatig verblijf van vreemdelingen in Nederland, vormt een

belangrijk probleem. Deze illegaliteit gaat vaak gepaard met diverse vormen van overlast en

criminaliteit, waaronder mensensmokkel, en met een verblijf in mensonterende

omstandigheden. Dit tast ook het draagvlak voor het asiel- en migratiebeleid aan en heeft een

negatief effect op het integratieproces.

Het kabinet zal inzetten op strafbaarstelling van illegaliteit en de handhaving hiervan

vooral richten op criminele en overlastgevende personen met het oogmerk deze zo

snel mogelijk het land uit te zetten.

Deze maatregelen vormen onderdeel van een bredere aanpak van criminaliteit bij

vreemdelingen. Deze houdt tevens in dat vreemdelingen die hier rechtmatig verblijven

maar strafrechtelijk zijn veroordeeld eerder het land worden uitgezet. Hiertoe zal het

kabinet de zogenaamde glijdende schaal aanscherpen.

Mensenhandel wordt steviger aangepakt. Misbruik van de verblijfsregeling voor

slachtoffers van mensenhandel wordt tegengegaan.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

8

Er zal vaker gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van ongewenstverklaring

en beëindiging van het verblijfsrecht van strafrechtelijk veroordeelde burgers van EUlidstaten.

Voor verruiming van deze mogelijkheid zal het kabinet inzetten op een

wijziging van de EU-richtlijn inzake vrij verkeer (2004/38).

Grensoverschrijdende criminaliteit die in Nederland plaatsvindt door in andere landen

verblijvende vreemdelingen, illegalen en mensensmokkelaars, wordt harder

aangepakt, onder meer door mobiele grenscontroles van de Koninklijke

Marechaussee.

De aanvraag voor een verblijfsvergunning wordt afgewezen indien de aanvrager

illegaal in Nederland verblijft of heeft verbleven tenzij medische gronden zich

hiertegen verzetten of de aanvrager behoort tot de categorie alleenstaande

minderjarige vreemdelingen of getuigen-aangevers van mensenhandel. Het kabinet zal

inzetten op een zodanige wijziging van de EU-richtlijn vrij verkeer dat aan beide

genoemde categorieën niet de categorie van gezinsvorming/gezinshereniging behoeft

te worden toegevoegd (richtlijn 2004/38).

De mogelijkheden om radicale geestelijke bedienaren niet tot Nederland toe te laten of

Nederland uit te zetten worden maximaal benut indien toetsing aan de openbare orde of de

nationale veiligheid hiertoe aanleiding geeft.

Het kabinet komt met een voorstel voor een Rijkswet personenverkeer die berust op het

uitgangspunt van wederkerigheid en tevens de mogelijkheid omvat wederzijds eisen te stellen

aan de toelating en het verblijf tot en de terugkeer naar landen van het Koninkrijk (Curacao,

Aruba, St. Maarten en Nederland).

In Europees verband zet het kabinet erop in dat bij de Schengen-evaluatie van Roemenië en

Bulgarije de tweejaarlijkse voortgangsrapportages over corruptie en juridische hervormingen

in deze landen worden betrokken. Indien uit deze rapportages blijkt dat zij niet voldoen aan de

strikte criteria, geeft Nederland geen steun aan volledige toetreding van Roemenië en

Bulgarije tot Schengen en opheffing van de interne grenscontroles in de EU en zullen

Bulgarije en Roemenie niet worden toegelaten tot Schengen.

Het kabinet zet in de EU in op een regeling die inhoudt dat lidstaten niet kunnen besluiten tot

een generaal pardon.

Het kabinet wil af van de “Europa-route” (route waarbij gezinsmigranten uit derde landen

nationale toelatingsvereisten van EU-lidstaten omzeilen c.q. waarbij voor gezinsmigranten

voor EU-onderdanen niet de gangbare eisen worden gesteld) die dan ook zal moeten worden

gesloten.

Integratie

Van ieder die naar Nederland komt om zich hier te vestigen, mag worden verwacht dat hij of

zij zich houdt aan de regels die hier gelden en actief deelneemt aan de samenleving door

beheersing van de Nederlandse taal, het volgen van onderwijs en werk. Kwalificatie is de

sleutel tot succesvolle participatie en integratie. Naarmate kwalificatie eerder plaatsvindt,

stijgen de kansen op integratie. Daarom is het belangrijk (hogere) taal- en opleidingseisen te

verbinden aan toelating tot en verblijf in ons land.

De erkenning van diploma’s die buiten de EU zijn behaald en van elders verworven

competenties vindt door het daartoe bevoegde instituut plaats met inachtneming van

Nederlandse normen en zal zoveel mogelijk worden bespoedigd. Zo worden ook deze

migranten kansrijker.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

9

Migranten en asielzoekers dragen zelf zorg voor hun inburgering in ons land. Voor

degenen die hiervoor over onvoldoende middelen beschikken, komt het kabinet met

een sociaal leenstelsel dat inhoudt dat de lening wordt terugbetaald. Uitgangspunt voor

het kabinet is dat het niet slagen voor het inburgeringsexamen, behoudens bijzondere

omstandigheden, leidt tot intrekking van de tijdelijke reguliere verblijfsvergunning.

Het kabinet zet zich ervoor in het Associatie-akkoord EU-Turkije zodanig aan te

passen dat inwoners van Turkije onder de inburgeringsplicht komen te vallen.

