Slavernij in Nederland en het ondermijnen van de democratie door de overheid zelf ©

Gefabriceerd bewijs, succesvolle tegenwerking en de respectloze bejegening van overheidsdienaren jegens de gewone burgers.

Hop geeft u op onnavolgbare wijze inzicht in de jeugdzorg mentaliteit.
Hop moet bloeden (na strijd om afgifte contactjournaal gezinsvoogd aan ouders van kinderen) schrijft vervolgens de CHRISTELIJKE jeugdzorg advocaat met baantjes in de kerk en school. Citaat: "De heer Hop was als voortrekker bezig het systeem lam te leggen. In eerste instantie werd in dit kader gebruik gemaakt van hinderlijke, maar wel legale middelen als het systematisch klagen en het systematisch om informatie vragen " Bron Regel 21, 22 en 23 Pleitnotities advocaat jeugdzorg op de hoorzitting van het Hof van Discipline 150304.

 

 

 

 

Deel 1 SS verleden van de Omroepbijdrage
Deel 2 SS verleden van de Omroepbijdrage
Deel 3 SS verleden van de Omroepbijdrage

 

 

 

24 juli 2007.

Geachte heer Hop,

Al een hele tijd staan op uw website mijn belevenissen met de op 1 januari 2000 afgeschafte dienst omroepbijdragen en de Puttense politie, te vinden via www.burojeugdzorg.nl/218.htm 

Bijgaand op de CD-rom vindt u het geheel herschreven stuk aangevuld met passende cartoons, belangrijke krantenartikelen, een aantal hyperlinks, mijn correspondentie met de oud-staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Onderwijs (nee, geen mop...!!!) Aad Nuis, twee vonnissen en foto's van direct betrokkenen.

Met vriendelijke groet en alvast bedankt voor uw bereidwilligheid.

Dhr. H.J. Hoogeveen, Postbus 193, 3880 AD Putten

 

 

Met dank aan A. Hitler, H.A. Rauter en A. Seyss Inquart

Het SS-verleden van de omroepbijdrage

 

Omdat veel Nederlanders die de bezetting van ons land tussen 10 mei 1940 en 5 mei 1945 hebben meegemaakt zich bepaalde details ervan niet meer goed kunnen herinneren en de generaties van na mei 1945 doelbewust door politici onkundig werden gehouden over het ontstaan van het fenomeen omroepbijdrage in Nederland, volgen nu de feiten. Voormalig “boekenwurm & mediaspecialist” Harry Y.Kramer (inmiddels weg bij OCW) probeerde ook om schrijver/dezes om de tuin te leiden aangaande de feiten over het ontstaan van de omroepbijdrage, maar dat feest ging niet door. Let op de verschillende handtekeningen.

 

De lezer dient zich te realiseren dat de omroepbijdrage nog steeds bestaat en op 1 januari 2000 werd gefiscaliseerd.

Twintig publieke- en een flink aantal regionale zuiltjes die plus hun dure personeel in de 21e eeuw allang op eigen benen hadden moeten staan, ontvangen deze bijdrage nu uit de algemene middelen, beter bekend als de schatkist. Doordat de Eerste Kamer der Staten-Generaal in december 1999 in meerderheid accoord ging met fiscalisatie van de omroepbijdrage, kwam ook meteen een definitief einde aan de 59 jaar durende incassoterreur van de dienst omroepbijdragen(DOB).

 

Eerste waarschuwing voor al dan niet confessionele politici: indien u last van heimwee heeft naar de situatie van vóór 1 januari 2000 en met stiekeme plannetjes over de rug van belastingbetalers de eventuele tekorten bij de publieke omroep en hun miljonairs denkt aan te kunnen zuiveren met een nieuw soort incassoclub, doet u er verstandig aan om uw pro-terreurkeutel niet alleen vanwege electorale redenen in te trekken.

Laat duidelijk zijn dat hetgeen eind december 1999 door de Eerste Kamer in meerderheid werd besloten en naderhand door Beatrix werd bekrachtigd, niet zomaar even ongedaan kan worden gemaakt!

 

 

 

 

 

Tussen 1 jan 1941 en 5 mei 1945 heette het luistervergunning. Tussen 10 okt 1945 en 2 okt 1951 heette het omroepbijdrage, maar in de

volksmond luistergeld. Tussen 2 okt 1951 en 10 feb 1997 kijk- en luistergeld en op 11 februari 1997 opeens…. BESTEMMINGSHEFFING!

 

 

 

Op 15 mei 1940 werden Sonderführer Z(leutnant) Arthur Freudenberg en zijn 15 man sterke radiogroep van de Propagandakompanie “Holzhammer” in Hilversum

bijna met open armen en bloemen door de Avro-directie ontvangen. Een citaat uit het boek Radio Hilversum 1940-1945 van Dick Verkijk:

 

…”De Duitse radiogroep had een volledige uitrusting meegenomen voor het geval dat de studioapparatuur zou zijn vernietigd. Maar ze vonden alles keurig aangeharkt. Dat moet voor de Duitsers een beetje een anticlimax zijn geweest en de ‘Deutsche Zeitung in den Niederlanden’ had dan ook de grootste moeite om van dit rustige binnenwandelen nog iets heldhaftigs te maken: “Es bleibt das besondere Verdienst einer Propagandastaffel der deutschen Wehrmacht, mit einer geradezu verblüffen-

den Schnelligkeit das völlig derangierte niederländische Rundfunkwesen in wenigen Stunden wieder so weit in Gang gebracht zu haben, dass ein hingänglich normaler

Dienst in Erscheinung treten konnte”. Dank zij de hulp van het Nederlandse technische personeel ‘dat zich allerbereidwilligst ter beschikking stelde’ konden alle problemen worden opgelost, zodat ’s avonds om acht uur het eerste Nederlandse nieuwsbulletin kon worden uitgezonden”…, einde citaat.  

 

Maar al snel werd duidelijk dat Nederlanders geen behoefte hadden aan arisch gebral via de radio. Het verbod om naar de Engelse zender te luisteren werd dan ook massaal genegeerd. Om het luisteren naar de Engelse zender tegen te gaan werd op 1 jan 1941 door Arthur Seyss Inquart(rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied) en Hanns Albin Rauter(hoofd van de SS, Sicherheitsdienst en de politie) de Dienst Luistervergunningen opgericht, een en ander met goedkeuring van Adolf Hitler.

 

 

In die dagen werden luistervergunningen alleen verstrekt aan NSB-ers en andere Duitsgezinden. Het toenmalige luistergeld bedroeg negen gulden per jaar.

In 1943 werd de beschikking van 1 jan 1941 aangescherpt, hetgeen inhield dat alle radiotoestellen moesten worden ingeleverd. Indien je door de Dienst Luister-

vergunningen en de Gestapo werd betrapt op “illegaal” radiobezit, betekende dat in nagenoeg alle gevallen opsluiting in een concentratiekamp.

 

 

 

Wijlen mijn vader (hij overleed in 1971 op 62-jarige leeftijd) was een van de velen die het slachtoffer werd van verraad. Hij zat ondergedoken in zijn woonplaats Amersfoort want hij had zich niet gemeld voor de arbeitseinsatz(dwangarbeid in Duitsland), had geen ausweis en had zijn radio ook niet ingeleverd.

Tijdens een razzia in 1943 werd hij met vele anderen opgepakt en opgesloten in het zgn Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort(PDA).

Wat zich daar heeft afgespeeld laat zich hier niet beschrijven. Ternauwernood overleefde mijn vader de oorlog en de verschrikkingen van kamp Amersfoort.

