Politicus Hop Ermelo vroeg bij de rechtbank Zutphen in de 90er jaren een omgangsregeling met zijn drie dochters. Hij kreeg vervolgens een verbod omgang met zijn kinderen opgelegd door kinderrechter Mw. R.A.J. Mees tevens President van de Soroptemistenclub. Het enige wat Hop had gedaan was een beschikking omgangsregeling met zijn drie dochters vragen en omdat hij om een rechterlijke beschikking vroeg werd omgang met zijn kinderen verboden.
Hebben jullie dat allemaal heel goed begrepen?
Klop, klop!
Wie is daar?
De Kinderbescherming.
Wat komt u doen.
Uw kinderen weghalen.
Waarom dan?
- U hebt als vader een liedje gezongen met uw kind.
- U hebt als vader met uw dochter door de stad gefietst.
Mag dat dan niet.
Nee dat mag niet.
U moet daarvoor in therapie gaan bij het RIAGG.
De kinderbescherming vindt u voor deze feiten ongeschikt om omgang met uw kind
te hebben.
Het kind is haar vader kwijt
Zaak 2
Klop, klop!
Wie is daar?
De Kinderbescherming.
Wat komt u doen.
Uw kinderen weghalen.
Waarom dan?
- U hebt als vader uw kinderen brieven aan u laten schrijven.
- Uw kinderen komen met een vriendinnetje bij u aan de deur.
- Uw kinderen sturen u Valentijnskaartjes.
- Uw kinderen gaan met u mee naar het ziekenhuis
- Uw kinderen gaan met u mee naar de dokter.
- Uw kinderen hebben een barbecue bij u samen met oma en opa.
- Uw kinderen hebben u een briefje geschreven hoe hun vakantie is geweest.
- U hebt bij school uw kinderen hun naam op een kaartje laten zetten, oma ligt
in het ziekenhuis
- U bent bij de manege geweest omdat uw kinderen daar wedstrijden hadden.
Mag dat dan niet?
Nee dat mag niet!
U moet daarvoor hulp zoeken bij een hulpverlener; de Kinderbescherming wil u
daarbij helpen.
De kinderbescherming vindt u voor deze feiten ongeschikt om omgang met uw kind
te hebben.
Drie kinderen zijn hun vader kwijt
Zaak 1 en 2 komen terecht bij dezelfde
kinderrechter. Ze heet Grietje.
Kinderrechter Grietje is een mevrouw en zij heeft de ambtseed afgelegd. Zij heeft beloofd dat zij zich onpartijdig, niet vooringenomen en als een brave burger zal gedragen...............
Behandeling van zaak 2 voor de zitting
buiten partijen om
Een half uur voor de zitting komt de vertegenwoordiger van de Kinderbescherming
al gezellig bij de kinderrechter zitten,
naast haar en aan dezelfde tafel voor overleg achter gesloten
deuren.
De
raadsmedewerker: Wat zit je
haar mooi ben je gisteren bij de kapper geweest?
De kinderrechter: O vind je? Ja, ik moest naar
een bijeenkomst van de Soroptemistenclub, je weet toch dat ik daarvan de
President ben?
De raadsmedewerker: O ja?
De kinderrechter: Ja, we hadden daar een bijeenkomst hoe we de belangen van
vrouwen nog meer kunnen bevorderen en bevoordelen.
De raadsmedewerker: Laten we de komende zaken alvast bespreken.
Zaak 2 is een verzoek om een omgangsregeling tussen vader en zijn kinderen
De kinderrechter: "Die vaders toch, die vechten ook altijd om hun kinderen en nu
zitten wij er weer mee. Hoe hebt u deze zaak weer kunnen oplossen meneer van de Kinderbescherming?"
De raadsmedewerker: "Nou we hebben gesjoemeld in onze raadsrapporten en onjuiste
gegevens en uitingen gebruikt. Beweerd dat de kinderen tussen oktober 1993 en
november 1994 niets meer met vader te maken willen hebben met allerlei laster en
smaad. Voor alle zekerheid hebben we tijdens onderzoek 2 niet met vader
gesproken. In rapport 2 staat ook niets over een gesprek tijdens onderzoek 2
tussen de Raad voor de kinderbescherming en de vader maar dat helpt niet in deze
zaak."
De kinderrechter: "Waarom niet?"
De raadsmedewerker: "De vader heeft klachten tegen de Raad ingediend."
De kinderrechter: "Ik zal dat gelijk even geel aanstrepen. "Vader
heeft klachten tegen de Raad van de Kinderbescherming ingediend". "Wat
hebt u nog meer gedaan?"
De raadsmedewerker: "Onze directeur
heeft vader geschreven dat de (klacht)gesprekken en de (klacht)correspondentie
contraproductief werken m.b.t. het gewenste herstel contact van vader met zijn
kinderen".