Het kabinet beëindigt het diversiteits/voorkeursbeleid op basis van geslacht en etnische

herkomst. Selectie moet plaatsvinden op basis van kwaliteit. Er komt een meldcode voor

cultureel bepaald huiselijk geweld en kindermishandeling. Het kabinet komt met een voorstel

voor een algemeen verbod op gelaatsbedekkende kleding zoals boerka’s. In voorschriften

wordt opgenomen dat de politie en leden van de rechterlijke macht geen hoofddoek dragen.

Er wordt bezuinigd op de subsidies van de rijksoverheid op het gebied van integratie met

uitzondering van de subsidie aan Vluchtelingenwerk. Het kabinet zal geen subsidie geven aan

organisaties die activiteiten ondernemen die zich tegen de integratie richten.

Verkrijging van het Nederlanderschap vormt de bekroning van kwalificatie, participatie en

integratie.

Het kabinet komt met een voorstel dat de minimumtermijn voor naturalisatie in meer

gevallen op vijf jaar stelt en dat de vereisten voor naturalisatie aanvult met een

kwalificatievereiste, een middelenvereiste en een aanscherping van het openbare orde

vereiste waaronder het vereiste van het ontbreken van een strafrechtelijke veroordeling

met uitzonderingen voor een veroordeling op grond van het jeugdstrafrecht, een

veroordeling tot gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of een veroordeling tot

boetes ter hoogte van negentig dageenheden. Voor optanten komt er een taaleis.

Het voorstel van het kabinet houdt tevens in dat het Nederlanderschap pas definitief

wordt verkregen indien afstand is gedaan van een of meer andere nationaliteiten

waarvan afstand gedaan kan worden.

Het kabinet zal met een voorstel komen om personen die binnen vijf jaar na

verkrijging van het Nederlanderschap veroordeeld zijn of worden voor een misdrijf

waar 12 jaar of meer op staat, het Nederlanderschap te ontnemen. Hiertoe wordt

gepoogd binnen het kader van het europees verdrag inzake nationaliteit te komen tot

een ruimere uitleg van artikel 7d. Indien deze ruimere uitleg niet mogelijk zal blijken

te zijn, zal met de verdragsluitende partijen worden overlegd om te komen tot een

wijziging van het verdrag. Indien voor 1 januari 2012 blijkt dat de verdragsluitende

partijen niet tot een dergelijke wijziging bereid zijn zal de Nederlandse wetgeving

zodanig worden gewijzigd dat de eerste vijf jaar sprake is van een voorwaardelijke

verkrijging van de Nederlandse nationaliteit die, met inachtneming van de

aangescherpte afstandseis, van rechtswege definitief wordt tenzij men veroordeeld

wordt voor een misdrijf waar 12 jaar of meer op staat.

Het zwaarwegende belang van arbeidsparticipatie en integratie in Nederland heeft ook

gevolgen voor de inrichting van het stelsel van sociale zekerheid.

Indien gedrag of kleding van iemand feitelijk zijn kansen op beschikbaarheid voor de

arbeidsmarkt beperkt, volgt een weigering, korting of intrekking van een uitkering op

grond van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Zo nodig zal het kabinet daartoe met een

voorstel komen.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

10

In het kader van de sociale zekerheid verdient de verhouding met het land van

herkomst van migranten en asielzoekers eveneens aandacht. Het kabinet zet in op het

zoveel mogelijk verkrijgen van medewerking van lokale autoriteiten in deze landen bij

de controle en handhaving van de vermogenstoets in de WWB.

Het kabinet streeft naar beperking van de export van sociale voorzieningen, onder meer door

stopzetting van de export van kinderbijslag en het kindgebonden budget naar landen

buiten de EU en

hantering van het woonlandbeginsel bij de AOW-tegemoetkoming en de WGAvervolguitkering.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

11

2. Veiligheid

Veiligheid is een kerntaak van de overheid. Randvoorwaarde voor vrijheid en vertrouwen is

een omgeving die niet onveilig is en waar geen gevoelens van onveiligheid heersen. Het moet

veiliger worden op straten, in wijken en de openbare ruimte. Het daadkrachtig aanpakken van

straatterreur, overlast, intimidatie, agressie, geweld en criminaliteit vraagt om een zichtbaar,

gezaghebbend en doortastend optreden van politie en justitie.

Overlast, agressie, geweld en criminaliteit worden directer en effectiever aangepakt.

Het kabinet komt met een voorstel tot verruiming van de mogelijkheid tot preventief

fouilleren.

Het kabinet komt met een voorstel dat zwaardere straffen stelt op geweld tegen politie,

brandweer, ambulancepersoneel en andere gezagsdragers.

Er komt meer cameratoezicht.

Grensoverschrijdend gedrag van risicojongeren, individueel en in bendes, wordt

teruggedrongen, ook door consequent lik op stuk te geven, zoals door oppakken, berechten en

direct straf ten uitvoer brengen. Waar mogelijk wordt snelrecht toegepast (o.a. night courts)

Voor een zinvolle en effectieve aanpak van deze groep wordt gezocht naar een

combinatie van straf, verwijdering van de straat, uitvoering van opgedragen

werkzaamheden en heropvoeding vanuit het verblijf thuis en op school. Deze

strafdienstplicht wordt bijvoorbeeld opgelegd bij vernieling, bedreiging en

vermogensdelicten. Ook het betalen van schadevergoeding, afnemen van crimineel

verkregen bezit of winsten, aansprakelijk stellen van de ouders en een meldingsplicht

op het politiebureau kunnen deel uitmaken van deze maatregel. Bij onvoldoende

medewerking of recidive kan de strafdienstplicht worden aangevuld met nachtdetentie.