 

Na de bevrijding was Nederland niet alleen in bestuurlijk opzicht een puinhoop. Het land moest in de meest letterlijke zin weer worden opgebouwd. Snelle besluiten

over de aanpak  van tal van problemen waren dringend noodzakelijk en Nederland kende zelfs een periode van militair gezag. Wat na 10 oktober 1945 door Wilhelmina en haar politieke lakeien ook vlot werd geregeld was de legalisatie en omvorming van de beruchte Dienst Luistervergunningen tot de dienst omroepbijdragen –in de wandeling de DOB- compleet met koninklijke goedkeuring. De op nazi-leest geschoeide incassomentaliteit was voor Wilhelmina en consorten ook geen probleem.

De aanduiding luistervergunning werd vervangen door het heel eufemistisch omroepbijdrage te noemen en dat was Haagse opzet. Op die manier werd de schijn van betrokkenheid gewekt. Nu moet de lezer niet vergeten dat publieke zuiltjes na de bevrijding geen rooie cent te makken hadden. Om deze nijpende situatie aan het publiek duidelijk te maken, gingen nieuwbakken DOB-ers in de eerste jaren na de bevrijding op dezelfde manier de woonwijken in zoals de Gestapo en de voormalige Dienst Luistervergunningen dat tussen 1 jan 1941 en mei 1945 gewend waren: in burger met lange leren jassen en gleufhoeden.

Vijf jaar lang murw gebeukt met alle middelen door de Duitse bezetter, plus dat lang na de oorlog tal van zaken en levensbehoeften nog op de bon waren, waren Nederlanders door die nieuwe leren jassen- en gleufhoedenbrigade gemakkelijk te overdonderen. In leven blijven en een dak boven je hoofd was belangrijker dan je het gezeur van het legertje intimiderende, ambtelijke loopjongens van Hilversum op de hals te halen.

 

De saamhorigheid en het verzet van ’40-’45 waren verdwenen. Trouw aan het gezag stond nu voorop, een verschijnsel dat nauw verwant is aan de calvinistische achtergrond van ons land. Die trouw aan het gezag werd door de overheid volledig uitgebuit, met het gevolg dat de omroepbijdrage vlot werd betaald.

Van begin tot einde van het DOB-regime(10-10-1945 t/m 31-12-1999) betekende het bezit van een radio (nb, na 2 okt 1951 kwam daar de TV bij) dat men verplicht

was de omroepbijdrage te betalen. Mede door deze uitgekookte Haagse constructie, inclusief de handtekeningen van respectievelijk Wilhelmina, Juliana en Beatrix,

nam het inkomen van publieke zuiltjes en het legertje bekende omroepbobo’s in Hilversum een hoge vlucht.

 

 

Maar lang niet alle Nederlanders pikten de door politiek Den Haag gelegaliseerde afpersingspraktijken van de DOB. Regelmatig vonden er dan ook DOB-razzia’s plaats waarbij het decor behoorlijk krap kon worden. In dergelijke gevallen waren gewone Nederlanders altijd de klos. Maar als je bekende Nederlander was kon je zonder betaling van de omroepbijdrage inbeslagname van je radio en TV voorkomen. Bijkomende voorwaarden: je moest goed in de slappe was zitten en ook flink dreigen met een legertje advocaten. Een en ander viel te destilleren uit een interview met radio 538-baas Erik de Zwart dat op 16 aug 1997 in de Volkskrant verscheen.

In dat interview zei E. de Zwart: “Kijk- en luistergeld betaal ik niet. Laatst kwam er thuis zo’n meneer aan de deur, van de controledienst. Ik hoopte dat hij mijn TV zou meenemen. Dan had ik het tot de hoogste rechter uitgevochten. De overheid mag niet zomaar mijn brievenbus dichtplakken. Hetzelfde geldt, lijkt me, ook voor mijn radio en televisie”. Het kan niet anders dan dat de DOB in het geval van E. de Zwart eieren voor haar geld heeft gekozen en vette koppen in de krant cq negatieve publiciteit aangaande het (gewelddadige!) incasseren van geld voor de publieke omroepen heeft afgewend door E. de Zwart ongemoeid te laten.

Buiten een schriftelijk zoethoudertje van E. de Zwart weigeren hij en zijn interviewer R.Ockhuysen van de Volkskrant tot op de huidige dag ieder commentaar.

 

 

 

 

Mede op basis van de ervaringen van mijn vader en die van anderen tijdens de oorlog en daarna was er qua mentaliteit en werkwijze weinig verschil tussen de

Dienst Luistervergunningen van ‘40-‘45 en de gelegaliseerde naoorlogse variant de DOB. Want als je in bezit was van een radio –en na 2 okt 1951 een TV- en

deze ontvanginrichtingen niet had aangemeld en bij herhaalde aanmaningen bleef weigeren de omroepbijdrage te voldoen(nb, tussen 10-10-1945 en 31-12-1999

was de reden van weigering de omroepbijdrage te voldoen voor de DOB en de politie niet van belang!), dan kon je op “staatsvisite” met geweld rekenen.

Deuren werden daarbij ingetrapt en ruiten uit hun sponningen geslagen. Democratisch gekozen volksvertegenwoordigers hadden de wet zodanig aangepast dat het

niet uitmaakte of je nu wel of niet thuis was. Waren deze rijksgesubsidieerde loopjongens van Hilversum eenmaal binnen, dan werd je apparatuur onklaar  gemaakt middels verzegeling van de netstekkers dan wel inbeslaggenomen en elders opgeslagen. Alle daarbij veroorzaakte schade was altijd voor eigen rekening.

Dat aan deze koninklijk goedgekeurde incassoterreur nauwelijks ruchtbaarheid werd gegeven, had niet alleen te maken met schaamte van de slachtoffers.

 

Na zo’n razzia deden DOB en politie er alles aan om iedere vorm van publiciteit te voorkomen. Voornaamste reden:  de meer dan innige relatie tussen politiek

Den Haag, publieke omroep, landelijke pers in casu het Bedrijfsfonds voor de Pers. Maar daarover later meer. In ieder geval was de inbeslagname van de (vaak dure) apparatuur en het gemis van radio- en TV-programma’s voor de slachtoffers van deze razzia’s zo traumatisch, dat zij alsnog door de knieën gingen voor de chanta-gepraktijken van de DOB en politie en de omroepbijdrage plus boete betaalden. Voor alle duidelijkheid: het inbeslagnemen van apparatuur als chantagemiddel

om betaling van de omroepbijdrage af te dwingen werd tot en met 31 december 1999 door de DOB volgehouden!

 

Dat tijdens al die DOB-razzia’s Artikel 10 lid 1 en Artikel 1 lid 1van het Eerste Protocol van het EVRM op grove wijze werd geschonden, maakte voor DOB-ers

en de politie geen verschil.

EVRM is: Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden/Recht van Vrije Nieuwsgaring/ongestoord genot cq bezit

van eigendommen zonder inmenging van overheidswege, ongeacht grenzen. Het EVRM werd op 4-11-1950 door de Staat der Nederlanden ondertekend en geratificeerd.

Politiek Den Haag in casu het Min.v.OCW en het Min.v.Justitie hebben na later zal blijken, niet alleen het EVRM herhaaldelijk aan hun laars gelapt.

 

 

Tweede waarschuwing voor al dan niet confessionele politici: ondertekende en geratificeerde verdragen overstijgen nationale wetgeving.

Rechters, woningcorporaties, private verhuurders, de overheid als geheel etc, kunnen zich niet aan de bepalingen van de door Nederland onder-tekende en geratificeerde internationale verdragen, zoals in dit geval het EVRM, onttrekken.

Dat betekent dat klagers er zonder advocaat een rechtstreeks beroep op kunnen doen.

Ongeacht de reden en op wat voor wijze dan ook de vrije nieuwsgaring cq de ontvangst van radio- en TV-programma’s verhinderen/onmogelijk maken is altijd strijdig met het door Nederland ondertekende en geratificeerde EVRM.

Daarom zijn huur- of koopcontracten van woningen e.d. die een (schotel)antenneverbod bevatten niet rechtsgeldig.