Ook heeft onze directeur bij de Klachtencommissie II voor de Raad voor de
Kinderbescherming directie oost, u kent de voorzitter toch een rechtercollega
van u uit ditzelfde arrondissement, tegen vader gezegd:
"Dat klagen over de Kinderbescherming slecht is voor de rust van de
Kinderbescherming en derhalve slecht voor de rust van de kinderen."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "Vader is toen naar de Nationale Ombudsman gegaan".
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "U weet toch dat de Substituut Nationale Ombudsman ook drie
rechterfuncties heeft !"
De kinderrechter: "Dan moet dat toch geen probleem zijn, want die mag toch geen
kritiek op het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming hebben."
De raadsmedewerker: "Nou we hadden toch wel even een probleem."
De kinderrechter: "Wat dan?"
De raadsmedewerker:"De Nationale Ombudsman vroeg ons hoe het mogelijk was dat
wij beweerden dat er geen omgang was geweest tussen vader en kinderen tussen
oktober 1993 en november 1994, omdat vader bewijzen had overlegd van omgang met
zijn kinderen in die periode, het zijn de stukken NO30-52."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "Nou toen zijn we bijna door de mand gevallen en was ons
gesjoemel met deze gegevens opgemerkt".
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "Nou toen heeft onze directeur de Nationale Ombudsman een
brief geschreven dat de klachtbehandeling de directeur en zijn organisatie te
veel tijd kost".
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "Nou we hebben de klachtprocedure bij de Nationale Ombudsman
anderhalf jaar kunnen rekken."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "Toen hebben we de Nationale Ombudsman geschreven dat we de
bewijsstukken van vader NO30-52 wel kenden, maar dat deze stukken alleen
bewijzen dat er omgang met de kinderen heeft plaatsgehad tussen oktober 1993 en
november 1994."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "Nou toen hebben we de Nationale Ombudsman geschreven dat
deze stukken juist bewijzen dat vader ongeschikt is om met zijn kinderen om te
gaan."
De kinderrechter: "Welke bewijzen zijn er tussen oktober 1993 en november 1994?"
De raadsmedewerker: "Ze zitten in uw dossier."
- Brieven met data die de kinderen aan vader hebben geschreven.
- Brieven die bewijzen dat de kinderen bij vader met een vriendinnetje aan de
deur komen.
- Valentijnskaartjes die de kinderen naar vader stuurden.
- Bewijzen dat de kinderen met vader meegingen op ziekenhuisbezoek.
- Bewijzen dat de kinderen met vader mee gingen naar de dokter.
- Foto's van een barbecue bij vader samen met oma en opa.
- Brieven die de kinderen aan vader hebben geschreven hoe hun vakantie is
geweest.
- Kaartje waarop de kinderen bij school hun naam hebben gezet omdat oma in
het ziekenhuis ligt.
- Foto's bij de manege waar vader samen met zijn kinderen opstaat toen zij een
wedstrijd hadden
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "Nou we hebben gezegd dat vader voor deze feiten naar een
hulpverlener moet gaan en dat hij hiervoor volgens de Raad voor de
Kinderbescherming ongeschikt is om met kinderen om te gaan."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "De Nationale Ombudsman heeft ons verhaal keurig netjes
overgenomen. U weet toch dat de Nationale Ombudsman zich moet onthouden van
kritiek op datgene waarop de beslissing van een rechter steunt!?"
De kinderrechter: "Dat hebben jullie goed gedaan zo. Ik zal jullie verder helpen
en in alle stukken van de moeder en de kinderbescherming ongeveer driehonderd
maal passages en zinsneden geel aanstrepen, om aan te geven waarom vader
ongeschikt is om met zijn kinderen om te gaan. De vader komt daar toch nooit
achter, want ik heb hem een week geleden al bij de rechtbank weg laten sturen
omdat hij inzage wilde hebben in zijn dossier. Wat een dwingende houding heeft
deze vader toch. Waarom wil hij perse zijn recht
halen?"
De raadsmedewerker: "In rapport 2 hebben we voor alle zekerheid ook geschreven
dat vader ongeschikt is voor omgang met zijn kinderen omdat hij omgang met zijn
kinderen met een rechterlijke beschikking wilde afdwingen" Dat klopt dus aardig met uw ervaringen met deze
vader.
De raadsmedewerker: "Vader moet maar een advocaat nemen om zich te verdedigen,
wij zijn er voor de kinderen."
De kinderrechter: "Wat zegt moeder van al die bewijsstukken van vader over
oktober 1993 t/m november 1994?"
De raadsmedewerker: "Tijdens de zitting van de klachtencommissie is dit ook al
aan de orde geweest."
De kinderrechter: "O ja?"