De aanpak is gericht op resocialisatie van de dader ten behoeve van onderwijs en

arbeidsparticipatie. De veiligheidshuizen kunnen hierbij een rol vervullen.

Het kabinet zal een voorstel voorbereiden voor een adolescentenstrafrecht voor de

groep van 15 tot 23 jaar.

Kinderen die jonger zijn dan twaalf jaar en overlast veroorzaken of criminaliteit

plegen worden zo vroeg mogelijk in beeld gebracht zodat hun probleemgedrag direct

en tijdig behandeld kan worden. Hun ouders worden eerder en meer financieel

aansprakelijk gesteld. Dit geldt ook in het geval van oudere kinderen.

Het kabinet komt met voorstellen om in het volwassenenstrafrecht minimumstraffen in te

voeren voor de gevallen waarin een persoon binnen tien jaar opnieuw wordt veroordeeld voor

een misdrijf waarop wettelijk een maximumstraf van twaalf jaar of meer is gesteld. De rechter

kan in individuele, zeer specifieke omstandigheden van het geval gemotiveerd afwijken van

de minimumstraf. In een wetsvoorstel zullen deze specifieke omstandigheden worden

uitgewerkt, evenals de hoogte van de minimumstraf per delict. Bij recidive wordt als

minimumstraf tenminste de helft van het maximum van de gevangenisstraf opgelegd die naar

de wettelijke omschrijving op het betreffende delict als maximumstraf is gesteld.

Daders moeten in hun eigen omgeving worden aangepakt. Veiligheidshuizen spelen hierbij

een belangrijke rol. De veiligheidshuizen, samenwerkingsverbanden van verschillende

organisaties, gaan dadergericht te werk bij het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en

criminaliteit. De voordelen van deze wijze van preventief werken hebben tot goede resultaten

geleid. De veiligheidshuizen zullen worden voortgezet en verder ontwikkeld.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

12

Sluiting van instellingen waarin strafbare feiten zijn gepleegd door oproepen en aanzetten tot

geweld is nodig en zal zoveel mogelijk worden bevorderd door inzet van de beschikbare

middelen.

Het kraakverbod wordt actief en prioritair gehandhaafd.

De veiligheid in het openbaar vervoer wordt verbeterd. Werkgevers in het openbaar vervoer

nemen de aangifte over van werknemers die het slachtoffer van geweld zijn geworden. Dit

geldt ook voor andere publieke sectoren zoals scholen, ziekenhuizen, brandweer en

ambulance.

Dierenmishandeling wordt harder aangepakt, onder meer door 500 animal cops

(dierenpolitie).

Er komt een apart alarmnummer voor dieren in nood en dierenmishandeling waaraan ook de

dierenambulance zal worden gekoppeld (bijvoorbeeld 1-1-4 “red een dier”). *

Overlast en criminaliteit die verband houden met prostitutie en de handel in verdovende

middelen worden teruggedrongen.

Coffeeshops worden besloten clubs die alleen voor meerderjarige inwoners van

Nederland toegankelijk zijn op vertoon van een clubpas.

Er komt een afstand van tenminste 350 meter tussen scholen en coffeeshops.

De minister verscherpt het landelijk beleid en ziet erop toe dat gemeenten het

afstandscriterium en de overige relevante delen van het landelijk beleid in hun

vergunningen handhaven.

Het kabinet komt met voorstellen zwaardere straffen te stellen op de (voorbereiding

van) in- en uitvoer, teelt en (georganiseerde) handel van drugs en tot aanpassing van

het onderscheid tussen harddrugs en softdrugs.

Vanwege de vrouwenhandel en vrouwenuitbuiting (loverboys-problematiek) gaat de

minimumleeftijd voor prostituees omhoog naar 21 jaar. Vrouwenhandel wordt

intensiever opgespoord en harder aangepakt. De bestuurlijke aanpak wordt onder

meer via de BIBOB-wetgeving geïntensiveerd.

Zware delicten als gewelds- en zedendelicten zijn niet alleen zeer ingrijpend en traumatisch

voor de slachtoffers en hun naaste omgeving, met name als het toegebrachte leed

onherstelbaar is, maar zij raken ook in brede zin het vertrouwen in de rechtsorde en de

veiligheidsbeleving van burgers. De bescherming van de samenleving tegen de daders maakt

toereikende (gevangenis)straffen en maatregelen daarom noodzakelijk.

Bij ernstige gewelds- en zedendelicten wordt verzekerd dat de persoon na zijn

veroordeling in eerste aanleg en hangende beroep of cassatie in hechtenis blijft of

wordt genomen.

Bij het oplossen van cold cases wordt herziening ten nadele (wetsvoorstel 32044)

mogelijk met terugwerkende kracht en tegelijkertijd ook voor de delicten doodslag en

gewelds- en zedendelicten met dodelijke afloop. Daartoe worden, indien noodzakelijk,

de verjaringstermijnen voor doodslag en enige andere gewelds- en zedendelicten

aangepast.

Het kabinet komt met voorstellen tot verlenging van de verjaringstermijn van ernstige

gewelds- en zedendelicten.