Bovendien is de ontvangst en beeldkwaliteit van het gigantische aantal satelliet-tvzenders(zéker met motorsturing!) absoluut niet te vergelijken

met het te verwaarlozen aantal tv-zenders dat via storingsgevoelige en achterhaalde, dure kabeltechniek en dito abonnementen wordt aangeboden.

 

Derde waarschuwing voor al dan niet confessionele politici: voor u en uw collega’s op lokaal niveau, directeuren van woningcorporaties e.d. geldt, dat het geen zin heeft pogingen in het werk te stellen ondertekende en geratificeerde verdragen éénzijdig op te zeggen, zgn om het aantal (schotel) antennes terug te dringen dan wel de vrije nieuwsgaring op welke wijze dan ook te verbieden.  

Indien u(vanwege uw religieuze voorkeur)problemen heeft met b.v.het programma-aanbod van bepaalde satellietzenders, moet u niet de tv-kijker

gaan stressen met een (schotel)antenneverbod e.d. maar dan dient u zich te wenden tot de exploitanten. Niet kijken voorkomt gezeur.

U weet ook heel goed dat u nationaal en internationaal een zeer slechte beurt maakt indien u de inhoud van het EVRM aan uw laars lapt.

In een democratisch land als het onze zit het electoraat niet te wachten op dictatoriale ambities, maw: hoe zou u het vinden als van de ene op de andere dag uw brievenbus door derden dichtgeplakt zou worden?

Denk dus niet dat iedereen alles slikt. Zadel niemand op met ondemocratische verrassingen waar u zelf ook niet op zit te wachten!

 

 

2 april 1998…  Tegen half drie die middag was schrijver dezes aan de beurt om kennis te maken met de koninklijk goedgekeurde incassoterreur van de dienst omroepbijdragen. Op last van de laatste DOB-baas Mr. R.M.Peters werden de DOB-ers R.H.C.Noom en P.J.H.Olijslager van de DOB-standplaats Maarssen(Bisonspoor 371) naar Putten gestuurd. Daar kregen zij assistentie van drie leden van de politie Noordwest Veluwe, Team Putten, t.w: inspecteur G.Teunissen, brigadier D.E.J.Akster en hoofdagent G.Kroes.

Voordat u doorgaat met lezen moet u niet vergeten dat toen Onze Lieve Heer intelligentie uitdeelde, de DOB als geheel en dat “cocktailtrio” uit Putten achteraan in

de rij stonden.

 

Hieronder vindt u het bewijs dat G.Teunissen zijn handtekening onder een door de DOB zelf gedrukte  machtiging tot binnentreden van een woning had gezet.

G.Teunissen die in de regio bekend staat als onbezoldigd “siervogelspecialist”, ging op 2 april 1998 helemaal op in zijn rol als tijdelijk hulpje van de officier van justitie.

 

LET OP: onderstaande machting was destijds bedoeld om zonder toestemming van de bewoner “binnen te treden”,

                 óók als deze niet aanwezig was..!!

 

 

 

Teneinde het toch al exorbitant hoge inkomen van publieke omroepbobo’s veilig te stellen had politiek Den Haag besloten de DOB meer bevoegdheden te geven

dan het landelijke politieapparaat. D.E.J.Akster(gelukkig niet meer in functie) ging die middag helemaal uit zijn dak als ruitentikker, compleet met de door het Rijk verstrekte koevoet. Met de kreet “Nou moet dat geouwehoer eens een keer afgelopen wezen” sloeg hij twee keukenruiten kapot, maar niet voordat ik een aantal keren moest vragen waar de heren voor kwamen en het vertikten antwoord te geven. “Wij komen voor u”, riep G.Kroes droog. Met geweld werden Artikel 10 lid 1 en

Artikel 1 lid 1 van het Eerste Protocol van het EVRM buiten werking gesteld en werd en passant door deze vijf lakeien van OCW, Beatrix en de publieke omroep ook

nog even de werking van Artikel 1 sub aa, bb en cc van de Mediawet zonder tussenkomst van de wetgever verruimd.

 

Want direct nadat deze gesubsidieerde Bende van Vijf binnen was getreden had ik DOB-er R.H.C.Noom nog gewaarschuwd zich alleen bezig te houden met radio’s en TV’s, hetgeen door hem werd herhaald. Maar de nauwelijks intelligentere P.J.H.Olijslager gaf zijn collega te verstaan om videorecorders ook weg te halen.

Op 2 april 1998 werd de klok dus met geweld een dikke 50 jaar teruggedraaid. Als Rauter, Seyss Inquart en Hitler nu nog geleefd hadden, zouden ze zich vergenoegd

in de handen gewreven hebben. Nadat het hele huis ondersteboven was gekeerd verwisselden 14 apparaten van eigenaar.

Daarbij waren inbegrepen: een versterker, een cassettedeck, een CD-speler en twee videorecorders.

 

Om misverstanden te voorkomen hetvolgende: vóór de 1e januari 2000, dus vóór fiscalisatie van de omroepbijdrage en afschaffing van de DOB, werden alleen

radio- en televisietoestellen in Artikel 1 van de Mediawet genoemd. Deze apparaten zouden binnen dit bestuurlijke gedrocht nog eenmaal van plaats veranderen.

In ieder geval werden audiovisuele apparaten na 1 januari 2000 uit de Mediawet geschrapt. Tijdens de afhandeling van het het hoger beroep(6-12-1999, zie verderop

in dit stuk) tegen de DOB kwam ook aan het licht dat tijdens andere DOB-razzia’s zelfs computers en playstations inbeslag werden genomen. Onvermijdelijke conclusie: DOB-ers en politie hebben jarenlang ten gunste van publieke zuiltjes doelbewust de onoplettendheid/onwetendheid van radio- en TV-bezitters uitgebuit als het ging

over de exacte inhoud van Artikel 1 sub aa, bb en cc. Tijdens het bewind van vorige kabinetten is dat artikel dus vaker zonder tussenkomst van de wetgever verruimd.

 

Het kan niet anders of de zgn “controleurs” van vorige kabinetten moeten jarenlang van deze onwettige DOB-praktijken op de hoogte geweest zijn, andere klachten genegeerd hebben, doelbewust gezwegen hebben om de dominante positie van de publieke omroepen niet in gevaar te brengen.

 

Wat dat laatste betreft is er met de komst van de commerciële omroepen wel het een en ander veranderd en de reden waarom Radio Veronica op 31 augustus 1974

uit de ether moest verdwijnen, ligt dan ook voor de hand. Radio Veronica en andere zeezenders werden door politiek Den Haag van begin af aan als een regelrechte bedreiging van het voortbestaan van de publieke omroepen beschouwd.

 

Toen ik, onderwijl naar hem toelopend, zag, dat DOB-er R.H.C.Noom druk in de weer was om Artikel 1 van de Mediawet te verruimen (zie hiervoor) en ik aldus

inbeslagname van de vijf eerdergenoemde apparaten wilde voorkomen en G.Teunissen opzij wilde schuiven, werd ik door dit zoveelste “knechtje” van de publieke

omroep en DOB tegen de grond geslagen. Met geweld werd door deze lokale, door de belastingbetaler in leven gehouden bevoegdhedenverruimer de bedeldrift van publieke zuiltjes kracht bijgezet. Na vluchtig door G.Teunissen gefouilleerd te zijn werd ik door hem en D.E.J.Akster naar het bureau aan de Brinkstraat 69/Putten gereden. De DOB-ers R.H.C.Noom, P.J.H.Olijslager en hoofdagent G.Kroes bleven -na naderhand zou blijken!- langer in mijn woning achter om hun snuffelaarsmentali-teit nog verder uit te leven. Op het bureau aangekomen moest ik mijn bril, horloge, broekriem en schoenveters inleveren. Tegen G.Teunissen zei ik dat ik van deze situatie werk zou gaan maken. Nadat D.E.J.Akster tegen G.Teunissen zei om met mij geen discussies aan te gaan werd ik opgesloten. Dat laatste verbaasde mij niets.