De raadsmedewerker: "Ja, uw griffier mevrouw Hoefijzer die naast u zit kan dat
bevestigen want zij was namelijk ook de secretaris van de Klachtencommissie II
Raad voor de Kinderbescherming Directie Oost."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "Onze directeur heeft eerst gezegd dat de raadsmedewerker
contact met moeder had opgenomen over de bewijsstukken NO30-52. Bij de zitting
van de Klachtencommissie heeft onze directeur toen gezegd dat volgens moeder
deze stukken NO30-52 bewijzen waren van illegale contacten tussen de kinderen en
hun vader die de moeder hen had verboden."
De kinderrechter: "En toen?"
De raadsmedewerker: "Toen begonnen alle aanwezigen te lachen, omdat mijn
directeur had gezegd dat deze contacten tussen de kinderen en hun vader illegaal
waren omdat de moeder die had verboden."
De raadsmedewerker: "Later bleek dat een "misverstand" tussen de raadsmedewerker
en de moeder te zijn."
De kinderrechter: "O ja?"
De raadsmedewerker: "Ja, moeder beweerde toen dat alle brieven na april 1995
geschreven waren op verzoek van de kinderrechter."
De kinderrechter: "Maar de kinderen wilden toch helemaal niets meer met vader te
maken hebben. U hebt als raadsmedewerker toch gerapporteerd "dat de kinderen al
volkomen overstuur raakten als er over vader werd gesproken, en dat daarom zelfs
het brieven schrijven onmogelijk was! En hoe zit het met de data op de brieven?"
De raadsmedewerker: "Ach daar let toch niemand op en een rechter is ook niet
verplicht om gegevens op juistheid te controleren of na te gaan of de moeder
iets te verwijten valt."
De kinderrechter: "Nee dat is zo. Maar kan ik misschien
toch nog iets voor die vader doen, anders heeft hij helemaal niets en hij raakt
al tienduizenden guldens kwijt aan proceskosten voor een omgangsregeling"
De raadsmedewerker:
"Nou wij hebben in rapport 1 toch
geadviseerd dat hij een prima vader was en dat er onmiddellijk een
omgangsregeling moest worden opgelegd."
De kinderrechter: "O Ja, maar rapport 2 dan?"
De raadsmedewerker:
"In rapport 2 staat dat hij volkomen ongeschikt is als vader
met ontzegginggrond B omdat hij met uw rechterlijke beschikking omgang
(proefcontacten) met zijn kinderen wilde afdwingen.
De kinderrechter: "O ja? Nou weet je wat, dan maak ik er ontzegginggrond D van,
geen omgang vanwege zwaarwegende belangen voor de kinderen, daar kunnen ze me
ook nooit op pakken."
De raadsmedewerker: "Dan is dat weer prima geregeld zo."
De kinderrechter: "Omgang afwijzen ontzegginggrond D."
De kinderrechter: "Bode laat de partijen maar binnen komen."
De
hoorzitting in zaak 2
De kinderrechter in het midden, de griffier rechts en de raadsmedewerker links aan dezelfde tafel.
De zitting was een schijnvertoning. Alles was al voor de zitting geregeld. Een
paar vervelende uitspraken heeft de griffier per ongeluk in de notulen
opgeschreven, maar die werden later verdraaid weergegeven in het proces verbaal
en/of helemaal weggelaten. Vervelend is dat de vader zowel een kopie van de
geschreven notulen als van het uitgetypte proces verbaal bezit. Dit foutje zal
door andere collega justitiemedewerkers wel weer worden weggepoetst.
De
behandeling van zaak 1 voor de zitting buiten partijen om
De kinderrechter: "Bode wilt u onmiddellijk de deur dicht doen want de volgende
partijen proberen al binnen te komen en we moeten eerst nog even over deze zaak
overleggen."
De raadsmedewerker: "Wat hoor ik nu dan?"
De kinderrechter: "O dat zijn de partijen van deze zaak die tegen elkaar aan
botsen vanwege de deur die door de bode wordt dichtgeslagen. Dat gebeurt wel
vaker."
De raadsmedewerker: "Laten we ter zake
komen."
De kinderrechter: "Wat lees ik nu dan?"
"Zingt deze vader liedjes met zijn kind en fiets hij met zijn kind door de
stad?"
"Maar dat kan toch helemaal niet !!"
De raadsmedewerker: "Nee dat hebben we hem ook gezegd en in ons rapport staat
dan ook dat hij voor deze feiten in therapie moet gaan bij het RIAGG."
De kinderrechter: "Kan vader niet uit zichzelf begrijpen dat hij geen liedjes
moet zingen of met zijn kind door de stad moet gaan fietsen?"
De raadsmedewerker: "Nee dat kan hij niet, hij heeft ook klachten tegen de Raad
voor de Kinderbescherming ingediend."
De kinderrechter: "Al die vaders toch, die vechten maar om hun kinderen."
De kinderrechter: "Omgang afwijzen! Laat partijen nu maar binnenkomen".