* zie ook de passage over dierenwelzijn in het regeerakkoord

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

13

De instroom in de TBS wordt beperkt, zonder de risico’s voor de samenleving uit het

oog te verliezen.

De longstay-afdelingen worden versoberd indien dit niet leidt tot onbeheersbaarheid

In aansluiting op de reeds voorgenomen aansluiting van GGZ op het justitieel traject

komt er een onderzoek naar permanent toezicht op zedendelinquenten die de TBSbehandeling

hebben afgerond.

De aanwijzingsbevoegdheid van de bewindspersoon wordt vergroot en de contracten

met particuliere TBS-instellingen en GGZ-instellingen worden versoberd zonder de

risico’s voor de samenleving uit het oog te verliezen.

Het kabinet komt met een voorstel dat inhoudt dat een TBS-gestelde bij onttrekking

aan zijn verlof tenminste een jaar lang geen verlof krijgt tenzij zwaarwegende

persoonlijke omstandigheden zich daartegen verzetten.

Indien een dader taakstraffen of maatregelen niet voltooit of voorwaarden bij

voorwaardelijke straffen niet nakomt, wordt zoveel mogelijk verzekerd dat

vrijheidsbeneming van de dader volgt.

Daders worden harder aangepakt, slachtoffers krijgen een sterkere positie.

De ondersteuning van slachtoffers wordt verbeterd.

Er komt een beslagtitel in het strafrecht om in een vroeg stadium beslag te leggen op

middelen van verdachten die onder meer ten goede kunnen komen aan de

schadevergoeding en proceskosten van slachtoffers.

In een aanwijzing aan het Openbaar Ministerie en politie wordt vastgelegd dat

personen die zichzelf in eigen huis of bedrijf verdedigen tegen overvallers of inbrekers

niet worden geconfronteerd met een aanhouding tenzij de rechter-commissaris op

vordering van het OM besluit tot inbewaringstelling van de zelfverdediger omdat er

duidelijke aanwijzingen zijn van eigenrichting.

Er komt een intensivering van de snelheidscontroles als de verkeersveiligheid in het geding is.

Bij substantiële snelheidsovertredingen volgen zwaardere boetes.

De politie gaat effectiever functioneren ten behoeve van de veiligheid van burgers en dieren.

Het kabinet breidt de operationele sterkte van de politie uit met 3000 agenten,

waaronder 500 animal cops (dierenpolitie) voor het bestrijden van

dierenmishandeling. Ook de recherche en de justitiële keten worden uitgebreid.

Bij de vorming van gecombineerde teams van de politie en andere diensten zal de

krijgsmacht vaker worden ingezet.

De aanrijtijden van de politie worden verbeterd, zowel in de stedelijke gebieden als in

de gebieden daarbuiten.

Het kabinet komt met richtlijnen of, zo nodig, regelgeving om te verzekeren dat

burgers overal snel en eenvoudig aangifte kunnen doen en tijdig informatie ontvangen

over wat er met hun aangifte gebeurt.

Bonnenquota verdwijnen en worden niet door iets vergelijkbaars vervangen

Bij de vaststelling van de landelijke en regionale prioriteiten in jaarplannen komt in de

prioritering meer nadruk te liggen op de lokale knelpunten in de buurten en wijken.

.

Er komt een nationale politie onder verantwoordelijkheid van de minister die belast is met de

zorg voor veiligheid. De minister wordt eindverantwoordelijk voor het beheer.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

14

Er komen tien politieregio’s waarbij de grenzen van de tien arrondissementen van de

gerechtelijke kaart leidend zijn. De burgemeester blijft verantwoordelijk voor de openbare

orde, capaciteitsinzet voor lokale taken en het vergunningenbeleid. Bij geschillen in een regio

over de inzet van de politie wordt de beslissing genomen door de regioburgemeester bij wie

het gezag berust, gehoord de regionale hoofdofficier van justitie en de regionale politiechef.

De regioburgemeester (de burgemeester van de grootste gemeente in de regio) stemt daartoe

af met de burgemeesters in de regio. Bij geschillen over de inzet van de politie die de regio

overstijgen, beslist de minister of degene die hij daartoe gemandateerd heeft. In de regio’s

beslist de driehoek over de inzet waarbij de burgemeester een beslissende stem heeft. Het

wetsvoorstel tot wijziging van de Politiewet (30880) wordt aangepast aan het voorgaande.

De organisatie van de politie wordt efficiënter en effectiever.

De duur van de opleiding van de politie wordt beperkt met behoud van kwaliteit.

Het kabinet komt met voorstellen tot aanpassing van de Arbeidstijdenwet en de

Landelijke Arbeidstijdenregeling politie die het voor de politie mogelijk maken

eenvoudiger meer ruimte te vinden voor uitvoering van de primaire taken.

Bureaucratie, overhead en procedures worden teruggedrongen. Er komt meer ruimte

voor het vakmanschap van de politie. Dit leidt tot meer blauw op straat.

Het kabinet komt met een voorstel inzake doorberekening van veiligheidskosten voor

vergunningplichtige commerciële evenementen van incidentele aard.

Er komt een uitbreiding van het dynamische systeem van maximumsnelheden.

De maximumsnelheid op autosnelwegen gaat omhoog naar 130 km/u. Ook op andere wegen

wordt de maximumsnelheid herbeoordeeld. Indien nodig voor de luchtkwaliteit,

geluidsbelasting of verkeersveiligheid geldt een lagere maximumsnelheid.