Want rauwdouwer G.Teunissen is geen prater, hij moet simpele klusjes doen zoals spelen met een lasergun, dan is hij in z’n element en hoeft hij niet na te denken.

En omdat logisch nadenken, wetskennis en mondigheid van burgers binnen politiekringen(en dus ook het Puttense kringetje) niet op prijs wordt gesteld, nam ik me

voor de heren dat op gepaste wijze onder de aandacht te brengen.

Niet lang daarna verschijnt G.Kroes in de cel en vraagt of  ik thee of koffie wil. Hij neemt ook een videocassette inbeslag welke ik tijdens de razzia bij me had gehouden

en op de vensterbank van de cel had gelegd. Ik zeg dat ik nergens behoefte aan heb en alleen gelaten wens te worden.

We gaan je straks verhoren, zegt G.Kroes in de deuropening en hij herhaalt zijn vraag over thee of koffie.

 

Als ik niks eet of drink hoef ik niet te pissen of te schijten, zeg ik en dan gaat de deur weer dicht. Geruime tijd later komt dit “heldere quintet” met triomfantelijke koppen ietsje beschaafder op visite en krijg ik van P.J.H.Olijslager een handgeschreven proces-verbaal van meevoeren en opslaan aangereikt. DOB-jargon was al van begin tot eind tenenkrommend. G.Kroes gaat op het bankje zitten, pakt zijn notitieboekje en laat een “verhoortruc” op me los in de vorm van een aantijging over een artikel/ mijnerzijds in de Telegraaf en op internet (ik ben niet op dat dagblad geabonneerd en heb evenmin internet). Op hetzelfde moment dat G.Kroes zijn verhaaltje afdraait realiseer ik

me dat hij, R.H.C.Noom en P.J.H.Olijslager tijdens de snuffelpraktijken in mijn woning hun tijdelijke, aan de Mediawet gelieerde bevoegdheden hebben overschreden. Kranten en persoonlijke brieven van derden lezen had niets met het opsporen van radio’s en TV’s te maken.

 

Ik trap niet in de truc van G.Kroes en geef hem te verstaan dat ik niet meebetaal aan de instandhouding van door de Staat gelegaliseerde nazi-verordeningen, dat ik van deze situatie werk zal gaan maken, dat de heren zich maar schrap moeten gaan zetten, plus dat mijn advocaat tijdens de razzia telefonisch werd ingelicht. Aan vijf koppen zie ik dat mijn mededeling niet op prijs wordt gesteld. G.Teunissen doet nog een simplistische poging om mijn kennis van ‘40-’45 op te krikken, blaft in mijn gezicht dat hij mijn kop eraf zal bijten als ik voornoemde razzia met Gestapomethodes blijf vergelijken(dat is geen verzinsel, gelet op de belevenissen van velen tijdens de oorlog!).

Als G.Kroes de videocassette heeft teruggegeven, verdwijnen de heren weer.

 

 

Zo tegen 17:45 uur gaat de celdeur weer open. G.Kroes geeft mijn sleutelbos terug, want in de schuur hadden de heren ook naar “ontvanginrichtingen” gezocht,

overigens zonder resultaat. Als ik mijn persoonlijke bezittingen in ontvangst heb genomen, verlaat ik zonder een woord het bureau. Thuisgekomen zie ik dat

mijn Duitse herdershond opgesloten zit in de woonkamer. Overal in huis ligt glas, boven ook en zijn kapotgeslagen keukenruiten van staatswege vernieuwd.

Tot mijn genoegen stel ik vast dat vijf weinig illustere “speurneuzen” nog wel een Teleaccursus opsporingstechniek kunnen gebruiken.

Een oude stereotuner stond nota bene in het zicht en werd ongemoeid gelaten. Na controle van het PB van meevoeren en opslaan blijkt dat de heren zelfs incom-

plete en defecte apparaten naar Maarssen hebben gesleept. Het zonder tussenkomst van de wetgever verruimen van de Mediawet zal deze wetsovertreders nog vies

gaan opbreken, ook omdat de diverse verbindingskabels in de woning werden achtergelaten. De andere dag heb ik alle cylindersloten vervangen.

 

Wat ik me tijdens voornoemd “verhoor” realiseerde klopt precies. G.Kroes, R.H.C.Noom en P.J.H.Olijslager konden hun tengels niet thuishouden en hebben per-

soonlijke brieven van mensen zitten lezen die niets met deze latente Gestapomethodes te maken hadden. Deze brieven en een krant uit het noorden van het

land waren van hun plaats gehaald. Veel later hoorde ik van mijn buren dat zij G.Kroes, R.H.C.Noom en P.J.H.Olijslager tijdens mijn drie uur durende detentie

een uitbrander hadden gegeven vanwege het laten lopen van mijn hond. Tijdens hun “snuffelwerk” hadden de heren de vernielde keukendeur open laten staan

zodat mijn hond er vandoor ging. De heren gaven tegenover mijn buren toe bang voor mijn hond geweest te zijn.

 

Tussen 3 en 20 april 1998 probeerde ik via fax en telefoon om de landelijke pers en politiek Den Haag vanwege deze grove IRT-variant tot actie te bewegen, maar ik

had evengoed op de trein naar Garderen kunnen gaan wachten. Oorzaak: politieke partijen waren druk bezig zieltjes voor hun “geloofsovertuiging” te winnen mbt

de 2e Kamerverkiezingen van mei 1998. In dezelfde periode haakt ook mijn advocaat af. Had geen trek in een pro deo-zaak. Omdat de pers en politiek niet reageren

besluit ik grof geschut in stelling te brengen. Op 20 april 1998 dreig ik toenmalig staatssecretaris A.Nuis(D66) van OCW…

 

per fax met een kabinetscrisis als hij niet binnen 24 uur twee videorecorders, een cassettedeck, een CD-speler en een versterker retourneert en herinner hem daarbij

aan de inhoud van Artikel 1 van de Mediawet. Tevens dreig ik de landelijke pers in te lichten. Mijn faxbericht hakt erin. Op 21-4-1998 staat DOB-er P.J.H.Olijslager

voor de deur en zegt dat hij drie apparaten terug komt brengen. Op mijn vraag waar mijn twee videorecorders zijn antwoordt deze snuffelaar dat die apparaten onder

de werking van de Mediawet vallen.

 

 

Aldus Aad Nuis(D66), staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Onderwijs op 22 april 1998!

 

 

Daarna probeer ik nogmaals contact met politiek Den Haag te krijgen en blijkt Mohamed Rabbae van Groenlinks bereid om staatssecretaris A.Nuis(D66)van OCW tot

de orde te roepen middels Kamervragen 1250, vergaderjaar 1997-1998. Maar al snel blijkt dat meneer Rabbae zijn taak als controleur van de regering niet erg serieus neemt.

 

Hoe het ook zij: zwart op wit antwoordt A.Nuis dat beide videorecorders door hem als ontvanginrichtingen onder sub cc van Artikel 1/Mediawet zijn aangemerkt.

De stunt met geweld die op 2 april 1998 door twee DOB-ers en drie politieagenten werd uitgehaald, werd nu door A.Nuis geprolongeerd, maw: het zonder tussenkomst

van de wetgever verruimen van de werking van Artikel 1 sub aa, bb en cc van de Mediawet.

Telefonisch en per fax moest ik er bij M.Rabbae herhaaldelijk op aandringen om de werkwijze van A.Nuis niet te accepteren. M.Rabbae wekte bij mij ook niet de

indruk dat hij de inhoud van de Mediawet had bestudeerd. M.Rabbae bleek namelijk last te hebben van een selectief geheugen. Hij was in 1998, dus vier jaar na

zijn lidmaatschap van de Enquêtecommissie Opsporingsmethoden de oorzaak van de IRT-enquête alweer vergeten. Oorzaak van de IRT-enquête:

opsporingsambtenaren die zonder tussenkomst van de wetgever hun opsporingsbevoegdheden verruimden, met de bekende politieke gevolgen.