Zodra de speekseltests naar drugs betrouwbaar zijn, worden deze ingezet om het gebruik van

drugs in het verkeer terug te brengen.

Voertuigherkenning draagt bij aan preventie en vereenvoudiging van opsporing en vervolging

van strafbare feiten en aan de handhaving van fiscale verplichtingen. Hiertoe komt er een

bredere inzet van systemen van automatische nummerplaatherkenning

Het kabinet zal privatisering voorbereiden van voor het gevangeniswezen relevante taken met

het oog op versobering en kosteneffectiviteit. Hierbij betrekt het kabinet de resultaten van de

onderzoeken die in 2005 en 2009 zijn verricht naar de privatisering van het gevangeniswezen

in het Verenigd Koninkrijk.

De informatieveiligheid en bescherming van persoonsgegevens worden verbeterd.

Voorgenomen maatregelen inzake opslag, koppeling en verwerking van

persoonsgegevens worden zoveel mogelijk voorzien van een horizonbepaling en bij de

voorbereiding nadrukkelijk getoetst aan effectiviteit.

Het kabinet komt met een voorstel voor een meldplicht voor alle diensten van de

informatiemaatschappij, waaronder de overheid, in geval van verlies, diefstal of

misbruik van persoonsgegevens waarbij alle datalekken worden gemeld aan de

nationale toezichthouder die boetes kan opleggen indien de meldplicht niet wordt

nageleefd.

Het toezicht op grootschalige informatiseringsprojecten en het oplossen van

automatiseringsproblemen wordt structureel aangescherpt.

Het kabinet komt met een integrale aanpak van cybercrime.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

15

3. Ouderenzorg

Steeds meer mensen worden ouder en blijven langer gezond en dat is mooi. Echter door de

vergrijzing worden steeds meer ouderen vroeg of laat afhankelijk van zorg. Zij vallen terug op

hun sociale netwerken en op collectief georganiseerde zorg. De zorg staat onder druk. De

kosten lopen op en forse personeelstekorten dienen zich aan. We zijn het echter aan de

ouderen die ons land hebben opgebouwd verplicht om zorg te dragen voor een goede oude

dag, voor kwalitatief goede en toegankelijke zorg. Voor een sterke vermindering van

uitdroging, doorligwonden en ondervoeding en voor een einde aan 24-uursluiers. Hiervoor is

een compact kwalitatief programma voor de ouderenzorg samengesteld. We willen (veel)

meer zorgmedewerkers, meer (bij)scholing, meer rechten, meer en betere kwaliteitsnormen,

een sterkere Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), minder overhead, minder regeldruk,

meer buurtzorg, kleinere zorginstellingen en meer maatregelen tegen ouderenmishandeling.

Binnen de gezondheidszorg verdienen ouderen, langdurig zieken en gehandicapten bijzondere

aandacht. Het gaat om mensen die thuis afhankelijk zijn van zorg of mensen die in

instellingen moeten wonen. De wensen en (on)mogelijkheden van deze mensen en hun

omgeving zijn leidend. Mensen hebben behoefte aan zorg op buurt- en wijkniveau. De

huisarts en de wijkverpleging staan daarin centraal. De schaal van de instellingen moet

terugkeren naar de menselijke maat. De instellingen voor ouderenzorg krijgen meer financiële

ruimte en kunnen weer investeren in kwaliteit van zorg en zorgpersoneel. Instellingen worden

zo gestimuleerd om aan hoge kwaliteitsstandaarden te voldoen. Instellingen die onder de maat

presteren zal de Inspectie hard aanpakken. De rechten van de patiënten in de instellingen

worden uitgebreid.

Een betere ouderenzorg

Het kabinet streeft naar verbetering van de kwaliteit van de ouderenzorg. Hiervoor is bijna 1

miljard euro vrijgemaakt. De zogenaamde zorgzwaartepakketten, inclusief de opleidingen,

worden kostendekkend gemaakt. Zo krijgen zorginstellingen meer financiële armslag.

Hierdoor kunnen 12.000 extra medewerkers aan het werk voor de dagelijkse verzorging van

onze ouderen en gehandicapten. Daarnaast zal geïnvesteerd worden in de kwaliteit van zorg

en personeel.

Kwaliteit van instellingen voor ouderenzorg

Om de kwaliteit van de instellingen te verbeteren zal het veld ondersteund worden bij het

opstellen van normen en het uitwisselen van best practices. Intercollegiale toetsing zal

worden bevorderd. Er wordt daartoe een kwaliteitsinstituut opgericht ter ondersteuning van de

instellingen in de ouderenzorg. Normen uit kwaliteitsprogramma’s die zich inmiddels

bewezen hebben, zoals onder andere programma tegen doorliggen en ondervoeding, worden

sectorbreed ingevoerd door ze op te nemen in de kwaliteitsnormen van de IGZ. Normen uit

toekomstige nieuwe kwaliteitsprogramma’s moeten, zodra zij zich bewezen hebben, ook

onderdeel worden van de kwaliteitsnormen van de IGZ.

Patiëntenrechten

De rechten van patiënten worden versterkt. Hierbij is het uitgangspunt dat de rechten

individueel afdwingbaar dienen te zijn, maar dat tevens geborgd moet worden dat er sprake is

van redelijkheid en billijkheid bij de uitvoering van deze rechten. Dit wordt geregeld via een

Wet Cliëntenrechten Zorg. Daarnaast komt er voor bewoners van instellingen een specifieke

Zorginstellingen Beginselenwet die concrete rechten voor bewoners van zorginstellingen

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

16

regelt zoals het recht om elke dag te douchen en dagelijks desgewenst enige tijd in de

buitenlucht door te brengen.

Inspectie voor de Gezondheidszorg

Het toezicht op de instellingen voor ouderenzorg wordt anders vormgegeven. Raden van

Bestuur worden expliciet verantwoordelijk en aanspreekbaar op het functioneren van hun

instellingen. De Inspectie voor de Volksgezondheid zal minder papieren verantwoording

vragen en meer inspectie op de werkvloer uitvoeren. (Zware) Sancties volgen bij

geconstateerde onregelmatigheden. De inspectie krijgt naast de reeds bestaande bevoegdheid

van het uitdelen van boetes, ook de bevoegdheid een bevel te geven bij een structurele situatie

van onverantwoorde zorg.

Bij goed presterende instellingen kan worden volstaan met toezicht door de IGZ op het

systeem dat instellingen zelf hanteren voor het bewaken van kwaliteit. Interne systemen van

goed presterende instellingen zorgen voor permanente feed back over de kwaliteit van de

instelling. Klachten kunnen door de instelling zelf worden afgehandeld, bijvoorbeeld door

gebruikmaking van een externe klachtencommissie.

Bij minder goed of slecht presterende instellingen zal de inspectie streng moeten toezien op

de instelling zelf. De inspectie zal inspecteren op de werkvloer, ook via onaangekondigde

bezoeken waarbij bijvoorbeeld mystery guests ingezet kunnen worden.

Naast het reguliere klachtenrecht komt er een mogelijkheid om bij ernstige klachten over

persoonlijke verzorging en persoonlijke bejegening direct bij de IGZ te kunnen klagen. De

inspectie komt bij zeer ernstige klachten onmiddellijk in actie (niet pas bij een structureel

patroon van klachten). Men heeft altijd de mogelijkheid om bij de individueel geschonden

rechten naar de rechter te stappen.

Buurtzorg

De thuiszorg heeft flinke problemen zoals kwaliteitsverlies, vergrijzing, stijgende kosten en

gebrek aan personeel. Buurtzorg richt zich niet op productie of het aantal uren zorg maar op

duurzame zorguitkomsten: gezondheidswinst, oplossingen voor de cliënt, kwaliteit van leven

en zorgonafhankelijkheid. Een belangrijk deel van de activiteiten van buurtzorg is de

inschakeling van en afstemming met andere zorgprofessionals. De huisarts en de

wijkverpleegkundige zijn hierin de belangrijkste schakels. Hij of zij weet wat er speelt en

houdt alles scherp in de gaten. Buurtzorg is effectiever, het aantal uren per cliënt per jaar is

lager, de doorlooptijd is korter en de hoeveelheid ongeplande zorg is lager. Naast ‘beter’ is

buurtzorg ook ‘goedkoper’.

Kleinere zorginstellingen

Het kabinet zal bevorderen dat er kleinere zorginstellingen komen. Een optimale

schaalgrootte van zorginstellingen zorgt voor meer efficiëntie, lagere kosten, meer

integraliteit, hogere klanttevredenheid en betere zorg. Het kabinet zal zorgen dat de

schaalgrootte van zorginstellingen optimaliseert. Het ontstaan van zorggiganten wordt

teruggedrongen.

Maatregelen die de kleinschaligheid kunnen bevorderen zijn ondermeer:

Een zorgspecifieke fusietoets door de IGZ en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

voorafgaand aan een eventuele mededingingstoets door de Nederlandse

Mededigingsautoriteit (NMa).

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

17

De bevoegdheid van IGZ om een zorginstelling op te splitsen vanwege

kwaliteitsargumenten. Hiertoe moet de relevante wetgeving (o.a. de Kwaliteitswet, het

rechtspersonenrecht) worden gewijzigd.

Minder overhead

Het kabinet streeft ernaar de overhead in de gezondheidszorg substantieel terug te dringen.

Daartoe zal een normering per sector worden vastgesteld. In de gezondheidszorg hoort niet

het management maar de uitvoering -en dus de werkvloer- centraal staan te staan. Het moet

mogelijk zijn carrière te maken op de werkvloer. De verpleging en verzorging moeten hun

vak terug krijgen zonder overbodige administratieve belasting. Het kabinet is bovendien

voornemens een experiment met regelarme zorginstellingen te starten. Daartoe zal een

inventarisatie worden gemaakt van regels in de zorg die afgeschaft kunnen worden en

waarvan twijfel is over de noodzaak. De opbrengsten van het terugdringen van de overhead

gaat terug naar de zorginstelling.

Stop ouderenmishandeling

Het kabinet zal extra maatregelen nemen om ouderenmishandeling tegen te gaan, zoals een

verplichte verklaring omtrent gedrag voor betaald zorgpersoneel.

Er komt een richtlijn ouderenmishandeling.

Het project stop ouderenmishandeling wordt voortgezet.

Er komt een meldplicht voor ouderenmishandeling.

Systeemkeuzes in de AWBZ

Omschakeling van handelingsfinanciering naar uitkomstfinanciering voor de AWBZ

De huidige wijze van financiering per handeling in de AWBZ wordt veranderd in financiering

op resultaat. Zo komt de behoefte van de patiënt centraal te staan. Dit leidt tot meer innovatie,

minder bureaucratie op de werkvloer (zoals minutenregistraties), betere kwaliteit en meer

doelmatigheid.