Na die enquête moesten Ed van Thijn(PvdA) en Ernst Hirsch-Ballin(CDA) aftreden. Ed van Thijn is in juni 2007 uit de Eerste Kamer verdwenen en de mediaschuwe

Ernst Hirsch-Ballin heeft in 2006 na de val van het kabinet Balkenende III de justitietaken van de afgetreden P.H.Donner overgenomen.

 

Opsporingsambtenaren in casu het O.M. en het ministerie van justitie hebben sedert 1994 geen klap geleerd van de IRT-enquête, want ook na b.v. de invoering van

de algemene identificatieplicht van 1 jan 2005 is het bijna vaste regelmaat geworden dat er redenen worden verzonnen, lees: zonder tussenkomst van de wetgever de

wet verruimen, om naar een ID-bewijs te vragen, dit ondanks een wettelijke, eind december 2004 door de 1e Kamer en Beatrix gelegaliseerde toonplicht.

Derhalve moet het ook als Haagse propaganda worden beschouwd dat Nederland veiliger wordt met een papierwinkel op zak.

In de zgn Aanwijzing Uitbreiding Identificatieplicht, een gratis door het College van Procureurs-Generaal uitgegeven brochure van drie A-viertjes en waarvan

de politie en de parketten verplicht op de hoogte dienen te zijn, staat duidelijk aangegeven wanneer wel en niet naar een ID-bewijs gevraagd mag worden.

Voorbeeld: ’s nachts een blokje om met je hond omdat je niet kan slapen is pertinent geen reden om naar een ID-bewijs te vragen. Je hond uitlaten cq niet kunnen

slapen zijn namelijk geen strafbare feiten! De wet van 1 januari 2005 bevat dus geen draagplicht..!  Zie de startpagina van: http://www.id-nee.nl 

 

Uiteindelijk werden in juli 1998 opnieuw Kamervragen gesteld(Kamervragen 1647, vergaderjaar 1997-1998) maar nu aan de opvolger van A.Nuis,

t.w. Rick van der Ploeg.

Op 11 augustus 1998 blijkt uit het antwoord dat R.van der Ploeg probeert de populaire jongen uit te hangen door de indruk te wekken “videospecialist” te zijn.

Glashard en zwart op wit beweert deze nieuwbakken PvdA-staatssecretaris van OCW dat een videorecorder zelfstandig(..!!) TV-programma’s kan ontvangen

(dat type videorecorder heb ik altijd al willen hebben/HJH). R.van der Ploeg probeert ook nog om zonder tussenkomst van de wetgever andere apparaten onder

de werking van de Mediawet te brengen. In antwoord 4 van Kamervragen 1647 veronderstelt deze politieke onbenul dat ik een tik van een molen gehad zou hebben,

want hij probeert me (met de slapende M.Rabbae als doorgeefluik/zie hiervoor) ook nog aan mijn neus te hangen dat hij reeds vóór de start van Paars II als

staatssecretaris van OCW in functie was.

M.Rabbae blijft na dit alles Oostindisch doof, maar wist heel goed hoe de politieke vork in de steel zat. In tegenstelling tot de uitlatingen van PvdA-er M.Barth

(zie artikel/Volkskrant verderop) voelde ik me door de zgn “integrere” M.Rabbae zwaar belazerd, dit omdat hij met zijn pro-Iraanse neus bovenop de feiten zat

en er niets aan deed! Het is dan ook pure verspilling van belastinggeld geweest dat M.Rabbae in 1994 lid was van de Enquêtecommissie Opsporingsmethoden.

 

Waarom konden OCW-bazen A.Nuis en J.Ritzen van Paars I en R.v.d.Ploeg en L.Hermans…

van Paars II hun smerige spelletje spelen? Een paar vrije conclusies.

1)Doelbewuste minachting/geringschatting van schrijver/dezes cq het electoraat in het algemeen.

2)Slappe, defensieve vraagstelling inzake Kamervragen 1250 en 1647, vergaderjaar 1997-1998.

3)Bij Groenlinks hield men na de Kamerverkiezingen van mei 1998 rekening met een regeringscoalitie van PvdA-VVD-D66-Groenlinks.

In een dergelijke optie ga je eventuele coalitiepartners niet publiekelijk te kijk zetten, vooral niet als zwart op wit blijkt dat de werking van een wet  –in dit geval

de Mediawet- zonder tussenkomst van de wetgever en met medeweten van A.Nuis en J.Ritzen door de DOB op 2 april 1998 werd verruimd.

 

www.hetvrijevolk.com/?pagina=4050

 

 

Inclusief het politieke geklungel van M.Rabbae –en hij was met uitzondering van Atzo Nicolaï beslist niet de enige- werd na 2 april 1998 duidelijk dat Haagse volksvertegenwoordigers uitsluitend zichzelf vertegenwoordigen en continu last hebben van dyslexie en autisme.

 

 

 

 

 

 

Omdat de landelijke pers zelfs na het faxen van bewijsmateriaal bleef zwijgen en de effecten van de IRT-enquête nog nadreunden, bleek na lang zoeken een

advocate uit de regio bereid om de DOB middels een kort geding aan te pakken. Inzet: teruggave van twee wederrechtelijk inbeslaggenomen videorecorders.

Maar op 26 okt 1998 trapt de president F.C.H.M.Robbers van de Haagse arrondissementsrechtbank als een blind paard in de visie(..!!)van de beleidsmede-

werker/juridische zaken A.G.Douma van de DOB, als zou een videorecorder een ontvanginrichting zijn in de zin van Artikel 1 van de Mediawet en wijst

vervolgens mijn vordering tot teruggave van beide videorecorders af.

 

Wat dus eerst door twee DOB-ers, drie politieagenten, A.Nuis en R.v.d.Ploeg werd gedaan, deed deze president van de Haagse arrondissementsrechtbank

in zijn uitspraak van 5 november 1998 nog eens dunnetjes over, namelijk zonder tussenkomst van de wetgever Artikel 1 van de Mediawet een ruimere werking

geven. En dat dan op een manier alsof er nooit trias politica was geweest. Omdat ik de spelletjes van politiek Den Haag en het Openbaar Ministerie zat begin te

worden, laat ik door mijn advocate hoger beroep aantekenen. Op 6 december 1999 is dat hoger beroep een feit.

 

’s Morgens tussen 10 en 11 uur van de 6e december 1999 draait de advocaat van de DOB hetzelfde ambtelijke verhaaltje van 26 okt 1998 af. Hij blijft erop

hameren dat de twee inbeslaggenomen videorecorders als ontvanginrichtingen aangemerkt dienen te worden en niet eerder teruggegeven zullen worden

zodra de openstaande vordering en boete zijn voldaan. Deze koninklijk goedgekeurde chantagepraktijken ten gunste van publieke zuiltjes zouden nog tot

de allerlaatste dag van het DOB-regime worden toegepast! In de voorafgaande weken heb ik samen met mijn advocate een klinkende pleitnota in elkaar

gezet welke door haar ter zitting wordt voorgelezen. Zij maakt het Hof duidelijk dat politici in audiovisueeltechnisch opzicht jaren achterlopen en dat de

afschaffing van de DOB en de financiering van de publieke omroepen via de algemene middelen in het regeeraccoord van mei 1998 werden aangekondigd.

 

Fijntjes laat zij erop volgen dat de DOB in november 1999 van Jack Spijkerman in zijn programma “Kopspijkers” De Vergulde Ondersteek kreeg toebedeeld

vanwege het verzenden van incassodreigementen naar opgezette katten..!  Als slotopmerking deelt mijn advocate het Hof mede dat ik op basis van de door

Mr.A.van Lokhorst op internet gezette informatie inzake de strijdigheid van de omroepbijdrage met Europese regelgeving, de omroepbijdrage niet

zal betalen. Zij voegt daar nog aan toe dat de DOB bij Mr.A.van Lokhorst nimmer zijn radio en televisietoestel heeft meegevoerd en opgeslagen, aangezien

hij de DOB vantevoren een kort geding, met als onderwerp de verschuldigdheid van de omroepbijdrage, in het vooruitzicht heeft gesteld.

 

LET OP! De constructie omroepbijdrage plus reclame ter financiering van publieke omroepen is in strijd met Europese regelgeving.

Deze constructie heet concurrentievervalsing en dat is verboden.

 

R.H.C.Noom en “aanhang” waren ook ter zitting verschenen. Het Hof verzoekt hem uit de doeken te doen wat er op 2 april 1998 in mijn woning is voorgevallen,

dit omdat het proces-verbaal van meevoeren en opslaan niet deugt. Ingevolge de Mediawet dienen DOB-ers ervoor te zorgen dat inbeslaggenomen apparaten aan

elkaar gekoppeld worden meegevoerd en opgeslagen, maar de verbindingskabels ontbreken op het proces-verbaal. Mijn advocate bevestigt dat deze kabels op

2 april 1998 in mijn woning zijn achtergebleven.  Daarna wordt de zitting gesloten en zal de uitspraak op 20 jan 2000 bekend worden gemaakt.

 

Thuisgekomen lees ik in de krant dat de Eerste Kamer zal gaan stemmen over de afschaffing van de DOB en fiscalisatie van de omroepbijdrage.

Die avond stuur ik naar ieder Eerste Kamerlid een brief om mijn zaak kracht bij te zetten en duidelijk te maken, dat incassoterreur ter financiering van een paar

publieke zuiltjes een democratie onwaardig is. Op 22 december 1999 staat het resultaat van mijn schrijfwerk in de krant: de Eerste Kamer is met een verschil

van vijf stemmen accoord gegaan met de afschaffing van de DOB en fiscalisatie van de omroepbijdrage.

 

 

 

 

Door het besluit van 22 dec 1999 is in één klap een definitief einde gekomen aan de 59 jaar durende, gelegaliseerde inbrekerspraktijken door DOB-snuffelaars, 

niet zelden bijgestaan door de politie. Want zeg nou zelf: op kosten van de belastingbetaler zonder sancties bij hem inbreken en hem lekker chanteren is toch een hartstikke leuk tijdverdrijf? Behalve dan op 2 april 1998. Feitelijk had de op SS-leest geschoeide Dienst Luistervergunningen nooit na 10-10-1945 gelegaliseerd mogen worden. Maar Wilhelmina en haar politieke lakeien beslisten op 10-10-1945 anders.

 

De tekst van de door de DOB verspreide gele kaart hierboven is veelzeggend. Het is een typische exponent van de jarenlange achterbakse DOB-mentaliteit.

Dat na 1 jan 2000 geen omroepbijdrage betaald hoeft te worden is onzin, terwijl na die datum betaling via de algemene middelen cq de schatkist wordt geregeld.

 

Wat eigenlijk op die gele kaart had moeten staan: …”Alhoewel in het regeeraccoord van Paars II in mei 1998 reeds aangekondigd, geven wij toch met groot leedwezen kennis van het feit dat onze op 1-1-1941 opgerichte club van snuffelaars en ruitentikkers op 31 december 1999 haar allerlaatste werkdag zal beleven.

Daaruit volgt dat wij op last van de minister-president, justitie en OCW na die datum niet meer lekker zonder sancties (óók bij afwezigheid) bij u mogen inbreken,

uw eigendommen meenemen en u mogen chanteren, dreigen, net zolang totdat u uw deel van het salaris van Hilversumse omroepbobo’s hebt voldaan.

Na 1 januari 2000 blijft gewoon via uw belastingbiljet/inkomsten, lees: schatkist meebetalen aan het levensonderhoud van alle “publieke” en regionale omroepbobo’s

en de diverse noodlijdende persorganen. Rest ons nog u mede te delen dat wij met plezier terugdenken aan de afgelopen 59 jaar, in het bijzonder de bezettingsjaren.

Want we leerden veel van onze Duitse vrienden, zij wisten hoe ze de zaakjes voor elkaar moesten krijgen. Die samenwerking zullen we altijd blijven missen.

Spijtig dat uw klandizie en de bejegening van ons personeel nooit optimaal was.

Hoogachtend, Omroepbijdragen”…

 

Eind januari 2000 hoor ik van mijn advocate dat DOB-snuffelaars definitief bakzeil hebben gehaald en we het hoger beroep gewonnen hebben.

Het Haagse gerechtshof heeft de inmiddels afgeschafte DOB gelast binnen twee maal 24 uur mijn beide videorecorders terug te bezorgen.

 

Op 3 februari 2000, ’s middags tegen 17:00 uur, verschijnt P.J.H.Olijslager voor de derde keer aan de deur maar nu om mijn videorecorders te overhandigen.

De verleiding van een laatste veeg uit de pan kan ik niet weerstaan en zeg: “Als je op 2 april 1998 je hersens had gebruikt was er niks aan de hand geweest

want je hebt het mede aan mij te danken dat je weinig illustere clubje van het toneel verdwenen is”. Hij mompelt dat hij dat niet gelooft.

Ik onderteken een afstandsverklaring voor de overblijvende negen apparaten en ga naar binnen om mijn videorecorders weer in gebruik te nemen.

 

Een belofte aan de lezer wordt nu ingelost en dat houdt verband met de meer dan innige relatie tussen politiek Den Haag, publieke omroep,landelijke pers in

casu het Bedrijfsfonds voor de Pers. Van belang hierbij is een uitspraak van de voormalige minister van propaganda van nazi-Duitsland t.w. J.Goebbels, namelijk:

“Als je een leugen maar vaak genoeg herhaalt, gaat iedereen het vanzelf als de waarheid beschouwen”.

Tot op de huidige dag wordt deze uitspraak door politici overal ter wereld gebruikt en denkt u maar niet dat dat in Nederland anders is.

 

Tevens is het een publiek geheim dat de pers ook connecties heeft met de politie. Wekelijks bellen de redacties van b.v. de lokale blaadjes in Putten met

de politie of er nog nieuws is. Eens per week wordt de lezer dan verblijd met een lijstje bekeuringen, inbraken en andere criminele activiteiten.

Echter, de details van de DOB-razzia van 2 april 1998 werden door de Puttense politie doelbewust buiten de lokale media gehouden!

 

Maar wat heeft nu die innige relatie hierboven met voornoemde uitspraak van Goebbels te maken? Wat voor u verborgen wordt gehouden staat allemaal in de

Mediawet. Van u wordt verwacht dat u de wet kent maar dat is in veel gevallen een onhaalbare kaart. In het kader van de “deregulering” komen er steeds meer

nieuwe regeltjes en verordeningen bij. Het is namelijk zo, dat politiek Den Haag continu anticipeert op uw onwetendheid cq onoplettendheid.

Feit is, dat een bepaald percentage van de totale jaarlijkse opbrengst van de nog steeds bestaande omroepbijdrage wordt gebruikt om de zgn “noodlijdende”

persorganen financieel overeind te houden. Dat was vóór de fiscalisatie van de omroepbijdrage het geval en daarvan komt het eind voorlopig niet in zicht.

Dat laatste is inherent aan de samenstelling van kabinetten, en dat zijn meestal confessioneel getinte kabinetten. Hopelijk is het u niet ontgaan dat een via de belastingbetaler gefinancierd Bedrijfsfonds v/d Pers niet leidt tot een pluriforme en onafhankelijke pers, maw: wiens brood men eet diens woord men spreekt.