Wettelijke verankering persoonsgebonden budget

Het persoonsgebonden budget (PGB) biedt cliënten een grote keuzevrijheid om de zorg in te

richten zoals zij dat willen. Om dit recht onverkort te handhaven wordt de PGBsubsidieregeling

opgeheven en worden PGB’s wettelijk verankerd, met in achtneming van

bestaande financiële kaders.

Scheiden wonen en zorg

In de AWBZ wordt overgegaan tot het scheiden van wonen en zorg. Hierdoor krijgen

bewoners meer keuzevrijheid. Zorginstellingen zullen zich beter gaan richten op de

woonwensen van cliënten. Ter compensatie van de extra woonlasten, wordt de huidige

intramurale eigen bijdrage verlaagd. Bewoners die de woonlasten financieel niet kunnen

dragen, komen in aanmerking voor de huurtoeslag. Voorwaarde voor de invoering is dat de

achterblijvende partner op woonlasten niet financieel achteruit gaat ten opzichte van het

huidige systeem en er voldoende eenpersoonskamers beschikbaar zijn.

Overhevelen functies dagbesteding en begeleiding naar de wet maatschappelijke

ondersteuning

De functies dagbesteding en begeleiding kunnen het best dichtbij de cliënt geregeld worden.

Zij passen daarom beter binnen de systematiek van de wet maatschappelijke ondersteuning

(Wmo) dan bij de AWBZ. De gemeente kent deze mensen en hun situatie beter dan de logge

zorgkantoren.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

18

Daarom worden de functies dagbesteding en begeleiding overgeheveld van de AWBZ naar de

Wmo.

Aansturing AWBZ

Binnen de AWBZ vindt een aantal hervormingen plaats. Verzorging, verpleging, intramurale

geestelijke gezondheidszorg en gehandicaptenzorg blijven onderdeel van de AWBZ.

Momenteel wordt gewerkt met zorgkantoren per regio. Hun taken en de risico’s zullen door

de zorgverzekeraars worden overgenomen. Dit zorgt er voor dat patiënten qua medische zorg

nog maar met één loket te maken hebben. Het zorgt voor doelmatigheidsprikkels doordat

zorgverzekeraars de instellingen zullen controleren op efficiency en kwaliteitsverbetering.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

19

4. Financiën

Door de voorgestelde maatregelen stijgt de werkgelegenheid op lange termijn met één

procent. Tot 2015 ligt de groei van de economie en de consumptie lager dan wat we gewend

waren voor de crisis. Dat neemt niet weg dat we nog altijd mogen rekenen op een gemiddelde

economische groei van 1¼ procent. Het totaal van de maatregelen drukt volgens het CPB de

mediane koopkracht met ½%-punt per jaar. Inclusief het basispad resulteert een

koopkrachtdaling van ¼% per jaar. De totale koopkrachtdaling voor werknemers is volgens

het CPB afgerond 0 per jaar.

Begrotingsbeleid

Het kabinet houdt vast aan het trendmatige begrotingsbeleid. De uitgaven en de ontvangsten

worden gescheiden. Alle conjunctuurgevoelige uitgaven worden weer onder de kaders

gebracht. Meevallende rente-uitgaven leiden niet tot extra ruimte. Daarmee kunnen de risico’s

voor de overheidsfinanciën beter worden beheerst. Het geeft ook meer zekerheid worden voor

het realiseren van de budgettaire doelstelling. Aan de inkomstenkant wordt via een

inkomstenkader automatische stabilisatie mogelijk gemaakt.

Indien Nederland voldoet aan de medium term objective-doelstelling van het SGP en het

feitelijk EMU (Europese Monetaire Unie)-saldo bij de besluitvorming over de lastenkant in

augustus meerjarig een overschot laat zien dan wordt 50% van het overschot bestemd voor

aflossing van de staatsschuld en zal een lastenverlichting van 50% van het overschot boven de

0% BBP worden gegeven. Het feitelijk EMU-saldo wordt berekend inclusief de

tariefverlaging, rekeninghoudend met toepassing van het vorenstaande en een behoedzame

raming voor het saldo van de medeoverheden.

Ook dragen de begrotingsregels (een nieuwe set zal gepubliceerd worden) bij aan de

beheersing van de begroting. Met het oog op het beperken van risico’s worden de

begrotingsregels over het verstrekken van garanties aangescherpt. Belastinguitgaven in enge

zin worden beter gemonitord. Additioneel ingrijpen is vereist wanneer het EMU-saldo zich

niet ontwikkelt in lijn met de afspraken uit het SGP of met budgettaire doelstellingen. Hiervan

is sprake indien het geraamde EMU-saldo 1 procentpunt negatiever is dan het saldopad na

doorrekening van het regeerakkoord.

De belegde ruimte in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) van middelen op het

gebied van Verkeer en Vervoer, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Duurzaamheid en Kennis en

Innovatie wordt overgeheveld naar het Infrastructuurfonds respectievelijke de departementale

begrotingen. Er vindt deze periode geen additionele voeding plaats van het FES. De

onbelegde ruimte komt ten goede aan de algemene middelen.

Bij de budgettaire verwerking van dit akkoord zijn de bedragen in de financiële bijlage

leidend. Ombuigingen worden geboekt op het betreffende begrotingshoofdstuk;

intensiveringen worden aangehouden in enveloppen op de aanvullende post.

Concept Gedoogakkoord VVD-PVV-CDA 30 september 2010

20

Bijlage I

Verklaring VVD, PVV, CDA

De drie partijen VVD, PVV en CDA verschillen van mening over aard en karakter van de

islam. De scheidslijn zit hem in het karakteriseren van de islam als óf religie óf (politieke)

ideologie.

Partijen accepteren elkaars verschil van inzicht hierover en zullen hier ook op grond van hun

eigen opvattingen naar handelen.

Er is echter veel dat partijen bindt: het sterker, veiliger en welvarender maken van Nederland

is daarbij het gemeenschappelijke doel en uitgangspunt.

Daarom is – met acceptatie van elkaars verschillen van mening en het volledig aan elkaar

gunnen van de vrijheid van meningsuiting over bestaande verschillen van inzicht –

overeengekomen dat de PVV het nader te onderhandelen regeerakkoord op onderdelen zal

steunen vanuit een gedoogpositie. VVD en CDA zullen van hun kant in het overeen te komen

gedoogakkoord wensen van de PVV honoreren.

In zo’n gedoogakkoord zullen in ieder geval de afspraken moeten staan over de invulling van

de maatregelen van de bezuinigingen en harde afspraken over immigratie, integratie en asiel,

veiligheid en betere ouderenzorg waarbij duidelijk is dat voor de PVV de bereidheid tot het

steunen van bezuinigingen gekoppeld is aan de inhoud van de te maken afspraken op het

gebied van immigratie, integratie en asiel, veiligheid en ouderenzorg.

30 juli 2010

 

 

 

 

 

 

Tot uw dienst. J. Hop Ermelo publiceert alle troonredes 1900-2019 voor u op internet!

Maar heeft u inmiddels ook heel goed begrepen?
50 Hop moet bloeden schrijft een "CHRISTELIJKE" jeugdzorgadvocaat in de landelijke strijd om afgifte contactjournaal gezinsvoogd

Referentie 1: Bron Memo Openbaar Ministerie Team Gevoelige Zaken over Hop 4 juni 2012 Daphne van der Kolk aan Ron Tenge Citaat: De heer Hop is een kinderbeschermingdeskundige die veel families en ouders bijstaat wanneer zij te maken krijgen met de Raad voor de Kinderbescherming en andere jeugdzorg instanties. Hij is van huis uit geen jurist of hulpverlener maar heeft in de loop der tijd veel ervaring opgedaan met dergelijke zaken. Daarbij laat hij zich zeer kritisch uit over deze instanties. Tevens is hij oprichter van de (gemeentelijke) politieke partij Groep Hop. Zie ter info de site www.burojeugdzorg.nl, geen website van BJZ, maar een domeinnaam geclaimd en ingevuld door de heer Hop.

Referentie 2: Bron Memo Openbaar Ministerie Landelijk Coördinerend officier van justitie Bovenregionaal Recherche Overleg (BRO) Teamleider Maatwerkzaken  over Hop 11 juni 2012 Citaat: Complicerende factor in het verhaal is dat de heer Hop een politiek zeer actieve persoon is. Citaat: Het Gevoelige Zaken Overleg (GZO) is voorstander van een frontale opsporingsactie op Hop oftewel halen en (als spraakzame "Don Quichot") doen bekennen en vervolgen. Peter van Hagen aan mr. R. Tenge en D. van der Kolk.

Een FRONTALE OPSPORINGSACTIE op Hop, OPHALEN, DOEN BEKENNEN EN VERVOLGEN!
Ik beken geen letter! Hebben jullie dat allemaal heel goed begrepen!

581 Troonrede 2019
579 Troonrede 2018
562 Troonrede 2017
560 Troonrede 2016
514 Troonrede 2015
247 Troonrede 2014
567 Troonrede 2013
254 Troonrede 2012
477 Troonrede 2011
660 Troonrede 2010
616 Troonrede 2009
662 Troonrede 2008
Troonrede 2007
Troonrede 2006
Troonrede 2005
Troonrede 2004
Troonrede 2003
Troonrede 2002
Troonrede 2001
Troonrede 2000
Troonrede 1999, 1998, 1997, 1996, 1995, 1994, 1993, 1992, 1991,1990
Troonrede 1989, 1988, 1987, 1986, 1985, 1984, 1983, 1982, 1981, 1980
Troonrede 1979, 1978, 1977, 1976, 1975, 1974, 1973, 1972, 1971, 1970
Troonrede 1969, 1968, 1967, 1966, 1965, 1964, 1963, 1962, 1961, 1960
Troonrede 1959, 1958, 1957, 1956, 1955, 1954, 1953, 1952, 1951, 1950
Troonrede 1949, 1948, 1947 1946, 1945, geschiedenis omroepbijdrage
Troonrede 1939, 1938, 1937, 1936, 1935, 1934, 1933, 1932, 1931, 1930
Troonrede 1929, 1928, 1927, 1926, 1925, 1924, 1923, 1922, 1921, 1920
Troonrede 1919, 1918, 1917, 1916, 1915, 1914, 1913, 1912, 1911, 1910
Troonrede 1909, 1908, 1907, 1906, 1905, 1904, 1903, 1902, 1901, 1900

 

 


www.bureaujeugdzorg.nl
www.burojeugdzorg.nl
Referenties
Disclaimer
Contact
Copyright © 1997-2019 J. Hop. Alle rechten voorbehouden.