 

Vanwege de jarenlange, innige verhouding tussen politiek Den Haag, de publieke omroep, de (gesubsidieerde) persorganen en het Bedrijfsfonds voor de Pers is

het met betrekking tot de hiervoor beschreven DOB-razzia van 2 april 1998 niet denkbeeldig dat men onderling heeft bekokstoofd de feiten te verzwijgen.

Want eerder heeft u kunnen lezen op welke wijze M.Rabbae van Groenlinks een kans voor open doel voorbij liet gaan. Haagse belangen en de financiering

van de publieke omroep moesten prevaleren boven het openbaar maken van de feiten inzake het zo goed als zeker jarenlange, buitenparlementair verruimen

van Artikel 1 sub aa, bb en cc van de de Mediawet.

 

Een paar keer heb ik in dit stuk de termen “publieke zuiltjes/omroepen” gebruikt maar die zijn eigenlijk onjuist. De belastingbetaler, lees: het publiek heeft

in Hilversum niets in de melk te brokkelen!  In gesubsidieerd Hilversum probeert men de belastingbetaler al jaren een rad voor de ogen te draaien met prachtige

verhalen over ledenraden en dat medezeggenschap over de inhoud van radio- en tv-programma’s dagelijkse praktijk zou zijn. Het is klinkklare onzin.

Deze met belastinggeld overeind gehouden clubs met hun bobo’s in dure villa’s, automobielen en bootjes voelen zich oppermachtig, en hun arrogantie ten

opzichte van de tv-kijker/radioluisteraar is vaak wekelijkse zoniet dagelijkse praktijk.

Voorbeeld van een omroepbobo in zijn kapitale villa te Hulshorst: Exota- en Jan Splinter-specialist, tevens Vara-ikoon en Pim Fortuyn-hater Marcel van Dam.

 

De irritant linkse signatuur van de redacties van het NOS Journaal en actualiteitenprogramma’s zoals Nova, Netwerk en Eénvandaag zijn treffende voorbeelden

van constante nieuwskleuring cq het niet serieus nemen/betutteling van belastingbetalers. (en dan hopen ze ook nog dat niemand iets doorheeft)

De redactie van het NOS Journaal spant wat dat betreft de kroon met de telkens terugkerende, pro-Palestijnse reportages en het bijna dagelijks ventileren van de

eigen mening van de presentoren en verslaggevers, als zou het in die gevallen ook om nieuws gaan. Daarnaast is dat linkse Nova geen sikkepit beter.

www.hetvrijevolk.com/?pagina=839  www.theovangogh.nl/TRANEN.html  www.hetvrijevolk.com/?pagina=1208  www.hetvrijevolk.com/?pagina=1911

 

Dat het zgn “onafhankelijke en onpartijdige” NOS Journaal niet terugschrikt voor het uitzenden van onversneden Al Gore-propaganda inclusief het geneuzel

van twee gesubsidieerde  BNN-huppelkutjes van de klimaatpolitie, kunt u nu ook lezen. www.hetvrijevolk.com/?pagina=3972  

 

Meer milieu- en klimaatpropaganda voor de liefhebbers op: www.hetvrijevolk.com/?pagina=3892  www.hetvrijevolk.com/?pagina=3911

 

Zoals gezegd: publieke omroepen trekken zich niets aan van het publiek, het zijn feitelijk tweeslachtige, verkapte commerciële omroepen die zich sedert jaar

en dag, nota bene zonder sancties van betekenis, schuldig maken aan overtreding van Europese rechtsregels inzake verboden concurrentievervalsing.

 

 

 

 

Een duidelijk bewijs dat de publieke omroepen zich niks van belastingbetalers aantrekken is het letterlijk in het oog springende fenomeen omroeplogo.

Dit computergestuurde verschijnsel werd voor het eerst in september 1993 door de netmanagers van Nederland 1, 2 en 3 zonder toestemming van de belastingbetalers, lees: tv-kijkers gelanceerd. Tot op de huidige dag blijven deze drie dikbetaalde omroepbobo’s volhouden dat met toepassing van omroeplogo’s de herkenbaarheid van

de Nederlandse tv-kanalen verbeterd zou worden. En dat is niets anders dan misleidende, Hilversumse arrogantie, overgoten met een penetrant ruikend links sausje.

In de tijd dat we slechts de beschikking hadden over Nederland 1 en Nederland 2 alleen via de zgn converter konden ontvangen, bestonden er ook geen omroeplogo’s!

Feit: alle belangrijke Nederlandse tv-frequenties zijn nu in talloze moderne tv-afstemautomaten vastgelegd.

En als tv-kijker mag u namelijk kwaliteit voor uw belastinggeld verlangen (wie betaalt, bepaalt), in dit geval een tv-beeld zonder detailvervuilende logo’s.

Maar daar hebben de “dames & heren” in Hilversum geen boodschap aan: zij zullen wel even voor u gaan bepalen wat goed voor u is, nota bene op uw eigen kosten!

 

Dan start op 19 juli 2007 op Nederland 1 het Trosprogramma “Lachen met de Tros”. De kijker krijgt uitgemolken humor uit de Trosarchieven voorgeschoteld.

En ja hoor, het is weer bingo, want daar verschijnt ongevraagd rechts onderin beeld een nieuw smiley omroeplogo van de Tros…!!!

 

Het voorgaande sluit perfect aan op een opmerking van Kees Sorgdrager in de Elsevier van oktober 2002, namelijk:

“De publieke omroep is heel erg ziek. Het is een soort ziekenomroep. De patiënten zitten achter de microfoon”.

 

 

 

En onze dik betaalde omroepbobo J.Daalmeijer kraait: simpele, rechte lijnen, primaire kleuren, een paar “idents” en dat voor de meeneemprijs van slechts…

één miljoen euro…!!

Daar is het niet bij gebleven: bovenstaande omroeplogo’s zijn tussen 2003 en 2007 met behulp van uw belastinggeld opnieuw gewijzigd.

 

Refererend aan de uitspraak van J.Goebbels slikken hele volksstammen vandaag de dag nog steeds de Haagse en Hilversumse propaganda, dat de publieke

omroepen “niet-commercieel en onafhankelijk” zouden zijn. FEIT: als je van wie dan ook financiële ondersteuning krijgt, ben je niet onafhankelijk.

 

Het budget voor de publieke omroepen bedraagt op dit moment een kleine 700 miljoen euro. http://www.cvdm.nl

Voor het geval dat het u is ontgaan: sedert 1967 mogen publieke omroepen reclame op radio en televisie uitzenden en op een gegeven moment kwam ook

de programmasponsoring in zwang. Derhalve ontvangt de publieke omroep jaarlijks een kleine 200 miljoen euro van de Ster. http://www.ster.nl

Met een totaal inkomen van om en nabij de 900 miljoen euro zijn de publieke omroepen tot op de huidige dag niet instaat goede programma’s te produceren.

Waar dat gigantische bedrag dan wel aan wordt besteed is regelmatig in het nieuws. Figuren zoals hieronder kunnen nu met gemak aan de fameuze lijst van Quote worden toegevoegd. Hun pensioen is verzekerd, hoe uw pensioen straks uitvalt is en blijft nog een groot vraagteken.

 

 

 

 

En dan worden we ook nog opgezadeld met de jaarlijkse sigaren uit eigen doos in de vorm van zomerse herhalingen onder het mom van:

“Het klootjesvolk is veel te druk met andere dingen om commentaar te leveren en ze kunnen lang niet alles gezien hebben”. Want op 10 juli 2007 werd voor

de verandering (…) de Onedin Line weer eens uit de stoffige omroepkast gehaald. En wat dacht u van het volgende voorbeeld van KRO-herhalingsdrift uit

een VPRO-gids van eind vorige eeuw: adventsliederen op de valreep van de zomer…

 

 

Hamvraag: zijn er ten aanzien van DE BODEMLOZE PUT VAN DE PUBLIEKE OMROEPEN bij u al een paar(nog niet verboden gloei)lampen uitgegaan?

Snapt u nu dat het verhaaltje inzake “niet-commerciële en onafhankelijke” publieke omroepen slechts onversneden, gebakken Haagse en Hilversumse putlucht is?

Niet voor niets zei Mr. F.Kuitenbrouwer in de NRC van 22-9-1984, dat het openbare gezag functioneert bij de gratie van de juridische achterlijkheid van de burger.

 

Het moet nu maar eens duidelijk zijn dat bedelen moet worden overgelaten aan daklozen, drugsverslaafden en ander werkschuw volk, anders gezegd: indien het

inkomen van de publieke omroepen en noodlijdende persorganen in dit land te wensen overlaat, is adverteren en commercieel gaan de enige optie om dat

probleem op te lossen. Publieke omroepen moeten ook niet denken dat ze tot in lengte van jaren hun huidige, “niet-commerciële en onafhankelijke” spelletje

kunnen volhouden. Het is slechts een kwestie van tijd dat publieke omroepen volledig commercieel zullen gaan (denk hierbij aan de pogingen daartoe door de Vara

en de Tros!) dan wel van het omroeptoneel zullen verdwijnen. Behoudens een aantal uitzonderingen mag van ieder individu in dit land worden verwacht zelfstandig

in eigen onderhoud te kunnen voorzien. Het kan dus niet zo zijn dat als noodlijdende persorganen en een paar publieke omroepen met het bordje “overheid” gaan zwaaien, onmiddellijk de portemonnee getrokken moet worden. U kunt als belastingbetaler veel doen door goed na te denken over hetvolgende.

 

De constructie omroepbijdrage plus reclame op publieke radio- en TV-netten in Nederland is sedert jaar en dag concurrentievervalsend.

Deze constructie is bovendien in strijd met Europese regelgeving en is verboden. Politiek Den Haag weet dat ook, maar doet niets.

 

In de EU kennen we commerciële en publieke omroepen.Een tussenweg is niet mogelijk. Dat de eerdergenoemde verboden constructie tot op heden niet is

aangepakt is niet alleen een gevolg  van de politieke samenstelling van de achter ons liggende kabinetten, maar ook van het huidige kabinet en dat alles heeft zijn

wortels in het (veelal linkse, confessionele) stemgedrag van het electoraat. Het heeft ook te maken met de laksheid van de Europese Commissie in Brussel.

 

Vanwege redenen van praktische aard is dit stuk qua lengte zo kort mogelijk gehouden.

 

Door “publieke omroep” in de zoekmachines van de www.telegraaf.nl , www.volkskrant.nl , www.hetvrijevolk.com  in te voeren

kunt u b.v. alle info lezen aangaande de door de Europese Commissie aan de publieke omroep opgelegde boetes. Die boetes maken geen indruk, want tot op de

huidige dag is de verboden constructie omroepbijdrage plus reclame op de publieke Nederlandse radio- en tv-netten nog steeds volop in bedrijf.

 

Een aantal artikelen over dit onderwerp zijn te vinden op: www.minocw.nl

Een lijst van gesubsidieerde persorganen is opvraagbaar bij: www.bedrijfsfondspers.nl

Adres/Bedrijfsfonds voor de Pers: Prinsessegracht 19, 2414AP Den Haag. Tel 070-3617111. Fax 070-3617108.

Vanaf 1 juli 2007 is de naam veranderd en heet nu Stimuleringsfonds voor de Pers.(Nb, dat “stimuleren” geschiedt nog altijd zonder uw goedkeuring..!!!)

 

Meer over luitenant Arthur Freudenberg en zijn 15 man sterke propagandakompanie “Holzhammer” in Dick Verkijk’s boek Radio Hilversum 1940-1945.

(dit standaardwerk is alleen nog  via antiquariaten verkrijgbaar)

 

Adhesiebetuigingen kunt u sturen naar Postbus 193 3880 AD PUTTEN

 

 

 

 

 

 

Tot uw dienst. J. Hop Ermelo publiceert alle troonredes 1900-2019 voor u op internet!

Maar heeft u inmiddels ook heel goed begrepen?
50 Hop moet bloeden schrijft een "CHRISTELIJKE" jeugdzorgadvocaat in de landelijke strijd om afgifte contactjournaal gezinsvoogd

Referentie 1: Bron Memo Openbaar Ministerie Team Gevoelige Zaken over Hop 4 juni 2012 Daphne van der Kolk aan Ron Tenge Citaat: De heer Hop is een kinderbeschermingdeskundige die veel families en ouders bijstaat wanneer zij te maken krijgen met de Raad voor de Kinderbescherming en andere jeugdzorg instanties. Hij is van huis uit geen jurist of hulpverlener maar heeft in de loop der tijd veel ervaring opgedaan met dergelijke zaken. Daarbij laat hij zich zeer kritisch uit over deze instanties. Tevens is hij oprichter van de (gemeentelijke) politieke partij Groep Hop. Zie ter info de site www.burojeugdzorg.nl, geen website van BJZ, maar een domeinnaam geclaimd en ingevuld door de heer Hop.

Referentie 2: Bron Memo Openbaar Ministerie Landelijk Coördinerend officier van justitie Bovenregionaal Recherche Overleg (BRO) Teamleider Maatwerkzaken  over Hop 11 juni 2012 Citaat: Complicerende factor in het verhaal is dat de heer Hop een politiek zeer actieve persoon is. Citaat: Het Gevoelige Zaken Overleg (GZO) is voorstander van een frontale opsporingsactie op Hop oftewel halen en (als spraakzame "Don Quichot") doen bekennen en vervolgen. Peter van Hagen aan mr. R. Tenge en D. van der Kolk.

Een FRONTALE OPSPORINGSACTIE op Hop, OPHALEN, DOEN BEKENNEN EN VERVOLGEN!
Ik beken geen letter! Hebben jullie dat allemaal heel goed begrepen!

581 Troonrede 2019
579 Troonrede 2018
562 Troonrede 2017
560 Troonrede 2016
514 Troonrede 2015
247 Troonrede 2014
567 Troonrede 2013
254 Troonrede 2012
477 Troonrede 2011
660 Troonrede 2010
616 Troonrede 2009
662 Troonrede 2008
Troonrede 2007
Troonrede 2006
Troonrede 2005
Troonrede 2004
Troonrede 2003
Troonrede 2002
Troonrede 2001
Troonrede 2000
Troonrede 1999, 1998, 1997, 1996, 1995, 1994, 1993, 1992, 1991,1990
Troonrede 1989, 1988, 1987, 1986, 1985, 1984, 1983, 1982, 1981, 1980
Troonrede 1979, 1978, 1977, 1976, 1975, 1974, 1973, 1972, 1971, 1970
Troonrede 1969, 1968, 1967, 1966, 1965, 1964, 1963, 1962, 1961, 1960
Troonrede 1959, 1958, 1957, 1956, 1955, 1954, 1953, 1952, 1951, 1950
Troonrede 1949, 1948, 1947 1946, 1945, geschiedenis omroepbijdrage
Troonrede 1939, 1938, 1937, 1936, 1935, 1934, 1933, 1932, 1931, 1930
Troonrede 1929, 1928, 1927, 1926, 1925, 1924, 1923, 1922, 1921, 1920
Troonrede 1919, 1918, 1917, 1916, 1915, 1914, 1913, 1912, 1911, 1910
Troonrede 1909, 1908, 1907, 1906, 1905, 1904, 1903, 1902, 1901, 1900

 

 


www.bureaujeugdzorg.nl
www.burojeugdzorg.nl
Referenties
Disclaimer
Contact
Copyright © 1997-2019 J. Hop. Alle rechten voorbehouden.